Home Blog Pagina 3

Pro-anorexia in een ander jasje: de aantrekkingskracht van ‘skinnytok’

De omstreden ‘skinnytok’ hashtag is weer gemakkelijk te vinden ondanks een eerdere poging van TikTok om het te verbannen. Het enige wat je hoeft te doen is het veranderen van de O in een nul en je ziet weer een oneindige hoeveelheid aan video’s van, voornamelijk, meisjes die elkaar aansporen om snel en veel af te vallen. Volgens sommigen heeft deze nieuwe community veel weg van de pro-anorexia (pro-ana) websites van vroeger. Zo ook oud-gebruiker Rosa: “Het wordt nu meer als iets badbitch-achtigs gebracht, maar het lijkt er wel op.” 

Toen Rosa 13 of 14 was, zocht ze voor het eerst tips op om af te vallen, via die route kwam ze terecht bij pro-ana community’s op plekken als X (toen Twitter). Ze vertelt hoe ze chatgroepen tegenkwam waar mensen elkaar om “meanspo” vroegen. De term is een soort samenvoeging van gemeen en inspiratie. Iemand stuurt een foto van hun lichaam en de rest scheldt je uit om zo meer motivatie voor het afvallen te geven. Soortgelijke teksten als “What you eat in private doesn’t stay private” ziet ze nu op TikTok voorbij komen. 

De aantrekking

Social-mediadeskundige Jacqueline Kleijer is niet verrast door de trend: “Het is een logisch gevolg van de dingen als fitfluencers die nu online veel te vinden zijn. Je wilt zelf ook graag mooi en goed bezig zijn.” Eetstoornissen beginnen vaak als een obsessie met gezond zijn, orthorexia heet dat als het te ver gaat. “Die orthorexia kan snel omslaan naar anorexia of een andere eetstoornis.” Ze vertelt hoe mensen dan eerst veel complimenten krijgen over hun übergezonde gedrag, “maar je houdt het niet vol.” Doordat deze community’s steeds populairder worden, zijn de psychologische effecten ook groter. “Ze hebben meer bereik en daarmee meer impact”, aldus Kleijer. 

Voor Rosa was de aantrekkingskracht van pro-ana vooral het competitieve karakter van haar eetstoornis: “Je hebt een obsessie met hoe andere mensen eruitzien en hoe dun ze zijn.” Ze vergeleek zichzelf met de foto’s die ze voorbij zag komen en keek bij hen af wat ze deden om er zo uit te zien. Met termen als ‘wannarexia’ (want anorexia) wordt er in de community’s ook neergekeken op mensen die niet dun genoeg en dus ook niet ziek genoeg zijn. De ziekte wordt als het ware verheerlijkt. Wat skinnytok anders maakt dan die community’s is dat het gebracht wordt als een gezonde levensstijl terwijl op pro-ana het gedrag wordt erkend als stoornis.

Algoritmes

Volgens Kleijer is het ook een onderdeel van het verdienmodel van social-media bedrijven. “Ze willen zo lang mogelijk de aandacht van hun bezoekers vasthouden en daar spelen ze op in met hun algoritmes.” Om dit soort content tegen te gaan is Kleijer een groot voorstander van regelgeving vanuit de overheid: “Je kan hier zelf tijdens de puberteit bijna geen weerstand tegen bieden.” 

Ook bij Rosa komen de filmpjes gewoon op haar aanbevolen pagina. “Ik denk dat mijn zoekgeschiedenis door de jaren heen daar veel mee te maken heeft.” Ze is inmiddels 24, en is al een paar jaar grotendeels hersteld, “maar als ik zo’n TikTok krijg en ik zie een heel dun iemand, kan ik niet wegkijken. Daardoor wordt het alleen maar meer gepusht.” Het bemoeilijkt ook haar herstel. Ze is nu niet meer het extreem dunne lichaam dat in zowel in pro-ana communities als op skinnytok verheerlijkt wordt. “Ze maken mensen belachelijk die precies dezelfde lichaamsbouw hebben als ik”, vertelt ze. Dat blijft wel in haar hoofd hangen.

Rosa is een verzonnen naam. In verband met privacy is ervoor gekozen om haar echte naam niet te delen.

Meer weten? Lees ons eerdere artikel over skinnytok hier:
Hoe skinnytok jongeren een verstoord zelfbeeld geeft

Praktijkonderwijs in actie tegen bezuinigingen: ‘Deze leerlingen hebben juist ondersteuning nodig’

Leerlingen die op het praktijkonderwijs zitten, krijgen misschien te maken met bezuinigingen. Om die te stoppen gaan diverse onderwijspartijen dinsdag naar de Tweede Kamer om een petitie aan te bieden. “Het is zo’n rare bezuiniging, deze leerlingen hebben juist extra ondersteuning nodig”, zegt Nicole Teeuwen van de Sectorraad Praktijkonderwijs.

Leerlingen stromen vanaf de basisschool door naar het praktijkonderwijs. Dat zijn leerlingen die leren door vooral in de praktijk te werken, en minder uit de boeken. Deze kinderen -tussen de 12 en 18 jaar- krijgen meer begeleiding. Een van die bronnen die dat bekostigt is de Onderwijs Kansregeling. “Die staat op de lijst in de voorjaarsnota om bezuinigd te worden”, zegt Teeuwen. “De bezuiniging raakt 445-duizend leerlingen. We mogen hopen dat de bezuiniging controversieel wordt verklaard (Het wordt door het demissionaire kabinet niet meer opgepakt, red.). “Eén van de dingen die van tafel kunnen gaan met de bezuiniging is ondersteuning. Er is dan minder structuur, minder klassenmanagement, minder structuur en minder oog voor de talenten van ieder kind. Iets wat de kinderen altijd nodig hebben.”

Vandaag is het ook de Dag van het Praktijkonderwijs. Voor die dag werd ook een congres georganiseerd waar onder meer BBB-leider Caroline van der Plas aanwezig was. “Tijdens haar verhaal vertelde ze dat de bezuiniging niet het idee van de coalitiepartij was. De BBB was er niet blij mee.” Teeuwen vindt het belangrijk dat Van der Plas aanwezig was op het congres: “Vanuit de coalitie moet het besef ontstaan dat bezuinigen in het praktijkonderwijs niet goed is.”

Hoge tevredenheid

Volgens onderzoek van het LAKS (Het Landelijk Aktie Komitee Scholieren, red.) zijn leerlingen positief over het praktijkonderwijs: “Van alle soorten onderwijs scoort het praktijkonderwijs het hoogst in tevredenheid en veiligheid”, vertelt Teeuwen. “De leerlingen geven een positief oordeel over dit onderwijs en voelen zich daar veilig.”

“De toekomstkansen voor leerlingen op het praktijkonderwijs zijn heel goed”, zegt Teeuwen. “De helft krijgt werk en blijft op die plek werken. De andere helft stroomt door naar mbo 2. Leerlingen halen dat ook vaak en stromen dan door. Ook kunnen leerlingen doorstromen naar het hbo. De trap omhoog.”

“Die mensen wil je binnen het bedrijf hebben”

Het congres is volgens Teeuwen goed voor zowel scholen als werkgevers: “Werkgevers uit onder meer zorg, schoonmaak en techniek waren aanwezig. Die gaan in gesprek met scholen”, vertelt Teeuwen. “Veel werkgevers weten niet wat zij voor de leerlingen uit het praktijkonderwijs kunnen betekenen. Ze worden vaak over het hoofd gezien, ontzettend jammer. Als deze mensen bij een werkgever aan de slag gaan, doen ze het goed en blijven ze trouw aan het bedrijf. Het zijn mensen die je als bedrijf binnen wilt hebben.” 

Verschillende onderwijspartijen gaan dinsdag naar de Tweede Kamer om een petitie tegen de onderwijsbezuiniging aan te bieden. Later deze week wordt besloten welke onderwerpen controversieel worden verklaard en of onderwijsbezuinigingen doorgaan.

Wat vinden Tilburgers over Keti Koti als nationale feestdag?

Het is de maand van Keti Koti in Tilburg. Door de hele stad vinden er in juni allerlei evenementen plaats, met als hoogtepunt de herdenking op 1 juli bij het monument ter herdenking van het slavernijverleden bij het station. In het recente commissiedebat wakkerde de discussie om Keti Koti een nationale feestdag te maken weer aan. Maar wat vinden Tilburgers daarvan?

NS-medewerkers staken dinsdag in Noord-Holland en Oost-Nederland: ‘NS komt niet over de brug’

Het treinpersoneel gaat morgen alweer staken. Dat maakt vakbond FNV zojuist bekend. De treinen stoppen met rijden in de regio’s Noordwest en Oost Nederland. Volgens vakbond FNV wil de NS “niet over de brug” komen in het cao-conflict. “De directie van NS wil alleen weer om tafel met de vakbonden als de acties worden opgeschort, maar zet daar vrijwel niets nieuws tegenover. Dat vinden wij onacceptabel”, aldus FNV-bestuurder Henri Janssen tegen het ANP.

Door de nieuwe stakingen rijden er dinsdag in Noord-Holland, Flevoland, Gelderland. Ook in een groot deel van Overijssel (Deventer, Hengelo en Enschede) rijden geen treinen van de NS. Om in de rest van het land zoveel mogelijk te blijven rijden, heeft de vervoerder de dienstregeling aangepast. NS waarschuwt dat de staking in Noord-Holland en Oost-Nederland ook gevolgen heeft voor de rest van Nederland. De staking begint om 04.00 uur en duurt 24 uur.

De NS zegt later in de middag met een reactie te komen. Dan kan het vervoersbedrijf volgens een woordvoerder ook een inschatting maken van de impact van de staking op dinsdag.

Niet serieus genomen

De NS nodigde de bonden vrijdag nog uit voor nieuw overleg met een verbeterd loonbod. Maar volgens Janssen is het loonbod amper verhoogd en is er nog steeds niets geregeld over zware beroepen, koopkracht of gelijke rechten. “Wat de NS vrijdag op tafel legde, is niet meer dan een schaamteloze herhaling van zetten. Ze komen met kruimels en verwachten dan dat wij stoppen met actievoeren. Dan neem je je eigen werknemers niet serieus.”

Hij stelt dat FNV maandagochtend nog heeft geprobeerd om het gesprek met de NS op gang te brengen en dat de bond daar de hele dag tijd voor had vrijgemaakt. “Maar de NS had slechts twee uurtjes gereserveerd. Wij hebben ons uiterste best gedaan. Maar als de NS zegt dat ze willen praten en vervolgens niets nieuws bieden én geen tijd maken, dan is het snel klaar.”

Opnieuw landelijke stakingen

Janssen zegt verder nieuwe acties niet uit te sluiten, waaronder landelijke stakingen. In de vorige NS-cao, die op 1 maart afliep, was sprake van een loonsverhoging van gemiddeld 6,6 procent. Hoewel de onderhandelingen toen ook moeizaam verliepen, werd niet massaal gestaakt. In 2022 staakte NS-personeel nog wel voor hogere lonen. Toen kregen de NS-medewerkers er ruim 9 procent bij.

Raad van State kraakt kabinetsplan: verlaging eigen risico schiet doel voorbij

De plannen van het demissionaire kabinet om het verplicht eigen risico in de zorg te verlagen van 385 naar 165 euro per jaar kunnen de prullenbak in als het aan de Raad van State ligt. In een vernietigend advies dat vandaag is gepubliceerd, stelt de hoogste adviseur van de regering dat het wetsvoorstel “ongericht” is en “de problemen van kwetsbare groepen niet oplost, maar mogelijk juist verergert.”

Volgens het demissionaire kabinet moet de forse verlaging van het eigen risico ervoor zorgen dat minder mensen noodzakelijke zorg mijden uit angst voor de rekening. Het plan moet vooral de toegang tot zorg verbeteren en de solidariteit tussen gezonde en minder gezonde mensen vergroten.

Maar de Raad van State is kritisch. De maatregel geldt voor alle verzekerden, terwijl vooral mensen met lage inkomens, beperkte gezondheidsvaardigheden en een slechtere gezondheid nu knel zitten. “Juist die groep wordt hiermee onvoldoende geholpen,” schrijft de Raad. Bovendien stijgt de zorgpremie voor iedereen met ongeveer 200 euro per jaar. Voor veel mensen, vooral arbeidsongeschikten die ook hun speciale tegemoetkoming kwijtraken, pakt dat volgens de Raad van State nadelig uit.

Dure maatregel, geen structurele oplossing

De verlaging van het eigen risico kost de overheid volgens de doorrekening bijna 4,6 miljard euro per jaar: 2,3 miljard minder aan eigen risico-inkomsten en nog eens 2,3 miljard aan extra zorgkosten door het wegvallen van het zogenoemde remgeldeffect. Mensen zullen vaker gebruiken maken van de zorg, wat de zorgvraag verder opdrijft.

De Raad maakt zich zorgen over de houdbaarheid van het zorgsysteem. Door vergrijzing, stijgende zorgkosten en een groeiend personeelstekort, staat het systeem al onder druk. “De voorgestelde verlaging versterkt die druk, zonder een structurele oplossing te bieden”, waarschuwt het adviesorgaan.

Raad van State: richt je op wie het echt nodig heeft


De Raad ziet meer in gerichte steunmaatregelen voor kwetsbare groepen, zoals aanpassingen aan de zorgtoeslag, gemeentepolissen of belastingregelingen. Die instrumenten zijn er al, maar worden nu onvoldoende benut. Het kabinet zou volgens de Raad moeten uitleggen waarom die niet toereikend zijn en of verbetering mogelijk is.

De conclusie is glashelder: dit wetsvoorstel moet niet naar de Tweede Kamer, tenzij het wordt aangepast. De boodschap aan het kabinet: gooi het niet over de hele linie op verlaging, maar kies voor gerichte hulp bij de mensen waar de nood het hoogst is.

‘Ik miste wel een vader, maar niet per se mijn vader’

Vaderdag. Voor veel mensen een dag van ontbijt op bed en cadeautjes, voor anderen een dag van leegte. Voor Thijs den Ouden (23) is het dit jaar een moment van reflectie. Zijn vader overleed toen hij vijf jaar oud was, één dag vóór Vaderdag. Verdriet voelde hij destijds bijna niet. “Als ik moe was, miste ik hem wel eens.” “Bij belangrijke gebeurtenissen in mijn leven miste ik wel een vader, maar niet per se mijn vader.”

Thuis werd er weinig over zijn vader gepraat en ook Thijs zelf dacht er weinig aan. “Ik weet bijna niks over hem.” “Ik heb ook weinig herinneringen aan mijn vader.”

Ieder kind rouwt anders

Rouwbegeleider Sabine Dekker werkt veel met kinderen. Volgens haar is rouw op jonge leeftijd bij ieder kind anders. “Soms wordt er thuis heel open over de dood gesproken, waardoor het verlies voor een kind ‘gewoner’ voelt. In andere gevallen weten kinderen zich geen raad met hun emoties of wordt er juist nauwelijks iets besproken.”

Thijs met zijn vader die één dag vóór Vaderdag is overleden
Thijs met zijn vader

Dekker ziet dat kinderen hun rouw vaak op andere manieren uiten dan volwassenen. “Ze kunnen bijvoorbeeld snel boos worden of niet goed slapen. Zeker in de eerste zes weken is veel gedrag verklaarbaar en normaal, maar als dit gedrag langer vasthoudt, kan dit gevolgen hebben.”

Bij volwassenen die op jonge leeftijd een ouder verloren zijn, kan volgens Dekker regelmatig onverwerkte rouw op latere leeftijd zijn tol gaan eisen. “Niet iedereen loopt vast, maar het kan gevolgen hebben.” “Het kan zich op latere leeftijd uiten in bijvoorbeeld een burn-out of een gevoel van eenzaamheid.” 

Thijs ervaart ook deze eenzaamheid. “Ik wil altijd mensen om mij heen hebben, als ik te veel alleen ben, kan ik er echt verdrietig van worden.”

Rouwen is meer dan huilen

Voor Thijs begint het rouwproces eigenlijk nu pas, achttien jaar later. In aanloop naar Vaderdag maakte hij een podcast over het verlies van zijn vader. Niet om herinneringen op te halen, die heeft hij nauwelijks, maar om ze juist te zoeken. “Ik heb het zelf opgezocht.” “Ik wilde weten wie mijn vader was.”

Tijdens die zoektocht ontdekte hij dat rouwen niet alleen iets groots of verdrietigs hoeft te zijn. “Een fotoboek openslaan of de herinneringen die ik nog wél heb ophalen, is ook rouwen.”

Sinds Thijs hiermee bezig is, merkt hij dat hij meer open staat voor emoties. Het is een begin, maar ook een afsluiting. “Het is een grote opluchting, want nu heb ik een verhaal bij wie mijn vader was.” 

De podcast ‘Of ik je mis’ is vanaf zondag 15 juni te beluisteren op Spotify en Apple Podcasts.

Zelfs met 430.000 bloeddonoren is een plasma te kort niet volledig uit te sluiten

Hoewel er genoeg bloeddonoren zijn in Nederland, blijft de vraag naar plasma(donoren) stijgen. “Van plasma maak je geneesmiddelen. De vraag naar die geneesmiddelen stijgt enorm, zegt Merlijn van Hasselt, woordvoerder bij Sanquin. Overigens blijft bloed doneren net zo belangrijk volgens van Hasselt, zeker wanneer je afkomstig bent uit het gebied ten zuiden van de Sahara of bijvoorbeeld het Caribische gebied. 

De stijging heeft volgens van Hasselt te maken met een paar redenen. “Patiënten worden tegenwoordig vaak eerder gevonden, en met milderen uitingen van de ziektes. De diagnostiek wordt dus beter. Je vindt eerder mensen die dankzij deze medicijnen langer leven, en dus meer medicijnen gebruiken. En dat veroorzaakt in eigenlijk de hele wereld een enorme stijging,” legt van Hasselt uit. 

Veel meer bloedgroepen dan wij kennen 

“Tijdens wereldbloeddonor-dag wordt er waardering getoond. We laten zien wat het betekent voor een patiënt wanneer jij hebt gedoneerd, vertelt van Hasselt.” Bloed groeit niet aan de bomen, dat komt uit de medemens, benadrukt hij. 

Ziekenhuizen gaan tegenwoordig efficiënter met bloed om en hebben dus minder nodig. “Als ik kijk naar de afgelopen 15-20 jaar is de vraag naar bloed rustig aan het dalen.” – aldus van Hasselt.

Ondanks de stijging naar de vraag voor plasma donoren, blijven bloeddonoren net zo hard nodig. “Bloeddonoren zijn de enige die bloed geven die patiënten nodig hebben, stelt van Hasselt.” Of er dan verschil zit in wie bloed of plasma mag/kan doneren? Bij bloed speelt het nog een rol welke bloedgroep de donor heeft, maar “iedereen kan plasma donoren”, volgens van Hasselt. Echter speelt er bij bloed wel iets bijzonders. Er zijn volgens van Hasselt weinig donoren met een niet Europese achtergrond, en dan met name ten zuiden van de Sahara of het Caribische gebied. “Daar zijn bloedgroepen, nog veel meer dan a en b, die daar veel vaker voorkomen. Die hebben we nodig.” 

“Daarom heeft Europa als geheel besloten om meer te kijken naar zelfvoorziening. We zamelen zelf meer plasma in.”

Ondanks dat er een stijging is in de vraag, is er In Nederland momenteel volgens van Hasselt geen te kort aan plasma donaties. “Het is niet dat patiënten in Nederland mis hebben gegrepen, maar het dreigt wel. Het is niet alleen een Nederlandse aangelegenheid. Je mag als dokter in Nederland ook van buitenlandse fabrikanten bestellen.” Op deze manier kunnen er volgens van Hasselt te korten ontstaan. Dit is dan ook de reden dat er in Europa besloten is om per land meer plasma in te zamelen.

Om deze stijging bij te benen doet de bloedbank het hele jaar aan donorwerving. “Als ze bij de bloedbank zien dat er minder bloed nodig is kunnen ze aan bestaande donoren vragen: Joh, heb je al overwogen om plasma donor te worden?”.

Zowel bloed als plasma donaties zijn dus beiden op hun eigen manier enorm belangrijk. “Bij te weinig plasma moet je denken aan te weinig grondstof en dus te weinig geneesmiddelen. Patiënten hebben een beter leven dankzij deze geneesmiddelen. Als zo’n middel niet beschikbaar is gaat hun kwaliteit van leven, soms ernstig, achteruit. Daarom is de vraag naar plasma zo levend.”

Verslaggevers Rick en O’neill waren ter plaatse bij de bloedbank in Leiden. O’neill heeft zelf ondervonden hoe het is om plasma te doneren en Rick ging in gesprek met Merlijn van Hasselt, de woordvoerder van Sanquin. In de video vertelt hij nog meer omtrent bloed- en plasmadonatie. 

Aantal meldingen stalking stijgt: “Het zorgt voor een enorme vorm van voortdurende onveiligheid”

Het aantal meldingen van stalking in Nederland is in 2024 gestegen naar 3.085, ruim honderd meer dan het jaar ervoor. Sinds de piek in 2020, met 4.400 meldingen, daalde het aantal incidenten. Maar die daling lijkt voorbij. “Ik kan niet zeggen of er een trend ontstaat”, vertelt Nelleke Westerveld, senior projectleider Movisie.

In 2023 registreerde de politie  2910 meldingen van stalking. Dit aantal bleef vorige jaar stijgen. Maar of deze stijging zich dit jaar doorgaat zetten is voor Westerveld niet duidelijk: “De Nederlandse bevolking groeit en we weten dat de vormen van huiselijk geweld al een aantal jaar hetzelfde percentage van 2% heeft. Ik kan daarom niet zeggen of er een trend ontstaat.”

In 2020 was er een opvallend hoog aantal van 4.400 meldingen van stalking. “Het zou kunnen dat het kwam omdat er tijdens corona een isolement kwam wat zorgde voor eenzaamheid. Dit heeft mogelijk bij plegers een sterke focus tot stand heeft kunnen brengen op hun slachtoffer.”

De intentie

Stalking komt op veel verschillende manieren voor. “Maar het gaat vooral om de intentie en het patroon daarachter”, vertelt Westerveld. “Wat je ziet is dat er bijvoorbeeld 100 appjes per uur gestuurd worden, of veel gebeld of gemaild wordt. Nu is één appje niet zo erg maar als je kijkt naar een patroon kan het al een stuk serieuzer zijn.”

Ook technologie krijgt een grotere impact op stalking. “De laatste jaren zien we ook verschillende manier waarop technologie wordt gebruikt. Iemand kent het wachtwoord van je Facebook en plaatst namens jou berichten”, vertelt Westerveld. “Of, een extreme variant, iemand plaatst een GPS-tracker in de beer van het kind waardoor een stalkende ex-partner steeds opduikt waar het slachtoffer met de kinderen op bezoek gaat.”

“Vaak denken mensen dat het ook om fysiek geweld gaat maar het is veel gevarieerder. Plegers  wachten bij een woning, op het schoolplein of komen ongevraagd bij het werk binnen lopen. In de nacht bekrassen ze de auto of steken de banden lek. Ook dit zijn vormen van stalking.”

Gevolgen van stalking

Stalking zorgt voor een gevoel van onveiligheid bij een slachtoffer. Westerveld: “Er zijn slachtoffers die, niet meer de straat op durven en zich gaan isoleren. En de stress die daarbij komt kijken heeft ook een hele negatieve invloed op de gezondheid.” Zij vervolgt: “In sommige gevallen zou het zelfs kunnen leiden tot toename van verdovende middelen, posttraumatische stressstoornis of zelfmoordneigingen.”

Westerveld: “Er is gelukkig genoeg ondersteuning beschikbaar voor slachtoffers. Ze kunnen bijvoorbeeld aankloppen bij Bureau Slachtofferhulp, de ambulante hulpverlening van de vrouwenopvang of bij een wijkteam.” Niet alleen deze organisaties bieden een veilige plek en een luisterend oor: “Bij Veilig Thuis kan er ook altijd anoniem contact worden opgenomen.”

Keti Koti in de toekomst mogelijk een nationale feestdag

Tijdens het commissiedebat over de herdenking van het slavernijverleden geeft minister Uitermark, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, aan het belang in te zien van Keti-Koti als nationale feestdag. Het herdenkingscomité slavernijverleden heeft de opdracht gekregen om met werkgevers in gesprek te gaan over de mogelijkheid van een vrije dag. Ze benadrukt dat vrije dagen niet wettelijk zijn vastgelegd maar dat werkgevers dat zelf beslissen.

Keti Koti wordt 1 juli op veel plekken in Nederland gevierd om de afschaffing van de slavernij te vieren. Er is vanuit verschillende gemeenschappen die geraakt zijn door het slavernijverleden al langere tijd de oproep om dit tot nationale feestdag te benoemen. In Suriname is dit al het geval. In de loop van 2026 zal het herdenkingscomité verslag uitbrengen van hun eerder benoemde verkenning. 

Sinds kort staat Keti Koti wel op de lijst van nationale herdenkingen. Daar is het comité 30 juni-1 juli Tilburg het niet per se mee eens: “Op 30 juni herdenken we en op 1 juli vieren we feest want op die dag hebben we onze vrijheid teruggekregen.” Ze zouden het wel mooi vinden als het een nationale vrije dag zou worden zodat ze het met iedereen mee kan doen. “Het is onze gezamenlijke geschiedenis en onze gezamenlijke toekomst.” aldus het comité.

200 miljoen

Het commissiedebat betreft de bredere acties die ondernomen worden vanuit de overheid om het nationale slavernijverleden te herdenken. Belangrijke punten zijn meer aandacht in het onderwijs en de besteding van de 200 miljoen die is vrijgemaakt om meer kennis en bewustwording te creëren. De helft hiervan is voor initiatieven vanuit de samenleving en de andere helft is voor maatregelen vanuit de Nederlandse overheid. 

PVV kamerlid Peter van Haasen is erg kritisch op het vrijgemaakte budget. Hij zegt dat het vooral gebruikt wordt om een “slachtofferindustrie” te financieren. Volgens hem heeft Nederland de slavenhandel nooit opgezocht maar is het ons overkomen. Zo stelt hij dat er vroeger in Europa geen slavernij was: “De islamitische Moren hebben hier slavernij geïntroduceerd. We hebben het niet opgezocht.” In werkelijkheid bestond er al in de Romeinse tijd slavernij in Europa. 

GroenLinks en PvdA worden één partij in 2026: “Als jongerenpartij blij mee”

De Tweede Kamerfracties van GroenLinks en PvdA gaan in 2026 één partij worden en de komende verkiezingen nogmaals samen op de verkiezingslijst staan. Zo’n 88 procent van de leden van de partijen stemde voor het referendum. De stemming werd naar voren geschoven door de vervroegde verkiezingen in oktober. De jongerenpartijen Jong Socialisten en DWARS zijn blij met de uitslag. “Wij zijn groot voorstander van deze fusie. Inhoudelijk lijken de partijen heel erg op elkaar”, vertelt Alessandro van Haag vicevoorzitter van Jonge Socialisten in de PvdA (JS).

Volgens Van Haag zorgt deze fusering alleen maar voor groei van de partij. “We zijn door de vorige gezamenlijke kieslijst als GroenLinks-PvdA ook veel groter geworden.” Samen wonnen de partij acht zetels meer dan de partijen afzonderlijk van elkaar behaalden bij de verkiezingen daarvoor in 2021. Minne van der Mast, voorzitter van DWARS – de jongerenpartij van GroenLinks – sluit zich daar volledig bij aan. “Het is een goede beweging. Er zijn te veel crisissen in Nederland en rechts is gewoon te groot. Dan helpt één groot blok van links goed.”

Nu het duidelijk is dat de twee fracties één partij worden, is het belangrijk om door te pakken vindt Van Der Mast. “Het is nu tijd om over de inhoud te praten en een goed verkiezingsprogramma op te leggen.”

De meningsverschillen tussen de fracties zullen volgens de jongerenpartijen niet zorgen voor grote problemen in de nieuwe partij. “Binnen de nieuwe partij zullen er altijd wel meningsverschillen zijn, maar de Tweede Kamerfracties werken al een lange tijd samen. Daar verwacht ik dus geen schuring tussen”, aldus Van der Mast. Van Haag beaamt dit: “Tuurlijk zijn er verschillen in standpunten, maar in de kern hebben wij als partijen altijd al dezelfde boodschap.”

Volgens Van Haag zorgt discussie binnen een partij juist voor vernieuwing en verbetering in standpunten. “Ik vat het op als een gezond debat. Door deze nieuwe fractie worden sommige politieke thema’s ineens weer bespreekbaar”, zegt Van Haag. Zo vindt de jongerenpartij van PvdA dat de nieuwe fractie zich kritischer mag uitspreken over het kapitalistische systeem in Nederland. “Met deze nieuwe partij kan daar over gediscussieerd worden en een nieuw standpunt in genomen worden.”

Ook jongerenafdelingen op weg naar fusie

Nu bekend is dat de Tweede Kamerpartijen zullen fuseren in 2026 zal dit waarschijnlijk ook gebeuren met JS en DWARS. “In een eerder congres van DWARS is hier al positief over gestemd”, vertelt Van der Mast. “En de JS zal daar binnenkort op stemmen”, aldus Van Haag. Mochten de meeste stemmen voor deze fusie zijn, dan worden commissies gevormd om de nieuwe jongerenpartijstructuur uit te werken. “Deze commissies bestaan dan uit 50 procent DWARS-leden en 50 procent uit JS-leden. Uiteindelijk bij de nieuwe partij heb je geen aparte leden meer van DWARS of JS.”

Over de naam van de nieuwe jongerenpartij kunnen de voorzitters nog niets met zekerheid zeggen. “Die keuze hangt samen met de uiteindelijke naam van de gefuseerde Kamerfractie. Daarnaast moeten de leden van de jongerenpartijen hier democratisch over stemmen”, vertelt Van der Mast. “Ik sluit niet uit dat de jongerenpartij straks een andere naam krijgt dan de nieuwe linkse partij. Dat is nu bij DWARS en JS ook het geval”, vult Van Haag aan.

Timmermans lijstrekker?

Uit onderzoek van Een Vandaag blijkt dat 54 procent van de GroenLinks-PvdA stemmers Timmermans niet als lijstrekker wil van de partij de komende verkiezingen. Een kwart (25 procent) van de GroenLinks-PvdA-kiezers ziet liever dat hun partij met een andere lijsttrekker de verkiezingen ingaat. Volgens Van der Mast is het goed dat er democratisch over een lijstrekker gestemd gaat worden.

“Er loopt nu een procedure voor de visie van de lijstrekker van de volgende verkiezingen. We moedigen dat democratische proces aan. Als anderen zich aanmelden is dat een goed democratisch proces”, denkt Van der Mast. Ook Van Haag van JS is het er mee eens: “Een democratische stemming zorgt uiteindelijk voor een politiek mandaat voor een lijstrekker.”