Ey! Daily is het publicatieplatform van de studenten van Fontys Journalistiek Tilburg. Hier leren en publiceren we.
Alle content werd geproduceerd binnen een onderwijscontext. Het is een leeromgeving, wat betekent dat deze redacteuren behalve mooie dingen, ook fouten mogen en zullen maken. Meer weten? Stuur je vragen naar eydaily@fontys.nl.
Ey! Daily is het publicatieplatform van de studenten van Fontys Journalistiek Tilburg. Hier leren en publiceren we.
Alle content werd geproduceerd binnen een onderwijscontext. Het is een leeromgeving, wat betekent dat deze redacteuren behalve mooie dingen, ook fouten mogen en zullen maken. Meer weten? Stuur je vragen naar eydaily@fontys.nl.
De komende weken wordt er extra aandacht besteed aan geweld tegen vrouwen en meisjes. Gemiddeld wordt er elke acht dagen in Nederland een vrouw om het leven gebracht, dat meldt ANP. Orange The World is een campagne gestart om meer bewustwording te creëren.
Wat is Orange the World?
Orange the World is een wereldwijde campagne die begint op De Internationale Dag tegen Geweld tegen Vrouwen, en eindigt op de Internationale Mensenrechten Dag. Gedurende deze periode worden er verschillende dingen georganiseerd om meer aandacht te vragen voor het geweld tegen vrouwen.
Zo wordt er bijvoorbeeld in Almere, Amersfoort, Rotterdam, Deventer en Bussum de film Het ligt aan mij afgespeeld.
In Rotterdam wordt er bekend gemaakt welke kunstenaar een monument over femicide mag maken. Dat beeld wordt dan een eerbetoon aan de 16-jarige Hümeyra, een meisje die in 2018 werd omgebracht door haar ex-partner en stalker.
De komende weken worden er door heel Nederland gebouwen oranje verlicht, dat doen ze om aandacht te vragen voor de campagne. Onder andere zoals het monument voor de anticonceptiepil, Academiegebouw en Hoofdkantoor van Gasuni in Groningen, de Sassenpoort in Zwolle en Hotel de Wereld in Wageningen zullen in het oranje stralen. Op de site van Orange the World kan je precies zien welke gebouwen nog meer verlicht worden.
Nu vraag je je misschien af, waarom oranje? De kleur oranje is van de zonsopgang en staat symbool voor de dageraad van een nieuwe dag. Een nieuwe wereld waarin geen geweld tegen vrouwen of meisjes bestaat.
Eigen bijdrage: #medestander pledge
Via de site van Orange the World kan je ook de #medestander pledge ondertekenen. Als je de pledge ondertekent geef je aan dat jij je wilt inzetten om geweld tegen vrouwen en meisjes te bestrijden.
Het grootste deel van de daders van geweld tegen vrouwen is man, maar het overgrote deel van de mannen is geen dader. Ze richten zich daarom ook op mannen, om hen te betrekken bij de oplossing.
Doel
Het doel van de campagne is dat er bewustwording gecreëerd wordt rondom geweld tegen vrouwen in Nederland maar ook wereldwijd, dit zegt Simone, stagiaire bij UN Woman NL. Dit doen ze doormiddel van campagnematerialen en medepartners. Ze willen iedereen met deze campagne bereiken, en zo vrouwen als mannen bewust te maken van de signalen en gevolgen van vrouwengeweld en femicide.
Orange Trust Fund
Een groot deel van de campagne is ook gericht op het steunen van het goede doel, ze hebben een Orange Trust Fund. Dit fonds helpt vrouwen wereldwijd met de gevolgen van vrouwengeweld door bijvoorbeeld medische hulp, trainingen en opvanghuizen te financieren. Op de site van Orange the World kan je doneren.
Samenwonen met je studiegenoot in een historisch gebouw in hartje Tilburg. Het Friends Apartments-concept van het Ketelhuis kwam met dit idee. Een innovatieve manier om bij te dragen aan het oplossen van het woningtekort voor studenten. Maar het Bouwbesluit steekt hier een stokje voor.
Historie
Vorig jaar is de bouw van het Ketelhuis begonnen. De oplevering van het eerste deel van het Ketelhuis start over twee weken. 14 studio’s in het eerste blok en 48 appartementen in het ‘huis’. Het gebouw op de Spoorzone is geïnspireerd op de werkplaats van de NS in 1947. Het Ketelhuis was de energiebron voor de Centrale Werkplaats van de Staatsspoorwegen. Na de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw gebruikt om kolen te stoken. Hiermee werden gebouwen opgewarmd. Op basis van deze geschiedenis werd de architectuur voor de nieuwbouw ontworpen. Volgens het Ketelhuis blijf je de oude warmtebron van de Spoorzone voelen.
Bouwbesluit
Door de tweede slaapkamer in het appartement is er minder ruimte over voor de keuken. Daardoor komt er geen daglicht in de keuken van het appartement. In het Bouwbesluit staat dat een keuken zonder daglichttoetreding niet is toegestaan. Op basis daarvan zal een gemeente dus nooit een omgevingsvergunning voor het concept af mogen geven.
Hulp bij woningtekort
Een hypotheek op je eigen naam, maar de maandlasten delen met je studiegenoot. Dat was het idee van het Ketelhuis. Een kleine bijdrage aan het oplossen van het woningtekort, want hier hebben namelijk veel studenten, en al helemaal studenten van studentenstad Tilburg, last van. In 2019 kwamen zo’n 600 studenten niet aan een woning in Tilburg, meldde IndeBuurt destijds. En met de stijging van de krapte op de woningmarkt is dit cijfer alleen maar aan het stijgen. Het Friends concept zou een klein beetje hulp bieden bij deze woningcrisis.
Mooi idee, uitvoering iets minder
Michel Klinkenberg, makelaar van het gebouw (Naber Garantiemakelaars), vindt dit erg jammer. “Het was een mooi idee. We hebben gewoon de huizenmarkt gepolst en kwamen tot de conclusie dat studenten dringend opzoek zijn naar woningen. Zo’n appartement is in je eentje vrij prijzig, maar als je de maandlasten kunt delen en toch allebei de hypotheek op je naam hebt. Helaas”.
Gelukkig voor de geïnteresseerde studenten werd er op tijd gemeld dat dit plan niet door zou gaan.
Donderdag 28 november om 20:00 uur vindt het Meraki Film Festival plaats in Theater Nieuwe Vorst in Tilburg. Vier korte films met thema’s als mentale gezondheid en klimaatproblematiek staan centraal in deze avond vol inspiratie en discussie. Oprichters Robin Dee Turner en Iza Omlo vertellen hier meer over.
Van een filmclub naar een filmfestival. “We begonnen in september als een kleine filmclub bij mij thuis. Eerst keken we films en bespraken die, later gaven we elkaar zelfs presentaties. Wij zagen mogelijkheden om het groter aan te pakken. In Tilburg ontbrak een plek waar beginnende filmmakers en filmliefhebbers samen konden komen, dus besloten we die zelf te creëren.” vertelt Robin.
De groep groeide en begon filmavonden te organiseren via een samenwerking met Fenix, een vrouwen-emancipatiecentrum die zij als locatie mochten gebruiken. Fenix is een centrum dat staat voor gelijken rechten, behandeling, kansen en vrijheid.
Door de overstap naar Theater Nieuwe Vorst bood hun meer mogelijkheden om andere filmmakers uit te nodigen. “Onderwerpen zoals mentale gezondheid en klimaatproblematiek verdienen meer aandacht, vooral bij deze generatie,” zeggen beide Robin en Iza.
Een mix van films en discussie. Naast het kijken van films, is interactie met het publiek aan het einde een belangrijk doel. Eén van de films is een documentaire van Iza. Ze vertelt hoe een ontmoeting in Den Haag het idee voor haar film inspireerde: “Mijn film gaat over een vader die vertelt over de klimaatstress van zijn zoon en hoe dit hun familie heeft beïnvloed. Ik vond het belangrijk om deze film te maken, omdat klimaatstress iets is waar steeds meer jongeren mee kampen. Het is een onderwerp dat nog niet genoeg besproken wordt, maar dat steeds meer impact heeft. Ik hoop dat mijn film een gesprek op gang brengt.”
Een creatieve gemeenschap opbouwen. Dankzij de samenwerking met Krakers, een initiatief binnen het theater, werd het mogelijk om dit evenement te organiseren. De toekomst hiervan is onzeker vanwege het gebrek aan subsidies, maar Meraki-team blijft ambitieus. “We willen een veilige en creatieve omgeving blijven bieden waar mensen hun zorgen en ideeën kunnen delen,” benadrukt Robin. “Het mooie aan film is dat je echt een inkijk krijgt in iemand anders’ wereld.”
Hoe het ook zal eindigen met Meraki en de Nieuwe Vorst, er staat eerst een mooie avond op de planning.
Het aantal hiv-diagnoses in Nederland is voor het eerst in 15 jaar gestegen, In 2023 zijn er 424 nieuwe geregistreerde gevallen maar door administratieve achterstanden kan dit aantal oplopen tot bijna 500. In 2022 waren er 461 aantal nieuwe besmettingen met hiv. Vooral jonge mannen die seks hebben met mannen blijken een risicogroep te vormen. “Veel van deze mannen weten niet dat ze met PrEP (een preventieve hiv-medicatie) hun risico op hiv aanzienlijk kunnen verkleinen, of zijn niet op de hoogte dat ze in aanmerking komen voor deze behandeling,” zegt de woordvoerder van het AIDS fonds.
Randstad loopt voor op de rest
PrEP is bewezen effectief, maar de kennis over en het gebruik ervan laat te wensen over. “Daarnaast gebruiken sommigen die wel PrEP hebben, deze medicatie niet op de juiste manier, wat de effectiviteit ervan ondermijnt.” Vooral buiten de Randstad is er behoefte aan betere communicatie rondom PrEP. “Er is meer gerichte en toegankelijke informatie nodig buiten de randstad, inclusief hoe en waar het verkrijgbaar is en hoe je het correct gebruikt,” benadrukt de woordvoerder. Tegelijkertijd is het belangrijk om ook buiten de Randstad genoeg aandacht te geven aan seksuele gezondheidsvoorlichting, waar deze soms minder toegankelijk is dan in de Randstad.
Minder condoomgebruik, meer soa’s
Naast het gebrekkige gebruik van PrEP speelt ook de afname van condoomgebruik een belangrijke rol. Dit leidt niet alleen tot een stijging van hiv, maar ook tot een toename van andere soa’s zoals gonorroe. “Gonorroe komt steeds vaker voor, en het is niet verrassend dat hiv-infecties dan ook toenemen. Dit onderstreept het belang van een brede aanpak van seksuele gezondheid, inclusief hiv-preventie.”
UNAIDS waarschuwt voor wereldwijde ongelijkheid
Wereldwijd blijft de strijd tegen hiv en aids ongelijk verlopen. In 2024 raakten 1,3 miljoen mensen besmet met hiv, het laagste aantal sinds de piek eind jaren 80. Het aantal aids-gerelateerde sterfgevallen daalde eveneens, tot 630.000, een forse afname vergeleken met de 2,1 miljoen in 2004. Toch hebben nog steeds 9,3 miljoen van de bijna 40 miljoen mensen met hiv geen toegang tot levensreddende behandelingen.
Slechts 15% van de mensen die baat zouden hebben bij preventieve middelen zoals PrEP, ontvangt deze daadwerkelijk.
Het OM eist 30 jaar gevangenisstraf en TBS met dwangverpleging tegen John S. voor het plegen van drie moorden in Vlissingen en Alblasserdam.
De 40-jarige man uit Oud-Alblas vermoorden in 2022 drie mensen en twee andere raakte zwaargewond. Johan Quist (60) werd in Vlissingen vermoord, twee dagen later schoot hij op een zorgboerderij in Alblasserdam de 34-jarige Nathalie en 16-jarige Ann-Sofie dood. Fleur (20) en Roan (13) raakte zwaargewond bij de beschietingen op de zorgboerderij.
Eerder werd door de rechtbank van Rotterdam levenslang opgelegd, het OM eiste 30 jaar cel met dwangverpleging maar daar ging de rechtbank niet in mee. Het OM ging uit onvrede in hoger beroep en eiste vandaag dezelfde straf als op 15 november. “Als iemand geestelijk ziek is dan moet je die gaan behandelen, als je ziek bent ga je naar het ziekenhuis. In dit geval gaat het om geestelijk ziek zijn, dan moet je ook geholpen worden”, geeft Jan-Jesse Lieftink aan, Advocaat bij Bureau TBS Advocaten.
De advocaat van S. Lucy Oldenburg, gaf aan dat een levenslange gevangenisstraf “niet passend en geboden is”. “Voor u zit een gemankeerd man, een gevangenisstraf zou ongewenste risico’s met zich meebrengen en ongepast zijn.”
De rechtbank die eerder levenslang eiste betwijfeld of TBS na 28 jaar nog zin heeft, met een levenslange gevangenisstraf wordt er na 25 door het Pieter Baan Centrum getoetst of iemand terug kan keren in de maatschappij. Lieftink: “een lange gevangenisstraf staat haaks op wat ze bij een Tbs-kliniek willen bewerkstelligen, TBS is er niet voor bedoeld om iemand zo lang mogelijk vast te houden.”
De uitspraak in de zaak volgt op 17 december, daar hoort S. van het hoger gerechtshof wat zijn straf is.
Bij Tilburg University zullen waarschijnlijk opleidingen, docenten en studenten verdwijnen door de komende bezuinigingen van het kabinet op het onderwijs. Hier is al een aantal maanden luid protest over, maar universiteiten bereiden zich wel alvast voor. Woordvoerder Janneke Iven van de universiteit in Tilburg laat mogelijke gevolgen weten.
Het kabinet wil miljarden bezuinigen op het hoger onderwijs. Dat werd een paar maanden geleden bekend. Sindsdien is er veel protest geweest door studenten en docenten om die bezuinigen te stoppen. Wel wordt hier al op voorbereid door de universiteiten. Een aantal van hen hebben al laten weten dat ze bepaalde opleidingen zullen moeten schrappen. Tilburg University zal zich bij deze groep voegen.
Tilburg University
Woordvoerder Janneke Iven van Tilburg University heeft laten weten dat ze nog bezig zijn met hoe dit er concreet uit gaat zien. Ze zegt: “Wij zijn nog aan het uitwerken wat de bezuinigingen concreet betekenen voor het onderwijsaanbod. Het is nog onduidelijk in welke omvang dit gaat gebeuren.”
Iven voegt hier aan toe dat: “De kans is groot dat er Engelstalige opleidingen moeten verdwijnen.” Dit heeft ook consequenties voor een aantal Nederlandstalige opleidingen, omdat er een kleiner onderwijsaanbod komt. Wat ook effect zal hebben is de uitstroom van buitenlandse studenten en docenten. Deze brengen een hele hoop kennis en ervaring met zich mee, die nu verloren zal gaan.
Barrage, Evo, Eruption, Heaven Jewels en de ouderwetse fonteinen. F1-vuurwerk of in de volksmond weleens ‘kindervuurwerk’ genoemd. Na onderzoek van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) blijkt dit vuurwerk nog te vaak onveilig te zijn. 65 procent van het geteste vuurwerk is afgekeurd voor de legale handel in Nederland. Waarom is dit vuurwerk afgekeurd en waar moeten we op letten bij het afsteken?
De inspectie van de ILT was met name gericht dus op het bovenstaand genoemde vuurwerk. 65 procent hiervan werd dus afgekeurd vanwege mankementen. Dit is behoorlijk meer dan voorgaande jaren. In 2020 werd er twintig procent afgekeurd en in 2023 42,5 procent. Dit jaar was slechts zestien procent goedgekeurd voor de legale handel.
‘Een vertekend beeld’, noemt vuurwerkexpert en woordvoerder van Stichting HVLV Jeffrey Peters het. ‘Ze kiezen in Nederland maar een heel klein deel van het assortiment uit om te testen. Dit zijn de producten waarvan het ILT signaleert dat er mogelijk iets mis mee is. Van dit gedeelte word dan vervolgens 65 procent afgekeurd.’ In de werkelijkheid valt het dus volgens Peters wel mee hoeveel er afgekeurd wordt. ‘Als je het hebt over de volumes die daadwerkelijk van al het categorie 1-vuurwerk afgekeurd word, dan heb je het maar over ongeveer 0,03%.’
Het grootste mankement van categorie 1 vuurwerk is dat het te licht is. Het gevaar zit hem hier dan ook bij de wind die mogelijk het vuurwerk om kan laten vallen. Ook brandende deeltjes, crackling genoemd, is gevaarlijk. Deze mogen niet verder dan één meter wegschieten van het vuurwerk, maar bij veel varianten was dit wel het geval. Dit is een gevaar voor omstanders.
Voor het afsteken van vuurwerk heeft Peters 3 ‘gouden regels’. ‘Zorg ten eerste dat je altijd een vuurwerkbril op hebt. Ook als toeschouwer. Volg ook de gebruiksaanwijzing die op de verpakking staat. Dan kan er in principe niks fout gaan. En ten derde, zorg dat je je vuurwerk koopt bij een erkende handelaar. Hiermee weet je zeker dat je legaal vuurwerk afsteekt.’
Esmah Lahlah, Tweede Kamerlid en voormalig wethouder van Tilburg, zou haar politieke werkzaamheden verruilen voor een avond plaatjes draaien aan de draaitafel. Tijdens Night of the Profs, wat gisteravond plaatsvond, zou ze samen met DJ Ton Wilthagen haar favoriete tracks laten horen aan het publiek.
Night of the Profs is een feest georganiseerd door studentenfractie SAM van Tilburg University. Tijdens deze avond, gehouden in club Studio aan de Korte Heuvel, draaien hoogleraren hun favoriete dance tracks. De opbrengst van de ticketverkoop gaat naar het goede doel Save The Children.
Muziek met een betekenis
Onlangs vertelde Lahlah in het Tilburgse programma TilbuZz over haar uitnodiging voor Night of the Profs: “Samen met DJ Ton Wilthagen mag ik plaatjes gaan draaien, het is echt heel tof. Ik ben nu al bezig met mijn lijst”. Ook verklapt ze wat voor soort muziek de feestgangers konden verwachten tijdens haar DJ-set: “Waarschijnlijk allemaal liedjes met een betekenis en iets met de kracht van vrouwen.”
Waarom Esmah Lahlah?
Volgens Bob Musters, bestuurslid van SAM, was de keuze voor Lahlah een logische stap: “Ze is alumnus van Tilburg University en heeft haar steentje bijgedragen aan de Tilburg Law School faculteit. Ton Wilthagen, werkzaam bij Tilburg Law School, kende haar al en dacht dat ze wel geïnteresseerd zou zijn. Ze was meteen enthousiast en komt dus draaien bij Night of the Profs.”
Onverwachte wending
Tijdens de avond waren veel studenten enthousiast dat Lahlah de special guest van het feest zou zijn. Ze hadden niet verwacht dat een Tweede Kamerlid zou komen draaien, en waren vooral benieuwd welke liedjes ze zou draaien. Helaas verliep de avond niet zoals gepland, tot teleurstelling van het publiek: na middernacht kwam het bericht dat Lahlah tóch niet aanwezig zou zijn. De reden? Het debat over de onderwijsbegroting in de Tweede Kamer liep uit. Ze ruilde deze avond de Tweede Kamer dus toch niet in voor de DJ-set.
Lekker met de geiten en schapen in de buitenlucht werken, dat is hoe Annemijn haar stage voor zich zag. Als student dierverzorging begon ze vol enthousiasme aan haar stage bij een kinderboerderij. Op haar stageplek werd ze echter geconfronteerd met de harde realiteit dat er via de achterdeur dieren verdwijnen naar slacht. “Ik zag met eigen ogen hoe een kalfje hardhandig werd meegenomen”, vertelt ze. Politici en dierenwelzijnsorganisaties willen daarom een eind maken aan fokken op kinderboerderijen.
Het idyllische beeld van een kinderboerderij dat Annemijn voor zich zag, is iets waar de meeste mensen wel bekend mee zijn: vrolijke dieren in de wei en lachende kinderen. Als er in het voorjaar dan ook nog jónge diertjes zijn te bewonderen, is de pret compleet. Wat de meeste bezoekers zich niet realiseren is dat dezelfde jonge diertjes aan het eind van het jaar via de achterdeur weer verdwijnen. De fokprogramma’s op kinderboerderijen leiden vaak tot een overschot aan dieren. Een goedkope en snelle manier om dit op te lossen is om de dieren die te veel zijn te verkopen of naar de slacht te brengen. Er gaan veel beweringen rond omtrent dit onderwerp, maar kloppen deze wel? Op het internet zijn er nauwelijks gegevens beschikbaar over het aantal dieren dat vanuit kinderboerderijen naar de slacht gaat, maar door informatie van verschillende bronnen te combineren vallen de puzzelstukjes op zijn plek.
Genormaliseerd in de dierenbranche Iemand die dit van dichtbij heeft gezien is Annemijn. Omdat ze nog altijd actief is binnen de dierenbranche, noemen we haar niet bij echte naam. “Bij de kinderboerderij waar ik stage liep, werd er ieder jaar met alle geiten en schapen gefokt dat zijn zo’n acht schapen en zes geiten. Soms kregen de dieren ook nog een meerling, dus dat waren een hoop jonge dieren die er jaarlijks geboren werden.” Volgens Annemijn duurde het niet lang voordat ze erachter kwam dat de meeste van deze jonge dieren via de achterdeur verdwenen. “Toen ik begon met mijn stage zaten er vier jonge dwerggeiten allemaal in een aparte stal. Dit vond ik al een beetje raar, maar op een gegeven moment waren deze dieren ook verdwenen. Via via werd mij verteld dat ze waren verkocht aan een handelaar en dat ze waarschijnlijk bij de slacht zouden eindigen”, aldus Annemijn. Dit was niet de enige keer dat Annemijn getuige was van dergelijke praktijken. “Ik heb ook één keer gezien dat er een dier aan een handelaar werd verkocht. Het kalfje was pas een paar dagen oud toen het naar de kinderboerderij kwam. Na ongeveer zes maanden begon het kalf te puberen en werd het een beetje lastig in de ogen van de dierverzorgers. Toen heb ik met eigen ogen gezien dat er een man kwam die briefgeld overhandigde aan de hoofdverzorger en het kalf vervolgens hardhandig meenam.” Op de kinderboerderij werd volgens Annemijn niet gesproken over het lot van de dieren. “Je hoort alleen van horen zeggen wat er achteraf met de dieren is gebeurd”, vertelt ze. Toch zijn verhalen zoals die van Annemijn niet uitzonderlijk binnen de dierenbranche. “Ik heb vergelijkbare verhalen gehoord van medestudenten die het ook op hun stages hebben meegemaakt. Ik heb er met docenten over gesproken, maar die waren heel nonchalant over deze misstanden. Het is gewoon zo genormaliseerd in de dierenbranche.”
Ruimte voor alle dieren Bij Myra van der Velde, raadslid van de Partij voor de Dieren in Culemborg, is deze situatie ook bekend. De alarmbellen gingen af bij hun fractie toen zij een artikel in het AD voorbij zagen komen waarin een kinderboerderij in hun gemeente openlijk toegaf dat dieren bij een overschot soms naar de slacht gaan. “Veel mensen zijn zich er niet van bewust, maar er schuilt enorm veel dierenleed achter kinderboerderijen waar dieren gefokt worden,” aldus van der Velde. Het slachten van dieren zou volgens haar de snelste en goedkoopste manier zijn voor kinderboerderijen om van hun overtollige dieren af te komen. In reactie op deze openbaring diende Van der Velde de motie ‘Ruimte voor alle dieren op de kinderboerderij’ in bij de gemeenteraad. Deze motie roept op tot het verbeteren van het dierenwelzijn op kinderboerderijen en is gebaseerd op de uitgangspunten van het Comité Dierennoodhulp; een stichting die actievoert om dieren in nood, of die in nood dreigen te komen, te helpen. De motie heeft nog geen kans op succes kunnen hebben door afwijzing van de gemeente.
Fokken, fokken en nog meer fokken Het Comité Dierennoodhulp is een onafhankelijke stichting die zich inzet om kinderboerderijen diervriendelijker te maken en de misstanden rond de fokprogramma’s onder de aandacht te brengen. “Wat er in het najaar met die dieren gebeurt, daar staan mensen niet bij stil”, vertelt Sandra van de Werd, initiatiefnemer van de stichting. “Veel dieren op kinderboerderijen krijgen niet de kans om oud worden, omdat ze via handelaren naar de slacht worden gebracht.” Comité Dierennoodhulp wil kinderboerderijen motiveren om diervriendelijker te worden, daarom heeft de stichting het keurmerk ‘diervriendelijke kinderboerderij opgericht’. Om dit keurmerk als kinderboerderij te verdienen moeten er aan een aantal voorwaarden worden voldaan, met als een van de voornaamste eisen dat er niet gefokt wordt. Daarnaast organiseert de stichting elk jaar op 12 september Oudere Dierendag, een dag waarop aandacht wordt gevraagd voor het lot van oudere dieren.
“Het in stand houden van ’t oud-Hollandse geitenrassen wordt vaak als excuus gebruikt om het fokken te rechtvaardigen, maar meestal leidt fokken juist tot het onnodig slachten van dieren.” Stelt Van de Werd. In een rondvraag van de redactie hebben slechts twee van de vijfentwintig kinderboerderijen antwoord gegeven op vragen over hun fokprogramma’s. Het merendeel van de kinderboerderijen lijkt hierover geen openheid te willen geven… Een kinderboerderij die wel iets kon vertellen is de Parkhoeve in Breda. Zij zeggen niet te streven naar het keurmerk ‘Diervriendelijke Kinderboerderij’ en zien het fokken van dieren ook niet als dieronvriendelijk. Volgens haar zorgt het fokken er juist voor dat de dieren natuurlijk gedrag kunnen vertonen. “Het is in het belang van de schapen en geiten om één keer een jong krijgen en het is ook goed voor kinderen om te zien hoe kleine dieren geboren worden en opgroeien”, vertelt dierenverzorgster Stephanie Raming.
De kinderboerderij geeft aan dat ze met het fokken vooral hun bestand aan dieren op peil wil houden. “We hebben een jaarlijks fokschema waar we dieren mee fokken en dat zijn over het algemeen alleen de schapen en de geiten. Het kan voorkomen dat er sporadisch een keer een ei wordt uitgebroed, maar daar blijft het dan ook bij”, vertelt Pierre Pattijn, die verantwoordelijk is voor het dierenbeleid op de kinderboerderij. Toch komt het weleens voor dat er te veel dieren zijn Bij sprake van een overschot worden de dieren van Parkhoeve verkocht aan particulieren, zorgboerderijen, of woonzorgcentra. Zo legt Stephanie uit voor alle dieren een geschikte plek vinden. Raming benadrukt ook dat ze altijd zorgen dat de koper al een schaap of geit heeft, zodat de dieren met soortgenoten kunnen leven.
Honderden dieren via de achterdeur afgevoerd Door middel van de database van het RVO “Identificatie en Registratie dieren” (I&R dieren) is het mogelijk om te achterhalen waar de dieren van kinderboerderijen naartoe gaan als ze worden verkocht. Hierin moeten eigenaren van vee-dieren, zoals geiten, schapen, varkens en runderen, zichzelf en hun dieren laten registreren. De dieren krijgen dan een oormerk of chip met een uniek identificatienummer en worden door middel van een UBN (uniek bedrijfsnummer) gekoppeld aan hun eigenaar. Als een dier verkocht of verplaatst wordt ook de nieuwe eigenaar geregistreerd.
Op deze manier is het mogelijk om te achterhalen waar een dier vandaan komt en waar het terechtkomt. Zo registreert de database hoeveel dieren er door kinderboerderijen worden weggedaan en waar deze terechtkomen. Kinderboerderijen zijn echter niet als een aparte categorie uit de database te filteren waardoor de totaalcijfers daarvan niet bekend zijn bij de RVO. Of dit wel zou moeten is volgens het RVO een besluit van het ministerie van Landbouw en Visserij.
Om toch na te gaan of er echt kinderboerderijdieren naar de slacht gaan, hebben we 27 UBN’s verzameld van willekeurige kinderboerderijen in Nederland. Deze konden worden achterhaald door de adressen van kinderboerderijen in te voeren in de I&R dieren- app. Bij het RVO hebben wij vervolgens de data opgevraagd die bij deze UBN’s horen. Deze data bevestigen dat er dieren van kinderboerderijen wel degelijk naar de slacht gaan.
Vanuit 27 verschillende kinderboerderijen zijn er in totaal, in de jaren 2021, 2022 en 2023, 782 dieren afgevoerd. Het gaat hier om runderen, varkens, schapen en geiten. Voor de afvoer zijn er 3 opties: de slachterij, de veehouder en de verzamelplaats. De cijfers, die in het figuur hieronder staan weergegeven, laten zien dat een totaal van 106 dieren zeker naar de slacht zijn gegaan. Het RVO laat ook weten dat dit er waarschijnlijk een stuk meer zijn. Vanuit de verzamelplaatsen worden er namelijk ook vaak dieren naar de slacht gebracht, daardoor kan het aantal zelfs oplopen tot 205. De volgende figuren laten zien waar die dieren terecht zijn gekomen.
Fokken en slachten volgens de wet Moreel vinden we er allemaal wel wat van als knuffeldieren naar de slacht gaan, maar wat zegt de wet? Volgens de wet mogen de meeste dieren in Nederland gewoon geslacht worden, dus ook kinderboerderij geiten. Als het gaat om het ritueel slachten van dieren, dan mag dat zelfs zonder enige vorm van verdoving voor het dier. Zo lang een schaap of geit een geldig oormerk heeft, is het dier geschikt voor transport. En zolang het beestje gezond en schoon is mag het in principe gewoon geslacht worden.
Ook het fokken op kinderboerderijen mag in principe, maar volgens de wet moeten ze wel het welzijn van het dier en de nakomeling waarborgen. Het fokken mag de gezondheid van het dier dus niet schaden. Daarnaast moet het personeel van de kinderboerderij over de juiste kennis beschikken om verantwoordelijk te fokken en te zorgen voor de dieren. Kinderboerderijen hebben ook de verplichting om te zorgen voor correcte huisvesting van het dier en de nakomeling.
Kinderboerderij als opvang In de gemeente Breda zet de Partij voor de Dieren zich in om een eind te maken aan fokprogramma’s op kinderboerderijen. “We hebben in Breda drie kinderboerderijen: De Sik, Parkhoeve en Wolfslaar. “Bij Parkhoeve en Wolfslaar wordt er gefokt, dat zou wat ons betreft, moeten stoppen”, vertelt fractievoorzitter Tristan Schonis. Door de inzet van de Bredase PvdD is er in het bestuursakkoord van de gemeente opgenomen dat er een zogeheten dierenwelzijnsnota moet komen. Hierin komen doelstellingen te staan om het dierenwelzijn binnen de gemeente te verbeteren. Deze zomer heeft de wethouder dierenwelzijn zijn concept van deze nota in de gemeenteraad gebracht. Wij hopen dat de definitieve nota vóór het eind van dit kalenderjaar wordt vastgesteld en dat we ook het onderwerp van fokprogramma’s in deze nota kunnen krijgen. Dat hadden we zelf namelijk ook in onze eigen dierenwelzijnsnota”, aldus Schonis.
Schonis denkt zelf dat kinderboerderijen een grote toegevoegde waarde kunnen hebben. “Een kinderboerderij draagt ook gewoon bij aan de maatschappelijke doelstellingen. Het zorgt voor sociale cohesie en dient als ontmoetingsplaats met de natuur en dieren. Het is goed dat kinderboerderijen kinderen in contact laten komen met dieren, maar dat zou wat mij betreft ook kunnen in een concept dat meer is ingericht als een dierenopvang.” In zo’n opvang moeten volgens hem de dieren op de eerste plaats staan en niet de bezoekers die er te gast zijn. Er zou dus ook niet meer gefokt moeten worden.
Om een kinderboerderij op deze manier te realiseren zal volgens Schonis ook de gemeente moeten helpen. “Aan een kinderboerderij zitten nu eenmaal kosten verbonden en de vraag is dan eigenlijk wie betaalt deze? Betalen we dat met zijn allen in de vorm van een paar euro’s of worden die kosten betaald in de vorm van dierenleed.” Zelf pleit hij daarom ook dat de gemeente de kinderboerderijen financieel gaat ondersteunen, juist omdat ze een belangrijke maatschappelijke rol hebben. “Op het moment dat je er op deze manier een vinger in de pap krijgt, kun je daar bijvoorbeeld ook voorwaarden aan stellen. Dat het bijvoorbeeld meer een opvangplek wordt of dat ze op zijn minst aan de voorwaarden van het keurmerk van Diervriendelijke Kinderboerderijen voldoen.”
Strengere maatregelen Als we over de grens kijken, worden er al voortgangen gemaakt naar een beter leven voor kinderboerderij dieren. Zo moet een nieuwe set regels het welzijn van dieren op Brusselse kinderboerderijen verbeteren. Voorheen was er een gebrek aan duidelijke richtlijnen om dieren te beschermen, maar de invoering van strengere maatregelen brengt daar nu verandering in. Deze regels vereisen bijvoorbeeld een speciale zone waar dieren zich kunnen terugtrekken om aan de drukte van bezoekers te ontsnappen. Daarnaast wordt dierenwelzijn een verplicht onderdeel van het educatieprogramma op kinderboerderijen, waarmee het bewustzijn bij bezoekers, en met name kinderen, vergroot wordt.
De feestdagen staan voor de deur en Black Friday is bij veel (online) winkels al in volle gang. Voor velen dé tijd om online te shoppen. Al die pakketjes moeten ergens heen, en als je niet thuis bent, komen ze vaak terecht bij pakketpunten. Deze zijn tegenwoordig niet meer weg te denken uit winkelstraten. Maar wat betekent die enorme hoeveelheid pakketjes eigenlijk voor de winkeliers? En wat zegt dit over hoe wij als samenleving omgaan met online shoppen?
In Nederland zijn duizenden pakketpunten te vinden. Dit zien we terug in cijfers van verschillende koeriersdiensten. PostNL heeft meer dan 3.500 afhaalpunten, DHL beschikt er over 4.800 in Nederland. DPD zegt zo’n 100.000 pakketpunten over heel Europa te hebben, waarvan een deel in Nederland actief is. Elke stad lijkt dus wel een afhaalpunt te hebben, of het nu in een grote keten of een lokale winkel is.
Winkeliers aan het woord
Peter Marijs, eigenaar van de Handyman in het centrum van Vlissingen, is al jarenlang pakketpunt voor meerdere koeriersdiensten. Hij ziet de groei van het aantal pakketjes als een tweesnijdend zwaard. “Mensen staan er niet bij stil wat ze zichzelf en anderen aandoen,” zegt hij. “Iedereen klaagt over het verdwijnen van winkels als Blokker, maar ondertussen bestelt men massaal online. En ja, dat raakt ons allemaal.”
Marijs benadrukt dat het pakketpunt soms klanten aantrekt, maar dat dit vooral afhankelijk is van de branche. “Mensen lopen vaak alleen binnen om een pakketje te halen of te brengen. Die extra aankopen die men hoopt te zien, blijven vaak uit,” zegt hij. Bovendien wordt hij vaak onterecht aangesproken op problemen: “Ze verwachten van mij dat ik verantwoordelijk ben als een pakket te laat is, maar ik bewaar het alleen.”
Jeanny van Hal – Foto: Adája UnlandtSmokeless Vlissingen – Foto: Adája Unlandt
Jeanny van Hal, eigenaresse van de Smokeless in Vlissingen die ook als DHL-punt fungeert, heeft een heel andere ervaring. “Vaak kijken mensen rond terwijl ze wachten op hun pakketje. Ze zien dan iets leuks in de winkel en nemen dat mee,” vertelt ze. Voor haar betekent het pakketpunt een manier om nieuwe klanten kennis te laten maken met haar assortiment. “Het is een win-winsituatie voor ons.”
Het ‘Black Friday’ effect
De drukte rond Black Friday en de feestdagen brengt ook uitdagingen met zich mee. Volgens Marijs is het soms onmogelijk om alle pakketjes op te slaan. “Soms komen er 30 tot 40 pakketten per dag binnen. Dan moet ik tegen de koerier zeggen: ik kan er geen meer kwijt,” zegt hij. Ook Van Hal merkt een toename in de drukte: “Tijdens de feestdagen groeit het aantal pakketten aanzienlijk. Het hangt af van 4 pakketten per dag tot 16 á 20 pakketten per dag.”
Marijs gaat verder in op de bredere impact van het online koopgedrag. “Mensen willen goedkoop en makkelijk, maar zien de gevolgen niet. Kijk eens naar wie er in die distributiecentra werken en hoe. Arbeidsmigranten nemen dat werk vaak op zich, maar die mensen moeten ook ergens wonen. Niemand wil die centra in hun buurt, maar iedereen wil wel zijn pakketje op tijd hebben.”
Hij ziet ook een maatschappelijk dilemma: “We mopperen op arbeidsmigranten, maar ze zijn cruciaal in deze industrie. En ondertussen stemmen mensen op partijen die diezelfde migranten willen weren. Die tegenstrijdigheid vind ik bizar.”
En wat betekent dit voor de toekomst?
De feestdagen laten zien hoe belangrijk pakketpunten zijn geworden in de wereld van het online shoppen. Voor sommige winkeliers betekent dit extra klanten, maar anderen zitten met stapels pakketjes en toenemende werkdruk. Hoe houdbaar is dit systeem eigenlijk, zonder dat het de lokale winkels verder in de knel brengt?
Met de enorme groei van online bestellingen en fysieke winkels die hun rol zien veranderen, wordt het steeds belangrijker om een balans te vinden. Gemak is fijn, maar wat betekent dat voor de levendigheid van jouw stad? Door te kiezen voor lokaal winkelen, kun je als consument zelf invloed uitoefenen op het behoud van de winkelstraten. Die keuze ligt uiteindelijk bij jou.
Ey! Daily gebruikt cookies om informatie over je apparaat op te slaan en die informatie te analyseren. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij onder andere zien welke content het meest wordt gelezen, wat voor apparaten onze lezers gebruiken, waar onze lezers vandaan komen, en hoe lang ze op onze website blijven. Wij gebruiken die informatie vervolgens om onze content en onze website te verbeteren. Als je geen toestemming geeft of je toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.