In het Concertgebouw in Amsterdam organiseerde het Nationaal Ouderenfonds een concert voor ouderen die eenzaam zijn deze kerst. Het Nederlands Kamerorkest onder leiding van Gordan Nikolic speelde verschillende opera stukken, namen als Edward Elgar, Jules Massenet en het jongerenkoor passeerde de revue.
De bezoekende ouderen kwamen in grote groepen aan met verschillende snelbussen. Iedereen is feestelijk gekleed, sommige mannen zijn in pak en vrouwen dragen blazers met glitter, of kleurrijke jurken. Er zijn ongeveer 1900 mensen aanwezig. Voordat ze de Grote Zaal ingaan, drinken ze koffie of thee en eten ze gebak, versierd met parels en crème, in de Beatrixfoyer. De bezoekers staan overal: in de gangen, bij de garderobe, in de foyers.
De Grote Zaal stroomt langzaam vol
Eenmaal aanwezig in de Grote Zaal vult deze zich langzaam met het publiek. Er wordt veel gekletst onderling en ergens in de verte wordt er hard gelachen, er heerst een gezellige sfeer. Mensen maken foto’s van elkaar en van de zaal. Een zaal die wordt versierd met muurschilderingen, kroonluchters en sfeerlicht. Ook het balkon vult zich langzaam, op de gevel van het balkon staan namen van bekende componisten: Cornelis Dopper, Pjotr Iljitsj Tsjaikovski, Willem Pijper en Claude Debussy. Achter de nog lege stoelen van de muzikanten staat het orgel van het concertgebouw. Het houten orgel met ijzeren pijpen kijkt uit over een zaal die zich langzaam vult met het publiek.
Het publiek zit verspreid in de zaal. Achter het orkest zitten mensen en achteraan de zaal zijn de rolstoelplekken, die zich snel vult met ouderen die naar voren leunen en links en rechts om zich heen kijken. In de zaal en in de foyer stellen mensen zich aan elkaar voor, zoeken ze waar ze heen moeten en nemen ze snel een dienblad met drankjes en gebak mee naar de zaal. Als het orkest eenmaal begint wordt de zaal donker en kun je een speld horen vallen. Iedereen kijkt voor zich uit, naar het orkest dat met grote bewegingen muziek maakt. Wanneer ze het eerste stuk hebben gespeeld klinkt er een daverend applaus. “Wat is het prachtig hè”, fluistert een vrouw naar haar buurman.
Na het applaus van het publiek loopt, operazangeres en cabaretier, Francis van Broekhuizen het podium op. Gekleed in een lange, donkergroene jurk prijst ze het orkest, en maakt ze een aantal grappen tussendoor. Ze vraagt wie er vorig jaar ook bij was, en er schieten meteen honderden handen de lucht in. Uiteindelijk introduceert ze het tweede muziekstuk, wat gespeeld wordt door Gordon Nikolic: Meditation uit ‘Thaïs’ van Jules Massenet.
Ongeval tussen het publiek
Terwijl er geluisterd wordt naar de muziek ontstaat er rumoer bij de zitplekken achter het orkest: er is een vrouw onwel geworden. De mensen om haar heen proberen haar wakker te schudden, terwijl medewerkers van het Concertgebouw snel naar de vrouw toe lopen. Uiteindelijk kan ze zelf, onder begeleiding van de medewerkers, de zaal verlaten. De vrouw die naast haar zat is zichtbaar aangeslagen, ze slaat haar hand over haar mond en schud met haar hoofd. De twee vrouwen achter haar leggen een hand op haar schouder.
Jongerenkoor
Na de solo van Nikolic, wordt het jongerenkoor aangekondigd. Alle lampen in de zaal gaan uit. Ineens komt er licht binnen vanuit de achterkant van de zaal: er wordt een deur opengemaakt. Langzaam komen er allemaal meiden, die helemaal in het zwart gekleed zijn, uitgelopen. Ze lopen vanuit het felle licht, zingend de zaal binnen. Vanuit alle kanten van de zaal trekken mensen hun telefoon, om het te filmen. Het koor loopt langzaam het podium op, naar het orkest. Eenmaal aangekomen bij het orkest verschijnt er nog een koor: de deur achter het orkest opent zich en er komen, zingende, jongens uit. Ook zij sluiten zich aan bij het orkest, waarna ze samen een nieuw muziekstuk spelen en zingen.
Dit was het laatste nummer voor de pauze. Na het applaus doet Francis van Broekhuizen nog een klein woordje. Ze vertelt hoe belangrijk kunst en cultuur is voor de komende generaties, en dat ze de subsidies van het kabinet hierop belachelijk vindt. “Want als iedereen muziek maakt, is er geen tijd voor oorlog”, zegt ze, gevolgd door een oorverdovend applaus en gejoel van de zaal.
Langzaam loopt de zaal leeg, de bezoekers kunnen nu wijn halen, of koffie en gebak. Brandon van 89 is samen met de dochter van een vriendin van haar bij het concert. “Ik vind alles prachtig, de muziek, het koor, de zaal, alles.” Met haar rollator dwaalt ze door de gangen opzoek naar het toilet. Na de pauze vult de zaal zich langzaam weer en worden er nog drie stukken gespeeld. Het Nationaal Ouderenfonds kan terugkijken op een geslaagde middag, met bussen en taxi’s gaan de ouderen weer huiswaarts. Sommige drinken nog wat in de foyer, een ander pakt nog een drankje om even na te genieten.