De KNVB heeft besloten om in cassatie te gaan tegen de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, tot verbazing van Vitesse. De bond wil het licentiesysteem beschermen en wil bij de hoge raad duidelijkheid krijgen. Bert Roetert, gouden Vitessenaar en onderdeel van de raad van advies, zag de cassatie niet aankomen.
Vitesse reageert teleurgesteld en verrast op het besluit van de KNVB. Zij zijn van mening dat ze de laatste maanden op de goede weg zijn als club en daarnaast in constructief overleg stonden met de KNVB. Ook Bert Roetert, lid van de raad van advies en oud raad van commissaris van Vitesse zag dit niet aankomen.
“De uitspraak van het hof was zo helder. Ik snap deze reden voor de cassatie niet. De KNVB vindt dat de raadsheren er niks mee te maken hebben, dat het hun regelementen zijn. Maar het hof heeft duidelijk uitgelegd waarom ze zich bevoegd achtte om dit wel te doen. Ook de timing vind ik vreemd. Vitesse staat de laatste tijd in positief contact met de KNVB en vervolgens zonder waarschuwen gaan ze in cassatie.”
Daarnaast kan Roetert ook niet volgen waarom de KNVB in cassatie wil om het licentiesysteem te beschermen. “Als Vitesse gelijk krijgt dan valt het licentiesysteem ook niet. Want Vitesse heeft niks gedaan wat daadwerkelijk bewezen is. We hebben onze straffen gekregen voor het te laat aanleveren van bepaalde stukken en daar hebben we terecht straf voor gekregen. Als er bij een andere club wel iets daadwerkelijk bewezen wordt, kan het licentiesysteem gewoon gehanteerd worden, zonder Vitesse als jurisprudentie te kunnen gebruiken.”
De KNVB heeft advocatenkantoor Pels Rijcken, gespecialiseerd in zaken bij de Hoge Raad, ingehuurd voor hun cassatie. Daaruit blijkt volgens Roetert dat de KNVB dit hoog speelt. “Ze willen kostte wat het kost winnen.” De Gouden Vitessenaar is echter niet gespannen. “Ik heb het volste vertrouwen in een goede afloop.”
Hoe zat het ook als weer?
Onderhand is het juridische conflict tussen de KNVB en Vitesse uitgelopen tot een ongekende soap die het Nederlandse betaalde voetbal nog nooit eerder heeft gezien. De licentiecommissie van de KNVB, een commissie die elk jaar toetst of een profclub een licentie kan krijgen voor het spelen van betaald voetbal, nam de licentie van Vitesse af door het overschrijden van de regels. De beroepscommissie van de KNVB oordeelde hetzelfde waardoor Vitesse geen profvoetbal mocht spelen.
Kort geding
De enige weg die Vitesse op dat moment nog kon bewandelen was de gang naar de kort geding rechter. Hier werd besloten of de licentie-en beroepscommissie dit mochten doen volgens het verengingsrecht. De rechtbank in Utrecht gaf de KNVB op alle punten gelijk dat zij de licentie van Vitesse terecht hadden afgenomen.
Ondertussen begon de competitie waar Vitesse dus niet aan mocht deelnemen. Spelers mochten transfervrij vertrekken, de salarissen van het personeel moesten worden doorbetaald en de huur van het stadion moest gewoon betaald worden. Ondanks dat er geen wedstrijden gespeeld mochten worden en er dus geen inkomsten binnen kwamen.
Wonderbaarlijke ontsnapping
De allerlaatste strohalm voor Vitesse was in hoger beroep gaan bij het gerechtshof in een zogeheten ‘turbospoedappél’. Vooraf waren die verwachtingen hiervoor laag. Juristen gaven de kans van slagen voor Vitesse slechts een paar procent. Tot ieders verbazing besliste het hof echter in het voordeel van Vitesse, waardoor de KNVB werd opgedragen om Vitesse per direct weer aan de wedstrijdkalender in de keuken kampioen divisie toe te voegen.
Op basis van voornamelijk twee punten motiveerde het hof waarom de KNVB de licentie van Vitesse niet mocht afnemen. Ten eerste vond het hof dat de KNVB te gehaast heeft gehandeld in het afnemen van de licentie. Voordat de competitie van start zou gaan moest er een besluit over de licentie worden genomen door de licentiecommissie. Het afnemen van een proflicentie van een betaald voetbal organisatie (BVO) gaat zo goed als zeker hand in hand met een faillissement. Het opleggen van deze straf moet daarom onder uiterste zorgvuldigheid gebeuren. Volgens het hof heeft de licentiecommissie van de KNVB dit niet gedaan door de tijdsdruk die er mee gepaard ging.
Daarnaast vindt het hof dat sommige overtredingen door Vitesse onterecht zijn bestraft door de licentiecommissie. Zo is het hof bijvoorbeeld van mening dat Vitesse niet kan worden gestraft voor zaken die zich buiten de club hebben afgespeeld. Voorbeeld hiervan is de overeenkomst tussen de twee investeerders in Vitesse Guus Franke en Coley Parry. Zij hadden samen een deal beklonken waar Vitesse niet van op de hoogte was. Daarom zegt het hof dat Vitesse hier niet voor gestraft mocht worden.
Einde licentiesysteem?
En dáár wringt het vooral voor de KNVB. Als dit oordeel blijft staan kunnen clubs volgens de KNVB waarschijnlijk niet meer verantwoordelijk worden gehouden voor het handelen van derde partijen. Op cruciale eisen in het licentiesysteem, zoals het stadion of de veiligheid, kan een club niet meer gesanctioneerd worden door de licentiecommissie omdat zij hier niet direct verantwoordelijk voor zijn. Kortom, het licentiesysteem eist op dit moment dat clubs aan allerlei criteria voldoen, ook als clubs hier zelf de baas niet over zijn. Maar door het oordeel van het hof komt dit op de tocht te staan waardoor het systeem zo goed als volledig uitgekleed wordt.
De KNVB is van mening dat het hof teveel op de stoel is gaan zitten van de licentie-en beroepscommissie. Terwijl deze twee commissies onafhankelijke organen zijn die volgens het verenigingsrecht de regels toetsen. Hier had het hof niet inhoudelijk op in mogen gaan volgens de KNVB waardoor zij in cassatie gaan bij de Hoge Raad. Die gaan nu bekijken of het hof inderdaad niet buiten hun boekje is gegaan.
De zaak bij de Hoge Raad kan zomaar pas over een aantal maanden of zelfs een jaar voorkomen. De hoge raad beslist niet inhoudelijk over de zaak, maar toetst alleen of het gerechtshof het recht juist heeft toegepast.
