Home Blog Pagina 9

Fetisj dag: Wat is een fetisj nou echt?

We duiken in een onderwerp waar velen liever niet over praten. Wat zijn fetisjen eigenlijk en wie heeft ze?

Ondanks hoopgevende cijfers gaat Tilburg de strijd aan tegen leegstand

TILBURG – Verwaarloosde of zelfs leegstaande gebouwen zijn een doorn in het oog van de inwoners van Tilburg. Recente cijfers van het CBS bevestigen dat de gemeente de verloedering maar niet onder controle krijgt. Daarom gaat de gemeente serieuze stappen zetten om de leegstand per 1 juli een stuk actiever aan te pakken.

Het college presenteerde vorige week een leegstandsverordening aan de gemeenteraad. Dit is een reglement dat ervoor moet zorgen dat lege panden zo snel mogelijk en in goede staat terug op de woningmarkt komen. De gemeente gaat de meldplicht uit de oude verordening aanscherpen en per 1 juli opnieuw invoeren.

De gemeente Tilburg telde op 1 januari 2024 ongeveer 2.080 lege panden, zo blijkt uit de meest recente cijfers van het CBS. Een overgroot deel hiervan zijn verloederde woningen, namelijk 87,5 procent. Maar vergeleken met de rest van Noord-Brabant presteert Tilburg bovengemiddeld. In de provincie is namelijk een leegstand van 2,29% geconstateerd, tegenover 1,69% in Tilburg. Ook zit de stad ver onder het landelijke percentage van 2,44%.

Sceptisch maar hoopvol

Toch hebben hoofdzakelijk PvdA, SP en Lokaal Tilburg zich vanaf 2015 fanatiek ingezet voor een nieuwe aanpak. Toen besloot de gemeente om de oude verordening ‘slapend te maken’, ondanks dat er destijds boetes uit zijn gedeeld op basis van het reglement. Het betekende dat er bijna tien jaar geen eisen meer werden gesteld aan het melden van leegstand en bijvoorbeeld de meldplicht dus niet van kracht was.

Hoewel veel raadsleden blij zijn dat er eindelijk werk van wordt gemaakt, zijn ze nog sceptisch over de invulling. “Waarom zou een eigenaar van een leegstaand pand zich nu ineens wel melden?”, vraagt Frans van Aarle van Lokaal Tilburg zich hardop af.

Yusuf Çelik, wethouder Wonen, Wijken en Integratie van de gemeente Tilburg, benadrukt dat het college de eigenaren eerst wil informeren door middel van een brief, om vervolgens het gesprek aan te gaan. “Ik wil me voor iedere woning hard maken. Daar gaan we met communicatie en een persoonlijke aanpak op inzetten.”

PvdA-raadslid Bea Mieris, die in 2022 de motie indiende om de verordening opnieuw in te voeren, is ‘erg blij’ dat er eindelijk vooruitgang wordt geboekt.

“We hebben ons er enorm hard voor gemaakt.” Ze wil omwonenden graag aansporen om ook melding te doen van verloederde panden in hun buurt. “Hier gaan we aandacht voor vragen op de gemeentesite”, drukt het college haar op het hart.

Leegstand in cijfers

De lokale cijfers van de afgelopen tien jaar bevestigen dat de gemeente de leegstand maar moeilijk de kop in weet te drukken. Tussen 2015 en 2019 daalde het percentage leegstaande panden met bijna een half procent tot 0,97%, maar sinds 2020 schommelt het weer rond de 1,5%. Ook bij het laatste peilmoment werd opnieuw een flinke stijging waargenomen. Zie de visual hieronder voor de complete statistieken.

Daarentegen presteert Tilburg het beste van de grote steden in Brabant. Met een leegstand van 1,69% scoort de gemeente aanzienlijk lager dan de nummer twee, ‘s-Hertogenbosch (2,12%), Helmond (2,19%), Eindhoven (2,79%) en negatieve uitschieter Breda (3,32%). Wel heeft Tilburg in verhouding de meeste verwaarloosde woningen, waar in de andere grote steden ook vaak winkels of kantoren leeg staan.

De leegstand in de gemeente Tilburg tegenover die in Noord-Brabant en Nederland.

Voorstelling “Metgezwel” brengt mantelzorg met humor en eerlijkheid op het toneel

0

Hoe blijf je overeind als je partner ernstig ziek wordt? Metgezwel, de muziektheatervoorstelling die na een succesvol debuut op theaterfestival De Parade terugkeert in de theaters, brengt op eerlijke en humoristische wijze de impact van mantelzorg in beeld. Nu de druk op de zorg toeneemt, opent de voorstelling op vernieuwende wijze het gesprek over de uitdagingen en veerkracht die mantelzorg met zich meebrengt.

Studenten Fontys Journalistiek ontevreden met les in Persveiligheid

0

In 2024 zijn weer meer journalisten in Nederland lastig gevallen, meldt Persveilig. Maar weten de studenten van Fontys Journalistiek Tilburg eigenlijk wel wat ze moeten doen in onveilige situaties? “Ik heb al een keer een boze bron gehad, dat vond ik lastig”

De cijfers

Volgens Persveilig zijn er in 2024 ongeveer 249 meldingen gedaan. Dat is een stijging van 31 meldingen ten opzichte van 2023 en een stijging van 51 meldingen ten opzichte van 2022. Bij de meeste meldingen gaat het om bedreigingen, discriminatie, intimidatie of fysiek geweld. Deze incidenten vonden mondeling plaats, maar ook via sociale media. Er is een opvallende stijging te zien van incidenten die zich hebben voorgedaan tijdens demonstraties, met de pro-Palestijnse demonstraties bij de Universiteit van Amsterdam als uitschieter.

Lesaanbod

Momenteel zijn er op de opleiding van Fontys Journalistiek drie momenten waarop de studenten over persveiligheid kunnen leren. Ten eerste de videotrainingen voor de eerstejaars. Ten tweede is er een Persveilig training voor studenten in de hoofdfase. En ten derde is persveiligheid een aandachtspunt tijdens de stage(s). De videotrainingen en workshops worden georganiseerd door Persveilig zelf. Voor scholen die de opleiding journalistiek aanbieden, is het niet verplicht om les in persveiligheid te geven. “Daar kiezen de scholen zelf voor”, aldus woordvoerder Myrte Derks van Persveilig. “Inmiddels komen we jaarlijks op veel scholen en we zien heel graag dat de PersVeilig trainingen een vast onderdeel worden van het curriculum.”

Onvoldoende

Maar niet elke student is het eens met de manier waarop persveiligheid als onderdeel van het curriculum wordt aangeboden. Zo vindt Niels, tweedejaars student, dat het aanbieden van trainingen belangrijk is, maar dat het aanbod eerder voorbij mag komen in de opleiding. “Ik ben wel een keer aangesproken door vervelende jongeren. Dat liep niet uit de hand of zoiets. Ik wist een beetje wat ik moest doen, maar als ik eerder de persveiligheidstraining zou hebben gehad, had ik beter geweten hoe ik moest handelen”, zegt de student. Tom en Bryanne, tevens tweedejaars studenten van FJ sluiten zich bij Niels aan. “De trainingen waren vooral gericht op fysieke en gevaarlijke situaties, terwijl we ook moeten weten wat we moeten doen bij incidenten die online gebeuren, of situaties die eerder vervelend zijn dan gevaarlijk.”

Relevantie

Harmen Groenhart, onderwijsmanager en verantwoordelijke voor het curriculum van de opleiding, vindt dat er meer gedaan moet worden aan het informeren van en begeleiden bij persveiligheid. “Het probleem is wel dat er onderwerpen zijn waar studenten geen interesse in tonen, tot het relevant wordt”, zegt Groenhart. Hier verwijst hij naar de lage opkomst van studenten bij de persveiligheidstrainingen van een paar jaar geleden. “Daarnaast is het ook een prioriteitsvraagstuk. Persveiligheid is een van de vele onderwerpen die we aanbieden en behandelen op de opleiding, en we kunnen maar een beperkt aantal dingen doen. Plus als studenten niet komen, is een ruim aanbod ook zonde van de tijd en ruimte die we hebben.”

Ontwikkeling voor het gevoel

Groenhart voegt daaraan toe dat persveiligheid een onderwerp is waar je wel les in kan aanbieden, maar het uiteindelijk ook een proces is dat je zelf door ervaring moet leren. “Een goede journalist leert uiteindelijk hoe ver die kan gaan. Het is als student belangrijk dat je geen gevaarlijke situaties opzoekt, maar het is in zekere mate ook belangrijk om mee te maken hoe het is als de relatie tussen jou en je bron schuurt”, zegt Groenhart. Daarnaast is het ook een lastige ethische kwestie in het algemeen. Niet iedere bron weet hoe de pers werkt. Als een artikel dan niet goed valt bij een bron, zijn wij daar eigenlijk niet altijd verantwoordelijk voor. Wel kunnen we als journalisten en docenten zorgen dat de relatie tussen de student en bron hersteld wordt.”

Wat te doen?

De onderwijsmanager voegt eraan toe dat wanneer een student zich onprettig of onveilig voelt in een situatie, dat de coach en coördinator van de onderwijseenheid het eerste aanspreekpunt zijn. “Wij zijn verantwoordelijk voor een veilige leeromgeving. Je bent als student kwetsbaar en je moet niet zelf dingen gaan uitzoeken.”

Mocht je als student van Fontys Journalistiek vragen hebben over persveiligheid, informeer bij je coach of raadpleeg Canvas (kennisbank).

‘Sociale media speelt een grote rol in de ideologische verdeeldheid onder jongeren’

Radicaal-rechts rukt steeds meer op in Europa. Volgens promovendus Nikki Dekker is er een bredere trend gaande, waarbij gen-z als geheel, meer naar rechts lijkt te gaan. Dekker zegt dat hierbij een belangrijke rol is weggelegd voor sociale media.

Dekker, die eveneens onderzoek doet naar polarisatie onder jongeren, denkt dat sociale media een grote rol spelen in de ideologische verdeeldheid onder jongeren in bijvoorbeeld Oostenrijk. ‘Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat sociale media een sterke invloed hebben op politieke houdingen. Dit is een logische verklaring, zeker omdat de huidige generatie jongeren sociale media veel intensiever gebruikt.’ Ook zien jongeren volgens Dekker influencers als belangrijke bronnen voor hun politieke standpunten en voor wat ‘waarheid’ is. ‘De algoritmes versterken dit door jongeren snel in een echo chamber te plaatsen, waarin extreme standpunten de overhand kunnen krijgen.’ Een echo chamber is een omgeving waarin je overtuigingen tegenkomt die je reeds bestaande overtuigingen versterken. 

Waar in Nederland jongeren volgens Dekker als politiek apathisch worden neergezet, blijkt dit beeld onterecht. ‘Hun interesse is politiek weliswaar gematigd, maar dit verschilt niet van die van volwassen.’ Ook zijn jongeren niet sterker gepolariseerd dan volwassen volgens Dekker. 

De radicaal-rechtse FPÖ mag het dus gaan proberen in Oostenrijk. Als reactie hierop gingen enkele tienduizenden mensen de straat op. Kijkend naar het stemgedrag van de Oostenrijkers lijken vooral de groepen 30-59 jaar en 60+ verantwoordelijk te zijn voor de overwinning van de partij. Uit onderzoek blijkt dat de jongere generatie (16-29 jaar) aanzienlijk minder vaak gekozen heeft voor de FPÖ in vergelijking met de oudere leeftijdsgroepen. ‘Toch blijft de FPÖ, samen met de ÖVP en SPÖ (sociaaldemocraten), een van de populaire partijen onder deze jongeren’ zegt Dekker. Toch wint ook de NEOS, een liberale partij, in Oostenrijk duidelijk aan populariteit, in vergelijking met oudere generaties.

Niet alleen lof voor nieuwe kijkcijferhit ‘Een Buitengewoon Gesprek’: ‘Ik mis de nuance’

0

Afgelopen zondag was de eerste uitzending van ‘Een Buitengewoon gesprek’, een programma van de EO waarin 32 mensen met autisme de rol van journalist oppakken en een BN’er mogen interviewen. 1,1 miljoen mensen zaten voor de tv, een ware kijkcijferhit. Toch is niet iedereen blij met het programma, zoals Dirk van Meer. Hij is voormalig CEO van zijn eigen bedrijf Team CORE en is zelf ook autistisch. Hij geeft lezingen en heeft zelfs een boek geschreven over hoe je het leven aangrijpt met autisme. Van Meer mist een duidelijke nuance in het programma.

Als Van Meer de vraag krijgt of hij het programma elke week gaat kijken, geeft hij een heel duidelijk antwoord: “Nee. Ik snap best dat mensen hier een amusementswaarde in zien. Maar ik denk bij mezelf, laat ik het maar niet kijken want bij mij kan er een nare smaak overblijven.” Van Meer kan zichzelf niet echt identificeren met de personen op beeld en voelt tegelijkertijd dat andere mensen dat wel gaan doen. “Je wordt nu toch gegeneraliseerd. Dan kan ik mezelf betrappen tijdens zo’n programma, dat ik denk: dit ben ik niet. Maar de volgende keer als ik mijzelf publiekelijk identificeer als autistisch, is dit wel iets wat mensen mee hebben genomen in dat frame van autisme.”

De representatie van mensen met autisme binnen de Nederlandse media kan sowieso nog flink wat werk gebruiken vindt Van Meer. “Ik merk dat het vaak nog steeds neergezet wordt in de categorie ‘zij kunnen minder’ of ‘fijn dat we dit voor hun mogelijk hebben kunnen maken’. En natuurlijk is het een beperking, maar gaan programmamakers ook een programma maken waarin 32 mensen in een rolstoel een vraag mogen stellen?”

Het gaat Van Meer om de keuze voor welke mensen er op tv worden neergezet als representatie van autisme. De representatie die dan ook bij de kijker zal blijven hangen. “Programmamakers hebben genoeg door wat er werkt in zo’n programma. Die gaan niet voor de generieke normale joviale gast, maar juist voor de opvallende alternatieve types. Dat wordt het beeld wat je ermee gaat associëren. Als je dan 32 mensen met autisme neerzet, blijven toch degene hangen met communicatieproblemen. Inclusief dat je dan de kans krijgt dat daar weer internet memes uit gaan komen.” Ook doelend op de memes die uit een documentaire genaamd ‘Het beste voor Kees’ zijn gekomen.

Het gaat Van Meer niet alleen om het beeld wat bij de gemiddelde kijker binnenkomt, maar vooral ook om wat andere autistische mensen kunnen denken na het zien van zo’n programma. Hij haalt een voorbeeld aan van wat hij vroeger meegemaakt heeft en is bang voor hetzelfde effect bij anderen: “Ik kreeg in mijn tijd filmpjes doorgestuurd van het Nationaal Autismecentrum. Er zat een filmpje bij van een jongen die voor een wasdroger zat, die droger draaide en dat had een kalmerend effect op hem. Toen ik dat zag had ik daar geen context bij, ik dacht alleen maar: hij heeft autisme en ik heb autisme, dus dit is wie ik ook ben. Dat is best een slechte motivator.”

Inmiddels heeft de NVA (Nederlandse Vereniging voor Autisme) op het programma gereageerd. In een statement op hun site hebben ze het over ‘een te eenzijdig beeld van autisme’. Het programma zou ouderwetse vooroordelen over autisme bevestigen en versterken wat schadelijke gevolgen zou hebben voor de inclusie van mensen met autisme in de maatschappij.

Een ongeluk in een klein flesje

Je kent het wel: je bent verkouden en je neus zit potdicht. Gelukkig is er dan neusspray, die je om de hoek bij je apotheek of drogist voor een paar euro kan kopen. Na het innemen van de spray gaat je neus weer open, een verademing. Het is niet te onderschatten hoe belangrijk en fijn het is om vrij te kunnen ademen. Of wel? Eigenlijk werkt dat onschuldige potje neusspray averechts, want voordat je het weet kun je niet meer zonder.

Het stofje ‘xylometazoline’ is de boosdoener. Dit stofje zorgt ervoor dat de bloedvaten krimpen in je neusslijmvlies waardoor jouw neus ruimte krijgt om vrij te ademen. Na langer dan een week gebruik raakt je neusslijmvlies gewend hieraan, waardoor je het gevoel krijgt dat je verkouden blijft en je neus sneller dichtzit. In plaats van stoppen reikt men toch sneller naar dat potje, en dat maakt het moeilijk om er mee te stoppen.

Nina (20), Karin (52) en Wolter (23) hebben ervaring met een neussprayverslaving, wat allemaal begon met een tijdelijke oplossing bewoog zich uiteindelijk naar een afhankelijkheid waar je met moeite van af komt.

Stoppen op eigen kracht, nét als roken

Toen de verkouden Karin na een korte zoektocht de Etos neusspray met xylometazoline ontdekte, kon ze weer fatsoenlijk ademhalen. ‘Het had meteen effect, maar ik merkte wel snel dat ik er afhankelijk van werd.’ Karin merkte dat ze er opgegeven moment niet meer resistent mee was en dat het zelfs een beetje psychisch werd: ‘Ik wist verdomd goed dat het slecht was, tóch moest ik altijd een tweede flesje op voorraad hebben.’ Karin is uiteindelijk van haar verslaving afgekomen. ‘Ik ben gestopt op eigen kracht, nét als met roken.’

Volgens Karin kan je de afhankelijkheid van neusspray wel degelijk een verslaving noemen: ‘het geeft je echt het idee alsof je niet meer zonder het spul kan.’

Paniek zonder neusspray ‘s nachts

‘Ik heb altijd het idee alsof ik licht verkouden ben.’ Nina geeft aan al 3 jaar een neussprayverslaving te hebben. Toch heeft ze enkele pogingen gedaan om van deze afhankelijkheid af te komen. ‘Zo heb ik kinderneusspray (minder percentage xylometazoline) geprobeerd. Ik heb dat uiteindelijk nog maar in een neusgat gesprayd, waardoor op een gegeven moment nog maar één kant dicht was. Op recept van de dokter heb ik ook andere neusspray geprobeerd.’ Toch heeft het Nina niet genoeg motivatie gegeven om er volledig mee te stoppen.

‘Als ik geen neusspray bij heb voordat ik wil gaan slapen raak ik in paniek.’

Chronisch verkouden

Wolter is uiteindelijk van zijn verslaving afgekomen. ‘Ik kreeg het gevoel alsof ik chronisch verkouden was. Overdag had ik er niet zoveel last van maar ik kon niet zonder neusspray gaan slapen.’ Door te stoppen heeft Wolter een maand niet lekker geslapen, en nu hij ervan af is zorgt Wolter dat hij nooit langer dan drie dagen sprayt.

Geen neusspray ‘verslaving’ maar eerder ‘afhankelijkheid’

KNO-arts Veronique van den Heuvel vertelt dat we eerder kunnen spreken van een afhankelijkheid dan van een verslaving. ‘In de volksmond wordt het een neussprayverslaving genoemd, maar een verslaving is zwaarder dan dat.’ Hoewel afhankelijkheid van neusspray vervelend is en een herstel lang kan duren, geeft Veronique aan dat het niet direct permanente schade aan je neus kan geven. ‘Je neusslijmvliezen worden in de loop van tijd roder en je kunt een ontstekingsreactie krijgen. Stoppen met het gebruiken van de spray zorgt ervoor dat je neus zich langzaam hersteld, hoelang dat duurt kan per persoon verschillen.’

Cold Turkey

Veronique zegt dat er verschillende manieren zijn om van de neusspray af te komen, maar dat ‘cold turkey’ stoppen voor weinig mensen realistisch is. Wat is dan wel de manier? Zo raadt Veronique aan om een ander type neusspray op recept te vragen aan de huisarts. Deze spray zal, in tegenstelling tot xylometazoline neusspray, enkele weken nodig hebben voordat deze goed effect heeft, maar kan uiteindelijk ook zorgen voor een open neus en heeft niet het negatieve effect wat xylometazoline heeft. Deze neusspray zorgt er niet voor dat je neus steeds meer nodig heeft om hetzelfde open effect te bereiken.  Na een ongeveer een maand kun je het verschil gaan merken.’

Het ligt uiteindelijk bij jezelf

Er bestaan ook ingrepen die je kunnen helpen om meer ruimte te creëren in je neus, waardoor je dus vrijer gaat ademen. Zo heeft het bij sommige patienten positief effect als de slijmvliezen in de neus wat kleiner worden gemaakt door de kNO-arts. ‘Het stoppen met neusspray ligt nog altijd bij de persoon zelf, want als jij na deze neussprays op recept (neusspray met corticosteroiden) of door middel van ingrepen aan de neus het spul xylometazoline alsnog blijft gebruiken, blijft het probleem bestaan.’

Veronique pleit er ook voor om op de verpakkingen van neusspray duidelijker aan te geven dat je er na een week echt mee moet stoppen.

Demonstratierecht van Extinction Rebellion en politiehandhaving in conflict: ‘Angst voor klimaatcrisis is groter dan de angst voor politiegeweld’

0

Extinction Rebellion (XR) demonstreerde afgelopen zaterdag op de A12 in Den Haag. De politie rechtvaardigde het gebruik van waterkanonnen en andere controlemiddelen als noodzakelijk om de openbare orde en veiligheid te waarborgen, terwijl XR en hun advocaat Willem Jebbink kritiek uitten op de harde aanpak: “de demonstranten worden beperkt in hun recht.”

Politiegeweld of procedure?

Extinction Rebellion (XR) demonstreerde afgelopen zaterdag op de A12 in Den Haag tegen de subsidie van fossiele brandstoffen. De politie grijpt soms hard in bij deze demonstraties. De geweldstoepassing van de politie tijdens de demonstraties van XR is niet nieuw. In 2024 gebruikte de politie bijvoorbeeld een ‘bokkenpoot’, een instrument waarbij de pols pijnlijk wordt gebogen, en een ‘neusklem’, waarbij de neus krachtig en zeer pijnlijk omhoog wordt gezet. Ook drukt de politie soms vingers in de ogen van rebellen. Dit doen ze onder de naam ‘pijnprikkels’ geven. De reden hiervoor is om demonstranten sneller te laten vertrekken of verplaatsen. Zaterdag beval de burgemeester de rebellen om van de snelweg naar het Malieveld te verplaatsen. Twee studenten journalistiek waren aanwezig bij de demonstratie voor een schoolopdracht. Volgens hen verliep deze demonstratie chaotisch. “Bij het Malieveld stonden de mensen die niet ‘opgepakt willen worden’ en bij de A12 zaten de mensen die bewust deze grens opzochten. Op een gegeven moment liepen deze groepen door elkaar en werd het onrustig.”

Wet openbare manifestatie

Volgens de wet heeft iedereen het recht om te demonstreren, tenzij het een gevaar voor de openbare orde, veiligheid of gezondheid vormt. Daarnaast mag je alleen demonstreren wanneer je een vergunning hebt aangevraagd. De enige die een demonstratie mag stopzetten, is de burgemeester van de gemeente waar de demonstratie plaatsvindt.

Dilemma

Het probleem bij de demonstratie van afgelopen zaterdag, en andere demonstraties van XR, is een tweestrijd tussen het grondrecht en het handhaven van de openbare orde. Het bezetten van een snelweg kan worden gezien als een gevaar voor de openbare orde en veiligheid. De burgemeester mag de demonstranten dus vorderen om te vertrekken of zich te verplaatsen. Als demonstranten deze aanwijzingen niet opvolgen, mag er geweld worden toegepast. De politie moet het gebruik van geweld altijd verantwoorden en het toepassen van geweld moet passend zijn. Volgens Jebbink en XR gebeurt dit nu te weinig.

“Zolang er geen geweld is, is er geen reden om geweld toe te passen.”

Irritatie bij de politie

De politie handhaaft toch op deze manier, mogelijk omdat er geen debriefing is over het toegepaste geweld, aldus Jebbink. “De politie is denk ik ook al enige tijd geïrriteerd doordat het OM heeft besloten om rebellen niet meer strafrechtelijk te vervolgen als het een keer écht fout ging. Er is al onderbezetting bij de politie en zulke demonstraties vergen veel tijd en inzet. Zij zullen ook denken: wij worden ingezet, en het OM doet niks.” De politie heeft helaas besloten geen commentaar te geven op de gestelde vragen.

Vervolg(ing)

In een persbericht uit 2023 meldde het Openbaar Ministerie (OM) dat zij demonstranten niet meer strafrechtelijk vervolgen. Tijdelijke aanhoudingen, zoals afgelopen zaterdag toen ongeveer 700 mensen werden aangehouden, worden uitgevoerd met het doel “de strafbare blokkade te beëindigen”. Meestal worden de aangehouden rebellen kort daarna vrijgelaten. Toch zijn er na de demonstratie enkele rebellen aangehouden. Zij worden verdacht van het bekladden van de A12 en het belemmeren van politiewerk. In de toekomst worden rebellen mogelijk toch weer aangehouden en strafrechtelijk vervolgd. Zowel David van Weel, minister van Justitie, als Judith Uitermark, minister van Buitenlandse Zaken, willen dat de wet wordt aangepast zodat het bezetten van infrastructuur zwaarder wordt gestraft.

“Als ze in de toekomst zwaarder gaan optreden, zal dat in ons voordeel werken. Misschien komt de repressie dan aan het licht.”

De demonstratie van afgelopen zaterdag heeft wederom laten zien dat de demonstranten van XR en de autoriteiten moeten zoeken naar een manier om hun doelen te bereiken, zonder elkaars veiligheid of rechten in gevaar te brengen.

Filmhuizen steeds meer in trek: ‘Mensen zijn op zoek naar een stukje beleving’

Uit cijfers van de bioscoopbranche blijkt dat filmhuizen steeds meer bezoekers trekken. Van de 3,5 miljoen verkochte bioscoopkaartjes in 2024 waren filmhuizen goed voor tien procent van alle filmbezoeken. Ook in het Tilburgse Cinecitta merken ze dat mensen steeds vaker de reguliere bioscoop overslaan. Marnick van Gessel, directeur van Cinecitta, legt uit waar dit aan zou kunnen liggen.

Tijden zijn veranderd. Waar vroeger men naar de bioscoop moest voor de nieuwste film, staat nu alles binnen een paar weken op een streamingdienst. De consument heeft een enorm filmaanbod en hoeft daar niet eens de deur voor uit. Van Gessel denkt dat dat wel eens een belangrijke reden zou kunnen zijn om voor het filmhuis te kiezen. “Mensen zijn op zoek naar een stukje beleving. Bij een filmhuis weten we ons daarin toch meer te onderscheiden dan bij een reguliere bioscoop. We bieden ook eten en drinken aan wat verder gaat dan een simpele snack.”

Ook wordt er veel geïnvesteerd in het programma en de sfeer om de films heen. Waar je bij een normale bioscoop alleen komt om een film te kijken en daarna weer vertrekt, is dat bij filmhuizen als de Cinecitta toch anders: ‘We proberen echt een atmosfeer te creëren waar mensen zich thuis voelen. Het voelt af en toe ook een beetje als een buurthuis, omdat er toch een bepaalde community ontstaat.” Bij de Cinecitta hebben nu zelfs een app ontwikkeld waar mensen reviews kunnen achterlaten en kunnen aangeven naar welke film ze gaan.

Filmhuizen worden vaak gezien als een soort bejaardentehuizen. De opkomst gedomineerd door pensionado’s en andere 50-plussers. Ook de Cinecitta kan niet volledig van dat imago afstand nemen: “Het gros van onze bezoekers is wel 50-plus. We hebben ook een filmclub opgericht, maar die is doordeweeks in de ochtend. Dus studenten en werkende volwassenen kunnen daar al niet bij zijn.” Toch ziet Van Gessel dat het jongere publiek ook wel zijn weg weet te vinden naar het Tilburgse filmhuis: “Bij veel speciale evenementen of filmklassiekers zien we juist een jonger publiek die komt kijken.”

De belangrijkste reden voor de stijging in populariteit blijkt toch de extra stap te zijn die filmhuizen zetten ten opzichte van reguliere bioscopen. Het brengen van een extra beleving rondom een film, maar ook het hebben van een maatschappelijke functie. Het samenbrengen van mensen die allemaal verbonden zijn door hun liefde voor film. En dat benadrukt Van Gessel nog maar eens: “Rondom de feestdagen zag je allerlei vaste gasten langskomen om ons fijne feestdagen te wensen. Ja, dat is prachtig. Daar doe ik het voor.”