Home Blog Pagina 3

Ouderen komen met Nationale Rollatorloop samen in beweging

Het Olympisch stadion was afgelopen woensdag het decor van de Nationale Rollatorloop. De organisatie wil daarmee beweging onder ouderen promoten, omdat deze doelgroep vaak last heeft van fysieke ongemakken en bijvoorbeeld met een rollator lopen. “Er is niets leuker dan samen bewegen.”

Over de rode atletiekbaan van het Olympisch Stadion in Amsterdam bewegen de ouderen zich, in een tempo dat zelfs een schildpad nog kan bijhouden, naar de zwarte boog die de start en finish van de Nationale Rollatorloop aangeeft. Onder de boog proberen een paar ouderen nog voor te dringen om op die manier een zo goed mogelijke startplek te hebben. Sommige van hen proberen stiekem zelfs de witte start- en finishlijn al over te steken: alles voor een kleine voorsprong bij dat ene rondje van vierhonderd meter. 

Samen sporten is leuker

Nadat de rollators uit de bagagevakken van de bussen zijn gehaald, kan het evenement vol competitieve deelnemers, die elkaar aan de start verdringen, beginnen. Maar waarom is deze Rollatorloop nou zo belangrijk? “Wij vinden het belangrijk dat iedereen fit is, ook mensen met een rollator,” zegt woordvoerder van het evenement Rifka Boot. “Het is juist voor deze mensen belangrijk dat ze blijven bewegen en op deze manier hoeven ouderen dat niet alleen te doen.”

Daar zijn ook de deelnemers het mee eens. “Het is goed voor mijn lijf en leven.”, zegt een deelneemster in een donkerblauw shirt van stichting Buurtzorg. Ook haar dochter en begeleider doen mee: “Normaal ben ik alleen begeleider, maar door een recent ongeval zit ik nu ook met een rollator. Daardoor kon ik ook meedoen”, lacht de vrouw.

Het evenement wordt al voor de dertiende keer gehouden. “We hebben het een paar jaar overgeslagen in verband met corona, maar we krijgen sindsdien ieder jaar opnieuw meer aanmeldingen. Dit jaar zijn het er vijfhonderd en waarschijnlijk worden dat er volgend jaar nog meer.”, aldus Boot. “Er worden niet zoveel evenementen zoals deze georganiseerd voor ouderen en wij vinden het juist belangrijk dat er voor hen dingen worden gedaan.”

Na een warming-up die uit oefeningen bestaat zoals het naar links en rechts uitstrekken van je benen, het omhoog en omlaag doen van je armen en tien seconden achter de rollator rennen, krijgen de vijfhonderd deelnemers het startschot uit een zwarte revolver. De ouderen komen als dieselauto’s in beweging. Maar dan komt er ineens tempo in. Een mevrouw met een groene, gebreide trui en een donkerblauwe rollator neemt, na een kleine sprint, de leiding. Haar achtervolgers liggen na tweehonderd meter al op een kleine vijf seconden achter haar. Alleen een meneer in een wit met blauwe scootmobiel lijkt haar te kunnen bijhouden.

Advocaat met slagroom

Toch kan de vrouw in het groen nog een extra sprint trekken en op die manier loopt ze, met een voorsprong van ruim tien seconden, door het gespannen, oranje lint dat bij de finish hangt. Daarmee wint ze de prijs voor het snelste rondje.

“Ik ben hartstikke blij dat ik het snelste rondje heb neergezet,” zegt de vrouw na afloop. “Ik had dat van tevoren niet verwacht, maar nu ben ik zelfs in de prijzen gevallen. Nu ga ik genieten van advocaat met slagroom. Dat heb ik wel verdiend.”

Waar de winnaar het bij één rondje laat zitten, zijn er ook een twintigtal dat maar door blijft gaan. Zij doen in totaal zes rondes en gaan na vierentwintig honderd meter ook aan de gele dikvloeibare, alcoholische drank.

Bloot verboden op het Filmfestival in Cannes, maar niet op modeschool AMFI: “F*ck die gasten. Ik draag wat ik wil”

Terwijl het in Cannes bij het Filmfestival steeds conservatiever wordt zien ze bij het Amsterdam Fashion Institute, AMFI, juist het tegenovergestelde. Vrouwen tepels die verborgen moeten blijven in Cannes, mogen op de opleiding gezien worden, volgens Michelle Braspenning, modestudent aan het AMFI. “Ik zie op school alles voorbijkomen: van doorschijnende shirts zonder bh tot mensen verkleed als heuse Disney-prinsessen.”

Het Filmfestival in Cannes neemt een conservatieve wending

Zoals eerder benoemd is bloot verboden op de rode loper, maar ook volumineuze outfits zijn dit jaar niet toegestaan. Volgens Braspenning noemen ze twee uiterste. “De mooiste en meest extravagante jurken zijn vaak met een lange sleep. Dit is de kunst, en die halen ze nu weg.” Of dit dan bij de huidige modecultuur past? Volgens Braspenning niet. “Je ziet steeds vaker tepels bij vrouwen op de catwalk, en op straat.” De achterliggende gedachte is volgens het Filmfestival zelf een kwestie van fatsoen. 

Hoe gaat dit dan op de modeopleiding?

“Op het AMFI wordt het niet conservatiever. Niemand houdt zich aan trends. Mensen hebben echt hun eigen stijl. Je kan het verglijken met een catwalk.” Ook zie je volgens haar regelmatig studenten rondlopen in doorschijnende tops zonder bh eronder. “Het maakt de docenten niets uit wat je aanhebt.” Ook bij de designkant van de opleiding ben je vrij om te ontwerpen wat je wilt. 

Wat is de invloed van de ‘male gaze’ op de huidige modecultuur?

De term ‘male gaze’ komt oorspronkelijk van kunstcriticus John Berger. Hij merkte op dat bij Westerse schilderskunst vrouwen bijna altijd naakt afgebeeld worden. Filmwetenschapper Laura Mulvey’s definitie van het concept sluit hierbij aan. Vrouwen worden in films vaak ondergeschikt aan mannelijke personages. Ze worden vaak seksueel geobjectificeerd, bijvoorbeeld in strakke jurkjes met een diepe decolleté. 

Zou het kunnen dat het Cannes Filmfestival zich ook los wilt koppelen van deze ‘male gaze’? Volgens Braspenning “Ik denk zeker dat de male gaze een invloed heeft. Als vrouwen niet op die manier geseksualiseerd zouden worden dan was er ook geen probleem met naaktheid en/of tepels van vrouwen. Verder denk ik wel dat de male gaze meer een rol speelt bij naaktheid van vrouwen in het algemeen, en niet per se bij het Filmfestival. Het Filmfestival lijkt steeds meer een modeshow te worden. Het eerste wat ik zelf elk jaar denk is namelijk: omg ik moet de mode in de gaten houden. Ik denk dat steeds minder mensen met de films bezig zijn, en dat dit ook een rol meespeelt.”

Gen-Z kiest vaker voor wijde kleding. Is dit puur de huidige modetrend of zit hier meer achter? “Ik denk dat de male gaze hier wel écht mee te maken heeft. Ik draag nu ook liever grote en wijde broeken. En als ik dan wel een keer iets straks draag, dan ben ik zo bewust van mezelf.” Volgens Braspenning zie je dat Gen-Z kiest voor een combinatie van comfortabel, maar stylish door het dragen van wijde kleding. “Het is een combinatie van afkeren tegen de male gaze en feminisme. F*ck die gasten. Ik draag gewoon lekker wat ik wil.”

Digitale toegankelijkheid ETZ steeds beter, maar nog niet voldoende

Vanaf volgende maand maakt een nieuwe Europese wet digitale toegankelijkheid verplicht. Dit betekent voor ziekenhuizen dat zij hard aan de bak moeten. De wet gaat namelijk niet alleen over websites, maar ook over de aanmeldzuilen in een ziekenhuis. In het ETZ in Tilburg kunnen rolstoelgebruikers nu nog maar bij één zuil terecht.

Van de 12 aanmeldzuilen op de verschillende locaties van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ) is er op dit moment één rolstoeltoegankelijk. Aanmeldzuilen zijn meestal afgesteld op minimaal 1,80 meter hoogte. Dat is te hoog voor mensen in een rolstoel, die juist veel in het ziekenhuis te vinden zijn. Twee van de drie locaties van het ETZ bieden op dit moment voor hen geen alternatief.

Ondertiteling
Daarnaast is de website van het ziekenhuis op dit moment niet volledig toegankelijk voor mensen met minder zichtbare beperkingen, zoals slechthorendheid. Meerdere video’s op de website van het ETZ hebben geen vaste ondertiteling. Deze wordt nu automatisch gegenereerd, waardoor het aan leestekens en zorgvuldigheid ontbreekt. Voor slechthorende mensen is het belangrijk dat ondertiteling duidelijk en leesbaar is.

Nieuwe website
Sinds een paar jaar is er al wel veel verbeterd: in 2022 onderzochten toegankelijkheidsexpert Cardan en softwarebedrijf Proud Nerds de websites van 80 ziekenhuizen in Nederland. Hiervan bleek geen een volledig toegankelijk te zijn. Het ETZ nam dit onderzoek serieus en heeft zijn website vernieuwd. Afbeeldingen hebben nu alternatieve teksten en iedere pagina heeft een taalinstelling in de broncode; zo kan de informatie worden voorgelezen aan iemand die blind of slechtziend is.

Tim Engelen, woordvoerder van het ziekenhuis, is zich ervan bewust dat nog niet alles op orde is: ,,Nog steeds zijn er pagina’s en afbeeldingen die niet toegankelijk zijn; deze komen vaak nog van onze oude website. Hier wordt hard aan gewerkt. Bij het updaten van de website houden we altijd rekening met toegankelijkheid.’’

Of er concreet iets wordt gedaan aan de hoge aanmeldzuilen in het ziekenhuis, wil hij niet zeggen. Engelen: ,,Als de nieuwe wetgeving ons verplicht om hieraan te werken, dan gaan we dat uiteraard doen.’’

Toegankelijkheidswet
De Europese Toegankelijkheidswet geldt vanaf 28 juni voor bijna alle Nederlandse websites, apps en digitale automaten. Deze moeten binnen vijf jaar toegankelijk worden gemaakt voor mensen met zowel zichtbare als onzichtbare beperkingen. Voor ziekenhuizen betreft dit hun website en de online omgeving waarin cliënten afspraken maken en medische gegevens terugvinden. Daarnaast moeten alle aanmeldzuilen voor iedereen toegankelijk zijn.

Handhaving
Ziekenhuizen worden niet direct afgestraft, weet Marijn van der Laan, commercieel directeur bij het Tilburgse bedrijf Cardan. Het bedrijf maakt uitgebreide adviesrapporten over de digitale toegankelijkheid van organisaties zoals DigiD en de Belastingdienst. Van der Laan: ,,De nieuwe wet kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Zoals het er nu naar uitziet, moet het ETZ een speciale verklaring in elkaar zetten. Hierin zegt het ziekenhuis bijvoorbeeld dat zijn video’s beter ondertiteld moeten worden en hoe het dit aan wil pakken. Ieder halfjaar moet deze verklaring worden geüpdatet.’’ In eerste instantie worden alleen de verklaringen gecontroleerd; het ontbreekt toezichthouders nu nog aan de nodige expertise om alles grondig te checken.

Een nieuwe wet hoeft dus niet te betekenen dat ziekenhuizen direct voor iedereen met een beperking toegankelijk moeten zijn. In 2019 ging een soortgelijke wet al in voor websites en -apps die vallen onder de overheid. Vijf jaar later was 49 procent hiervan volledig digitaal toegankelijk. Omdat de nieuwe wet nu niet alleen voor websites geldt, maar ook voor automaten, komt er meer bij kijken.

Van der Laan snapt dat dit voor ziekenhuizen niet het leukste klusje is: ,,Het liefste sturen ziekenhuizen hun budget naar het bieden van zorg, niet per se naar de digitale omgeving. Tegelijk is het digitaal toegankelijk maken van je website ook een vorm van zorgverlening.’’

Rookie op pole-position, Nederlander en topfavoriet op laatste rij; waarom de Indy 500 dit jaar het kijken waard is

0

Aanstaande zondag staat het grootste eendaagse sportevenement ter wereld op het programma: de Indy 500. De autorace vindt jaarlijks plaats op de wereldberoemde Indianapolis Motor Speedway, waar traditie, snelheid en spektakel samenkomen. “Met ruim 350.000 toeschouwers op de racedag zelf en een miljoenenpubliek op televisie is het groter dan de Super Bowl of WK-finale als het gaat om publiek op locatie“, zegt autosportschrijver voor RaceReporterNL en NRC Jeroen Demmendaal.

Maar niet alleen de omvang maakt deze editie het kijken waard. Het startveld zit bomvol opvallende verhalen: een debutant start vanaf pole-position, de winnaar van vorig jaar moet helemaal achteraan beginnen en Nederlander Rinus VeeKay kende een bijzonder moeilijke kwalificatie. Dit is waarom je zondag na de Grand Prix van Monaco de TV aan moet laten staan voor extra racespektakel.

Wat is de Indy 500? 

De naam komt van de raceklasse (IndyCar) en de afstand: 500 mijl, oftewel 200 rondes op de beroemde oval van Indianapolis. Geen technische bochtencombinaties zoals in de Formule 1, maar keihard racen op een ovaal met topsnelheden van 370 tot 380 kilometer per uur. En dat met 33 auto’s tegelijk.

Voor wie het nog niet kent: de Indy 500 is dé klassieker binnen de Amerikaanse autosport. De combinatie van snelheid, traditie (de eerste editie was in 1911) en risico maakt deze race al meer dan honderd jaar uniek. “Als coureur moet je constant voelen wat de auto je vertelt. De auto’s zijn heel gevoelig voor temperatuur- en windverandering. En dus is geen enkele ronde hetzelfde”, legt Demmendaal uit.

Op deze baan is er geen grindbak te bekennen, laat staan curbstones (randen) of uitloopstroken. Eén klein foutje en je ligt in de muur. “En dan moet je ook al het verkeer om je heen in de gaten houden, en je weer aanpassen op de luchtstromen van die auto’s. Dus: het oogt veel makkelijker dan het is”, aldus Demmendaal.

Rinus VeeKay 

In die adrenalinebom van een race is ook een rol weggelegd voor Nederlander Rinus van Kalmthout, beter bekend als VeeKay. De Hoofddorper start dit jaar vanaf plek 31, een flinke stap terug vergeleken met zijn eerdere starts in de afgelopen jaren. Toen bereikte hij in de kwalificatie minstens een zevende plek.

Anders dan in de Formule 1 rijden coureurs bij de Indy 500 solo vier rondes op snelheid. Het gemiddelde van die vier bepaalt de startplek. Daarbij speelt de wind, baanconditie en zelfs het tijdstip van je run een rol.VeeKay mocht pas als  laatste kwalificeren end us was het asfalt wat meer opgeward wat snelheid kost voor auto’s. Dus één foutje, of simpelweg pech met de omstandigheden, kost je al snel tien startplaatsen.

Zijn achterste startpositie dit jaar komt mede door een belangrijke verandering: zijn contract bij Ed Carpenter Racing werd begin dit seizoen niet verlengd. Daardoor stapte hij over naar Dale Coyne Racing, een team met aanzienlijk minder middelen.

Rinus van Kalmthout in 2020 bij zijn oude team. ANP

Demmendaal legt uit: “Nu zit hij met afstand bij het kleinste IndyCar-team. Dat houdt in dat er minder budget is voor ontwikkeling, onderdelen, personeel en dus ook minder data beschikbaar is. De kans dat hij zondag wint is klein, maar dat is geen reflectie van zijn kunnen als je naar zijn prestaties in de afgelopen jaren kijkt.”

Van Kalmthout neemt zondag deel aan zijn zesde Indy 500. Vorig jaar noteerde hij nog een persoonlijk record, toen hij als negende over de beroemde brickyard (finishlijn) kwam. De halve meter aan stenen is een stuk oorspronkelijke baan van het circuit dat in 1909 werd geopend.

Stormloop naar voren 

Wanneer Rinus zondag aan de start in zijn spiegels kijkt, ziet hij niemand minder dan de winnaar van vorig jaar, Josef Newgarden, én teamgenoot Will Power. Ook zij starten dit jaar helemaal achteraan. Ze kregen een straf vanwege technische overtredingen bij hun team, Team Penske.

“Ik verwacht dat die twee zich snel naar voren gaan werken. Coureurs finetunen vaak nog midden in de race hun afstelling waardoor ze sneller gaan, dat zou hier ook zomaar weer kunnen”, legt Demmendaal uit.

En helemaal vooraan? Daar staat rookie Robert Shwartzman. De Israëlisch-Russische coureur rijdt dit jaar voor het eerst in een IndyCar en zette zijn bolide meteen op pole-position. Dat is bijzonder: pole-position is normaal voor ervaren topcoureurs die weten hoe je met millimeters marge vier rondes op het randje rijdt.

De in Tel Aviv geboren en in Sint-Petersburg opgegroeide Shwartzman stal niet alleen in de kwalificatie de show, maar ook in de persconferentie achteraf. Daar riep hij op tot vrede in de wereld. Shwartzman staat daarom volop in de aandacht in de Amerikaanse media.

En dan is er nog … 

Iets dat ook veel aandacht zal krijgen tijdens de 109e editie van de Indy 500 is het weer. De voorspellingen zien er niet al te best uit. Het zou zomaar eens kunnen zijn dat er zondag wat druppels gaan vallen in het midden-westen van de VS.

Waar in de Formule 1 dan de regenbanden onder de auto’s worden geschroefd, is dat met de snelheden van de IndyCars een minder veilige optie. Demmendaal zag een oplossing voor dat probleem vorig jaar in het echt: “Gelukkig hebben ze er trucks rondrijden met straalmotoren, die de baan erg snel droog blazen. Dus zijn ze overal op voorbereid in Indiana.”

“Sample sales zijn niet dé oplossing”: de productie van kleding is niet bij te houden

In de week van 19 tot 25 mei vind in Den Bosch de sample sale van My Jewellery plaats. Studenten als Vera (18) stonden in de rij voor goedkope kleding. “Sommige meiden duwden je gewoon keihard aan de kant”, vertelt ze. “Maar ondanks de chaos zou ik zo weer gaan.” Sample sales winnen aan populariteit. En lijken op het eerste gezicht een slimme manier om van overtollige kleding af te komen. Maar volgens duurzaamheidsonderzoeker Luuc Brans, die zich richt op de fast fashion-industrie, zijn ze eerder een tijdelijke pleister dan een structurele oplossing.

Scherpe prijzen stimuleren koopgedrag

Vera bezocht op woensdag 21 mei de sample sale van My Jewellery. “Niks had mij hierop kunnen voorbereiden. Ik dacht dat ik gemeen was, maar dit was next level.” Toch ziet Vera ook voordelen: “Als student zijn die prijzen superfijn. Maar je hebt zó zeven items in je mandje, en dan loopt de rekening alsnog snel op. Ik denk dat ik bijna alles ook voor de volle prijs had gekocht, op één of twee twijfelgevallen na.” Volgens Brans werken sample sales vooral koopgedrag in de hand. “Als mensen het dragen is dat prima, maar als het na een maand alweer op Vinted staat of in de prullenbak belandt, dan heeft zo’n hele sample sale geen enkele zin.”

Voorkomen van verspilling, maar geen structurele oplossing

Volgens Brans kunnen sample sales wel degelijk een positieve rol spelen: “Als de kleding niet wordt verkocht, wordt het vaak vernietigd. In dat opzicht is een sample sale beter, het is goed als consumenten zich realiseren dat mode ook uit een oudere collectie kan komen.”

Toch is Brans kritisch. “Sample sales lossen slechts een klein stukje van het probleem op. Het echte probleem zit dieper: we produceren simpelweg véél te veel. Daar ligt de kern die moet worden aangepakt.”

Volgens Brans moeten we ook kritisch kijken naar hoe sample sales gepresenteerd worden: “Elke vorm van aanbod stimuleert kopen, en dat is juist het probleem. Zeker als er wordt gesuggereerd dat het duurzaam is, terwijl het dat in de praktijk nauwelijks is. Mode hoeft niet altijd het nieuwste van het nieuwste te zijn.”

Social media en merktrends stimuleren sample sales

Volgens Brans is de toename van sample sales deels te verklaren door social media: “Het is er altijd wel geweest, maar je ziet het nu vaker voorbij komen. Dat maakt het populairder. Daarnaast komt het ‘kopieergedrag’ van merken ook voor: als het ene merk een sample sale doet, volgen de anderen snel.”

Sample sales vinden vaak plaats aan het einde van een seizoen, als nieuwe collecties binnenkomen. Maar wat gebeurt er met de items die zelfs dán niet verkocht worden? “Die worden meestal vernietigd en anders eindigen ze op afvalbergen in Afrika of zelfs langs de weg. Dat is gewoon een groot probleem.”

Een kapotte of missende AED: “Het is raar dat de wetgever dit toestaat bij levensreddende apparaten”

Een AED redt levens, maar wat als hij niet werkt? Of in zijn geheel afwezig is? Zoals bij het tragisch ongeval vorig jaar op een camping in Olst. Hoewel wij in Nederland voorlopen op de rest van de wereld met de zogeheten 6-minutenzones, ontbreekt er iets cruciaals: onderhoudsplicht. “Het is heel raar dat de wetgever dit toestaat bij levensreddende apparaten”, aldus Peter Houtzagers, oprichter Pulse4All.

“Naar schatting zijn er jaarlijks 17.000 hartstilstanden buiten het ziekenhuis. In 2024 werd bij 99,3% van deze meldingen een AED opgeroepen en sloot bij 61% van de oproepen de burgerhulpverlener de AED aan”, vertelt een woordvoerder van de Nederlandse Hartstichting.

In de praktijk gaat het vaak mis

Houtzagers geeft aan dat: “de beheerder verantwoordelijk is voor de AED”, maar in de praktijk gaat er veel mis. “Leveranciers zijn gericht op het verkopen van een AED, maar niet op het onderhoud ervan. Soms is er wel onderhoud alleen dan in zelfservice. Dus dan moet de beheerder zelf onderdelen vervangen wat vaak niet goed gaat.”

De Nederlands Hartstichting vult hierbij aan: “Als een AED aangemeld is bij HartslagNu, ontvangen eigenaren/beheerders vanuit het oproepsysteem een bericht wanneer de elektroden en batterijen vervanging nodig hebben.”

Houtzagers adviseert om het onderhoud professioneel te regelen: “Je kan een hoop afdichten. Door een onderhands contract te nemen, de kast kun je ook uitrusten met communicatie, zodat de kast zelf kan detecteren of er nog een AED in zit.” Hij benadrukt: “Elke twee jaar moeten onderdelen vervangen worden. Het is heel belangrijk, dat als iemand een AED wil hebben of een camping of sportvereniging dat het onderhoud goed geregeld wordt. Dat is veel belangrijker dan een AED zelf.”

Cijferslot of code?

Afwezigheid van AED kan tijdens noodsituaties cruciaal zijn. “Het kan een afweging zijn om een cijferslot of een code toe te passen” vertelt Houtzagers. “Dan kan die niet zo snel gestolen worden, maar het nadeel is dat in geval van nood en paniek, de code opgezocht moet worden. Dat gaat vaak niet goed en dat duurt ook lang.”

Geen meldplicht

Nederland telt op dit moment 29.295 geregistreerde AED’s, waarvan er 21.725, 24 uur per dag beschikbaar zijn. Toch is er geen meldplicht als een AED niet werkt of in zijn geheel ontbreekt. Wel raadt de Hartstichting burgers aan om een melding te maken als er iets mis is met een AED. “Is de AED-kast leeg of beschadigd? Neem dan contact op met HartslagNu en meld het. Op die manier is er betere controle mogelijk.”

Van 6-minuten zones naar 3-minuten zones

Nederland is het enige land ter wereld met de zogeheten 6-minuten zones. Dit houdt in dat er na bellen met 112, binnen zes minuten een BHV’er aanwezig is. “We willen het liefste dat dit systeem in heel de wereld wordt ingevoerd”, vertelt Houtzagers. “We hebben in Nederland daardoor ook een veel beter overlevingspercentage dan rest van Europa. 90% van de mensen in Europa overlijden na een hartstilstand. Dat zijn zo’n 500.000 mensen per jaar.”

Hij vervolgt: “Je hebt het zogeheten HartslagNu-punt en daar kan je je aanmelden als burgerhulpverlener maar je kunt ook je AED registreren. Als je 112 belt voor een reanimatie dan wordt er gelijk een oproep gestuurd naar burgerhulpverleners in de buurt. En als ze die melding accepteren krijgen ze een route, die langs een AED komt.”

En daar blijft het volgens hem niet bij. “De volgende stap in Nederland zijn de 3-minutenzones. We hebben nu 28% overlevingskansen, wat al een heel stuk beter is dan de 10% in Europa, maar dan kun je dus naar 75 tot 80% overleving.”

Eén ding staat voor Houtzagers in ieder geval voorop: “Mijn boodschap is: Wie ook een AED neemt, zorg ervoor dat je het onderhoud goed regelt. Want onderhoud aan een AED is nog belangrijker dan een AED zelf.”

Ruim 116-duizend euro opgehaald met inzamelingsactie broer en zus Groningen

Voor het afscheid van Jeffrey en Emma is 116.435 euro ingezameld. De actie is inmiddels gesloten en de donaties zijn bedoeld voor de uitvaart van de twee kinderen. Zij werden zaterdag door hun vader meegenomen. Dinsdagavond vond de politie in het water bij Winschoten een auto met daarin de lichamen van de kinderen en de vader.

Meer dan 6800 mensen doneerden geld. De organisatoren van de crowdfunding hebben toestemming van de familie: “om te helpen om de twee lieve kinderen een waardig afscheid te geven”, is te lezen op de site van de inzamelpagina.

“Tachtig procent van de spullen heeft hergebruikswaarde”, deze kringloop gooit niks zomaar weg

Het is de Week zonder Afval, een week om stil te staan bij het gebruiken en hergebruiken van spullen. Onder meer bij de kringloop in Doetinchem. Mensen uit de omgeving kunnen spullen komen brengen. Die gaan dan de winkel in of in containers voor recycling “Op een drukke dag hebben we meer dan tweehonderd auto’s die wat komen brengen”, zegt Gonny Pastoor van Kringloop Aktief uit Doetinchem.

Een winkel vol met boeken, kleding, speelgoed en lp’s. Voordat die spullen in de winkel komen, krijgen ze van de medewerkers een grote check of ze goed genoeg zijn om te verkopen. Als dat niet zo is, gaat het in grote containers om het later te recyclen. “Uiteindelijk gaat twintig procent naar de verbrandingsoven, tachtig procent heeft hergebruikswaarde”, aldus Gonny die al 22 jaar werkt bij de kringloop in de Achterhoek. Ze geeft een rondleiding op het grote terrein waar de auto’s worden uitgeladen en veel containers staan.

Luister hier de reportage in de kringloop van Doetinchem, waar Gonny een rondleiding geeft op het recycle-terrein:


Jongeren
Volgens Gonny is de populariteit van de kringloop veranderd in de afgelopen jaren: “Er komen steeds meer jongeren. Dat is heel fijn. Er wordt meer aandacht besteed aan kringlopen en duurzaamheid, dat zie je in de jongeren ook terug. Vroeger was de kringloop een winkel voor minderbedeelden, zo wordt nog weleens gezien, maar eigenlijk is het een hele mooie winkel vol tweedehands spullen.”

Verantwoordingsdag in politiek Den Haag, wat is het precies?

Geen hoedjes, gouden koets of het koningspaar, maar wel een koffertje en een ‘woensdag gehaktdag’? Elke derde woensdag van mei is het Verantwoordingsdag, de dag dat er wordt teruggeblikt naar alle begrotingen die zijn afgesproken op Prinsjesdag. De Algemene Rekenkamer controleert en beoordeelt wat er van deze plannen terecht zijn gekomen.

Net zoals op Prinsjesdag biedt de minister van Financiën (Eelco Heinen, VVD) een koffertje aan de tweede kamer. Niet vol met rapporten wat de regering gaat doen, maar (jaar)verslagen van de ministeries en het Rijk van wat er waar gekomen is van deze plannen. Het kabinet geeft hierbij toelichting op de vragen of ze hun doelen hebben bereikt, maar ook hoe ze dit hebben gedaan.

“Deze verslagen worden gecontroleerd door de Algemene Rekenkamer”, vertelt Yvo Jouvenaar, woordvoeder van de Algemene Rekenkamer. De rekenkamer controleert alle begrotingen van alle ministeries, en kijken of het geld verstandig en rechtmatig is uitgegeven. Ook zij komen met een koffertje naar de Tweede Kamer om hun bevinden te presenteren. Deze bevindingen worden gepresenteerd door de president van de Rekenkamer: Pieter Duisenberg. Op deze ‘resultatendag’ schets Duisenberg de Tweede Kamer een beeld wat er het afgelopen begrotingsjaar goed, of juist slecht is gegaan. Omdat vandaag de financiële resultaten bekend zijn gemaakt, zullen de ministers stevig aan de tand gevoeld gaan worden. Daarom wordt de Verantwoordingsdag ook wel ‘Woensdag gehaktdag’ genoemd in de wandelgangen van Den Haag. Al vind Jouvenaar de term wat ouderwets geworden. “De dag moet gaan over de resultaten, niet dat ministers ondervraagd gaan worden.”

‘Ernstige onvolkomenheden’

Dit jaar ziet de Rekenkamer bij enkele ministeries ‘onvolkomen’. Als voorbeeld benoemt Duisenberg in zijn toespraak aan de kamer dat er bij de ministeries van Justitie en Veiligheid namen van verdachten worden verwisseld in de strafrechtketen. “Daardoor kan het gebeuren dat daders van zeden- en geweldsdelicten vrije blijven rondlopen.”

Daarnaast benoemt hij dat Het ministerie van Defensie de beveiliging van belangrijke militaire objecten, zoals commandocentra, munitiedepots en fregatten, nog altijd niet op orde. Het is daardoor mogelijk “met enig gemak” binnen te dringen. Ook Het ministerie van Buitenlandse zaken heeft een tik op de vingers gekregen. Vanwege de overstap naar een nieuw IT-systeem is er “geen goed zicht” meer op de financiële verplichtingen. De Rekenkamer heeft hierop bezwaar gegeven.

“Dit is vrij een unicum”, meldt Yvo Jouvenaar, woordvoeder van de Algemene Rekenkamer. “De laatste keer dat er meerdere bezwaren zijn gemaakt, was tijdens de corona pandemie bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.” Toen bleek dat er ruim negen miljard euro niet bekend was of het rechtmatig uitgegeven was. Zowel Defensie als Buitenlandse zaken zijn al met een verbeterplan gekomen. Naar verwachting zal de tweede kamer halverwege juni in debat gaan over de verslagen.