Home Blog Pagina 69

Hoe jongeren kampen met ingrijpende gevolgen long-covid

Zo’n 5% van de jongeren ervaart langdurige klachten na een besmetting met het coronavirus. Dit blijkt uit onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Ook stelt het RIVM dat 20% van de jongeren met long-covid, ernstige beperkingen ondervindt in hun dagelijks leven. In dit portret spreken twee van deze jongeren. Over hoe long-covid hun leven nog steeds benadeeld, en hoe zij omgaan met de drastische veranderingen in hun leven.

Amy (27): “Ik vind niet dat mijn ziekte prioriteit heeft in de politiek. Het is nu naar mijn idee vooral aan de wetenschap.”

De inmiddels 27-jarige Amy testte positief op corona op de dag na kerst in 2021. Ze had wat klachten, ondanks dat ze destijds in de zorg werkte en dus altijd mondkapjes droeg. Toch deed ze een zelftest, die dus positief bleek te zijn. Hierna is ze een week echt niet fit geweest, en heeft ze constant op bed gelegen. Destijds had ze vooral last van vermoeidheid, en wat keelklachten. 

Amy werkte zo’n vier maanden in de zorg tot ze getroffen werd, ze had net haar opleiding afgerond en het werkveld betreden als wijkverpleegkundige in de thuiszorg. Nadat ze COVID kreeg is ze wel weer gaan werken. “Dat was eerst langzaam vanuit huis, toen tot 16:00 op kantoor. Hierna ben ik door de bedrijfsarts teruggezet tot 14:00. Een maand of negen later ben ik volledig gestopt met werken, omdat het niet meer kon door mijn klachten.” 

Tot op de dag van vandaag kampt ze nog dusdanig met de klachten van long-covid dat ze niet kan werken. “Ik kamp met spier- en gewrichtspijn, prikkelverwerking blijft een groot ding, cognitieve lasten als moeite met lezen of niet uit woorden komen, concentratieproblemen en gewoon chronische vermoeidheid.” Wel heeft ze hiervoor een revalidatieproces gehad. “Ik ben best snel begonnen met fysiotherapie, dit heb ik een jaar gehad. Daarna heb ik een half jaar ergotherapie gehad.” Ook heeft ze hulp gekregen bij prikkelverwerking en heeft ze arbeidsrevalidatie gevolgd. “Maar dit heeft allemaal eigenlijk niks voor me gedaan.” Door deze klachten is ze ook deels afgekeurd, “voor 52,77%.” Ze twijfelt om hierover in bezwaar te gaan, omdat ze voor haar gevoel tot minder in staat is dat nu vastgesteld is. “Op papier klinkt het mooi, maar in de praktijk kan het niet.” Nu kijkt ze naar alternatieve geneeswijzen. Amy gaat een bloedonderzoek doen, en kijkt dan of bepaalde voedingssupplementen zouden kunnen helpen bij haar klachten. 

Amy heeft namelijk niet veel vertrouwen meer in de politiek. “Ik vind niet dat mijn ziekte prioriteit heeft in de politiek. Het is nu naar mijn idee vooral aan de wetenschap. En voor meer onderzoek is meer geld nodig, en zijn er ook meer mensen nodig. Terwijl er in de zorg al een tekort is.” Daarbij komt ook dat over het algemeen vooral vrouwen last hebben van long-covid. “Je ziet dan vaak dat er minder onderzoek wordt gedaan, omdat het meeste onderzoek uitgevoerd wordt bij mannen.” 

Ook haar sociale leven lijdt onder haar long-covid klachten. Waar ze eerst vaak met vrienden tafelde of terrasjes pakte, op vakantie ging en weekendjes weg had. Lukt het nu niet eens om een boek te lezen. Van een keer uit eten moet ze nu een week bijkomen, en moet haar vriend haar zelfs helpen met douchen. Ook heeft ze inmiddels een rolstoel, omdat ze slechts een kwartier kan wandelen. “Ik weet dat als ik nu een uitstapje plan, mijn klachten daardoor weer zullen toenemen.” Ook spreekt ze haar vrienden vrijwel niet meer, en haar familie ziet ze ook minder. Ook merkt ze dat haar relatie verandert door haar ziekte. “Het is niet meer écht een volledige liefdesrelatie, omdat hij ook vooral voor mij moet zorgen.” Wel is ze hem hier heel dankbaar voor, “hij is echt mijn grote steun.” 

Ook zorgt haar ziekte voor onbegrip in haar omgeving, vanuit collega’s maar ook weleens vanuit de manager. “Ik snap het ergens wel, want zelfs ik snap soms mijn eigen ziekte niet.” Ook haar moeder zei haar weleens, “joh je hebt het gewoon druk gehad.” Ook hoorde ze weleens dingen als, “heb je dan niet gewoon een burn-out?” Op het begin had ze hier veel moeite mee, en wilde ze dit soort opmerkingen tegenspreken. “Nu kost het me zoveel energie, en die heb ik al minder. Als iemand zo denkt, kan ik diegene toch niet overtuigen.” 

Ook is ze overgestapt van een mannelijke naar een vrouwelijke huisarts. “Ik voelde me daar iets meer begrepen.” 

Ook frustreren haar klachten haar, omdat ze een jongere is. “Mijn leven begint pas net, en is nu eigenlijk al gestopt. Ik kan soms nog minder dan mijn cliënten die ik had op het werk.” Ook heeft ze hierdoor minder kans om volledig afgekeurd te worden. “Ook omdat je nog weinig verdient omdat je pas net bent begonnen met werken.”

Wel zijn er wat stappen die ze heeft ontwikkeld om met deze klachten om te gaan. Zo heeft ze voor zichzelf een dagschema, hierin staat bijvoorbeeld een vast rustuur gepland. “Zo’n ritme helpt me om te zorgen dat elke dag dezelfde hoeveelheid energie kost.”

Ook hecht ze veel waarde aan facebook-groepen, hierin zitten patiënten die kampen met de gevolgen van long-covid. “Dit doe ik ook wel bewust. Ik merk ik er moeite mee heb om op social media te scrollen en mensen allerlei leuke dingen zie doen. Dat doet me denken aan mijn leven voor long-covid.”

Verder heeft ze, doordat ze veel thuis zit wel een nieuwe hobby ontwikkeld, haken. “Dat is toch iets wat ik langzaam helemaal zelf kan doen.” Ook heeft ze nu een busje gekocht dat is omgebouwd naar een sprinter. “Dan kunnen we op mijn manier alsnog een weekendje weg.” Ook denkt ze aan emigreren naar Spanje, waar ook haar vader woont. “Het ritme en de levensstijl daar sluiten eigenlijk veel meer aan op mijn leven nu. In Nederland gaat het leven toch heel snel.”

Inge (25): “Ik heb vooral veel hulpverleners gezien die me wilden helpen maar niets voor me konden doen.”

In augustus 2020 is Inge 21 jaar oud wanneer ze besmet raakt met het coronavirus. Hiervoor had ze een erg actief leven. Ze deed op hoog niveau aan taekwondo, waarbij ze training gaf, deelnam aan wedstrijden en coachte. Ook zat ze in haar laatste jaar van de opleiding biomedische technologie aan de Technische Universiteit in Eindhoven. Inge is nu 25 en van haar “oude leven” is weinig meer terug te zien.

Toen Inge besmet raakte met het coronavirus, had ze verwacht dat ze binnen zo’n zes weken wel weer terug op het goede spoor zou zijn. Niets was minder waar. Ze merkte dat haar toestand sterk verslechterd was. Na zo’n 300 meter lopen was ze uitgeput: “Mijn lichaam gaf erg duidelijk aan dat dit niet de bedoeling was.” In oktober is Inge doorverwezen naar een fysiotherapeut. Dit was de druppel die de emmer deed overlopen: “Ik was een halfuur bij die man, heb een paar oefeningen gedaan en was echt ver voorbij uitputting.” Na deze afspraak had ze een maand lang koorts en sliep ze zo’n 14 tot 18 uur per dag. “Toen gingen echt alle alarmbellen af bij mijn huisarts.” Inge heeft bijna alle afdelingen van het ziekenhuis bezocht. Er is vier keer gecontroleerd of ze écht geen blaasontsteking had, ook is er gedacht aan longembolie. Er zijn longfoto’s en hartfilmpjes gemaakt, maar hier kwam niets uit. “De enige conclusie die toen overbleef, was long-covid.”

Toen Inge de diagnose long-covid kreeg, had ze veel hulp van anderen nodig. Ze kon niet meer zelfstandig douchen en traplopen ging niet meer. Ver lopen en fietsen werden ook onmogelijke bezigheden voor haar. In de drie jaar die volgden, heeft Inge zich beziggehouden met het opbouwen van haar conditie, met behulp van fysiotherapie. “Ik kon van die maximale 300 meter die ik kon lopen, 4 kilometer maken.” Ook is Inge in de zomer van 2022 begonnen met vrijwilligerswerk op een kinderboerderij. Ze hield zich aan een planning waarbij ze wekelijks naar de fysio ging en samen met andere chronisch zieken ging zwemmen: “Superzwaar maar wel heel leuk.”

Deze planning viel zo’n half jaar geleden weg toen ze te maken kreeg met POTS-klachten. Deze klachten zorgen ervoor dat Inge amper kan staan en bijna niet kan lopen. “Ik zit het grootste deel van de dag met mijn benen omhoog, ook ben ik afhankelijk van hartmedicatie en lieskousen om niet volledig aan bed gebonden te zijn.” Bij long-covid komt ook vaak PEM kijken, hier heeft Inge ook last van. Bij POTS is het advies om te bewegen zodat de hartslag omhoog gaat. Bij PEM is het juist zo dat als je te veel mentale of fysieke inspanning levert, je te maken kan krijgen met een enorme terugval. Deze twee aandoeningen werken elkaar dus tegen, waardoor de toestand van Inge achteruit is gegaan. “Ik kan nog wel zelf naar het toilet, maar daar houdt het wel zo’n beetje mee op.”

Inge’s vriend heeft zelf ook long-covid, waardoor ze veel begrip voor elkaar hebben. Ook belt ze regelmatig met twee vriendinnen die ook long-covid hebben, waar ze steun vindt. “Als ik aan hen vertel dat ik een slechte dag had, begrijpen ze me meteen. Iemand zonder long-covid zou nooit op dezelfde manier begrijpen wat ik bedoel.” Inge krijgt drie keer per week ADL-hulp, voornamelijk bij het huishouden. “Ik kan bijvoorbeeld niet elke dag zelf lunch maken, dus op die manier garanderen we dat ik kan eten.” De overige dagen komt haar moeder, schoonmoeder of tante haar helpen.

Inge vertelt dat ze hopeloos is over het feit dat veel medici denken dat ziektes zoals long-covid nieuw zijn. “Postinfectieuze ziektes zoals Lyme en Q-koorts vallen in dezelfde categorie en deze zijn al zo’n 70 jaar bekend.” Er moet meer les worden gegeven over deze aandoeningen in de geneeskundestudies, vindt Inge. “Mijn huisarts had snel door dat ik long-covid had en dat was heel fijn, maar de internist die erop volgde vond dat ik me aanstelde en zei dat ik niets had.” Inge heeft in totaal zo’n 20 artsen en medici gezien de afgelopen jaren. “Ik heb vooral veel hulpverleners gezien die me wilden helpen, maar niets voor me konden doen.”

Dreigingsniveau in Nederland niet omhoog na aanslag Moskou 

Nederland verhoogt het dreigingsniveau voor terrorisme niet, in tegenstelling tot Frankrijk. Dit land verhoogt het niveau tot maximaal naar aanleiding van de aanslag van een tak van Islamitische Staat (ISIS) in een concertzaal in de buurt van Moskou. Dit gebeurt als er een concrete dreiging is, die Nederland nu niet heeft. 

“Het dreigingsniveau van Nederland staat nu op het een na hoogste niveau, dit betekent dat er nu geen directe aanwijzingen bestaan voor een op handen zijnde aanslagen. Als die er wel zijn dan gaat het omhoog.” Dit vertelt Jelle Postma, expert terrorisme en extremisme bestrijding en directeur van Justice for Prosperity. Het niveau is in december 2023 al verhoogd. “Hierdoor is er al extra alertheid opgetuigd in het systeem”, vertelt Postma. Ook houdt een verhoging in dat veiligheidsdiensten aangescherpt worden op afwijkende dingen en kunnen er extra capaciteiten worden vrijgemaakt.

“Frankrijk heeft wel directe informatie over verhoogde dreiging, zoals een concrete aanslag. En gaan dus naar het volgende niveau. Dat betekent in dit geval dat er ook extra zichtbare militairen worden ingezet”, aldus Postma. De premier Gabriel Attal liet op X de reden van de verhoging weten: “Gezien de claim van verantwoordelijkheid voor de aanval door Islamitische Staat en de dreigingen die boven ons land hangen, hebben we besloten om het Vigipirate-systeem naar het hoogste niveau te brengen.” Die directe dreiging wordt bevestigd door de Franse president Emmanuel Macron. Hij meldt dat ISIS-K al meerdere aanslagen probeerde te plegen in Frankrijk. 

Volgens De Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid (NCTV), is de kans op een aanslag in Nederland reëel. Volgens Postma staat Nederland relatief hoog in de lijst. “Wij ervaren de laatste decennia helaas vaker dreiging uit het hogere lijstje. Dat komt omdat Nederland een relatief grotere speler is op het internationale toneel.”   

Volgens Postma zorgt de aanslag in Moskou niet direct voor een nieuwe golf aanslagen. Wel denkt hij dat de dreiging weer meer voelbaar gaat worden. “Voor ons in Nederland verwacht ik de komende periode meer beweging en onrust, maar we hebben, gezien het gestelde niveau 4, dus nu geen concrete dreiging.” 

FOTO: ANP/ Robin Utrecht

Japanse gesprekken met Noord-Korea bij voorbaat kansloos: ‘Ze hebben te weinig te bieden’

De kans dat Fumio Kishida en Kim Jong-Un binnenkort met elkaar aan tafel zitten is te verwaarlozen. Dat denkt Korea-kenner Casper van der Veen. Het verzoek van de Japanse premier om gesprekken te voeren met Noord-Korea werd direct van tafel geveegd door het communistische land.

Premier Kishida verzocht Noord-Korea begin deze week om een topontmoeting te regelen tussen hem en Kim Jong-Un. Het zou de eerste ontmoeting zijn tussen leiders van beide landen in twintig jaar. Alleen weigeren de Noord-Koreanen dus. Volgens Korea-deskundige Van der Veen lijkt zo’n ontmoeting op dit moment ver weg. “Er valt voor Noord-Korea op dit moment te weinig te winnen. Alles wat ze nodig hebben krijgen ze nu al van Rusland en China.”

Toch zet Japan dus in op overleg. Van der Veen ziet daar twee redenen voor. “Japan is er veel aan gelegen om de spanningen die er nu zijn terug te brengen.” Sinds een paar maanden heeft Noord-Korea het aantal raketproeven weer opgevoerd. Veel rakketten vliegen daarbij over Japans grondgebied. “Er hoeft er maar één uit de lucht te vallen. De gevolgen zijn dan niet te overzien.”

‘Gevoelig onderwerp’

De andere beweegreden is een historisch gevoelig punt. In de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw werden Japanners ontvoerd naar Noord-Korea. Zij moesten spionnen helpen met bijvoorbeeld het leren van de Japanse taal. “Officieel zijn er maar tientallen ontvoeringen geregistreerd, maar er wordt aangenomen dat het wel om veel hogere aantallen gaat”, zegt Van der Veen. “De huidige premier denkt ‘ik waag weer een poging om deze mensen of hun lichaam terug te krijgen’.”

Door over dat onderwerp te beginnen, maakt hij zich niet populair. In Noord-Korea, maar ook Zuid-Korea en China, wordt Japan nog altijd gezien als de kolonisator van voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog. “Dat is nog steeds een open zenuw, omdat Japan daar nooit echt excuses voor heeft aangeboden. Door over die ontvoerde mensen te beginnen, heeft Noord-Korea eigenlijk geen zin meer om te praten.”

Met Zuid-Korea zijn de banden de laatste jaren juist een stuk beter geworden. Japan neemt zelfs deel aan een militaire oefening van het land met de Verenigde Staten. Noord-Korea is ondertussen meer de kant van Rusland opgetrokken. “Wat uniek is aan het samenwerken tussen Noord-Korea en Rusland, is dat het voor het eerst de rollen omgedraaid zijn. Normaal is het Noord-Korea dat van alles nodig heeft. Nu hebben ze een betere onderhandelingspositie.”

Van der Veen ziet daarom weinig toekomstperspectief voor gesprekken tussen Japan en Noord-Korea. “Eerlijk gezegd zie ik zelf niet zo goed waar zulke gesprekken toe gaan leiden. De Noord-Koreanen denken ook van, ‘wat moeten wij van Japan?’.” Hij wijst er op dat het land nooit uit zichzelf het militaire en nucleaire programma gaat ontbinden. Zeker nu het land door de banden met Rusland sancties makkelijker kan omzeilen. “Japan heeft simpelweg te weinig te bieden. Zulke initiatieven zullen toch echt vanuit de VS of Zuid-Korea moeten komen.”

FOTO: EPA/Jiji Press

Wel of geen medicijnen tijdens zwangerschap? Speciaal platform biedt doseeradviezen

Het Radboudumc, ‘Moeders van Morgen’ Lareb en Maastricht UMC+ hebben het platform ‘Melinda’ geïntroduceerd. Speciaal voor aanstaande moeders en zorgverleners die medicijnen voorschrijven. ‘Moeders van Morgen’ heeft op hun website al informatie staan rondom medicatie bij zwangerschap. ,,Wat nieuw is, is dat we bij medicaties ook doseeradviezen geven.”

De drie organisaties willen informatie over het gebruik van medicijnen tijdens de zwangerschap delen. Directeur Agnes Kant van Bijwerkingencentrum Lareb legt uit dat er langer behoefte is aan deze informatie. ,,Er werd veel gezocht naar medicijngebruik voor aanstaande moeders op onze website. Ook hadden zorgverleners er vraag naar.” De informatie is gebaseerd op onderzoeken uitgevoerd door het Radboudumc en Maastricht UMC+. Zo kan er door een placentaonderzoek worden vastgesteld in welke mate een medicijn bij het ongeboren kind terechtkomt. Daarnaast kunnen ‘virtuele zwangere modellen’ helpen bij het bepalen van doseringen tijdens de zwangerschap.

Speciaal platform

Op het platform ‘Melinda’ wordt er niet alleen algemene informatie van medicijngebruik bij zwangerschap gedeeld. ,,Wat nieuw is, is dat we bij medicaties ook doseeradviezen geven. Er zijn veel vrouwen die tijdens de zwangerschap medicijnen moeten of willen gebruiken. Dan kun je nagaan dat er behoefte is aan informatie over de vraag of dat wel of niet veilig is”, aldus Kant.

Volgens Pauline Dekhuijzen, wetenschapsvoorlichter van het Radboudumc, is er tegenwoordig nog weinig wetenschappelijke informatie bekend over medicatie bij zwangere vrouwen. ,,Het is belangrijk dat vrouwen de juiste dosering van een medicijn krijgen, omdat dit leidt tot de meest optimale behandeling.” Er wordt verwacht dat in de loop van 2024, meer doseeradviezen over veelgebruikte medicijnen volgen.

Zorgverleners

Op het nieuwe platform wordt er ook meer informatie gedeeld met zorgverleners. Volgens Kant vormen de doseeradviezen nieuwe kennis voor zorgverleners. ,,Zorgverleners kunnen niet alles weten. Als zij iets voorschrijven, moeten zij ergens informatie vandaan halen. Omdat er natuurlijk veel geneesmiddelen zijn. Het is dan ook heel goed als zij iets kunnen raadplegen. Zoals het voorschrijven van een lagere of hogere dosis aan een zwangere vrouw.” Een verkeerde dosering kan namelijk mogelijke negatieve effecten hebben op de gezondheid van het ongeboren kind. Dekhuijzen benadrukt dat dit niet betekent dat de geneesmiddelen die nu worden gebruikt onveilig zijn. ,,Waar het om gaat is dat, waar nodig de dosis wordt geoptimaliseerd.”

De initiatiefnemers proberen zoveel mogelijk aandacht te brengen aan dit onderwerp. Zo heeft Lareb folders liggen bij verloskundigen. ,,Hoe meer bekendheid, hoe meer mensen er gebruik van kunnen maken”, aldus Kant. De drie organisaties hopen dat dit speciale platform een internationale informatiebron wordt voor zorgverleners en zwangere vrouwen.

Uitgelichte foto: ANP/Koen van Weel

Studentenflat wordt gesloopt; herinnering tegen de grond

Studenten van de Sint Josephstraat in Tilburg schrokken zich een ongeluk toen ze een mail van hun woningcorporatie kregen. Wonenbreburg kondigde in een beknopt bericht aan dat de bewoners binnen nu en jaar te horen krijgen wanneer hun flat gesloopt gaat worden. Eenenzeventig jaar aan herinnering tegen de grond. In de plaats daarvan komt er nieuwbouw.

Een walm van sigaretten en bier komt je tegemoet wanneer je de derde verdieping van de studentenflat aan de Sint Josephstraat binnentreed. Voor vele studenten betekent deze geur thuiskomen. Het is donderdag, huisavond. De woonkamer zit vol en er wordt voluit gekletst. Dit is het favoriete moment van nestor Bas.

Bas

Bas Gadella (24) kwam als eerste in het huis en is ook de oudste van de groep. “Toen ik op kamers ging kwam ik eerst ergens terecht waar ik me niet helemaal thuis voelde maar toen ik hospiteerde bij Huize T’ Lustoord voelde ik meteen een klik. We zijn altijd al een hecht huis geweest, maar ik merk sinds het slechte nieuws dat we steeds meer naar elkaar toe trekken. Eerst leefden we wat meer langs elkaar heen. Nu zien we elkaar eigenlijk wel elke avond in de woonkamer en spreken we daar de dag door. De ernst van de sloop zit hem voor mij ook niet zo zeer in de sloop van het gebouw maar meer in de angst voor het verdwijnen van tradities en herinneringen. We hebben hier zoveel vaste activiteiten; huisdag, trap zuipen, tour de chambre en nog zo veel meer. Wij hebben al deze dingen dan weer geleerd van onze voorgangers en zij weer van die van hen. Ik ga zelf waarschijnlijk samenwonen na de zomer maar Anne, onze nieuwste huisgenoot, was hier graag nog een paar jaar gebleven. Ze had onze tradities kunnen doorgeven aan de nieuwe generatie.” 

Anne

Anne (21) woont net een jaar in de Sint Josephstraat en moet straks alweer verhuizen. “Onzekerheid, dat is wat ik nu vooral voel. Het kan nog een half jaar zijn maar het kan ook nog twee jaar duren tot de sloop van start gaat. Ik zit nog in het begin van mijn studie, wat betekent dat ik hier eigenlijk nog wel een paar jaar zou willen blijven. Nu is het plezier van hier wonen overgenomen door onzekerheid. Kijk, het komt niet als een complete shock. We hadden in de wandelgangen al wel het een en ander voorbij horen komen. Oude huisgenoten waarschuwden ons al voor de sloop, maar vertelden ook dat het nog heel lang zou duren. Dat het zo snel al officieel zou zijn had denk ik niemand verwacht.”

Imme

Ook voor huisgenoot Imme (19) kwam de sloop niet volledig onverwachts .“We hebben enkel glas, alle afzuigkappen in het gebouw zijn defect, de thermostaat is kapot en de lichten staan dag en nacht aan. Dit gebouw opknappen zou natuurlijk een helse en dure klus zijn, dus ik snap dat het plat gaat maar dat maakt het niet minder pijnlijk. Als ik zo terug kijk waren er ook wel stiekeme hints naar de sloop. We kregen bijvoorbeeld een paar weken geleden van Wonenbreburg de mogelijkheid om ons hele gebouw een grote schoonmaak te geven. ‘Alle kapstokken van de muren en de rommelhokken leeg’ klonk de opdracht die we van ze meekregen. Er was zelfs een grote container gehuurd en voor de deur geplaatst. Één dag na de schoonmaak ontvingen wij de mail. We waren dus eigenlijk gewoon zelf alvast begonnen aan de voorbereidingen van de sloop van het gebouw (het leeghalen). Dit voelde best krom.”

De drie huisgenoten, maar vooral vrienden, slaan nog even een arm om elkaar heen. Want een ding weten ze zeker: Sint Josephstraat 65 gaan zij, net als de rest van Tilburg, nooit vergeten.

Ronnie Flex brengt ‘Kees Closed’ uit met sneer naar Top Notch-eigenaar Kees de Koning

0

Afgelopen weekend liet de Nederlandse rapper Ronnie Flex via Threads weten dat hij nog geld krijgt van zijn ex-platenlabel Top Notch. Volgens de rapper, Ronell Langston Plasschaert, zou hij maar acht procent hebben ontvangen van alle streaminginkomsten. Om zijn punt te benadrukken bracht hij dit weekend de disstrack ‘Kees Closed’ uit.

Het gaat om een slechte deal die Flex in 2012 tekende bij het Nederlandse platenlabel Top Notch. Ook is Flex van mening dat Top Notch misbruik heeft gemaakt van Flex’ onwetendheid. Flex was dit weekend te gast bij Humberto en deed hier zijn verhaal. De afgesproken acht procent bleek minder te zijn. “Er bleef acht procent voor mij over, maar ik moest voor heel veel dingen zelf voor de kosten opdraaien. Dus waar het op neerkomt, is dat ik al die jaren niet echt geld heb verdiend aan mijn muziek, bijna niks eigenlijk”.

Kees Closed

Op 22 maart bracht Flex het nummer ‘Kees Closed’ uit. Dit is een verwijzing naar de Top Notch oprichter Kees de Koning. Met teksten als “Dus nu gaan we heel die label laten vallen. Vieze spekker weet niet eens hoe die moet delen met z’n alle. Geef me die getallen, hoeveel euro’s stelen jullie van me? Ik ben meer dan tien jaar lang gebeten door die slangen” laat Flex zijn mening horen.

Rechtszaak

Eerder heeft Flex Top Notch en oprichter Kees de Koning voor de rechter gesleept. Dit gebeurde toen Flex de conclusie trok dat hij te weinig verdiende met zijn muziek. Flex was mening dat hij in de afgelopen 8 jaar niets heeft verdiend voor zijn harde werken. Echter verloor Flex deze rechtszaak. Volgens de rechter stonden de afspraken duidelijk in het contract.

Extinction Rebellion rouwt om Maas

Extinction Rebellion, de activistische beweging die zicht inzet tegen klimaatverandering, protesteerde in het Limburgse Roermond. Dit keer zetten ze zich in tegen de vervuiling van de Maas. Ze liepen eerst een rouwstoet, waarin ze rouwden om het leven in de rivier en de volksgezondheid. Hierna protesteerden ze bij Waterschap Limburg, waarna ze ook met hen in gesprek gingen.

TU Delft ten einde raad na afkeuring vrouwenquotum

0

TU Delft zit met de handen in het haar over het afgekeurde vrouwenquotum. Volgens Joris Melkert, luchtvaartdeskundige van TU Delft, was er geen andere optie om meer meiden aan te trekken. Eerst wil TU Delft met de demissionair minister van onderwijs, cultuur en wetenschap in gesprek, maar pas het volgende kabinet zou de regelgeving rondom het voortrekken van vrouwen kunnen veranderen. Dit kan volgens Joris Melkert nog jaren duren.

“Werk je met een minderheid, dan heeft die er altijd last van dat ze een minderheid is.” Zo schetst Melker de situatie van het aantal meiden op technische opleidingen vergeleken met jongens. Van de vooraanmeldingen van TU Delft is 23% vrouw. Het internationale streefgetal van vrouwen in de technische sector is 30%. Wel weet ze dat eerdere maatregelen niet voldoende zijn om het internationale doel te behalen. “Je kunt denken aan rolmodellen voor nieuwe studentes, maar die hebben we al. Het levert niets extra op.”

Volgens een studente van TU Delft, Lana van Duin zou het helpen om het stereotype ‘dit is een jongensding’ van technische opleidingen af te halen. “Dat maakt het aantrekkelijker om ergens te komen werken of studeren.” 

Van Duin merkt op dat er veel interactie is tussen jongens en meiden op school. Toch is ze blij dat ze niet het enige meisje is. “Vandaag kwamen de jongens bijvoorbeeld niet opdagen bij het groepsproject en ze hebben ook niet aangegeven waarom. Dat is niet altijd zo, maar mannen communiceren vaak toch even wat anders.” 

Het is in Nederland verplicht om vrouwen in technische beroepen voor te trekken, mits ze geschikt zijn. Melkert vindt het bizar dat het juist verboden is om hetzelfde te doen op een technische school. “Hoe kunnen we geschikte kandidaten leveren voor die banen als er nog zo weinig vrouwen op scholen zijn?”

Lassen tijdens Girls Day, een dag waarop meiden kennismaken met de technische sector. ANP JEROEN JUMELET

Experts sceptisch over de Zuid-Hollandse plannen voor woningbouw

De plannen die provincie Zuid-Holland gesteld heeft omtrent woningbouw, zijn niet realistisch. Het plan was om voor 2032 zo’n 265.000 woningen te bouwen, verspreid over de hele provincie. Dit is tot stand gekomen nadat 98% van de 3000 plannen om woningen te bouwen zijn goedgekeurd. Experts noemen de plannen echter onrealistisch. 

Volgens Peter Boelhouwer, hoogleraar huisvestigingssystemen, is het in de praktijk heel erg moeilijk om dit te realiseren. Hij kijkt hierbij naar een onderzoek wat hij met Cobouw heeft gedaan. Hieruit blijkt dat enkel elf van de 35 regio’s hun woondoelen haalt. “Met name in Zuid-Holland is het percentage laag, slechts rond de 60% van de plannen wordt daar gerealiseerd.” Hierbij is gekeken naar de plannen voor 2023 en de uiteindelijk gebouwde huizen volgens het CBS. Ook denkt hij dat dit percentage de komende jaren niet zal gaan stijgen. Dat heeft te maken met het vallen van steeds meer bouwvergunningen. “Hierdoor kun je verwachten dat de komende twee jaar het percentage nog lager gaat worden. Die planningen om het af te krijgen gaan we dan niet in die termijn halen.”  

Grondprobleem

 
Een ander probleem wat zich zal gaan voordoen heeft te maken met de grond. Volgens Jan van der Doelen, expert in de woningbouw, zal daar nog veel bezwaar over komen. Hij trekt in twijfel of we wel genoeg grond hebben. De grond is namelijk verdeeld over verschillende groepen (bijvoorbeeld: de overheid, particulieren, bedrijven). Er moet dus eerst geregeld worden dat er op die grond gebouwd mag worden, zonder dat zij bezwaar tekenen. “Zuid-Holland is natuurlijk best dichtbevolkt, dus er zullen veel mensen zijn die het er niet mee eens zijn”, stelt Van der Doelen. Dit is volgens Boelhouwer ook de reden dat veel van de 3000 bestemmingsplannen af zullen gaan vallen. “Je kunt de plek wel hebben, maar je moet het nog maar georganiseerd zien te krijgen”, vertelt Boelhouwer.  

Betaalbaarheid

Ook zullen er nog plannen uitvallen omdat het financieel niet haalbaar is. Boelhouwer vertelt dat de bouwkosten en kapitaalmarktrente de laatste paar jaar fors zijn gestegen, waardoor de bouw automatisch ook duurder wordt. “We willen ook steeds meer met duurzame materialen bouwen, wat het ook nog eens duurder maakt.” 

Nog niet genoeg

De plannen zullen volgens Van der Doelen niet genoeg zijn om de woningcrisis tegen te gaan. Het is niet bekend hoeveel er in Zuid-Holland gebouwd moet worden, maar hij stelt dat er voor 2030 een miljoen huizen gebouwd moeten worden in Nederland. “Vandaag de dag komen we zo’n 400.000 huizen te kort, maar de behoefte wordt als maar groter”, legt hij uit. 

Kritiek op de bouw

Minister voor Volkshuisvestiging en Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge heeft eerder al kritiek losgelaten op de woningbouw in Zuid-Holland. In een debat vertelde hij met alle provincies goede afspraken kan maken, behalve met Zuid-Holland. Daarnaast heeft hij een brief naar de Gedeputeerde Staten geschreven waarin hij eist dat de provincie zich aan de voorwaarden gaat houden. Als dat voor eind april niet zou gebeuren, zal de minister overwegen in te grijpen. 

Foto: ANP/ Jeffrey Groeneweg

Vereniging Eigen Huis vraagt aandacht voor woningnood starters

Vereniging Eigen Huis heeft aandacht gevraagd in de tweede kamer over de situatie van starters in de woningmarkt in de Tweede Kamer. De vereniging pleit dat de overheid ieder jaar 10.000 betaalbare woningen moet bouwen. Bij de presentatie van de vereniging waren partijleden van alle formerende partijen. Na de presentatie was er een debat met de Commissie van Binnenlandse Zaken over woonvoorziening met demissionair woonminister Hugo de Jonge.