Home Blog Pagina 4

Prestatiedruk onder jongeren blijft hoog: ‘We leggen de lat vaak zelf veel te hoog’

Veel jongeren ervaren prestatiedruk en opvallend genoeg komt die druk vaak niet van buitenaf, maar vanuit zichzelf. Aangespoord door hoge verwachtingen van ouders, het onderwijs en de perfecte beelden op sociale media, leggen veel jongeren de lat erg hoog en dit is vaak te hoog . Die druk kan leiden tot mentale klachten, waarschuwt onderzoeker studentenwelzijn Lisa Klinkenberg: “Een beetje druk kan motiveren, maar te veel kan tot ernstige gevolgen leiden. Jongeren moeten leren af en toe uit te zoomen en een stapje terug te nemen.”

Sociale media versterken het gevoel van moeten

Volgens Klinkenberg speelt social media een grote rol in het ontstaan van prestatiedruk. Jongeren zien daar vooral succesverhalen, goede cijfers, ‘perfecte levens’ en vergelijken zichzelf vaak met die beelden. “Dat beeld is zelden realistisch, maar voelt toch als de norm. Daardoor ontstaat het idee dat je altijd bezig moet zijn met beter worden.”

Ook ouders dragen bij aan de druk, vaak met goede bedoelingen. “Ze willen hun kinderen stimuleren, maar het gevolg is dat jongeren zich steeds meer verantwoordelijk voelen om aan die verwachtingen te voldoen. In combinatie met het onderwijs en sociale media kan dat overweldigend zijn.”

Onderwijssysteem als extra drukmiddel

Het onderwijssysteem is volgens Klinkenberg sterk prestatiegericht. Cijfers, deadlines, hoge verwachtingen en weinig ruimte voor herstelmomenten zorgen ervoor dat jongeren het gevoel hebben dat ze continu beoordeeld worden. 

Daarbovenop komen praktische problemen zoals te late beoordelingen of rommelige roosters. “Dat lijkt op het eerste oog geen invloed te hebben, maar het versterkt het gevoel van stress en het idee dat je het niet goed doet.”

De grootste druk komt van binnenuit

Wat opvalt is dat jongeren vaak zelf aangeven dat de druk vooral van binnenuit komt. Ze willen zich bewijzen en niet onderdoen voor anderen. “We zien dat jongeren vaak de lat te hoog leggen, bang zijn om te falen en maar door blijven gaan,” zegt Klinkenberg.

“Een beetje prestatiedruk kan motiveren”, benadrukt ze. “Maar te veel zorgt voor mentale overbelasting. Het is belangrijk dat jongeren leren af en toe uit te zoomen, een stapje terug te nemen en uitrusten.”

Mentoren als sleutelpersonen

Klinkenberg vindt dat scholen hierin een belangrijke rol spelen. Mentoren moeten leerlingen goed in de gaten houden en actief tools aanbieden. “Ze kunnen jongeren helpen bij het stellen van prioriteiten, het leren omgaan met prestatiedruk en het filteren van onnodige stressfactoren zoals roosterproblemen.”

Een belangrijke stap daarin is jongeren laten inzien dat ze niet alles hoeven. “Even afstand nemen van de drukte, reflecteren en dan opnieuw bepalen wat écht belangrijk is.”

Druk blijft structureel hoog

Hoewel de prestatiedruk de laatste jaren niet verder lijkt te stijgen, blijft het niveau structureel hoog. Jongeren geven zichzelf gemiddeld een 4 op een schaal van 5 op het gebied van prestatiedruk.

Volgens Klinkenberg begint de oplossing bij bewustwording en het creëren van een cultuur waarin rust, reflectie en falen normaal zijn. “We moeten af van het idee dat je altijd perfect  moet functioneren. Presteren is niet erg, maar alleen als er ook ruimte is om af en toe stil te staan.”

Ryanair vervoerde een recordaantal passagiers, toch kromp de winst. Hoe kan dat?

Heb jij wel eens met Ryanair gevlogen? Die kans is vrij groot. Afgelopen week publiceerde Ryanair jaarcijfers waaruit bleek dat Ryanair de meeste passagiers ooit heeft vervoerd voor een Europese luchtvaartmaatschappij. Maar toch is er iets geks aan de hand. 

Afgelopen jaar heeft Ryanair 200 miljoen passagiers gevlogen, dat is 16 miljoen meer dan het jaar ervoor. Toch heeft Ryanair minder winst geboekt dan vorig jaar. Waar de Ierse vliegmaatschappij toen 1,9 miljard euro winst maakte, was dat afgelopen jaar een stuk minder. 1,6 miljard namelijk. 

Volgens Luk de Wilde, luchtvaartanalyticus bij Aviation Press Club, heeft Ryanair het liefste dat hun vliegtuigen zo vol mogelijk zitten. Hiermee doelen ze op dat elk vliegtuig dat opstijgt voor 95 procent gevuld is. Dat streven hebben ze afgelopen jaar behaald door ticketprijzen met ongeveer 6 procent goedkoper te maken: “Dat is een beetje een eigenschap van een lagekostenmaatschappij. Je hebt altijd je vaste kosten: je kerosine, je personeelskosten, piloten en cabinepersoneel. En dat vliegtuig moet toch opstijgen.” De kosten hiervan blijven hetzelfde, of er nou 100 of 200 mensen aan boord zitten. Ryanair streeft hierbij voor zoveel mogelijk mensen per vliegtuig, dan maakt het voor de Ierse vluchtenboer minder uit of ze nou iets minder vragen voor een ticket.

Ook is het een groeistrategie afhankelijk van vraag en aanbod. De Wilde licht toe: “Als je ziet dat die vraag sterk is, dan kan je zeggen van oké, we gaan nu echt onze marktpositie versterken.” Dat doen ze door vluchten goedkoper te maken, waardoor ze meer stoelen verkopen en meer vluchten kunnen vullen.

Voor Ryanair komt de daling van winst niet als iets onverwachts maar als de uitkomst van de strategie die ze gebruiken. Wat dit voor jou als reiziger betekent? Niet zo heel veel, de tickets zullen de komende tijd nog goedkoper zijn.

Landen kunnen makkelijk weg bij Internationaal Strafhof: “Het is gebaseerd op vrijwilligheid”

Landen kunnen enorm makkelijk weggaan bij het Internationaal Strafhof. Dat bewees Hongarije gisteren. Dat heeft, volgens jurist Benjamin Duerr, vooral te maken met het feit dat internationaal recht vooral gebaseerd is op vrijwilligheid. “Maar er zijn ook verdragen die voor iedereen gelden. Landen kunnen zelf bepalen bij welk verdrag of welke organisatie zij zich aansluiten. Daarom is het inderdaad redelijk makkelijk om eruit te stappen,” aldus Guerr. 

Jus Conges

‘Nut’ heeft het ICC volgens Guerr echter nog steeds, want er zijn ook belangrijke elementen waar een land zich niet van kan terugtrekken: “Aan de morele kracht die van het ICC uitgaat en bepaalde verplichtingen kan geen enkel land ontsnappen. Misdrijven die het Strafhof kan vervolgen zijn namelijk altijd verboden, zelfs als een land hier niet mee instemt.” 

“Belangrijke bepalingen van het internationaal recht blijven dus nog steeds gelden,” vervolgt de jurist. “We noemen dat Jus Conges (dwingend recht). Dus ook al is Hongarije straks geen lid meer van het ICC, hun regels gelden nog steeds voor hen.” 

Toekomst

Hongarije is, na Burundi en de Filipijnen, het derde land dat weg gaat bij het ICC. Toch kan Duerr zich niet voorstellen dat meerdere landen bij het ICC zullen vertrekken. “Dat gebeurde bij Burundi en de Filipijnen ook niet”, zegt Guerr.  

De gevolgen voor Hongarije zijn op dit moment echter lastig in te schatten. Guerr: “Er zijn op dit moment weinig concrete gevolgen voor Hongarije. De terugtrekking treedt pas 12 maanden na de officiele aankondiging in werking. Tot die tijd is Hongarije lid en heeft het dezelfde verplichtingen. ” 

“Niemand ontsnapt de dans”: zo kwetsbaar is de digitale beveiliging in het onderwijs

Na de cyberaanval begin dit jaar op de TU Eindhoven, waar een hacker dagenlang onopgemerkt toegang had tot het interne netwerk, kun je, jezelf afvragen: hoe kwetsbaar zijn scholen voor digitale aanvallen? “Grote organisaties worden voortdurend aangevallen, het zorgt voor een kat-en-muis spel tussen aanvallers en verdedigers”, vertelt Raymond Slot, lector Cybersecurity aan de Hogeschool Utrecht.

“In de gepubliceerde documenten stond niet precies hoe de hacker bij TU Eindhoven is binnengekomen. Vaak is het zo dat iemand op een verkeerde link klikt”, vertelt Slot.

“95% van het aantal aanvallen is door middel van phishing-mails, zwakke wachtwoorden of misbruik van kwetsbare software”, aldus Pim Takkenberg, general manager bij Northwave.

“Niemand ontsnapt de dans”

Een veelgemaakte fout, volgens Slot, is dat men denkt veilig te zijn zolang er geen incident plaatsvindt. “Er is een gezegde binnen de securitywereld. Er zijn twee soorten organisaties, organisaties die aangevallen zijn en organisaties die het nog niet weten.”

“Met andere woorden, houd er rekening mee dat elke organisatie aangevallen zal worden. Niet de mogelijkheid, maar weet dat je aangevallen wordt. Dat je de dans niet ontsnapt.”

“Het gaat vaak om geld, niet om het doelwit”

Hoewel het vaak lijkt alsof hackers zich specifiek steeds meer richten op bedrijven of overheden, denk maar aan TU Eindhoven of de Universiteit Maastricht, is dit niet per se het geval, stelt Takkenberg: “Hackers gaan vaak op zoek naar plekken waar veel data is. Het maakt niet veel uit wie ze aanvallen, het gaat vaak om geld.”

Hij benadrukt dat veel organisaties een verkeerd beeld hebben van hun eigen risico’s: “Scholen denken vaak ‘Wie heeft het nou op mij voorzien? Wat valt er nu bij mij te halen?’. En wat ik ook vaak zie is dat mensen denken dat bedrijven of scholen gericht worden aangevallen, dat is niet zo.”

Enorme gevolgen

Slot waarschuwt voor de gevolgen van zo’n aanval: “Het risico is dat de school alles dicht moet gooien, wat bij Eindhoven ook is gebeurd, omdat er een aanval plaatsvindt. Daardoor vallen er lessen uit en dat heeft een behoorlijke impact.”

Die impact wordt vaak onderschat: “Wat je ziet is dat veel organisaties zich niet focussen op de impact van zo’n aanval, omdat ze vooral willen zorgen dat er doorgewerkt kan worden. Zelfs als ze onderdeel zijn van een aanval.”

Meer vraag dan aantal beschikbare mensen

“Toch zijn er veel personeelstekorten op het gebied van cybersecurity”, vertelt Slot bezorgd: “Enerzijds neemt de vraag toe, terwijl je anderzijds ziet dat nu met bezuinigingen op het hoger onderwijs, het aantal mensen dat wordt opgeleid eigenlijk afneemt. Er is veel meer vraag in de markt dan dat de opleidingen kunnen leveren op dit moment.”

Vier basismaatregelen

Takkenberg benadrukt dat scholen en bedrijven zich beter kunnen voorbereiden: “Er zijn vier oplossingen. Zorg voor back-ups die niet gekoppeld zijn aan het netwerk, gebruik een meerstaps verificatie die overal geïmplementeerd is, zorg voor een goed beleid ook met betrekking tot updates en doe aan netwerkmonitoring.”

Telefoonstoring in Spanje, 112 in grote delen van het land slecht bereikbaar: “Nederland is hier goed op voorbereid”

Een storing in het Spaanse telefoonnetwerk leidden in grote delen van het land tot problemen met het noodnummer 112. Het nummer was in delen van het land niet, of niet goed bereikbaar, melden de diensten op sociale media. Volgens Spaanse media ontstonden de problemen na een update in het netwerk van telefoonprovider Telefónica. “Dit kan ook in Nederland gebeuren”, vertelt onderzoeker in crisismanagement, Kenny Meesters.

De hulpdiensten in de regio’s Aragón, Baskenland en Valencia hadden al tijdelijke telefoonnummers ingesteld om toch nog bereikbaar te zijn. Hulpdiensten meldden vanmiddag dat de storing na enkele uren was verholpen. Maar wat gebeurt er in zo’n crisissituatie? En zijn wij in Nederland hierop voorbereid?

“Bij crisissituaties als deze worden er twee groepen gevormd”

Onderzoeker in crisismanagement Kenny Meesters vertelt dat er in Spanje waarschijnlijk twee groepen hard aan het werk zijn voor de bereikbaarheid van de hulpdiensten. “Bij crisissituaties als deze worden er twee groepen gevormd. De ene groep pakt het probleem aan, dus in dit geval de technische mensen om de storing op te lossen. De andere groep zorgt ervoor dat de hulpdiensten alsnog bereikbaar zijn. Via TV en sociale media maken ze dit dan bekend.”

Kenny Meesters benadrukt dat in dit geval alleen de communicatie tussen burgers en hulpdiensten vastloopt. “De hulpdiensten zelf hebben een andere communicatiestroom. Zij kunnen dus nog wel communiceren met elkaar.” Volgens Meesters zullen hulpdiensten snel komen met een alternatief telefoonnummer, wat nu ook is gebeurd in Spaanse regio’s. “In Nederland hebben we voor elke hulpdienst al aparte telefoonnummers voor ‘geen spoed’. Deze zullen dan gebruikt worden als de nieuwe spoed nummers.”

Als een land deze nummers niet heeft, dan worden er snel nummers uitgekozen of ontwikkeld. “Via sociale media en via de TV zullen de hulpdiensten duidelijk maken wat er aan de hand is en hoe ze bereikbaar zijn.”

Als ook alternatieve nummers falen

En wat als alle telefoonnummers eruit liggen? Kenny Meesters vertelt dat alle hulpdiensten dan de straat op gaan. “Hulpdiensten verspreiden zich over de getroffen gebieden zonder bereik, zo kunnen burgers hen tegenkomen. Als ze dan een spoedgeval tegenkomen, kunnen de hulpdiensten met elkaar snel communiceren en snel handelen.”

Wat moet je doen als dit in Nederland gebeurt?

“Houd vooral sociale media en de TV in de gaten voor updates. Gebruik daarnaast de alternatieve telefoonnummers van de brandweer, politie en ambulance”, vertelt Kenny Meesters. Mocht al het telefoonverkeer eruit liggen en heb je een spoedgeval, dan kun je meerdere dingen doen, vertelt Kenny Meesters. “Bij medische gevallen kun je proberen om naar een ziekenhuis, huisarts of andere hulpdiensten te rijden. Maar dit ligt natuurlijk aan de situatie. Bij een brand is het in dit geval handig als je buurtbewoners om hulp vraagt.” Meesters benadrukt wel dat elke situatie uniek is.

Gaat dit gebeuren in Nederland?

“In Nederland wordt er regelmatig getest op de 112-systemen. Er zijn back-ups van de 112-systemen en er liggen noodplannen klaar voor bereikbaarheid”, vertelt Meesters. Maar volgens hem is het wel goed om er eens over na te denken wat je moet doen in zo’n situatie. “Een keer erover nadenken dat het zal gebeuren is goed. Maar de kans dat alle communicatie in Nederland verdwijnt schat ik klein in.”

Flexwerkers krijgen meer zekerheid door nieuwe wet: wat betekent dit voor jou?

Flexwerkers krijgen meer zekerheid over hun inkomen en werktijden. Minister van Sociale Zaken Eddy van Hijum (NSC) stuurde maandag een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer dat uitzendkrachten dezelfde rechten geeft als vaste medewerkers en nulurencontracten afschaft.

Nederland telt veel meer mensen met onzekere contracten dan andere Europese landen. “Voor sommige bedrijven is onzekere arbeid een verdienmodel geworden”, zegt minister Van Hijum. Met zijn nieuwe wet wil hij daar een einde aan maken.

Drie grote veranderingen

Het wetsvoorstel zorgt voor drie belangrijke verbeteringen. Uitzendkrachten krijgen dezelfde arbeidsvoorwaarden als vaste medewerkers, zoals gelijk loon voor gelijk werk. De onzekere periode waarin ze zomaar ontslagen kunnen worden, wordt verkort van anderhalf naar één jaar.

Werkgevers kunnen mensen niet meer jarenlang in tijdelijke contracten houden. Na drie tijdelijke contracten mag vijf jaar lang geen nieuw tijdelijk contract worden aangeboden, in plaats van de huidige zes maanden.

Nulurencontracten verdwijnen. Daarvoor komen contracten met een vast minimumaantal uren in de plaats. Bij een 10-uurs contract mag je werkgever je maximaal voor 13 uur inplannen. Meer uren mag je weigeren. Voor scholieren en studenten verandert er niets.

Wat betekent dit voor jou?

Als je nu als flexwerker werkt, krijg je straks meer zekerheid over je inkomen en je werktijden. Je weet elke maand hoeveel geld je minimaal verdient en kunt beter plannen wanneer je vrij bent. Je hebt meer kans op een vast contract en kunt makkelijker een hypotheek krijgen of een huis huren.
“Als je zeker bent van je inkomen en werktijden geeft dat rust”, zegt minister Van Hijum. “Het schept ruimte om plannen te maken voor de toekomst. Om misschien een huis te kopen of een gezin te stichten.”

De nieuwe regels gaan in op 1 januari 2027. Alleen de regel dat uitzendkrachten hetzelfde moeten verdienen als vaste medewerkers gaat al een jaar eerder in, op 1 januari 2026.

Het wetsvoorstel is het resultaat van jarenlange gesprekken tussen overheid, vakbonden en werkgevers. Het is gebaseerd op het rapport van de commissie Borstlap uit 2020 en een advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) uit 2021.

Meer info: wat valt er onder flexwerk?
  1. Uitzendcontract – je werkt via een uitzendbureau bij een bedrijf.
  2. Oproepcontract – je weet niet precies wanneer je moet werken; je wordt opgeroepen als je nodig bent.
  3. Tijdelijk contract – je hebt een contract voor een bepaalde periode, bijvoorbeeld 6 maanden of een jaar.

Als je onder één van deze drie valt, dan ziet de overheid jou volgens dit wetsvoorstel als een flexwerker.

  • Uitzondering voor scholieren en studenten:
    Scholieren en studenten met een bijbaan zijn uitgezonderd van sommige regels in dit wetsvoorstel. Zij mogen nog steeds op oproepbasis werken (bijvoorbeeld nulurencontracten), zodat ze hun werk makkelijk kunnen combineren met school of studie.

    Ook geldt voor hen een kortere onderbrekingstermijn van 6 maanden tussen tijdelijke contracten. Voor anderen is dat 5 jaar. Dit maakt het makkelijker voor studenten om bijvoorbeeld elke zomer terug te keren naar een vakantiebaan.
FNV: “Hoog tijd dat doorgeslagen flexibilisering wordt aangepakt”

De vakbond FNV is blij met het wetsvoorstel. “We zijn groot voorstander van het terugdringen van de flexibele arbeidsmarkt”, zegt een woordvoerder. “Met name omdat het voor werkgevers een verdienmodel is geworden waarin werknemers via flexcontracten eindeloos in onzekerheid werden gehouden.”
Volgens de vakbond had die onzekerheid grote gevolgen voor werknemers. “Dit had effect op hun inkomen en bestaanszekerheid. Probeer maar eens een hypotheek te krijgen zonder vast contract of een gezin te stichten als je een jaarcontract hebt.”

De FNV was nauw betrokken bij de commissie Borstlap, die in 2020 adviseerde om de flexibilisering van de arbeidsmarkt aan te pakken. “We waren toen blij dat de commissie tot dezelfde conclusie kwam als wij. Jonge mensen hebben zekerheid nodig om een toekomst op te bouwen.”

De vakbond is wel kritisch over het rapport van de commissie Borstlap. “De commissie heeft weinig oog voor de rol die werkgevers hebben gespeeld bij de flexibilisering. In het rapport lijkt het werkgevers allemaal te zijn overkomen, terwijl zij hier jarenlang op hebben aangestuurd.”

Eindhoven kleurt rood-wit: fans al vroeg van tevoren aanwezig

Hoewel de huldiging van PSV pas later vandaag zal plaatsvinden, kleurt de binnenstad al rood en wit. Door de hele stad verzamelen steeds meer PSV-supporters. Er klinkt gezang, er wordt gejuicht, en her en der vloeit er al het eerste biertje. De kampioenssfeer hangt als een warm deken over de stad, ondanks dat het feest officieel nog moet beginnen.

De vroege opkomst van de supporters is geen verrassing voor de betrokken organisatoren. De voorbereiding voor deze dag is kort, maar intens geweest. Robert Kilsdonk, bedrijfsleider van Café Centraal, is vanaf het begin nauw betrokken bij de organisatie. “Maandag gelijk begonnen met alle partijen bij elkaar krijgen om te overleggen: hoe gaan we het doen?”, vertelt hij. Samen met alle andere betrokken cafés hebben ze hun best gedaan om er een goedlopend evenement van te maken.

Een belangrijke man in het geheel is John Snoeren, eigenaar van W.A.Y Security. Hij waakt samen met zijn team voor de veiligheid op en rond het plein. Ondanks de drukte blijft hij kalm: “Gister is er niks gebeurd, dus vandaag ook niet, ga ik vanuit, zegt hij met een glimlach. Toch is zijn team zichtbaar aanwezig en alert. Toegangen worden bewaakt en er wordt vooral in de gaten gehouden of mensen geen alcohol of vuurwerk naar binnen meenemen.

Voor de supporters maakt het weinig uit: de sfeer is feestelijk en gemoedelijk. Velen zijn al vroeg naar het centrum gekomen om een goede plek te bemachtigen, omdat het vorig jaar zo druk was. Sommigen hebben vrij genomen van werk of school, anderen nemen de vermoeidheid van morgen maar op de koop toe. “De wekker gaat morgenochtend weer vroeg, dus dat wordt inderdaad met kleine oogjes naar werk toe,” zegt een supporter die voor een dicht hek aan het wachten is.

De officiële huldiging laat nog even op zich wachten, maar voor veel fans is het feest al begonnen. Eindhoven viert de titel, en dat is door de hele stad te merken.

Verkrachtingen zijn in vijftien jaar met zestig procent gestegen: “Vrouwen voelen zich steeds iets vrijer om hun verhaal te doen”

Het aantal verkrachtingszaken in Nederland neemt de afgelopen jaren opvallend toe, terwijl andere vormen van seksueel geweld juist afnemen of gelijk blijven. Volgens psycholoog en seksuoloog Hanneke ter Meer is deze stijging deels positief te duiden en hoeft niemand zich zorgen te maken: “Het taboe is de afgelopen jaren doorbroken”.

Dat blijkt uit de officiële StatLine cijfers van het CBS (zie grafiek). In 2010 werden 1.645 verkrachtingen geregistreerd; in 2024 zijn dat er naar verwachting 2.655, een stijging van 61%.
Andere vormen van seksueel geweld, zoals aanranding, ontucht met minderjarigen en schennis van de eerbaarheid, tonen een dalende trend of blijven stabiel. “De meldingsbereidheid is nog steeds laag, maar stijgt wel.” Aldus Ter Meer.

De wereldwijde #MeToo-beweging en bredere maatschappelijke discussies over seksueel grensoverschrijdend gedrag van een paar jaar terug lijken een grote rol te spelen volgens Ter Meer. “Sociale bewegingen hebben het bewustzijn verhoogd. Er is meer ruimte voor vrouwen om te spreken, en meer druk op de politie om te luisteren.”

Ter Meer maakt zich ook zorgen om die sociale bewegingen. “Kijk maar naar Amerika, daar denken die Andrew Tate aanhangers – een social media-persoonlijkheid die vrouwen vooral als objecten ziet –  dat ze het recht hebben om aan een vrouw te zitten, gelukkig hebben wij dat nog niet hier.”

Zorg en opvoeding moeten mee veranderen

De zorg voor zowel slachtoffers als daders kan volgens Ter Meer worden verbeterd zodat de stijging in verkrachtingen kan worden voorkomen. “Vrouwen kregen vaak te horen: ‘Waarom deed je niks? Waarom zei je niets?’ Maar we weten inmiddels dat veel vrouwen in een ‘freeze’ reactie terechtkomen.” Ze bevriezen, niet uit instemming, maar uit angst.

“De ideale wereld is er een waarin vrouwen zich veilig voelen op straat, en jongens van jongs af aan leren wat wel en niet kan. Wat grenzen zijn. Wat respect is.”

Daarnaast is er volgens haar meer begeleiding nodig voor daders, zeker in het grijze gebied van grensoverschrijdend gedrag. “Niet elke dader is een psychopaat. Veel jongens en mannen hebben simpelweg nooit geleerd wat toestemming inhoudt. Preventie begint daar.”

De koekkoek-imitatie van Ad wint NK Vogelfluiten: “Kon het al sinds mijn twaalfde”

Ad van Seggelen uit Someren heeft het NK Vogelfluiten gewonnen, dat zondag in Stadsboerderij Grifsteede in Utrecht werd gehouden. Van Seggelen kwam er op het laatste moment achter dat hij was uitgenodigd voor de finale, want de uitnodigingsmail was in zijn spambox verdwenen. Eenmaal daar liet hij zijn auditie tellen: met een accuraatheid van 94 procent sleepte hij met zijn koekkoek-imitatie de overwinning in de wacht.

Uit ruim 15 deelnemers was Van Seggelen met zijn imitatie de beste, hoewel het niet meteen lukte. “De eerste keer ging niet zo goed want je handen moeten een beetje nat zijn, misschien was het de spanning”, zegt de 68-jarige Brabander met een grote glimlach. Toch was Van Seggelen overtuigd van zijn overwinning, waar hij al sinds kind voor oefende: “Ik kan het al sinds ik 12 jaar was. Daarom waren mijn vrienden ervan overtuigd dat ik ging winnen.”

“Geen Nederlandse medeplichtigheid aan Israëls oorlogsmisdaden”: Het Rode Lijn protest in foto’s

Zondag was een van de grootste protesten die Nederland in tijden gezien heeft. De demonstranten uitten hun onvrede over de steun die het kabinet geeft aan Israël. Het protest is een samenwerking van meer dan 50 verschillende mensenrechtenorganisaties. Naar hun eigen schatting waren er uiteindelijk ongeveer 100.000 mensen aanwezig. Hier zie je hoe het is om mee te lopen.

Om 12:30, een halfuur voor het protest begint, ontstaat er al een menigte op het malieveld. Berichten komen binnen dat treinen overvol staan met in het rood geklede mensen. Sommige passagiers passen de treinen niet meer in en moeten wachten.

Om 13:00 begint het protest officieel. Woordvoerders komen het podium op. “We staan voor een gezamenlijk doel: geen Nederlandse medeplichtigheid aan Israëls oorlogsmisdaden.” De organisatie had van tevoren al 37.000 aanmeldingen ontvangen. De organisatoren hadden gerekend op een hoge opkomst, maar het uiteindelijke aantal deelnemers overtrof zelfs hun verwachtingen. Het malieveld is afgeladen en nog steeds zijn er mensen onderweg om zich bij de menigte te voegen.

Voordat de mars naar het Vredespaleis begint, komen enkele sprekers het podium op. Ze vertellen hoe boos ze zijn en hoe machteloos ze zich voelen, maar ook dat ze zich gesterkt voelen door de opkomst van vandaag. Het malieveld breekt enkele keren uit in boegeroep, gejuich of het opdreunen van teksten als “free free Palestine”.

Rond 13:45 begint de eerste groep het Malieveld te verlaten. Vanaf het podium wordt opgeroepen om niet met zijn allen tegelijkertijd te vertrekken. De stoet loopt richting het Vredespaleis. Daar zit het internationaal gerechtshof. De uitspraken van het internationaal gerechtshof over Israëls acties in Gaza worden volgens de betogers niet gerespecteerd door het kabinet. Door met zijn allen in rode kleding door de stad te lopen wil de organisatie een letterlijke rode lijn trekken.

Onder de betogers zijn ook veel mensen die voor het eerst meedoen aan een protest. Zo ook Jan (57) die met zijn vrouw vanuit Maastricht is gekomen. “Voor mij was de toespraak van Schoof op 5 mei de druppel. Je kan niet zeggen ‘dit nooit meer’, terwijl er nu hetzelfde gebeurt in Gaza.”

De straten puilen uit en verloren fietsers vragen aan de politie hoe ze aan de andere kant van de weg kunnen komen. In de menigte worden leuzen geroepen als “Schaam je Schoof” en “Viva Palestina”. Een aantal betogers hebben instrumenten bij als trommels en trompetten. Ze begeleiden het geroep van de stoet. Het protest verloopt vreedzaam, wat ook de politie na afloop bevestigt.

Bij het monument van de onafhankelijkheid blijven veel mensen even staan. Iemand is op het monument geklommen en zwaait daar triomfantelijk met de Palestijnse vlag. Verschillende activistische groepen gebruiken de ruimte van het plein voor hun eigen actie. Zo ook Extinction Rebellion. Een rij van mensen die als vrouw verkleed in stilte achter elkaar aanlopen voeren hier een soort choreografie uit. Ze omcirkelen het monument en steken hun handen uit naar voren als een wanhopig gebaar. De actie moet het bloed van de aarde representeren.

De stoet eindigt weer bij het Malieveld. Sommige betogers blijven daar nog dansen en schreeuwen met elkaar, maar het grootste gedeelte loopt direct verder naar het station. Daar zijn de rijen lang en de treinen vol, maar de sfeer blijft gemoedelijk.