In 2024 namen zo’n honderdduizend mensen deel aan door de EU gesponsorde loopbaantrajecten. Dat is vier keer zoveel als het jaar daarvoor. Gemeenten willen het liefst zo veel mogelijk deelnemers voor subsidie aanmerken. Als dit niet lukt, kan dit volgens subsidieadviseur Erik Nierijnck nog weleens uitlopen in een dure grap.
Het aantal werkzoekenden dat wordt gesubsidieerd vanuit het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) is verviervoudigd. Dit blijkt uit cijfers van het CBS, dat deze vorige maand publiceerde. Vanuit Europa is er tussen 2021 en 2027 zo’n 270 miljoen euro beschikbaar gesteld voor gemeenten en sectoren die mensen helpen met het vinden van een nieuwe baan. Elke twee jaar kunnen gemeenten een deel van dit geld aanvragen. In 2024 werd de hulp voor zo’n 99.530 werkzoekenden door het ESF+ betaald. In 2023 waren dat er nog 23.970. De meeste deelnemers zijn migrant en zitten al voor langere tijd zonder werk.
Nu de huidige subsidieperiode over twee jaar afloopt, moet het geld wel ergens aan worden uitgegeven. Dit maakt dat gemeenten steeds meer deelnemers voor subsidie aanmerken, weet Erik Nierijnck, mede-oprichter van adviesbureau De Kenniskamers. Nierijnck is al sinds de jaren negentig bekend met de Europese fondsen. Met zijn bureau regelt hij de subsidies van zo’n vijftig gemeenten in heel Nederland.
Wat voor projecten vallen onder het ESF+?
,,Vooral projecten met mensen die in de bijstand zitten en willen werken. Maar ook gedetineerden die re-integreren. Mensen die al werk hebben, maar begeleiding krijgen voor een baan die beter bij hen past. Ook zijn er specifieke trajecten voor mensen met een handicap. Alles is erop gericht om kwetsbare, achtergestelde mensen weer onderdeel te laten zijn van de maatschappij.’’
Hoe komt het dat er in 2024 vier keer zoveel deelnemers waren?
,,Naarmate de subsidietermijn verstrijkt, worden er steeds meer projecten door gemeenten voor subsidie aangemerkt. Al het geld dat zij van de EU krijgen, moet weer worden uitgegeven aan nieuwe projecten en deelnemers. Anders moeten er straks miljoenen aan euro’s terug naar Brussel. Gemeenten zijn zich hier heel bewust van. Ik verwacht dat er daardoor de komende jaren steeds meer deelnemers worden aangemerkt.’’
Waar lopen gemeenten tegenaan?
,,Doordat een gemeente alleen geld aan nieuwe projecten uit mag geven, moeten ze lopende projecten eerst zelf financieren. Ze krijgen de subsidie pas achteraf, nadat de projecten zijn afgerond en de administratie op orde is.
Daarnaast is de Europese Commissie vastbesloten om van alle deelnemers hun BSN-nummer te hebben. Voor de meeste hulpprojecten in Nederland, waaronder schuldhulpverlening, is dat helemaal niet wenselijk. Deze komen dus bij voorbaat niet in aanmerking voor Europese subsidie.
Het ESF+ vraagt voor dit alles een geheel losse administratie. Wanneer iets daarin niet klopt, moet alle subsidie worden terugbetaald aan Europa. Helaas komt dit regelmatig voor. Bijvoorbeeld als er BSN-nummers ontbreken, of als blijkt dat er net te weinig contactmomenten met deelnemers zijn geweest. De voorwaarden veranderen continu; daarop wordt streng gecontroleerd.’’
Vanwaar die strenge controles?
,,Nederland is graag de beste van de klas. Er is geen ruimte voor fouten. Het ministerie van Financiën moet zich verantwoorden tegenover Europa en voert verschillende steekproeven uit bij gemeenten. Dat, terwijl er al controles worden uitgevoerd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Als kers op de taart komt Europa kijken of de ministeries hun werk wel goed hebben gedaan. Dat zijn drie verschillende controles op één subsidieaanvraag. Gemeenten ervaren dit als vervelend.’’
Kaart u dit dan ook aan?
,,Ik kom zelf niet in Brussel, maar wel regelmatig op het ministerie van SZW om hier voorlichting over te geven.’’
Zou het niet beter zijn als de kennis binnen de gemeente blijft, zoals in Tilburg?
,,Je ziet bij gemeenten veel doorstroom aan personeel en kennis. Als iemand met specifieke kennis weggaat, is er ineens een groot probleem. Regelgeving rondom ESF+ vraagt veel expertise. Zelf werf ik al meer dan twintig jaar subsidies voor gemeenten. Wij zijn met ons bureau een stabiele factor en leveren structureel kennis.
Daarnaast zijn er meerdere externe partijen die deze hulp aan gemeenten bieden. Dit zorgt voor een gezonde concurrentiestrijd. Ik ben van mening dat dit zowel efficiënter als goedkoper is voor gemeenten. Het besluitvormingsproces bij de overheid is erg stroperig; je wilt dit niet aan hen overlaten.’’
Is het ESF+ onmisbaar?
,,Uiteindelijk is dit Europese geld maar een heel klein deel van wat er in Nederland wordt uitgegeven om mensen aan werk te helpen.’’ Dit klopt. Alleen al in 2024 gaf het UWV zo’n 700 miljoen euro uit aan re-integratie. Het totale beschikbare budget vanuit ESF+ dat voor werkzoekenden is bedoeld, bedroeg voor de periode 2023-2024 zo’n 60 miljoen euro.
Nierijnck: ,,Ik zou dit nu dus niet onmisbaar noemen, maar stel we zitten over een paar jaar in een economische crisis, dan wordt dit fonds weer een stuk belangrijker. Het ESF+ kan voor een gemeente wel net het extraatje zijn om nieuwe hulpprojecten te ontwikkelen waar kwetsbare doelgroepen bij gebaat zijn.’’