Home Blog Pagina 19

Carola palliatieve arts ‘‘mijn patiënten zijn lichamelijk aan het overleven maar voor mij was het mentaal overleven’’

Amsterdam – Maar liefst 25 procent van de palliatieve artsen krijgt vroeg of laat te maken met een burn-out, vergeleken met 20 procent onder artsen in het algemeen. Bleek uit een onderzoek van De Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD). Carola (51) kreeg een burn-out “Ik kon niets meer. Dagenlang lag ik huilend in bed en dacht alleen: wie zorgt er nu voor mij?” 

Zo’n 20 jaar lang stond Carola terminale patiënten bij die hun laatste adem uitbliezen en gaf ze nabestaanden de juiste zorg. Het leed dat haar werk met zich meebracht, nam ze mee naar huis, wat uiteindelijk leidde tot een burn-out. Een jaar lang heeft ze overleefd in plaats van te hebben geleefd.

Wat is de heftigste situatie geweest op de afdeling die je burn-out kan hebben ontwikkeld.

‘‘Er zijn veel situaties die me bijblijven, maar een van de meest zware momenten was toen ik een jong gezin begeleidde waarvan de moeder terminaal ziek was. Ze had twee kleine kinderen, en de gesprekken met haar en haar man over hoe zij de kinderen konden voorbereiden op haar overlijden waren ontzettend triest. Het was niet alleen de medische kant die zwaar was, maar vooral de emotionele last van het zien hoe zij worstelden met het afscheid nemen en het vooruitzicht dat de kinderen hun moeder zouden verliezen. Dat raakte me diep, zeker omdat ik zelf ook kinderen heb. Het was een situatie waarin ik me ontzettend betrokken voelde, misschien wel te veel. Ik denk achteraf dat zulke momenten hebben bijgedragen aan mijn burn-out, omdat ik die pijn vaak mee naar huis nam en geen manier vond om er afstand van te nemen.’’

U vond geen manier om er afstand van te nemen, hoe ging u dan om met deze situaties?

‘‘Destijds probeerde ik er gewoon doorheen te werken. Ik dacht dat ik professioneel moest blijven en dat het erbij hoorde. Maar nu zie ik in dat ik dat soort situaties veel meer ruimte had moeten geven. Het is belangrijk om stil te staan bij wat het met je doet en om te reflecteren. Destijds had ik niet de juiste manieren om die emoties te verwerken, en dat heeft me uiteindelijk opgebrand. Inmiddels weet ik dat het essentieel is om na zulke situaties met collega’s te praten of om een coach te zoeken om te voorkomen dat je die zwaarte in je eentje draagt.’’

Die zwaarte heb je toch in je eentje gedragen, je kreeg een burn-out hoe was dat?

‘‘Het was een hele pittige en ingrijpende periode. Als palliatief arts werk je dagelijks met ernstig zieke mensen, vaak zijn deze mensen aan het einde van hun leven. Je bent niet alleen bezig met de medische kant, maar ook met de emotionele en spirituele aspecten. Dat vraagt veel van je als arts en mens. Op een gegeven moment merkte ik dat ik mezelf verloor in die zorg voor anderen en mijn eigen grenzen niet meer respecteerde. Dat leidde uiteindelijk tot een burn-out. Op een gegeven moment waren mijn patiënten lichamelijk aan het overleven, en ik mentaal.’’

Weet u nog de signalen toen u zichzelf begon te verloren? 

‘‘In het begin merkte ik dat ik steeds vermoeider werd, zowel fysiek als mentaal. Ik had moeite om me te concentreren en voelde me emotioneel heel down. De dingen die ik normaal gewoon doe, voelden ineens heel zwaar. Kleine dingen konden me ineens overweldigen, en ik begon zelfs de angst te voelen om naar mijn werk te gaan. Maar je blijft doorgaan, omdat je denkt dat je moet. Ik moest om het minste of geringste ook huilen.’’

1 op 5 artsen krijgt een burn-out onder de palliatieve artsen is deze het hoogste namelijk 1 op de 4. Merkt u zelf dat er op de palliatieve afdeling meer burn-outs zijn in vergelijking met bijvoorbeeld een hartchirurgie-afdeling?

‘‘Ja, dat merk ik zeker. Hoewel alle vakgebieden hun eigen uitdagingen hebben, vraagt palliatieve zorg vaak veel van de zorgverleners op emotioneel en mentaal vlak. In de palliatieve zorg zijn we voortdurend geconfronteerd met dood, verlies en verdriet, en dat kan zwaar tellen. Op een hartchirurgie-afdeling ligt de nadruk meer op het genezen of herstellen van patiënten, wat een andere vorm van druk geeft. Beide afdelingen hebben risico’s voor burn-out, maar de emotionele belasting in de palliatieve zorg kan vaak dieper gaan.’’

Heeft die burn-out ook invloed gehad op uw werk en uw persoonlijke leven?

‘‘Op mijn werk werd ik steeds minder effectief. Ik kon de zorg die ik zo graag wilde bieden niet meer opbrengen. Thuis werd ik prikkelbaar en trok ik me steeds meer terug van mijn gezin en vrienden. Het voelde alsof ik aan het overleven was in plaats van echt te leven of te werken. Op een gegeven moment moest ik erkennen dat het zo niet langer kon.’’

Heeft u toen meteen hulp gezocht?

‘‘Nee, eigenlijk drong dat pas echt tot me door toen mijn lichaam letterlijk stopte. Ik kreeg fysieke klachten zoals hartkloppingen en slapeloosheid. Toen ik een keer bijna instortte op mijn werk, wist ik dat ik hulp moest zoeken. Dat was het moment waarop ik besefte dat ik zelf niet meer in staat was om dit op te lossen. En heb toen aan de bel getrokken en hulp gezocht.’’

Hoe zag die hulp eruit?

‘‘Ik heb me ziekgemeld en ben met de bedrijfsleider gaan praten die gespecialiseerd is in burn-out en stress als arts. Daarnaast had ik gesprekken met een psycholoog om te kijken naar de onderliggende oorzaken van mijn burn-out. Ik moest echt leren om mijn grenzen te bewaken en meer voor mezelf te zorgen. Ook ben ik begonnen met mindfulness en ontspanningstechnieken.’’

Hoe is het herstelproces verlopen?

‘‘Het waren zeker geen rustige maanden. In het begin voelde ik me vooral schuldig dat ik mijn werk had moeten neerleggen en mijn collega’s en patiënten ‘in de steek’ had gelaten. Maar ik besefte al snel dat dat soort gedachten onderdeel waren van waarom ik in de eerste plaats opgebrand was geraakt. Het duurde maanden voordat ik me weer enigszins mezelf voelde, en zelfs toen was ik heel voorzichtig met terugkeren naar het werk. Uiteindelijk heeft het herstel me geleerd om mijn werk anders te benaderen, met meer balans.’’

Heeft de burn-out ook u veranderd, als persoon of als arts?

‘‘Als persoon ben ik veel bewuster geworden van mijn eigen kwetsbaarheid en mijn grenzen. Ik zie dat nu niet meer als een zwakte, maar als iets kostbaars. Het heeft me ook een diepere empathie gegeven voor anderen, niet alleen voor mijn patiënten, maar ook voor collega’s en vrienden die met hun eigen problemen worstelen. Als arts ben ik nu veel beter in staat om afstand te bewaren en mijn eigen welzijn voorop te stellen, zonder dat dit ten koste gaat van de zorg voor mijn patiënten.’’

Wat zou u andere zorgverleners willen meegeven die in een soortgelijke situatie zitten?

‘‘Het belangrijkste is dat je jezelf niet verliest in de zorg voor anderen. Het is prima, zelfs essentieel, om pauzes te nemen en om hulp te vragen als het niet goed met je gaat. De druk om altijd maar sterk te zijn en door te gaan is vaak hoog in ons vak, maar het is geen teken van zwakte om toe te geven dat je het even niet aankunt. Zorg voor jezelf is ook zorg voor je patiënten; je kunt alleen goed voor hen zorgen als je ook goed voor jezelf zorgt!’’

Heeft de burn-out u kijk op palliatieve zorg veranderd?

‘‘Absoluut. Palliatieve zorg gaat niet alleen over het verlichten van lijden bij de patiënt, maar ook over het behouden van rust van leven, zowel voor de patiënt als voor de arts. Ik ben me nu veel bewuster van hoe belangrijk het is om ook voor jezelf een bepaalde mate van rust van leven te waarborgen. Dat betekent dat ik nu anders werk, met meer aandacht voor mijn eigen grenzen en voor de balans tussen werk en privé.’’

Is er iets waardoor ze in de zorg meer alerter kunnen zijn voor burn-outs?

‘‘Zeker. Er zou meer aandacht moeten zijn voor de mentale en emotionele kant van dit vak. Regelmatige gesprekken, ruimte voor reflectie, en het bespreekbaar maken van de emotionele belasting zijn belangrijke stappen. Daarnaast zou er ook meer focus moeten zijn op de werkdruk en het creëren van een gezonde balans tussen werk en privé. Zelfzorg en het respecteren van je eigen grenzen zouden nog meer gestimuleerd moeten worden.’’

Tot slot, hoe gaat het nu met u?

‘‘Het gaat goed. Ik voel me weer gelukkig, en heb geleerd hoe ik signalen van stress vroeg kan herkennen. Mijn werk blijft het mooiste maar ook het zwaarste vak, maar ik heb nu de handvaten om dat beter te hanteren. Ik neem nu tijd voor mezelf, voor mijn gezin, en ik voel me sterker en meer in balans. Het was een moeilijke periode, maar ik ben er gelukkig weer helemaal bovenop. ‘‘

Vanwege privacyoverwegingen is de naam Carola gefingeerd. De redactie is op de hoogte van haar echte naam.

Column | Let op als je een hond gaat kopen!

Man’s best friend, oftewel de hond. De viervoeter komt steeds vaker voor in huishoudens, ook bij mensen in armoede. Zij hebben vaak weinig inkomen. Dit zorgt ervoor dat ze altijd moeten letten op hun uitgaven. Aan honden zitten ook veel kosten verbonden en daarom vinden bepaalde omstanders dat minder bedeelde gezinnen hun huisdier moeten afgeven .  

“Misschien moet u die hond wegdoen”. Dit soort opmerkingen heeft armoede-expert Stella de Swart vaker te horen gekregen. Dat is een heel heftige suggestie. Bepaalde mensen hebben namelijk zo’n speciale, emotionele connectie met hun hond. Het suggereren van het wegdoen van hun hond valt dan te vergelijken met hun kind wegdoen.

In de laatste jaren zijn zeven keer zoveel honden in beslag genomen dan voor corona. Dit is een flinke stijging, die volgens een dierenarts bij AniCura vooral te maken heeft met onopzettelijke verwaarlozing.

Hoewel de meeste mensen niet met opzet een dier willen verwaarlozen, is het wel belangrijk dat je erkent of je een huisdier aankan. Je kan zelf heel graag een hond willen, maar maak jij daar de hond ook blij mee? Jij bent degene die verantwoordelijk is voor het welzijn van het dier, en niet andersom.

Wil je toch een hond? Kies dan een hond die bij jou past. Lees je in over de hondenrassen en zoek een hond waar jij voor kan zorgen.

Freelancen wordt een stuk moeilijker door nieuwe regelgeving 2025

De nieuwe zzp-regels die vanaf 2025 ingaan zijn bedoeld om freelancers te beschermen, maar voor veel zelfstandigen kunnen ze juist vervelend uitpakken. Het vinden van werk als freelancer wordt namelijk een stuk lastiger.

“Er zijn twee dingen aan de hand,” legt Lisa Koetsenruijter van de Nederlandse Vereniging van Journalisten uit. “Ten eerste gaat de belastingdienst vanaf 1 januari 2025 strenger handhaven op schijnzelfstandigheid…Ten tweede wordt de wet vanaf 1 januari 2026 nog strenger op het gebied van wie wel of niet als zzp’er kan werken.”

Schijnzelfstandigheid betekent dat freelancers werken onder arbeidsomstandigheden die lijken op die van vaste werknemers, maar dan zonder dezelfde rechten en bescherming. Dit maakt het voor bedrijven aantrekkelijk om kosten te besparen op sociale premies en belastingen door freelancers in te huren, waardoor oneerlijke concurrentie ontstaat.

Gevolgen van de wet

“Het belangrijkste gevolg is dat het invullen van freelance redactie- en bureaudiensten veel moeilijker gaat worden.” benadrukt Koetsenruijter. Het is voor freelancers essentieel om goed te kijken welke opdrachten nog door de belastingdienst als zzp-werk gezien worden. In de kern komt het erop neer dat je niet hetzelfde werk mag doen als de mensen in vaste dienst, legt ze uit.

Goedbedoelde wet

Volgens Michiel Bakhuizen, woordvoerder van de belastingdienst, kan de wet misschien als vervelend worden ervaren, maar het doel is om de rechten van zzp’ers beter te beschermen. “We richten ons niet specifiek op journalisten of andere sectoren. De wetten en regels in Nederland moeten bepalen of iemand zelfstandige mag zijn, en in veel gevallen is er nu sprake van schijnzelfstandigheid. Dat willen we voorkomen, juist om de zzp’er te beschermen.”

“Het belangrijkste gevolg is dat het invullen van freelance redactie- en bureaudiensten veel moeilijker gaat worden.”

Mogelijkheden voor freelancers

Dit betekent niet dat er geen werk meer te vinden is voor freelancers. Er zijn nog genoeg mogelijkheden. “Denk bijvoorbeeld aan grotere projecten zoals het schrijven van artikelen, het maken van videoproducties, podcastproducties of onderzoeksprojecten. De kans is groot dat dit soort werk gewoon door zzp’ers gedaan kan blijven worden,” aldus Koetsenruijter.

Toegankelijkheid voor blinden op de kaart: delen van Eindhoven Centraal krijgen make-over

Eindhoven Centraal wordt toegankelijker gemaakt. Visueel beperkten en blinden worden bij de verbouwing betrokken. 320.000 mensen in Nederland hebben een visuele beperking, zo ook de mensen die elke maand bij elkaar komen in het Oogcafé Eindhoven.  Leden van deze bijeenkomsten vinden de verbouwing hoognodig, want bijvoorbeeld reizen met de bus vinden ze lang niet zo makkelijk.

Het probleem waar de leden van het Oogcafé het meest mee kampen is het busstation. Volgens hen is het erg lastig. Vaak wordt pas op het laatste moment duidelijk bij welk perron de bus aankomt. “De mensen bij de NS helpen graag, maar zeggen dan dat bijvoorbeeld bus 156 op perron F,G,H,I aankomt en dan wordt pas het laatste moment echt duidelijk bij welk perron de bus stopt.”, vertelt een van de blinde Eindhovenaren. Volgens anderen bestaan deze problemen ook bij andere busstations, maar in kleinere maten dan die van Eindhoven Centraal.

De pratende informatiepaal die gebruikt wordt om het juiste perron te vinden, is volgens verschillende leden erg vies en niet goed te gebruiken. De paal geeft ook op het laatste moment het perron aan, waardoor de bus niet meer te halen valt. Als een bus uitvalt wordt dit ook niet vermeld. “Er zijn altijd wel medepassagiers of voorbijgangers die willen helpen, maar alsnog is het erg vervelend als ik simpelweg niet weet waar en of mijn bus gaat”, vertelt Petra, een lid van Oogcafé. Algemeen was men het in het café over één ding eens: “De oversteek naar de verschillende perrons is gevaarlijk.”

Te weinig plek voor fietsen zorgt voor obstakels

Het busstation is niet het enige probleem. Ook de blinde-geleidenstrook, een klein paadje van tegels met ribbels om blinden en slechtzienden te helpen met waar ze kunnen lopen, is een bron van ergernis voor de blinden. Dit paadje leidt de visueel beperkten naar het station ‘Het is een strook voor ons, mensen die blind of slechtziend zijn, niet voor je koffer, fietsen of reclameborden”, zegt Petra. Door te weinig ruimte op fietsenrekken bij het station, zetten mensen hun fiets vaak buiten de daarvoor bedoelde fietsvakken neer. Dit betekent dat veel fietsen op de geleidenstrook richting het station staan, waardoor blinde mensen met hun taststok de strook niet goed kunnen gebruiken.

Er staan bordjes met de tekst: “Wij verwijderen fietsen die niet in de rekken of de groene vakken gesteld staan.’’ De gemeente zegt de fietsen alleen te verwijderen als er een melding word gedaan. Hoe dit moet wordt niet aangegeven, consequent maakt niemand gebruik van de meldingsfunctie.

De slechtzienden hebben een eigen rol in de verbouwing van Eindhoven

Er zijn al langer plannen vanuit de gemeente Eindhoven om genoemde problemen aan te pakken. De fietsenstalling gaat worden vernieuwd en het busstation ondergronds gebouwd. De visueel beperkten worden door de gemeente betrokken bij deze verbouwingen en maken bijvoorbeeld wandelingen door de stad met gemeenteraadsleden. Met als doel dat ook zij de verschillende obstakels in het centrum kunnen ervaren.

De woordvoerder van ProRail weet nog niet welke voorzieningen er komen voor blinden en slechtzienden tijdens de verbouwingen. Wel zegt ze met zekerheid dat hier aandacht aan word gegeven. “Tijdens de gehele verbouwing van het station en Knooppunt-XL wordt hier nog wel een locatie voor gevonden.” Aldus woordvoerder Van der Cruysen. Met leden van het Oogcafé wordt gecommuniceerd wanneer verbouwingen plaatsvinden in de stad.

Orkaan Milton dwingt inwoners Florida tot wanhoopsdaad: naam op je lichaam schrijven voor identificatie

0

De enorme orkaan Milton raast over de Amerikaanse staat Florida heen. De gruwelijke boodschap voor de mensen die niet kunnen evacueren is om je naam met permanent marker op je lichaam te schrijven, zo kan je dode lichaam beter geïdentificeerd worden: ”Het besef is er dat als je dood gaat, je gevonden wil worden. Dat is een overlevingsreactie’’, aldus Berendsen, klinisch psycholoog.

TikTok staat er vol mee: ouders die de naam, geboortedatum en de namen van de nabestaanden op hun kinderen schrijven. “Vanavond zag het naar bed brengen van mijn peuter er een beetje anders uit. Ik moest mijn dochtertje haar naam op haar arm schrijven. We konden niet evacueren, opvanglocaties en hotels zitten vol, er is geen benzine, geen elektriciteit en de straten staan al blank. Alstublieft, bid voor ons allemaal in Florida”, aldus Melanie Stoddard, een 21 jarige moeder op Tiktok. Inwoners uit andere staten zijn geschokt in de reacties: “Ik kan me niet eens voorstellen hoeveel pijn jullie ervaren tijdens het schrijven van de namen. Ik ga voor jullie bidden.”

Psychologie

Sjef Berendsen, klinisch psycholoog bij expertisecentrum Psytrec, zegt dat we leven met een aantal vanzelfsprekendheden. ”We denken dat het leven voorspelbaar is, dat we alles onder controle hebben en dat ons niets zal overkomen. Als er dan plotseling iets onverwachts gebeurt, staan al die vanzelfsprekendheden op losse schroeven. Plotseling besef je dat je veel kwetsbaarder bent en dat je geen controle hebt.’’ Mensen schrijven volgens Berendsen hun naam op hun lichaam uit een overlevingsreactie; je wilt op dat moment alleen dat je nabestaanden je lichaam kunnen identificeren op het moment dat je doodgaat.

Gevolgen

”Zodra je uit zo’n overlevingsstand komt, besef je plotseling: je had dood kunnen zijn”, aldus Sjef. De impact hiervan kan zich gaan uiten in veiligheidsgedrag. Berendsen heeft meerdere mensen behandeld die veiligheidsgedrag vertonen. Zo wilden nabestaanden van de MH17-ramp niet met hun hele gezin in een vliegtuig stappen. Een ander voorbeeld is dat mensen altijd een mes bij zich hebben om in geval van nood iets te kunnen doen, “dat slaat natuurlijk nergens op”, aldus Berendsen. “Zodra je dit gaat doen, heb je een probleem; je hebt dan PTSS of je kan gedragingen hiervan vertonen die er veel op lijken. Als je stil zou staan bij alle risico’s die we lopen in het leven, heb je geen leven meer.”

Gaza

Eerder gebeurde het schrijven van namen op lichamen al in Gaza, nadat vele lichamen niet geïdentificeerd konden worden. Ouders schreven de namen op de benen en romp, omdat de schedel van het slachtoffer vaak gebroken was en dit de enige manier van identificatie was. Nu zien we deze overlevingsreactie ook terug in Florida.

Melding op melding, maar toch worden verlaten auto’s in Riethoven niet weggehaald

‘Dit is geen parkeren meer, maar stallen’, zegt Erik van het tegenover gelegen heftruckbedrijf. Op een parkeerplaats tussen een bedrijventerrein en een sporthal staan twee auto’s al minstens een jaar geparkeerd. Er staat hoog onkruid achter en de auto’s zijn mosgroen aangeslagen. Meldingen leveren niets op, terwijl de politie en de gemeente Bergeijk naar elkaar wijzen. Volgens een woordvoerder heeft de gemeente ook geen regelgeving voor dit soort gevallen.

Een melding van de sporthal, een melding van het heftruckbedrijf, een melding door onze verslaggever en er zullen waarschijnlijk nog meer meldingen zijn geweest. Bij een bedrijventerrein valt veel parkeerplaatsbezetting te verwachten. Maar zeker met de sporthal erbij waar volleybalvereniging VC Riethoven traint en wedstrijden speelt, komt de parkeerplaats volgens de sporthaleigenaar nog weleens propvol te staan. ‘We komen in dit gebied parkeerplaatsen tekort en dan staan die auto’s daar altijd’, zegt een medewerker van het heftruckbedrijf erover.

De eigenaar

Uit contact van bewoners met de politie over deze auto’s is de informatie gekomen dat de eigenaar van de auto’s eerst in Riethoven woonde, maar ondertussen naar België is verhuisd. Hiermee wordt duidelijk dat de eigenaar er echt niet naar om kijkt.

Wanneer kan het worden weggehaald?

Metaalbewerkingsbedrijf INNO-TEC staat ook tegenover de parkeerplaats. De baas van INNO-TEC Walter van Grotel vergelijkt het met de ‘weesauto’s’ in Tilburg waar Brabants Dagblad een serie aan artikelen over heeft. Daar zeiden bewoners dat het wachten was tot iemand de auto’s beschadigt waardoor ze als ‘wrakken’ wel mogen worden weggehaald. Van Grotel: ‘Pas als iemand er benzine en een krant op gooit, de kabels knipt of ze voor het gemeentehuis weet te zetten, dan doen ze er wat aan.’

Geen regelgeving

De gemeente laat weten dat zij geen regelgeving over dit soort gevallen heeft. Op een openbare parkeerplaats mag je dus in principe oneindig lang parkeren, tenzij de verkeersveiligheid ondermijnd wordt. In dit geval is er niet echt sprake van onveiligheid, maar net als in Tilburg ervaren de bewoners wel hinder van de auto’s. Gemeente Tilburg heeft hier inmiddels wel regelgeving over. Daar is het probleem dat de parkeerservice ‘P1’ over een groot gebied verantwoordelijk is.

De gemeente Bergeijk zegt dat de auto’s aanpakken niet door de gemeente en handhaving gedaan kan worden, alleen de politie zou dit kunnen doen. Ook zou er vanuit de gemeente Bergeijk veel communicatie over zijn geweest met de politie en de klachten van de bewoners worden serieus genomen. Woordvoering van Politie Oost-Brabant laat tegelijkertijd weten dat dit een taak is van de gemeente en handhaving. Dus waar de oplossing vandaan moet komen is niet zeker.

Vader voor de rechter na chaotische supermarktvechtpartij: ‘Ik probeerde de ruzie te sussen’

0

“Het lijkt wel willekeurig uit het niets te gebeuren”, zegt de officier van justitie deze vrijdag in de rechtbank. Op 4 oktober vorig jaar, gaat het namelijk mis in de Dunya-supermarkt in Den Bosch. In een mum van tijd loopt een woordenwisseling uit tot een fysiek conflict. Drie verdachten, waarvan twee minderjarig, kwamen voor de rechter. Voor de 33-jarige Bosschenaar wordt een celstraf geëist.

Op die bewuste woensdag gaat de zoon van de Bosschenaar een boodschapje doen, even verderop in de straat. Hij vergeet alleen de pincode van de pinpas die hij mee heeft. Volgens de 33-jarige verdachte is zijn zoon daarna huilend thuis gekomen. De medewerker van de supermarkt zou hem op een ongepaste manier hebben aangesproken. “Ik ging terug naar de winkel om verhaal te halen en de boodschappen te betalen”, vertaalt de tolk van de verdachte. Wanneer hij de situatie probeert te bespreken, loopt de ruzie snel uit de hand. Op bewakingsbeelden is te zien dat de verdachte een sleutelbos naar de kassamedewerker gooit, hoewel hij zich niet kon herinneren of hij hem geraakt had.

Als één ruziet, komen er snel twee mee vechten

Een van de minderjarige verdachten, een neef die is meegekomen naar de supermarkt, pakt vervolgens een waterpijp en begint de kassamedewerker te slaan. Ondertussen pakt de Bosschenaar de medewerker vast, waarna zijn neef het slaan voortzet. De verdachte beweerd dat hij na het gooien van de sleutelbos de situatie juist wil sussen, maar dat de kassamedewerker hem aanviel. “Ik zag dat het fout ging en wilde het conflict voorkomen.” Zijn neef zou hebben ingegrepen omdat hij dacht dat de medewerker zijn oom zou aanvallen.

Even later komt ook de tweede minderjarige verdachte zich melden bij de ruzie, wie ook een neef van de verdachte is. Hij loopt vervolgens met een mes de winkel in. Waar hij letsel aanbrengt bij twee van de medewerkers, door steekbewegingen te maken richting de onderrug en schouder. “Ik heb nog steeds last van hoofdpijn, nekklachten en nachtmerries. Ik heb veel meegemaakt, waaronder oorlog, maar niets zo erg als wat me hier is overkomen”, leest de advocaat van het slachtoffer voor.

Escalatie binnen vijf minuten

De verdachte geeft aan dat hij geen actieve rol speelde in de escalatie. Hij probeerde alleen de ruzie te stoppen. Hij ontkent ook betrokkenheid bij de vermeende steekpartij en beweert geen doodsbedreigingen te hebben geuit, zoals hem ten laste werd gelegd. De officier van justitie benadrukt de ernst van het geweld dat in slechts vijf minuten uit de hand liep. De verdachte wordt verantwoordelijk gehouden voor het openlijke geweld en zou onvoldoende verantwoordelijkheid hebben genomen voor zijn daden. Er wordt een gevangenisstraf van drie maanden geëist, een contact- en locatieverbod, evenals een taakstraf van 250 uur.

De advocaat van de verdachte pleit voor vrijspraak, aangezien de verdachte voornamelijk zou hebben geprobeerd de situatie te de-escaleren en zelf geslagen werd. De advocaat stelt dat de verdachte geen opzet had en geen aandeel had in het letsel van de slachtoffers.

De uitspraak van de rechter wordt verwacht op 25 oktober 2024. De zittingen van de twee minderjarige verdachten zijn binnen gesloten deuren gehouden.

Boef debuteert in Ziggo Dome en roept op: “Free Palestina”

0

AMSTERDAM – Rapper boef heeft voor het eerst in zijn carrière opgetreden in de Ziggo Dome in Amsterdam. Een grote mijlpaal voor zijn carrière, maar voor hem ook een kans om aandacht te vragen voor de Palestijnse slachtoffers. Zo liet hij verschillende filmpjes zien van mensen in Gaza op de grote schermen achter hem, maar ook de lijst met namen van de slachtoffers: “ik laat nu maar 58 seconden zien maar in het echt duurt deze lijst 8 uur lang.”

De zaal was gevuld met springende, dansende en zingende mensen. Ondanks ruim de helft van de 2e ring lege stoelen waren, was Boef haast niet te horen boven de stemmen van het publiek. Alle bekende hits zoals habiba en krantenwijk werden door zowel kinderen als ouders woord voor woord meegezongen. De zaal was gevuld met fans die shirts aanhadden met een witte bivakmuts er op en met de letters ‘BOEF’ eronder. Zitplaatsen waren geen zitplaatsen meer, aangezien iedereen opstond om mee te dansen en te zingen met de muziek. “Ik wil jullie allemaal één voor één bedanken voor het komen, kippenvel mensen”, sprak Boef tussen de nummers door wat gevolgd werd door een luid applaus.


Tijdens het concert werden er vele gastartiesten het podium op geroepen. Artiesten zoals Ronnie Flex, Bilal Wahib en Frenna hielpen Boef om het beste uit zijn show te halen. Ondanks het Boef zijn concert was kreeg één gastartiest zelfs een harder applaus dan hij zelf, namelijk Lil Kleine. Naast deze optredens van bekende nummers en fans die op en neer sprongen vond Boef het belangrijk om iets aan te kaarten. Tussen alle nummers in zong hij een nummer speciaal geschreven voor de Palestijnse slachtoffers in Gaza. Op de achtergrond werd in grote rood en groene letters op het scherm ‘STOP GENOCIDE’ laten zien, terwijl Boef met de Palestijnse vlag wapperde. “Als ik zeg free, zeggen jullie Palestina”, riep de Rapper, waarna het hele publiek zich nog luider liet horen dan voorheen.

COLUMN | Het leed dat pakketjes heet

0

We bestellen als Nederlander massaal online, maar de bezorging laat vaak te wensen over. Gemiste bezorgingen, pakketjes voor de deur en onbetrouwbare tijdsloten. Frustraties hopen zich op en je blijft als klant in de kou staan. 

“Wij zijn PostNL en we hebben iets voor je”, luidt de slogan van PostNL. Al is dat “iets” vaker een teleurstelling dan een pakket. Je kent het wel: de deurbel gaat niet, maar er zit wel een briefje in de bus met de boodschap: “we hebben u gemist”.  Terwijl je de hele dag thuis op de bank zat. Je pakket is naar een afhaalpunt gebracht, zo’n 10 kilometer verderop. Want waarom zou je als pakketbezorger naar het pakketpunt in de buurt gaan, als je ook een kleine roadtrip kunt maken?  

Als je geluk hebt, wordt de stoep voor je deur omgetoverd tot de persoonlijke wachtruimte van je pakket. Precies op tijd voor de Hollandse regenbui. Of als je net aan het strand ligt op vakantie. De buurman neemt het wel even mee, toch? Geen zorgen, PostNL fikst het voor je! Het probleem is alleen dat je niet altijd weet waar en wanneer je het gaat vinden. 

PostNL kampt door stijgende kosten al langer met problemen. Een aanvraag voor versoepelingen stond dan ook al geruime tijd op de agenda. Minister Beljaarts besloot de wettelijke bezorgtermijn te veranderen van 24 uur naar 48 uur. De kamer was het hier echter niet mee eens en er kwam een streep door het plan. Het plan zou volgens hen niks oplossen. Terecht, want in de realiteit zitten de problemen veel dieper dan alleen de logistiek. Er is een groot tekort aan personeel, wat niet verrassend is gezien de zware en belastende werkomstandigheden.

Bovendien vinden veel van de ‘versoepelingen’ al dagelijks plaats zonder toestemming van de overheid. Neem bijvoorbeeld de tijdsvakken waarin een pakket geleverd zou moeten worden. Je krijgt een tijdslot van een paar uur, maar in de praktijk zit je de hele dag thuis te wachten. Dat alleen om aan het einde van de dag te horen dat het pakket niet meer komt en je morgen weer de hele dag thuis kan blijven. Dit is niet eens het versoepelen van de service, maar het negeren van je eigen beloftes.  

Zelfs met de voorgestelde versoepelingen moet PostNL 95 procent van de pakketten binnen de nieuwe bezorgtermijn afleveren. Maar deze norm halen ze al jaren niet. Dus voordat PostNL met nog meer eisen komt, moeten ze eerst hun eigen service onder de loep nemen. Want zolang het een raadsel blijft waar en wanneer je pakket daadwerkelijk bezorgd wordt, verdwijnt het vertrouwen als klant. Of ze nou meer vrijheid krijgen van de overheid of niet, wat wij echt nodig hebben is een betrouwbare service bij het pakket waar we met smacht op zitten te wachten.