Home Blog Pagina 4

Taalstudies dreigen te verdwijnen: “Wij doen meer dan woordjes leren”

0

Een beetje woordjes stampen, grammatica en de taal leren spreken. Mede door die misvatting zijn er maar weinig studenten die aan een taalstudie beginnen. Ruben Oosterom, student Duits aan de Universiteit Utrecht, ziet dat anders: “Wij doen veel meer dan dat.” Toch zorgt de dalende populariteit ervoor dat in 2030 zes taalopleidingen aan zijn universiteit dreigen te sluiten.

Ruben wist al voordat hij aan de studie begon dat de opleiding kleinschalig was. Juist dat was een van de redenen waarom hij voor de opleiding in Utrecht koos. In zijn jaar startten slechts zeven studenten met de studie Duits. “Daardoor is er meer aandacht voor iedere student, en het opleidingsniveau ligt daardoor ook hoger. Als je hier afstudeert, ben je echt goed opgeleid.”

Onterecht imago

Hij vindt de misvattingen over de opleiding jammer. “Veel mensen denken dat je een talenstudie kiest alleen maar om een taal te leren. Dat is echt te kort door de bocht. Een talenstudie is veel meer dan dat.” Voor Ruben begon de interesse al op de middelbare school, waar het vak hem enthousiast maakte. Volgens hem gebeurt dit echter nog te weinig. “Ik denk dat het helpt als je leerlingen niet alleen de taal leert, maar ze ook laat kennismaken met het land en de cultuur. Dat probeer ik nu ook te doen op de school waar ik werk.”

Een andere misvatting, volgens Ruben, is het idee dat je vooral veel woordjes moet stampen. “Natuurlijk heb je een basis in grammatica nodig en moet je je taalniveau opbouwen, maar dat is maar een klein deel van onze opleiding. We voeren veel gesprekken, lezen literatuur en wetenschappelijke werken, en kijken films.”

Hij wil zelf graag docent Duits worden en is al hard op weg. Hij merkt dat ook hierover een misvatting bestaat: “Iedereen denkt dat je met deze studie altijd leraar Duits wordt, maar dat geldt eigenlijk maar voor dertig procent van de studenten.” De andere zeventig procent komt terecht in heel andere beroepen. “Je kunt tolk worden, werken bij de Duits-Nederlandse Handelskamer of de journalistiek ingaan.”

Vraag naar taalvaardigheid

De populariteit van talenstudies neemt dus sterk af, en dat kan ook gevolgen hebben voor de Nederlandse arbeidsmarkt. “Studenten van talenstudies zijn erg gewild op de arbeidsmarkt, maar er is een groot tekort,” zegt Ruben. “Denk bijvoorbeeld aan het lerarentekort; veel scholen kunnen geen Duits meer aanbieden.” Hij maakt zich zelfs zorgen over de impact op de internationale handel: “Duitse bedrijven werken liever samen met mensen die de taal goed beheersen.” Helaas ziet hij de situatie tot nu toe niet verbeteren.

Minoren zorgen voor onduidelijkheid bij Fontys Journalistiek studenten

0

Discussiërende studenten in de wandelgangen van Fontys Journalistiek: “Hoe moet ik mij inschrijven voor een minor?” Een onduidelijk onderwerp dat ervoor zorgt dat veel studenten te laat zijn met inschrijven. Bij een deel van de leerlingen zorgen de minorinschrijvingen dan ook voor stress en frustratie.

“Ik snap er nu ook geen bal van; moet ik nou ergens naartoe mailen?” vraagt student Sem van Ginneken zich af. Student Fee Blom heeft maar even haar mentor geappt om te vragen hoe ze zich voor haar tweede semester (de minor) kan inschrijven.

Inschrijven

Volgens Carla van Meerendonk, die in het minorteam zit, probeert zij de studenten wel zo goed mogelijk op de hoogte te stellen. “Ik zet zelf op de SharePoint-site altijd een berichtje dat de inschrijvingen geopend zijn.” De site bevat een kopje ‘minoren’ waarin de door Carla geschreven informatie over inschrijven te vinden is. Volgens Carla wordt er ook minimaal één keer per jaar een minorvoorlichting gehouden waarin deze informatie nog eens wordt uitgelegd.

Gemiste informatie 

Ondanks dat de informatie dus wel gedeeld wordt, is een groot deel van de studenten nog steeds laat met inschrijven of is het niet duidelijk. Dit komt omdat de SharePoint-site, waar Carla de informatie op zet, over het algemeen niet meer gebruikt wordt door studenten. Dit komt doordat de site nog uit het oude schoolsysteem komt. Sinds het nieuwe schoolsysteem, dat is ontstaan in 2022, maken de studenten gebruik van Canvas.

Daarnaast valt de minorvoorlichting vaak tijdens de stageperiode in februari. Hierdoor zijn studenten niet in de gelegenheid om bij de voorlichting aanwezig te zijn. Volgens Carla is de afgelopen voorlichting wel opgenomen, waardoor het terug te kijken is. Waar deze opname is terug te kijken, is niet duidelijk en weet Carla zelf ook niet.

Tijd voor verandering

Carla geeft aan dat zij studenten zo goed mogelijk wil helpen en dat het voor haar dan ook onduidelijk was dat de leerlingen geen gebruik meer maken van SharePoint. “Binnenkort zullen de berichten over inschrijvingen ook op Canvas gezet worden.” 

Dit zou ervoor moeten zorgen dat het duidelijk is wanneer de inschrijvingen openen en er dus geen verwarring meer ontstaat. Ook gaat ze met het team overleggen of er twee keer per jaar een voorlichtingsdag kan worden gegeven, zodat het niet meer overlapt met de stageperiode.

Carla geeft wel aan dat het van twee kanten moet komen. Want zodra ervan af nu gebruikgemaakt gaat worden van de Canvas-site, moeten studenten die samen met hun mailbox wel goed in de gaten blijven houden. De Fontys-mailbox is gelinkt aan Canvas, waardoor meldingen ook bij de studentenmailboxen binnenkomen. “Studenten moeten dus wel goed hun mailbox gaan gebruiken en bekijken!” benadrukt Meerendonk heel duidelijk.

Onzekere toekomst voor Sociale initiatieven Rotterdam: Financiële steun stopt per 1 januari 2025

Zelfstandige vrijwilligersorganisaties Present Rotterdam, NL Cares, B for You en Big Friends gaan vanaf het nieuwe jaar hun financiële steun vanuit de gemeente Rotterdam verliezen. Dat betekent dat zij hun activiteiten zullen moeten verminderen of mogelijk zelfs moeten stoppen. Dit werd deze zomer bekendgemaakt door de Rotterdamse wethouder Faouzi Achbar. De wethouder wil inzetten op het gemeentelijke vrijwilligersplatform Zorgzaam010. Toch zijn verschillende raadsleden niet overtuigd van de werking van dit platform. Maar er is misschien nog hoop voor de vrijwilligersorganisaties in de vorm van een voorstel vanuit de fractie ChristenUnie Rotterdam.

Zorgzaam010

Wethouder Achbar, onder andere verantwoordelijk voor Welzijn en Samenleven, legt uit dat hij voor het digitale vrijwilligersplatform Zorgzaam010 heeft gekozen omdat het vrijwilligerswerk in Rotterdam te versnipperd is. Op het platform staan zo’n 20.000 vrijwilligers ingeschreven, maar in de praktijk zijn er slechts 3.500 actief. Raadsleden en vrijwilligersorganisaties vrezen echter dat het gemis aan persoonlijke begeleiding op het platform mensen juist kan afschrikken om vrijwilligers te worden. Bij organisaties als Big Friends en Present Rotterdam krijgen vrijwilligers wél persoonlijke begeleiding en dat is volgens hen onmisbaar. 

Big Friends

Big Friends is een sociale organisatie die kinderen van 6 tot 18 jaar, die extra aandacht kunnen
gebruiken en opgroeien in gezinnen die rondkomen van een minimuminkomen, ondersteuning biedt door middel van mentors. Deze mentors zijn vrijwilligers die deze kinderen kunnen ondersteunen op het gebied van sociale ontwikkeling, toekomstperspectief of die simpelweg leuke activiteiten kunnen doen met de kinderen. Hierdoor groeien kinderen, ontstaat er kansgelijkheid en draagt bij aan preventie.

Deze organisatie zal ongeveer driehonderdduizend euro aan financiële steun gaan verliezen in het nieuwe plan. “Dit zal echt een grote impact hebben op het aantal kinderen dat wij nu nog kunnen helpen” zegt adjunct-directeur Cynthia Binnekade. Big Friends helpt jaarlijks 150 tot 200 kinderen in Rotterdam, naast de kinderen die al in een driejarig traject zitten. “De vraag is nu hoe wij onze activiteiten kunnen voortzetten in Rotterdam”, aldus Binnekade.

Present Rotterdam

Stichting Present Rotterdam is een organisatie die vrijwilligers aan Rotterdammers koppelt die  kampen met armoede, eenzaamheid of een kwetsbare gezondheid hebben. en die de hulp van een vrijwilliger hard nodig hebben. De organisatie was in 2023 verantwoordelijk voor 2375 ingezette vrijwilligers. “Wij gaan nu ongeveer een ton aan financiering verliezen, dat is een vierde van onze huidige begroting”, zegt directeur van Present Corine Verdoold. “Wij zijn een preventieve organisatie, dat betekent dat wij juist de gemeente behoeden voor de zorgkosten die deze mensen zonder onze hulp zouden maken. Als wij dit preventief werk niet meer kunnen doen, gaan ook de zorgkosten omhoog”.

Voorstel ChristenUnie

Toch is er nog hoop voor deze organisaties. Fractie ChristenUnie Rotterdam heeft namelijk een plan bedacht om de toeristenbelasting met een euro te verhogen om op die manier geld vrij te kunnen maken voor de vrijwilligersorganisaties. “Dit is een voorstel dat de Rotterdammers niet direct raakt en het toerisme nauwelijks zal beïnvloeden” zegt Tjalling Vonk, fractievoorzitter van de ChristenUnie Rotterdam. Volgens de ChristenUnie Rotterdam is de dienst die de vrijwilligersorganisaties leveren van groot belang voor de stad. “Als je op deze mensen bezuinigt, verlies je het contact met mensen die aan de rand van de samenleving staan en verlies je de kans om mensen die willen helpen daartoe in staat te stellen,” aldus Vonk. Het voorstel zal tijdens de voorjaarsnota bespreking op 7 november worden ingediend en er zal op 12 november over worden gestemd.

Publiciteit

De organisaties leggen zich er nog niet bij neer. Deze week werd een opiniestuk gepubliceerd in het AD door de partijen Present Rotterdam, Big Friends en B for You om bredere aandacht voor hun organisaties en de gevolgen van de geplande bezuinigingen te krijgen. Ook werd een online petitie gestart die bij de publicatie van dit artikel 1023 keer is ondertekend. “Dit is onze laatste kans om nog één keer publiciteit te zoeken en te kijken of de politiek kan inzien dat dit niet goed is voor de stad,” aldus Corine Verdoold.

Wethouder Achbar was niet beschikbaar voor een reactie. 

BHV’er van het jaar redde achtjarig meisje uit de Maas

0

In juli zwommen drie kinderen samen in de Maas bij Grevenbicht. Eén van de kinderen verdronk bijna, totdat veerpontschipper Henk van de Geer het meisje op zijn pont tilde. Door reanimatie redde hij haar leven. Door zijn snelle handelen is hij uitgeroepen tot de BHV’er (bedrijfshulpverlener) van het jaar 2024. De verkiezing is volgens jurylid en secretaris van stichting Dag van de BHV Sylvester Bennema meer dan terecht. “Een actie die in het oog springt.”

De BHV’er van het jaar wordt op de eerste maandag van de maand november gekozen. Dit wordt gedaan door een jury die bestaat uit bestuursleden van stichting Dag van de BHV. Iedere Nederlander kan BHV’ers met een bijzonder verhaal opgeven voor de verkiezing en de stichting maakt dan een keuze. Het verhaal van Henk van de Geer springt er uiteindelijk uit. “Als jurylid kijk je vooral naar het levensreddend handelen,” zo zegt Bennema. “In dit geval is er een kind gered. Begrijp me niet verkeerd, het doet helemaal niets af aan het redden van een volwassene. Toch is dit een voorbeeld dat echt in het oog springt en waar mensen op aanslaan.”

Henk Van de Geer was na de uitreiking niet in alle staten. Hij bleef nuchter over zijn actie: “Ik heb gewoon gedaan wat ik tijdens de BHV-cursus heb geleerd”, zo reageerde de 75-jarige schipper.  Volgens Bennema is het belang van deze cursus enorm.“ Je leert bijvoorbeeld hoe je eerste hulp geeft en je krijgt reanimatie training. Meneer van de Geer was hierdoor in staat om het meisje te redden. Door dit voorbeeld openbaar te maken, laat je ook zien hoe belangrijk het is om BHV’er te zijn.”

BHV Nederland

Kees Weerheim, algemeen directeur van BHV Nederland, is met zijn organisatie niet direct betrokken bij de verkiezing van de BHV’er van het jaar. Wel is het volgens hem erg belangrijk om aandacht te besteden aan de rol van de bedrijfshulpverlener. “De BHV’er van het jaar staat symbool voor alle BHV’ers die elke dag weer in staat zijn om jouw leven te redden.” Er is een wet waarin staat dat je een BHV’er binnen je bedrijf moet hebben. Weerheim wil duidelijk maken dat deze wet niet het belangrijkst is. “Deze verplichting is maar een halve stap in de goede richting. Het gaat om het redden van levens, het creëren van een veilige werkomgeving. Deze verkiezing overtuigt mensen ervan dat BHV meer is dan een verplicht nummer. Dit juichen wij van harte toe!”

Ontstaan

De wet zorgde volgens Bennema dat het zijn van BHV’er vroeger niet zo serieus werd genomen. “Er werd vooral aan BHV gedaan vanuit wet- en regelgeving. Dat had invloed op de motivatie van BHV’ers.” Bennema richtte in 2012 met een aantal anderen de stichting Dag van de BHV op. “Met de stichting willen we duidelijk maken dat het niet alleen maar een wettelijk dingetje is. We willen de boodschap uitdragen dat het redden van levens juist het belangrijkste is.”

Lastige keuze

De keuze voor BHV’er van het jaar 2024 was lastig voor stichting Dag van de BHV. Er waren een maar liefst 86 genomineerden en dit leidde uiteindelijk tot een top drie. Henk van de Geer is BHV’er van het jaar, op plaats twee eindigde Rikert Nijkamp van de Belastingdienst Leeuwarden en op plaats drie eindigde Adger Timmer van Rijkswaterstaat. Nijkamp stuurde zijn BHV-team vakkundig aan bij een bedrijfsongeval en Timmer greep snel in redde het leven van een collega na een hartaanval.

Prijs

De BHV’er van het jaar ontvangt een bedrag van €1000,- die hij naar eigen wens kan besteden. Ook ontvangt hij een cheque van €1000,- om te besteden aan een goed doel.

Eva Jinek live! 

0

Vanuit de blik van een first-timer

Op de avond van woensdag 16 oktober ben ik voor de eerste keer in mijn leven bij de talkshow van Eva Jinek geweest. Dit was overigens ook überhaupt mijn eerste keer bij een talkshow. Als amateur-journalist is het belangrijk om alle mogelijkheden in het vak te realiseren, aangezien journalistiek een aanzienlijk breed domein is. Daarom heb ik de keuze gemaakt om deze kant van de journalistiek eens van dichtbij te gaan bekijken. Deze editie ging het over de presidentsverkiezingen in Amerika en over de Gouden Televizier-Ring.

Security check

Bij aankomst in De Hallen in het centrum van Amsterdam werd je ticket gecheckt en liep je aan de linkerkant een ruimte binnen waar het publiek voor Eva Jinek even kon wachten. Tassen groter dan A4 formaat mochten niet de studio mee in, maar ondanks deze regel heb ik toch nog wat grote tassen gespot later in de studio.

In het gebouw van De Hallen was op deze avond ook een ADE-evenement, waardoor bepaalde dingen anders verliepen dan gewoonlijks. We moesten namelijk met het hele publiek door een gang met een en al toiletten lopen om bij de studio uit te komen. Normaal gesproken wordt er een andere route gelopen, maar nu is mijn persoonlijke eerste ervaring uiteraard gekenmerkt door het toiletten-entree.

Eenmaal aangekomen bij de ingang van de studio, moest iedereen nog door een poortje lopen zoals ze die ook op het vliegveld hebben. Zeer goed dat deze controle wordt gedaan, alleen ging het enigszins in strijd met de grote tassen die, ondanks de regel, wel mee werden genomen.  

Voor de allereerste keer in de studio staan, écht achter de schermen bij een talkshow. Na de eerste voetstap in de ruimte vlogen er direct allerlei gedachten door mijn hoofd: Hoe is Jinek hier gekomen? Voelt Jinek zich niet ontzettend trots? Of voelt dit voor Jinek allemaal maar als een alledaagse zaak?

Het was indrukwekkend om deze vermenging van journalistiek met televisie live mee te maken. Zelfs over de plekken waar het publiek plaatsnam werd nagedacht en overlegd. Het publiek moest wat meer uitspreiden over de bank en er werden mensen van plek verplaatst. 

Licht, camera, actie!


En toen was het zover: Eva Jinek kwam de studio ingelopen. Vrijwel meteen begon ook de ‘teaser’ die nog voor de reclames live wordt gestreamd op televisie. Deze duurt ongeveer een minuut en hierin promoot Jinek wat er die avond te zien zal zijn haar programma. Als er niet werd gefilmd kwam Jinek even met het publiek in contact. Het stereotype van televisie is uiteraard dat het op beeld allemaal leuker lijkt dan in de werkelijkheid, maar deze avond heb ik met eigen ogen gezien dat dit niet altijd het geval hoeft te zijn. Jinek nodigde voor en na de opnames tevens nog enthousiastelingen uit om in haar stoel te komen zitten voor een foto.  

Na de opstart kondigde ze alle gastsprekers van die avond aan die allemaal tegelijkertijd de studio in kwamen gelopen. Ze kregen allen een plek aangewezen en daaropvolgend begon dan echt het programma zelf. De eerste twee gasten waren Laila Frank en Tom van ’t Einde die kwamen discussiëren over de aankomende presidentsverkiezingen. 

Laila Frank is politicoloog, journalist en Amerikaspecialist. Voor haar laatstgenoemde titel was ze voor deze uitzending uitgenodigd. In haar eigen podcast ‘Welkom in Washington’ maakt ze een roadtrip door de Verenigde Staten waar ze het leven van Amerikanen induikt. Tom van ’t Einde is ook journalist en werkt als Amerika-verslaggever voor EenVandaag. Aangezien de verkiezingen dichterbij komen, deelden deze twee Amerikakenners in deze aflevering hun gedachten over Harris en Trump.                                                                         

Het was leerzaam om echte experts op dit gebied hun visie te horen delen over de presidentskandidaten, maar om diezelfde reden was het ook ietwat verwarrend aangezien de situatie voor hen al heel logisch is. Hun woordkeuze was dus lastig als je wat minder verstand hebt van de Amerikaanse maatschappij. 

Na dit onderwerp kwamen de andere gasten bij Jinek aan tafel zitten: Caroline Tensen, Gerdi Verbeet en Olga Zuiderhoek. Deze dames hebben alle drie iets gemeen, of beter gezegd iemand, die niet veel later ook de studio inkwam: André van Duin. Het onderwerp was de Gouden Televizier-Ring van dit jaar en Jinek kondigde aan dat Van Duin de presentator zal zijn dit jaar. Verder werd er teruggekeken op Van Duins uitgebreide geschiedenis op televisie waarin elk van de andere gasten een rol hebben gespeeld. Het actuele onderwerp van de presidentsverkiezingen veranderde al snel in nostalgisch entertainment.

Iconisch advies

Zelf behoor ik uiteraard niet tot de generatie die is opgegroeid met André van Duin op tv. Ik ken zijn naam, maar voor mij was zijn entree minder bijzonder dan voor de wat oudere doelgroep in het publiek. Toch was het een mooie ervaring om een Nederlands icoon in levende lijven te mogen zien.

Dat laatste geldt voor zowel André van Duin als natuurlijk Eva Jinek. Het was tegelijkertijd een bijzondere als educatieve avond. Door professionele journalistiek van dichtbij te observeren, leer je als beginnend journalist veel. Na de talkshow was er wederom dus de mogelijkheid om even te spreken met de gasten en met Eva Jinek. Deze kans heb ik gegrepen en ik heb Jinek om tips gevraagd voor het doen van een accuraat en goed interview. Ze adviseerde om altijd bij de radio te beginnen, aangezien je je hierbij moet focussen op geluid zonder enige andere afleiding. Hierdoor leer je écht oplettend luisteren en doorvragen tijdens een interview.

Ondanks de lange reistijd naar Amsterdam is dit ongetwijfeld voor herhaling vatbaar, maar dan de volgende keer wellicht een ander programma. Het was naast het educatieve aspect ook simpelweg een goede motivatie en inspiratie voor een mogelijk pad in de toekomst. Het zet werkelijk waar je hersenen aan het werk en verbreedt mogelijk je toekomstbeeld voor na de opleiding journalistiek.

Drukke open dag bij Fontys Journalistiek

0

Bijna 250 potentiële studenten kwamen kijken of de opleiding Journalistiek van Fontys iets voor hen is. “November is altijd een erg drukke open dag. Januari en maart worden iets rustiger verwacht,” aldus Yvette, afdeling communicatie bij Fontys Journalistiek.

Met alle tijdsloten gevuld hadden de studenten die hielpen het zeker niet rustig. Kritische ouders en zenuwachtige tieners, daar deed Fontys Journalistiek het allemaal voor.

Kritisch

Fontys heeft alles uit de kast gehaald tijdens de open dag. Er zijn mini-lesjes gegeven en ook de tv- en radiostudio zijn volop in gebruik genomen. In de tv-studio gingen bezoekers zelf aan de slag bij het maken van een tv-uitzending. Breeduit lachend zijn de bezoekers naar de radiostudio gewandeld waar de nu-nog-havoleerlingen hebben geoefend met het (voor)lezen van een voorgeschreven tekst op de radio.

Waar de toekomstige studenten van deze activiteiten al onder de indruk waren, waren de ouders vaak kritischer. Docenten en studenten zijn hierdoor regelmatig bedolven onder vragen zoals: “Hoe ziet je rooster er dan uit?”, “Hoeveel contacturen heb je?” en “Dan krijg je dus maar weinig theorie?” Gelukkig konden al deze vragen beantwoord worden tijdens de voorlichtingen die gegeven werden.  

Paarse zee

Er was de hele dag een paarse zee aan studenten die klaar stonden om de school van zijn best kant te laten zien. De studenten gaven vele rondleidingen en vertelden gepassioneerd over hun persoonlijke ervaringen op Fontys Journalistiek. Of ze het uiteindelijk deden voor de gratis lunch, de vergoeding of omdat ze de school echt wilde promoten, daar valt over te discussiëren.

Toen alles bekeken en bevraagd was, gingen de gezinnen boordevol nieuwe informatie weer naar huis. Sommige potentiële studenten nog twijfelend, sommigen die de bevestiging gekregen hadden dat dit was wat ze wilden gaan doen. Zo fluisterde een student terwijl hij naar buiten liep: “Dit kan best nog wel wat worden.”

Puttershoekse ijsclub bereidt zich voor op schaatsseizoen

De baan van IJs- en Skeelerclub Puttershoek is afgelopen jaren verzakt. Op gedeeltes is er een hoogte verschil van acht centimeter. Dat zorgt ervoor dat hogergelegen delen droog blijven wanneer de baan gevuld wordt met water. Voor een goede ijsbaan moet alles onderwater kunnen staan. De vereniging heeft de randen opgehoogd, zodat er meer water in de bak kan. Zo hopen ze ook dit jaar weer schaatsers te kunnen ontvangen.

Nationale Prullenbakteldag: hoeveel gesloopte prullenbakken zie jij? 

Het initiatief ‘Nationale Prullenbakteldag’ klinkt een beetje gek, maar organisatoren Zwerfinator en Plastic Soup Surfer zijn uit op de waarheid. Dit initiatief doet onderzoek naar het slechte nieuws over ‘Statiegeldjagers’ die prullenbakken openbreken. Volgens de organisatoren zijn opengebroken prullenbakken een zeldzame gebeurtenis en zijn statiegeldjagers juist goed voor het milieu.

Initatief

“Er is overdreven veel aandacht voor de prullenbakken die in bepaalde delen van de grote steden zijn gesloopt”, aldus ‘Zwerfinator’, Dirk Groot. “De media en de politieke partijen die tegen statiegeld zijn blazen het op”. Hij en ‘Plastic Soup Surfer’, Merijn Tinga, willen data verzamelen hierover. Dit doen ze door middel van vrijwilligers die vandaag rond hun steden en dorpen gaan om foto’s te maken van openbare prullenbakken. Deze foto’s vormen hun onderzoekdata, waarvan ze hopen aan te tonen dat gesloopte prullenbakken een zeldzaamheid zijn.  

Afval

Zwerfinator heeft al eerder onderzoeken uitgevoerd over statiegeldjagers. Zo heeft hij ontdekt dat de hoeveelheid plastic flessen en blikken in openbare prullenbakken 77 procent omlaag is gegaan. In ditzelfde onderzoek heeft hij ook ontdekt dat deze afname grotendeels komt door de statiegeldjagers. “Het aantal plastic flesjes en blikjes was vóór de invoering van statiegeld 35 procent. Na de invoering van statiegeld daalde het naar 11 procent. De hoeveelheid van het overige zwerfafval bleef gelijk”, aldus Zwerfinator, “Dit betekent dat er in de gemiddelde prullenbak 20 procent minder afval zit. Het afval in de openbare prullenbakken wordt verbrand; er is niks circulairs aan. Deze 20 procent wordt nu gerecycled. Die afname wordt grotendeels veroorzaakt door die mensen die de prullenbakken plunderen”.  

Statiegeldjagers

“Veel gewone consumenten interesseert dat hele statiegeld geen ene mallemoer. Ze gooien hun blikjes en plastic flesjes nog net zo makkelijk in een prullenbak of op straat als voorheen. Wat kan hun die 15 cent nou schelen?”, beweert Zwerfinator. Hij hoopt te blijven bewijzen dat de gemiddelde statiegeldjagers een positief effect hebben op het milieu. “Er is helaas een groep van die statiegeldjagers die er echt een zooitje van maken. Die geven de statiegeldjagers een slechte naam”, aldus Zwerfinator. Hierna wil hij ook onderzoek gaan doen over mogelijke oplossingen om het openbreken van prullenbakken tegen te gaan.  

Strijp-S bewoners wijzen daklozen de weg: ‘Niet elke dakloze weet waar ze terecht kunnen’ 

Met de toenemende kou en een groeiende groep mensen zonder vaste verblijfplaats, zetten bewoners van Eindhoven zich in om hen te helpen. In de wijk Strijp-S hebben buurtbewoners een opvallende poster opgehangen die dak- en thuislozen de weg wijst naar warme opvanglocaties in de stad. ‘Zo heeft iedereen een warme winter’, vertelt een buurtbewoonster.

De, volgens gemeente Eindhoven, ruim vierhonderd dak- en thuislozen in omgeving Brainport zoeken als het buiten kouder wordt, binnen naar een warme plek. Eerder sprak het Brabants Dagblad van een toename in recordtempo, waardoor ze steeds vaker in het straatbeeld te zien zijn. In Strijp-S neemt bewoonster Nonnie Baki het initiatief om hen te helpen en wijst ze deze groep de weg naar de juiste locaties.

Warm hart van de stad

Op Strijp-S worden trappenhuizen en gemeenschappelijke ruimtes van appartementencomplexen benut als tijdelijke schuilplaatsen. Bewoners zien regelmatig mensen met slaapzakken en dekens in de gebouwen, wat woningcorporatie Trudo ertoe aanzet om te waarschuwen voor ‘onbevoegde personen’ in het gebouw. ‘Spreek ze aan als je je veilig voelt, of neem anders contact op met de politie,’ luidt het advies van Trudo.

Waar dan wél? 

Voor Nonnie voelt het verkeerd om mensen weg te sturen. “Daklozen willen ook veiligheid, daarnaast is het ook hun mensenrecht. We willen toch allemaal een dak boven ons hoofd?”, vertelt ze. “Dat er zoveel mensen zijn die oprecht niet weten waar ze terecht kunnen, of waar ze veilig kunnen zijn. Dat doet me pijn.” De posters waren voor Nonnie een ander soort oplossing. “Zo laat je een alternatief zien en wordt er een kans gecreëerd voor een warme winter voor iedereen. Dat er zoveel mensen zijn die oprecht niet weten waar ze terecht kunnen, of waar ze veilig kunnen zijn. Dat doet me pijn. ”

Fijne buur

Samen met een buurman toverde Nonnie een poster in elkaar. Hier staan de dichtstbijzijnde opvanglocaties op, zoals Springplank, Opstart040 en opvang ‘t Hemeltje. Het is een aanname om te denken dat iedere dakloze vast wel weet waar ze terecht kunnen. Niet iedereen heeft een smartphone om deze informatie te kunnen vinden”, zegt Nonnie. “Ik hoop dat de posters verduidelijken waar je terecht kan en ook voor welke benodigdheden. Wat ik ook hoop, is dat bewoners open zullen staan om te helpen.”

Cosplayers boos op Nederlandse media

“Rare wezens” en “Wat zal het daar stinken.” Twee voorbeelden van reacties die te vinden zijn onder video’s die Nederlandse nieuwsplatforms op TikTok en YouTube plaatsten over het concert van de Japanse muziekartiest Hatsune Miku bij AFAS Live. Deze comments, gericht naar de verklede concertbezoekers, zijn veelal negatief.

Cosplay

Fans van de hologramartiest, maar ook andere Nederlandse cosplayers, denken dat dit soort reacties voortkomt uit een misverstand over wat cosplay inhoudt, mede veroorzaakt door de media. Cosplay, een samentrekking van “costume” en “play,” is het uitbeelden van een fictief personage door middel van kostuums, make-up en vaak zorgvuldig nagemaakte accessoires. Het gaat niet alleen om verkleden; veel cosplayers steken uren werk in het creëren van hun outfits en zien het als een manier om hun liefde voor een bepaald personage, genre of fictieve wereld te uiten.

De media

Zo ook Kai (@aranara.kai), die op hun TikTok account een video heeft geplaatst die inmiddels al meer dan honderdduizend keer is bekeken. In de video zegt Kai: “…de NOS en Jeugdjournaal maken alleen maar cosplayers belachelijk, ze hebben geen filter whatsoever.”
Kai, die al vijf jaar aan cosplay doet, legt uit dat die vooral teleurgesteld is dat nieuwsmedia zich vooral bezighouden met stereotypes over Hatsune Miku en haar fans. Zo heeft menig journalist aan de bezoekers bij AFAS Live gevraagd waarom ze naar een concert gaan van iemand die niet bestaat. “Ik vind dat je gewoon erg gek wordt neergezet met die vraag. Als Miku niet echt bestond, dan stond er niemand daar in de rij voor dat concert.”

Groter probleem

Volgens Kai zijn de negatieve reacties onderdeel van een groter probleem. “Er zijn mensen die allemaal dingen verzinnen over cosplayers”, vertelt Kai over hoe kwetsbaar cosplayers zijn in het openbaar: “Ik word gefilmd terwijl ik gewoon mijn eigen ding doe, er worden spullen naar mijn hoofd gegooid in een winkel waar ik gewoon rustig spullen wil kopen, alleen omdat ik me verkleed? … Nee, ik wil niet weten dat je geil van me wordt, of dat je me een kanker hoerenzwijn vindt, of dat ik dik ben.”
Waarom kiest Kai er dan toch voor om cosplay te doen? Die benadrukt hoe verwelkomend de cosplaygemeenschap is, hoe er niet veroordeeld wordt, en vooral hoe gezellig het is. “Ik vond het vanaf kinds af aan al leuk, ik keek op naar mensen die dit konden, die zo goed waren in make-up en pruiken. Ik wilde dat ook, dus ik deed het. Niemand kan mij stoppen met wat ik leuk vind om te doen.”
“Het (de negativiteit) maakt zoveel mensen kapot”, besluit Kai. “jij gaat toch ook gewoon verkleed met Halloween? Of carnaval? Wij mogen best ‘cringe’ zijn als we dat willen; wij zijn ook mensen die ook gevoelens hebben.”