Home Blog Pagina 19

Melding op melding, maar toch worden verlaten auto’s in Riethoven niet weggehaald

‘Dit is geen parkeren meer, maar stallen’, zegt Erik van het tegenover gelegen heftruckbedrijf. Op een parkeerplaats tussen een bedrijventerrein en een sporthal staan twee auto’s al minstens een jaar geparkeerd. Er staat hoog onkruid achter en de auto’s zijn mosgroen aangeslagen. Meldingen leveren niets op, terwijl de politie en de gemeente Bergeijk naar elkaar wijzen. Volgens een woordvoerder heeft de gemeente ook geen regelgeving voor dit soort gevallen.

Een melding van de sporthal, een melding van het heftruckbedrijf, een melding door onze verslaggever en er zullen waarschijnlijk nog meer meldingen zijn geweest. Bij een bedrijventerrein valt veel parkeerplaatsbezetting te verwachten. Maar zeker met de sporthal erbij waar volleybalvereniging VC Riethoven traint en wedstrijden speelt, komt de parkeerplaats volgens de sporthaleigenaar nog weleens propvol te staan. ‘We komen in dit gebied parkeerplaatsen tekort en dan staan die auto’s daar altijd’, zegt een medewerker van het heftruckbedrijf erover.

De eigenaar

Uit contact van bewoners met de politie over deze auto’s is de informatie gekomen dat de eigenaar van de auto’s eerst in Riethoven woonde, maar ondertussen naar België is verhuisd. Hiermee wordt duidelijk dat de eigenaar er echt niet naar om kijkt.

Wanneer kan het worden weggehaald?

Metaalbewerkingsbedrijf INNO-TEC staat ook tegenover de parkeerplaats. De baas van INNO-TEC Walter van Grotel vergelijkt het met de ‘weesauto’s’ in Tilburg waar Brabants Dagblad een serie aan artikelen over heeft. Daar zeiden bewoners dat het wachten was tot iemand de auto’s beschadigt waardoor ze als ‘wrakken’ wel mogen worden weggehaald. Van Grotel: ‘Pas als iemand er benzine en een krant op gooit, de kabels knipt of ze voor het gemeentehuis weet te zetten, dan doen ze er wat aan.’

Geen regelgeving

De gemeente laat weten dat zij geen regelgeving over dit soort gevallen heeft. Op een openbare parkeerplaats mag je dus in principe oneindig lang parkeren, tenzij de verkeersveiligheid ondermijnd wordt. In dit geval is er niet echt sprake van onveiligheid, maar net als in Tilburg ervaren de bewoners wel hinder van de auto’s. Gemeente Tilburg heeft hier inmiddels wel regelgeving over. Daar is het probleem dat de parkeerservice ‘P1’ over een groot gebied verantwoordelijk is.

De gemeente Bergeijk zegt dat de auto’s aanpakken niet door de gemeente en handhaving gedaan kan worden, alleen de politie zou dit kunnen doen. Ook zou er vanuit de gemeente Bergeijk veel communicatie over zijn geweest met de politie en de klachten van de bewoners worden serieus genomen. Woordvoering van Politie Oost-Brabant laat tegelijkertijd weten dat dit een taak is van de gemeente en handhaving. Dus waar de oplossing vandaan moet komen is niet zeker.

Vader voor de rechter na chaotische supermarktvechtpartij: ‘Ik probeerde de ruzie te sussen’

0

“Het lijkt wel willekeurig uit het niets te gebeuren”, zegt de officier van justitie deze vrijdag in de rechtbank. Op 4 oktober vorig jaar, gaat het namelijk mis in de Dunya-supermarkt in Den Bosch. In een mum van tijd loopt een woordenwisseling uit tot een fysiek conflict. Drie verdachten, waarvan twee minderjarig, kwamen voor de rechter. Voor de 33-jarige Bosschenaar wordt een celstraf geëist.

Op die bewuste woensdag gaat de zoon van de Bosschenaar een boodschapje doen, even verderop in de straat. Hij vergeet alleen de pincode van de pinpas die hij mee heeft. Volgens de 33-jarige verdachte is zijn zoon daarna huilend thuis gekomen. De medewerker van de supermarkt zou hem op een ongepaste manier hebben aangesproken. “Ik ging terug naar de winkel om verhaal te halen en de boodschappen te betalen”, vertaalt de tolk van de verdachte. Wanneer hij de situatie probeert te bespreken, loopt de ruzie snel uit de hand. Op bewakingsbeelden is te zien dat de verdachte een sleutelbos naar de kassamedewerker gooit, hoewel hij zich niet kon herinneren of hij hem geraakt had.

Als één ruziet, komen er snel twee mee vechten

Een van de minderjarige verdachten, een neef die is meegekomen naar de supermarkt, pakt vervolgens een waterpijp en begint de kassamedewerker te slaan. Ondertussen pakt de Bosschenaar de medewerker vast, waarna zijn neef het slaan voortzet. De verdachte beweerd dat hij na het gooien van de sleutelbos de situatie juist wil sussen, maar dat de kassamedewerker hem aanviel. “Ik zag dat het fout ging en wilde het conflict voorkomen.” Zijn neef zou hebben ingegrepen omdat hij dacht dat de medewerker zijn oom zou aanvallen.

Even later komt ook de tweede minderjarige verdachte zich melden bij de ruzie, wie ook een neef van de verdachte is. Hij loopt vervolgens met een mes de winkel in. Waar hij letsel aanbrengt bij twee van de medewerkers, door steekbewegingen te maken richting de onderrug en schouder. “Ik heb nog steeds last van hoofdpijn, nekklachten en nachtmerries. Ik heb veel meegemaakt, waaronder oorlog, maar niets zo erg als wat me hier is overkomen”, leest de advocaat van het slachtoffer voor.

Escalatie binnen vijf minuten

De verdachte geeft aan dat hij geen actieve rol speelde in de escalatie. Hij probeerde alleen de ruzie te stoppen. Hij ontkent ook betrokkenheid bij de vermeende steekpartij en beweert geen doodsbedreigingen te hebben geuit, zoals hem ten laste werd gelegd. De officier van justitie benadrukt de ernst van het geweld dat in slechts vijf minuten uit de hand liep. De verdachte wordt verantwoordelijk gehouden voor het openlijke geweld en zou onvoldoende verantwoordelijkheid hebben genomen voor zijn daden. Er wordt een gevangenisstraf van drie maanden geëist, een contact- en locatieverbod, evenals een taakstraf van 250 uur.

De advocaat van de verdachte pleit voor vrijspraak, aangezien de verdachte voornamelijk zou hebben geprobeerd de situatie te de-escaleren en zelf geslagen werd. De advocaat stelt dat de verdachte geen opzet had en geen aandeel had in het letsel van de slachtoffers.

De uitspraak van de rechter wordt verwacht op 25 oktober 2024. De zittingen van de twee minderjarige verdachten zijn binnen gesloten deuren gehouden.

Boef debuteert in Ziggo Dome en roept op: “Free Palestina”

0

AMSTERDAM – Rapper boef heeft voor het eerst in zijn carrière opgetreden in de Ziggo Dome in Amsterdam. Een grote mijlpaal voor zijn carrière, maar voor hem ook een kans om aandacht te vragen voor de Palestijnse slachtoffers. Zo liet hij verschillende filmpjes zien van mensen in Gaza op de grote schermen achter hem, maar ook de lijst met namen van de slachtoffers: “ik laat nu maar 58 seconden zien maar in het echt duurt deze lijst 8 uur lang.”

De zaal was gevuld met springende, dansende en zingende mensen. Ondanks ruim de helft van de 2e ring lege stoelen waren, was Boef haast niet te horen boven de stemmen van het publiek. Alle bekende hits zoals habiba en krantenwijk werden door zowel kinderen als ouders woord voor woord meegezongen. De zaal was gevuld met fans die shirts aanhadden met een witte bivakmuts er op en met de letters ‘BOEF’ eronder. Zitplaatsen waren geen zitplaatsen meer, aangezien iedereen opstond om mee te dansen en te zingen met de muziek. “Ik wil jullie allemaal één voor één bedanken voor het komen, kippenvel mensen”, sprak Boef tussen de nummers door wat gevolgd werd door een luid applaus.


Tijdens het concert werden er vele gastartiesten het podium op geroepen. Artiesten zoals Ronnie Flex, Bilal Wahib en Frenna hielpen Boef om het beste uit zijn show te halen. Ondanks het Boef zijn concert was kreeg één gastartiest zelfs een harder applaus dan hij zelf, namelijk Lil Kleine. Naast deze optredens van bekende nummers en fans die op en neer sprongen vond Boef het belangrijk om iets aan te kaarten. Tussen alle nummers in zong hij een nummer speciaal geschreven voor de Palestijnse slachtoffers in Gaza. Op de achtergrond werd in grote rood en groene letters op het scherm ‘STOP GENOCIDE’ laten zien, terwijl Boef met de Palestijnse vlag wapperde. “Als ik zeg free, zeggen jullie Palestina”, riep de Rapper, waarna het hele publiek zich nog luider liet horen dan voorheen.

COLUMN | Het leed dat pakketjes heet

0

We bestellen als Nederlander massaal online, maar de bezorging laat vaak te wensen over. Gemiste bezorgingen, pakketjes voor de deur en onbetrouwbare tijdsloten. Frustraties hopen zich op en je blijft als klant in de kou staan. 

“Wij zijn PostNL en we hebben iets voor je”, luidt de slogan van PostNL. Al is dat “iets” vaker een teleurstelling dan een pakket. Je kent het wel: de deurbel gaat niet, maar er zit wel een briefje in de bus met de boodschap: “we hebben u gemist”.  Terwijl je de hele dag thuis op de bank zat. Je pakket is naar een afhaalpunt gebracht, zo’n 10 kilometer verderop. Want waarom zou je als pakketbezorger naar het pakketpunt in de buurt gaan, als je ook een kleine roadtrip kunt maken?  

Als je geluk hebt, wordt de stoep voor je deur omgetoverd tot de persoonlijke wachtruimte van je pakket. Precies op tijd voor de Hollandse regenbui. Of als je net aan het strand ligt op vakantie. De buurman neemt het wel even mee, toch? Geen zorgen, PostNL fikst het voor je! Het probleem is alleen dat je niet altijd weet waar en wanneer je het gaat vinden. 

PostNL kampt door stijgende kosten al langer met problemen. Een aanvraag voor versoepelingen stond dan ook al geruime tijd op de agenda. Minister Beljaarts besloot de wettelijke bezorgtermijn te veranderen van 24 uur naar 48 uur. De kamer was het hier echter niet mee eens en er kwam een streep door het plan. Het plan zou volgens hen niks oplossen. Terecht, want in de realiteit zitten de problemen veel dieper dan alleen de logistiek. Er is een groot tekort aan personeel, wat niet verrassend is gezien de zware en belastende werkomstandigheden.

Bovendien vinden veel van de ‘versoepelingen’ al dagelijks plaats zonder toestemming van de overheid. Neem bijvoorbeeld de tijdsvakken waarin een pakket geleverd zou moeten worden. Je krijgt een tijdslot van een paar uur, maar in de praktijk zit je de hele dag thuis te wachten. Dat alleen om aan het einde van de dag te horen dat het pakket niet meer komt en je morgen weer de hele dag thuis kan blijven. Dit is niet eens het versoepelen van de service, maar het negeren van je eigen beloftes.  

Zelfs met de voorgestelde versoepelingen moet PostNL 95 procent van de pakketten binnen de nieuwe bezorgtermijn afleveren. Maar deze norm halen ze al jaren niet. Dus voordat PostNL met nog meer eisen komt, moeten ze eerst hun eigen service onder de loep nemen. Want zolang het een raadsel blijft waar en wanneer je pakket daadwerkelijk bezorgd wordt, verdwijnt het vertrouwen als klant. Of ze nou meer vrijheid krijgen van de overheid of niet, wat wij echt nodig hebben is een betrouwbare service bij het pakket waar we met smacht op zitten te wachten.  

Bewegen op school wordt minder gezien als basisvaardigheid: “De prioriteit ligt bij taal en rekenen”

Het lukt één op de drie basisscholen niet om de wettelijke norm van 90 minuten gymles per week aan te bieden, blijkt uit onderzoek van onderzoeksinstituut Mulier. De Koninklijke Vereniging Lichamelijke Opvoeding (KVLO) reageert geschokt: “Er is een pandemie ontstaan van stilzitten”, aldus directeur Eric Pardon.

Met een uitgebreid onderzoek ontdekte sportonderzoeksinstituut Mulier dat het tekort aan gymlessen onder andere het gevolg zijn van volle lesroosters. Eric Pardon, die zich als directeur van de KVLO inzet voor genoeg en goed bewegingsonderwijs voor kinderen, ziet dat de volle lesroosters vooral een oorzaak zijn van de nadruk op andere basisvaardigheden. “Directies van scholen geven prioriteit aan vaardigheden als taal en rekenen,” zo zegt Pardon.” Er wordt te weinig aandacht aan sport en bewegen besteed, terwijl het wettelijk wel verplicht is. Ik vind dat schokkend. Bewegen is toch de belangrijkste basisvaardigheid van allemaal?” Een andere reden van het tekort aan gymlessen is het tekort aan accommodaties.

Pandemie van stilzitten

Uit een onderzoek van het RIVM in 2023 bleek dat ruim zestig procent van de kinderen tussen 4 en 12 jaar voldoet aan de beweegrichtlijnen van een uur per dag. Volgens Pardon is dit zorgelijk en moet sport en bewegen bij kinderen belangrijker gemaakt worden. “Het lijkt wel of er een soort pandemie is ontstaan van stilzitten. De enige beweging die veel kinderen hebben zijn de duimbeweging op de smartphone of tablet. Als kinderen niet bewegen, gaan de motorische vaardigheden achteruit en lopen ze straks achter als het gaat om sporten en bewegen. Ook wordt de kans op obesitas groter.”

Geen verrassing

De Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO) werkt aan de verbetering van openbaar onderwijs in Nederland. Beleidsadviseur van VOO Eddy Habben Jansen zegt dat het niet zo’n verrassing is dat bewegen niet wordt gezien als de belangrijkste basisvaardigheid. “Veel maatschappelijke zaken worden behandeld in het onderwijs. In het regeerakkoord worden de nadruk gelegd op basisvaardigheden als lezen, schrijven en rekenen. Als je dan het onderwijs dwingt om bewegen ook nog als basisvaardigheid aan te bieden, dan is toch het niet zo gek dat dat niet meer past? Ik praat het niet goed hoor, maar er wordt al zo veel van scholen gevraagd.”

Belang van bewegen

Het tekort aan beweging op jonge leeftijd wordt ook door Kenniscentrum Sport en Beweging als een negatieve ontwikkeling gezien. Hij zegt dat het bewegen op jonge leeftijd zorgt voor een betere mentale gezondheid en betere motorische vaardigheden dan kinderen die minder vaak bewegen. Genoeg beweging heeft volgens het kenniscentrum ook een positief effect op de fysieke gezondheid van een kind.

Pakketpunt aan huis steeds drukker: “Wel vijftien tot twintig mensen tegelijk aan de deur”

Natasja Verhoeven-van Rooij (41) heeft een pakketpunt aan huis van bedrijf Homerr. Het bedrijf staat elke dag met zakken vol pakketten op de stoep. Ondanks de drukte blijft zij pakketjes ontvangen en versturen vanuit haar bijkeuken. “Zo kan ik met Sinterklaas en kerst wat leuks kopen voor mijn kinderen.”

Homerr, het verzendbedrijf dat vooral gebruikt wordt voor Vinted, introduceerde in 2022 het BuurtPunt. Dit zijn particulieren die hun woning ter beschikking stellen als pickup punt. Homerr startte dit om de grote stroom aan pakketten op te kunnen vangen, maar de drukte blijft toenemen. Leo-Parts, de winkel in het centrum die tot voor kort ook Homerr-pakketten aannam, is mede door de toename van het aantal pakketten gestopt. “We kregen per dag ongeveer honderd pakketten binnen”, meldt een medewerker. Sindsdien heeft de Goirlese Natasja het enige pakketpunt in het dorp en moet ze harder werken. “Ik heb er mijn openingstijden op aangepast. Nu ben ik niet alleen ’s avonds, maar ook overdag beschikbaar.”

Elke dag krijgt Natasja zakken vol met pakketjes aan huis bezorgd. Foto: Anne van Bijnen

Natasja begon het BuurtPunt vooral voor het sociale aspect. “Je leert de mensen uit de buurt kennen. Mensen die je nog helemaal niet had gezien voorheen, komen nu bij jou aan de deur. Je krijgt vaste klanten en je maakt een praatje.” Al gaat dat niet altijd goed, en zijn er ook mensen waarvoor je geduld moet hebben, vertelt ze. “Ik heb weleens mensen moeten weigeren. Ik had op dat moment echt geen tijd, maar dat wilden ze niet accepteren.” Andere buurtbewoners laten graag merken hoe blij ze met het punt zijn. Ze hebben geld gedoneerd, waardoor ze haar huis kon inrichten op de hoeveelheid pakketjes. “Met dat geld heb ik stellingkasten aangeschaft. Eerst lagen alle pakketten in de woonkamer, maar nu heb ik mijn eigen systeem in de bijkeuken. Hier ben ik ze heel dankbaar voor.”

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is IMG_4853-edited-scaled.jpeg
Bij Natasja op het raam, waaraan je kunt zien dat hier een BuurtPunt is. Foto: Anne van Bijnen

Voor haar is het goed te combineren met de dagelijkse bezigheden. Zelf heeft ze haar eigen giftshop met onder andere zelfgemaakte sieraden aan huis. “In de zomer zet ik mijn sieraden in de voortuin, als een soort pop-up winkeltje. Zo weten mensen ook wat ik ernaast doe. Dat moet ook wel, want met de inkomsten van de pakketjes kan ik geen villa kopen.” Per pakket verdient ze meestal 20 cent, met een maximum van 80 cent. “Ik gebruik de inkomsten vooral als spaarpotje. Binnenkort komen Sinterklaas en kerst er weer aan, dan kan ik wat leuks kopen voor mijn kinderen.”

Het pakketpunt begint ondertussen al te lijken op een familieonderneming. Moeder Francie, zus Yvonne en haar zoons van zes en dertien jaar helpen graag een handje mee. “We hebben allemaal de app om pakketten te scannen en de jongste vindt het geweldig om de stickers te plakken.” Buurtbewoners hebben geluk, want als het aan haar ligt zit stoppen er nog lang niet in. “Ik zou er geen leeftijd aan hangen, maar ik blijf het doen zolang ik het zelf leuk vind. Ook al is dat tot mijn zestigste.”

Kom-uit-de-kastdag: “Het heeft me alleen maar dieper de kast ingeduwd”

Kom-uit-de-kastdag is een dag waarop extra aandacht wordt besteed aan mensen die openlijk uitkomen voor hun seksuele geaardheid en/of genderidentiteit. Julian Smeets (21) en Job Damwijk (20) zitten in deze community en vertellen wat zij van Kom-uit-de-kastdag vinden. “Ik heb nooit de behoefte gevoeld om zulke dagen te gebruiken als hulpmiddel om uit de kast te komen,” vertelt Julian.

Wat vind je persoonlijk van het idee achter “Kom-uit-de-kastdag”? En heeft dit voor jou geholpen om uit de kast te komen?
Julian: “Ik denk persoonlijk dat het idee achter deze dag een mooi initiatief is. Ik zou me kunnen voorstellen dat, omdat er aandacht aan besteed wordt, het ervoor zou kunnen zorgen dat het genormaliseerd wordt en dat uit de kast komen makkelijker wordt voor degenen die hier tegenaan lopen.”

“Als ik voor mezelf spreek, heb ik niks met deze dagen. Ik heb nooit de behoefte gevoeld om zulke dagen te gebruiken als hulpmiddel om uit de kast te komen. Voor mij was het meer een persoonlijk proces, dat natuurlijk gebeurde. Uiteindelijk kwam ik ‘uit de kast’ op het moment dat ik daar zelf klaar voor was.”

“De naam Kom-uit-de-kastdag vind ik evengoed een geschikte naam. Deze dag zou besteed kunnen worden aan meer aandacht voor het idee van uit de kast komen. Hoewel ik tegelijkertijd ook denk dat het misschien dubbelzinnig kan overkomen. Het zou niet zo moeten zijn dat deze dag gestigmatiseerd wordt als de enige dag in het jaar waarop je uit de kast kunt komen.”

Job: “Ik heb zelf best veel moeite met “Kom-uit-de-kastdag”. Het feit dat deze dag staat voor “de mogelijkheid om uit de kast te komen” suggereert dat je “alleen” op deze dag uit de kast mag komen, of in ieder geval dat deze dag daar het beste voor is. Dus geen andere dag? Hiermee lijkt het alsof mensen voor jou bepalen om de moeilijkste beslissing van je leven te maken. Daar ben ik het niet mee eens. Laat mensen alsjeblieft zelf bepalen wanneer, maar vooral óf ze uit de kast willen komen.”


“Zelf denk ik dat het initiatief voor deze dag niet eens per se vanuit de LHBTI-gemeenschap komt. Ik verwacht namelijk dat een paar hetero’s hebben verzonnen om het voor ons, “mensen van LHBTI”, zo makkelijk mogelijk te maken door zo’n dag te introduceren. En dat is echt met de beste bedoelingen hoor, begrijp me niet verkeerd. Maar deze mensen weten niet hoe het is om bijvoorbeeld homoseksueel te zijn en met zo’n moeilijke keuze om te gaan.”


“Deze dagen hielpen mij juist niet. Ik zat nog in de kast toen we op Paarse Vrijdag op school een filmpje moesten kijken over een jongen met blauw haar, een neuspiercing en een hele vrouwelijke stem. Ik schaamde me kapot. Ik dacht: als ik uit de kast kom, gaan mensen denken dat ik ook zo ben. Het hielp me absoluut niet, het heeft me alleen maar dieper de kast ingeduwd.”

Job Damwijk (rechts) met zijn vriend

Hiernaast heb je onder andere ook Paarse Vrijdag en Pride Week. Wat vind je van deze evenementen?
Julian: “Voor mij heeft deze kwestie twee kanten. Aan de ene kant denk ik, zoals eerder benoemd, dat het idee hierachter een mooi initiatief is. Meer aandacht eraan besteden en pogingen doen om het bestaan van de LHBTQIA+ gemeenschap te normaliseren, is zeker iets wat belangrijk is in mijn ogen. Ik vind het belangrijk dat er respectvol met deze groep wordt omgegaan en dat zij die zich identificeren met de gemeenschap moeten kunnen doen en laten waar zij zich prettig bij voelen.”


“Aan de andere kant denk ik dat concepten zoals Paarse Vrijdag en Pride Week ook erg tegenstrijdige implicaties hebben. Voor mij is het doel normalisatie, en het omarmen van het feit dat iedereen gelijk is, ongeacht op welk geslacht zij vallen of hoe zij zich identificeren. Met zulke evenementen echter, leg je tegelijkertijd erg de nadruk op het bestaan van deze verschillen. Door specifieke dagen hieraan te besteden, lijkt het wel alsof de acceptatie van deze groep alleen op zulke dagen mag plaatsvinden. Sterker nog, wij vieren dan met z’n allen dat zij anders zijn dan de rest: iets wat juist voorkomen dient te worden.”

Julian Smeets (rechts) met zijn vriend

Job: “Ook heb ik erg veel moeite met evenementen zoals Pride Week, Pride Maand, Paarse Vrijdag, Roze Maandag, etc. Ik mag denk ik voor iedereen spreken die uit de LGBTQ-gemeenschap komt; we willen allemaal normaal gevonden worden. En ik denk dat door juist zulke speciale dagen te creëren, en bijvoorbeeld tijdens de bootparade in Amsterdam zo gek mogelijk te doen, dit totaal averechts werkt. Homoseksuele mannen met een roze mankini aan, dansend op één van de felroze boten in de Amsterdamse grachten met borden met de tekst ‘wij willen normaal gevonden worden’, is echt te ironisch voor woorden. We willen toch normaal gevonden worden? Schei dan uit met het bijzonder maken van de lhbtqia+ community.”

“Ik snap dat we er aandacht voor moeten vragen, omdat het nog steeds door velen niet geaccepteerd wordt, maar op deze manier gaan steeds meer mensen het niet accepteren. Het wordt zo door iedereen z’n strot geduwd. Laten we dit nou stoppen en er niet zo’n ding van maken. Als ik zeg dat ik homo ben, denken mensen meteen dat ik een van die mannen ben die op de boten staat te dansen met een boa om m’n nek en praat als Martien Meiland.”

60 AMV’ers te laat onderwijs ‘Ze hebben voor het eerst weekend’

0

GLOW HOTEL EINDHOVEN-  De alleenstaande minderjarigen vluchtelingen (AMV’ers) die in het Glow hotel Eindhoven zitten, zijn na een jaar begonnen met het volgen van regulier onderwijs. Het gaat hier om 60 alleenstaande minderjarige vluchtelingen. Het onderwijs, dat verplicht is na 3 maanden in Nederland, zijn nu begonnen aan de Willem de Rijkelaan. Michiel Manders is een van de huidige docenten, die met eigen ogen ziet wat 12,5 uur school in de week met de AMV’ers doet.

De jongeren zijn afgelopen september begonnen met school. Zo legt Manager Marecilla uit ‘Vanaf 23 september gaan de jongeren naar het Summa op de Willem de Rijkelaan. Ze krijgen daar 12.5 uur onderwijs en we hopen dat het aantal uren nog verder uitgebreid worden.’ Dat ze naar school gingen was hard nodig, want met een bedrag van 14 euro per week , en geen mogelijkheid om legaal te werken was er weinig structuur  in het leven van deze AMV’ers, wat ook zorgt voor weinig zin in andere dingen.

Als er een alleenstaande minderjarige vluchteling (AMV’er) aankomt in Nederland, moet die zich melden in ter apel om asiel aan te vragen, vanuit daar worden ze verplaatst naar verschillende azc’s of andere coa locaties die verspreid zijn door heel Nederland. Eenmaal aangekomen bij de tot hun toegediende opvanglocatie krijg je als minderjarige binnen 3 maanden regulier onderwijs of scholing, zodat je meteen kan beginnen met het leren van de Nederlandse taal.

Bij de COA locatie aan de Keizersgracht was dit niet het geval. Doordat de AMV’ers te laat aangemeld waren, was het reguliere onderwijs al begonnen en was er geen mogelijkheid meer om hierin in te stromen. De leerlingen hebben 2 maanden  via een extern bureau onderwijs gevolgd bij DYNAMO, maar volgens Marecilla  ‘voelden dit voor de jongeren niet als ‘serieus’ onderwijs, er was veel verzuim en er was ook geen leerplichtambtenaar aan gekoppeld’.

Bij de  opendag van het Glow hotel is ook Michiel  aanwezig ‘Ze hebben nu voor het eerst weekend’ merkte hij op. Er werd enthousiast op hem en zijn collega Ruud die burgerschap geeft gereageerd vanuit de leerlingen. Ook Marecilla merkt meteen verschil vanuit het hotel  ‘Ze hebben veel meer structuur, en krijgen daardoor ook meer zin in dingen’.

Michiel Manders is een van de docenten die inmiddels wel lesgeeft aan de AMV’ers, hij geeft ze rekenen en zijn eigen mentorklasje ook Nederlandse taal. Samen met 2 anderen geeft hij de studenten les. Naast rekenen & Nederlands krijgen de AMV’ers ook  burgerschap om ze kennis te laten maken met de Nederlandse cultuur. ‘Bij het eerste gesprek ben ik begonnen met of ze hun naam konden opschrijven, sommigen zijn zestien/ zeventien en hebben nog nooit onderwijs gehad en kunnen dus ook niet lezen en schrijven. Je begint dus echt helemaal vanaf het begin en vanuit daar bouw je op.’