‘S-HERTOGENBOSCH – Verdachte A. stond vrijdag 10 januari terecht voor een poging tot inbraak en geweld tegen een agent. Volgens het Openbaar Ministerie probeerde hij op 5 oktober 2024 een woning in ‘s-Hertogenbosch binnen te dringen. Daarnaast zou hij zich op het politiebureau agressief hebben gedragen. De verdachte ontkent alles en stelt juist dat hij zelf slachtoffer is: “Ik ben mishandeld, niet andersom.”
Hij zegt die nacht op weg te zijn geweest naar een vriendin, maar volgens de bewoonster van het huis was hij bezig om met een tuinschaar haar woning binnen te komen. Op camerabeelden van het politiebureau is volgens de politie te zien hoe hij zich verzette, maar de verdediging betwist dat.
Wat gebeurde er op 5 oktober?
Op 5 oktober om 07:20 uur hoorde de bewoonster van het huis de deurbel gaan. Toen ze niet opendeed, zag ze een man met een tuinschaar bij haar deur. Later werden in haar tuin twee tuinscharen aangetroffen, die volgens haar uit haar tuinhuisje kwamen.
De vrouw herkende de verdachte als een bekende van haar werk, al bleef tijdens de zitting onduidelijk wat hun precieze relatie was. Ze was niet aanwezig in de rechtbank om dit zelf toe te lichten.
De verdachte ontkent. “Ik was die nacht gewoon aan het ‘chillen’ en drinken,” verklaarde hij. Hij zegt de bewoonster niet te kennen en het vreemd te vinden dat zij beweert hem te herkennen. Ook het petje dat op de plaats delict werd gevonden, zou niet van hem zijn.
Confrontatie op het politiebureau
Bij zijn arrestatie weigerde de verdachte mee te werken aan het afnemen van vingerafdrukken en foto’s. Hij gaf aan niet te willen meewerken; “Ik ga niet aan mijn onterechte arrestatie mee werken toch?” De politie waarschuwde hem meerdere keren en gebruikte uiteindelijk geweld. Volgens de politie probeerde de verdachte de agenten een kopstoot en knietjes te geven, waarna hij een stoot in het gezicht kreeg. De verdachte stelt juist dat hij door de politie is mishandeld; “Ik ben mishandeld niet andersom”, aldus meneer A.
Tijdens de zitting werd camerabeeld van het incident op het bureau bekeken. De advocaat betoogde dat er geen duidelijke beelden zijn waarop te zien is dat haar client daadwerkelijk geweld gebruikte.
Persoonlijke omstandigheden
Meneer A. zit al drie maanden in voorarrest. Hij heeft sinds kort een woning in Oss met zijn partner. Hij heeft de helft van een eerdere voorwaardelijke straf van acht maanden uitgezeten. De reclassering meldt dat hij eerst erg gemotiveerd was om aan zijn gedrag te werken, maar na een tijd terug viel in oud gedrag. Ook wordt er gesproken over een oorlogstrauma.
Het standpunt van justitie: ‘Hondsbrutaal’
De officier van justitie noemt de inbraakpoging ‘hondsbrutaal’, mede omdat de bewoonster thuis was. Dit wordt als verzwarende factor gezien. De eis: zes maanden onvoorwaardelijke celstraf, plus de tenuitvoerlegging van de eerdere acht maanden voorwaardelijk.
In zijn laatste woord benadrukt de verdachte dat de signalering niet klopt. Hij draagt tijdens de zitting dezelfde kleding als bij zijn arrestatie en suggereert daarmee dat hij niet de dader is.
De rechtbank doet op 24 januari 2024 om 13:00 uur uitspraak.