Vakbond FNV streeft in de nieuwe cao-onderhandelingen, onder andere met ING en de ziekenhuizen, naar een vierdaagse werkweek. Dit zou betekenen dat werknemers een dag minder werken voor hetzelfde salaris. Softwarebedrijf AFAS voert deze regeling al in per 1 januari 2025. FNV hoopt dat meer bedrijven dit voorbeeld zullen volgen.
Wereld Bespaardag? Studentenhuis in Tilburg draait de verwarming omhoog
TILBURG – Zeven op de tien jongeren maken zich volgen onderzoek van Klimaatdefensie zorgen over het klimaat maar niet in één van de grootste studentenhuizen van Tilburg. Op Wereld Bespaardag staat de verwarming op 23 graden en gaat alle afval in dezelfde zak.
De lampen in alle gemeenschappelijke ruimtes branden, de kerstverlichting is aan, en er draaien drie wasmachines en een droger. De thermostaat geeft 23 graden aan. “Ik ga toch niet in de kou zitten,” vertelt bewoner Wout Schrijnen. Daan maakt zich niet druk om het milieu op wereld bespaardag, pas als de Noordpool begint te smelten dan gaat hij zich pas zorgen maken zegt ie. “Wat maakt die 1 graad in 130 jaar nou uit?” Ondertussen gooit hij zijn blikje weg in een oude doos met voornamelijk papier. “Afval scheiden doen we hier niet aan alles lekker bij elkaar,” zegt hij, en zijn huisgenoten knikken instemmend ja.
Niet iedereen heeft niets met het klimaat. Voor Lisa de Grauw is het klimaat juist ontzettend belangrijk. Ze kiest vrijwel altijd voor de fiets, winkelt regelmatig bij de kringloop, doucht slechts vijf minuten onder een lauwe straal en eet bij voorkeur vegetarisch. Binnen het studentenhuis is zij de enige die actief met het milieu bezig is. “Soms sta ik met mijn handen in de afvalbak om de bierblikjes van de wijnflessen te scheiden,” vertelt ze. Ook verstopt ze in de zomer het hout wanneer haar huisgenoten voor de zoveelste keer de vuurkorf willen aansteken. Ze krijgt er af en toe lacherige reacties op van haar huisgenoten, maar laat zich daar niet door tegenhouden.
Voor Kim van der Weel is niet milieubewust eerder een automatisme geworden. “Ik volg de rest een beetje,” vertelt ze, “ik ben thuis milieubewust opgevoed.” Toch geeft ze toe dat de zogenoemde “studentenbubbel” haar gedrag beïnvloedt. “Heerlijk mijn kacheltje aan, onder een elektrische deken kruipen of doordeweeks bij het kampvuur zitten thuis kan ik dat allemaal niet doen,” zegt ze. “En eerlijk gezegd houd ik me niet zo bezig met het milieu.” Ze vindt het fijn dat zo’n dag als vandaag er is, maar het weerhoudt haar er niet van om korter te douchen.
Inge van Milieudefensie, tevens boswachter, legt uit dat luchtvervuiling jaarlijks verantwoordelijk is voor maar liefst 300.000 sterfgevallen in Europa. Ze benadrukt het belang van het betrekken van studenten bij de klimaatcrisis. ‘Vaak denken ze dat het een ver-van-mijn-bed-show is,’ zegt Inge. Zelf heeft ze, zoals ze het noemt, al de meeste boterhammen gehad, maar juist daarom vindt ze het nog belangrijker om bewust bezig te zijn met de wereld die ze achterlaat. Ze hoopt dat Wereld Bespaardag jongeren inspireert om in actie te komen, stil te staan bij het klimaat en te beseffen dat een gezonde leefomgeving niet vanzelfsprekend is.
Pakketdiensten voerden maatregelen in tegen fysiek werk vóór eis arbeidsinspectie
De grote Nederlandse pakketdiensten ontvingen begin oktober een eis vanuit de arbeidsinspectie om werknemers beter te beschermen tegen zwaar fysiek werk. De werknemers moeten vaak zware pakketten tillen in hun eentje en werken in een hoog tempo, wat kan leiden tot gezondheidsproblemen en overbelasting. Drie van de pakketdiensten (PostNL, DPD en GLS) zeggen dat ze al eerder in het jaar maatregelen hebben genomen.
PostNL zegt al in begin 2024 stappen te hebben gezet om het zware werk te verlichten. Jelger Zee, woordvoerder bij PostNL, zegt dat een aantal maatregelen binnen het bedrijf al helemaal zijn ingevoerd. “De werkzaamheden binnen PostNL zijn al anders ingericht. Zo wordt er in de sorteercentra meer afgewisseld bij verschillende taken en worden zware pakketten in duo’s opgetild en verplaatst. Daarnaast maken we gebruik van een elektrisch rijtuig waarmee we rolcontainers vooruit kunnen trekken.” De PostNL – woordvoerder maakt duidelijk dat het bedrijf verdere stappen zal gaan zetten. “We begrijpen de eisen van de arbeidsinspectie natuurlijk. We zijn van plan om machines te gaan gebruiken om menselijke arbeid te vervangen. Ook willen we robots gebruiken die taken van mensen kunnen overnemen.”
Arbeidsinspectie
De arbeidsinspectie geeft in een rapport over gezond en veilig werken bij pakketdiensten aan dat de pakketdiensten wel open staan voor een gesprek over het gebruik van machines en robots, maar dat hier op dit moment nog weinig van te zien is. De arbeidsinspectie meldt dat bijna al het werk bij de pakketdiensten met de hand wordt uitgevoerd. Daarnaast maken de bedrijven van tevoren geen gezondheidsanalyse van het werk dat gedaan moet worden. Hierdoor wordt er te weinig rekening gehouden met de risico’s van het fysiek zware werk.
DPD
Volgens communicatiemanager Fleur Sijbrands is ook DPD al langere tijd bezig om het fysiek zware werk te verlichten. “Er is binnen ons bedrijf een speciale werkgroep opgericht die zich bezighoudt met zwaardere zendingen en hoe deze het best zijn te verplaatsen. Wij merken namelijk dat pakketten de afgelopen jaren steeds groter en zwaarder worden, wat het werk ook zwaarder maakt.” Een opvallend project vanuit DPD is het zogenaamde Exoskeletten-project, waarbij werknemers een speciaal draagbaar pak dragen. Het pak werkt met een soort veermechanismen die zorgen voor ondersteuning van de armen en rug. “Bij één van de bedrijven werd in 26 weken tijd zeven miljoen kilo aan tilgewicht gecompenseerd door dit pak,” zo zegt manager Sijbrands.
GLS
Een woordvoerder van GLS vertelt dat er eerder dit jaar elektrische hulpmiddelen zijn binnengehaald om bepaalde taken van de werknemers te vervangen. Ook worden er trainingen aangeboden zodat de werknemers weten hoe ze het werk voor hunzelf zo makkelijk mogelijk kunnen maken. Door samenwerking met de arbeidsinspectie verwacht GLS dat de veiligheid voor werknemers in de toekomst zal verbeteren.
Demonstratie van poppenkastpoppen: “Ik vind de huidige regering een poppenkast”
Kunstenaar Rini Fenijn alias Ferini, heeft maandag 30 oktober in Den Haag op een wel heel ludieke manier gedemonstreerd. Hij heeft een mars van 3000 poppenkastpoppen op het Malieveld geïnstalleerd. De kunstenaar vindt dat de polarisatie onder de huidige regering in Nederland alleen maar toeneemt en wil door middel van deze mars van poppenkastpoppen hier aandacht voor vragen.
Diversiteit
Rini Fenijn wil met deze ludieke actie laten zien dat demonstreren niet altijd op gewelddadige of onrustige manier hoeft, maar dat het ook op een vreedzame manier kan. “De reden dat ik voor poppenkastpoppen heb gekozen is, omdat ik de huidige regering letterlijk een poppenkast vind. De toevoeging van de poppenkastpoppen maakt deze actie op die manier ludiek, maar tegelijkertijd ook vreedzaam.” ‘Diversiteit’ is het toverwoord wat betreft het thema van de diverse poppenkastpoppen in alle kleuren en maten.”We zijn een kleurrijk volk. We moeten weer opzoek gaan naar een consensus, waar we samen een mooie maatschappij blijven vormgeven”, benadrukt Fenijn.
Splitsing
Het idee achter deze mars van poppenkastpoppen is dat zij een mars richting het binnenhof lopen. De mars begint in een rechte lijn (de zogenoemde hoofdlijn), maar in het midden van de mars zie je een kleine afsplitsing naar links ontstaan en aan het einde splitst de mars zich naar links en naar rechts. Deze afsplitsing naar rechts en naar links staat symbool voor de politieke afsplitsing en de toenemende polarisatie in Nederland. Er zijn politieagenten om de (extreem) linkse en rechtse (de huidige regering) afsplitsingen geplaatst om hun duidelijk te maken dat ze te veel afwijken en terug moeten komen in de mars om weer in verbinding te komen.
Kindertheater
Ferini’s collectie is begonnen bij het kindertheater, de plek waar de poppen eigenlijk voor zijn bedoeld. Hij kocht vijftig poppen op een rommelmarkt, waarna hij kindertheatervoorstelling ging opvoeren in workshops of in de klas. Vijftig poppen werden er honderd, dat werden er vijfhonderd totdat hij drieduizend poppen had liggen. Het zijn er inmiddels zoveel dat ze niet meer in het huis worden opgeslagen vertelt zijn vrouw: “We hebben er nu een aparte ruimte voor.” Ferini vindt drieduizend poppen wel genoeg voor de komende tijd; “Ik ben niet zo fanatiek meer, het is niet alsof vierduizend beter is dan drieduizend. Tweeduizend was ook veel.” Het hangt niet alleen af van de grootte van de verzameling die hij al heeft. “Eerst kreeg je op de rommelmarkt een zak poppen voor vijftig cent, nu zijn ze rond de drie euro per stuk, dan houdt het op!”
Venlo het grote voorbeeld van gamification
Op het Kennisevent Esports, Gaming & Gamification sprak de gemeente Venlo over de succesvolle toepassing van gamification in hun gemeente. Door het toevoegen van spelelementen in iets wat normaliter geen spel is, worden doelgroepen bereikt die zij voorheen niet konden bereiken. ‘’Met gamification hebben wij kinderen weer meer buiten laten spelen, terwijl ze het scherm gewoon meenemen’’.
Vertegenwoordigers van verschillende gemeenten en organisaties zoals Ajax waren aanwezig om zichzelf te laten informeren over gamification. Een voorbeeld van gamification, wat gebruikt wordt om de gebruiker te motiveren om te leren, is de bekende talen-app Duolingo. Deze app laat je door middel van levels en beloningen een taal naar keuze leren. Waar vroeger games alleen werden gezien als tijdverdrijf en vermaak, worden de mogelijkheden die ze kunnen bieden steeds meer omarmt. Hieruit is de term Gamification ontstaan, het toevoegen van spelelementen aan een niet-spelomgeving. Verschillende vertegenwoordigers van gemeenten in Nederland kwamen naar Purmerend om hierover geïnformeerd te worden. Een van deze sprekers was Tijn Wabeke, sportconsulent en werkzaam bij de Gemeente Venlo. Hij creëerde het spel ‘’Power-Out’’ om kinderen meer naar buiten te krijgen.
Power-Out, game on!
Power-Out is een spel dat kinderen motiveert om het beeldscherm thuis in te ruilen voor een speels avontuur buiten. Door verschillende puzzels op te lossen en buiten gadgets te maken gaan ze op ontdekking in de wijken van Venlo. ‘’Hiervoor hebben we van alles geprobeerd om de kinderen te bereiken zoals sportdagen en andere evenementen. Nadat we in gesprek zijn gegaan met de kinderen zelf, vertelden ze dat ze graag buiten willen gamen. Het beste van twee werelden, daar zijn we mee aan de slag gegaan en zo is Power-Out ontstaan’’, vertelt Tijn Wabeke. De Gemeente Venlo bereikte hiermee een belangrijk doel: het bereiken van kinderen die eerder niet veel buiten kwamen. Volgens Tijn is er een grote groep kinderen die de traditionele oplossingen zoals sportdagen echt niet interessant vindt. Met het toepassen van gamification wordt deze doelgroep wel bereikt, doen ze wat ze leuk vinden en komen ze ook nog buiten. Twee vliegen in één klap. Deze waarneming werd gedeeld door Tijn op het Kennisevent, wat leidde tot veel interesse bij de aanwezige vertegenwoordigers van de gemeenten.
Gamification breder inzetbaar
Dat de dag indruk heeft gemaakt blijkt door de reacties van de aanwezige vertegenwoordigers, vertelt Tijn. “Interesse en vragen van andere gemeenten zijn al binnen gekomen.” Ik denk dat we op een andere manier moeten gaan kijken als het aankomt op het benaderen van doelgroepen. We moeten meer spelen naar de interesses van mens en kind en met ze in gesprek gaan. Zo zou gamification ook ingezet kunnen worden op andere doelgroepen en bij onderwerpen zoals historie, cultuur en laaggeletterdheid.’’ Het negatieve stigma op gaming verdwijnt langzaam met de nieuwe generatie die ook weer ouders worden en hier meer over weten, vervolgt hij. Soms moet er een open gesprek gehouden worden met de ouders waardoor ze games en gamification kunnen bekijken vanuit een ander perspectief. ‘’Er zijn al meetings en gesprekken gepland om te kijken wat gamification in de toekomst kan bieden’’.
Column | Gaat het deze keer wel lukken?
Teleurstelling, frustratie en het verlangen naar vrijheid: het zijn gevoelens die me overvallen na weer een mislukte poging voor mijn autotheorie-examen. Terwijl anderen al zorgeloos over de weg rijden, blijf ik worstelen met moeilijke vragen en hoge kosten. Wanneer krijg ik dat rijbewijs in mijn handen?
Negen fouten voor gevaarherkenning, drie fouten voor kennis en zes fouten voor inzicht. Die rode duim omlaag bij het resultaat. Weer gezakt. Teleurstelling overvalt me als ik besef dat ik voor de derde keer moet opgaan voor mijn autotheorie. “Gewoon je best doen”, “Logisch nadenken”, “Deze keer haal je het”, ik krijg het allemaal naar mijn hoofd gesmeten, maar het is simpelweg niet zo makkelijk.
Elke dag rijden er talloze auto’s op de weg, elk bestuurd door iemand die zijn of haar theorie heeft gehaald. Waarom lukt het mij dan niet? Ik verlang naar de vrijheid van de weg: niet afhankelijk zijn van anderen of het openbaar vervoer. Voluit meezingen met de muziek, ramen open. Wat een vrijheid!
De kosten van het examen, die 48 euro per poging bedragen, vergroten de druk nog meer. Ook de lessen zijn behoorlijk prijzig en een cursus kost al snel 100 euro. Ik ben niet echt een fan van die cursussen; het was vreselijk om zo vroeg in de ochtend drie uur te luisteren naar iemand die een PowerPoint presenteert – of eigenlijk meer schreeuwt. Je zit met een groep onbekenden en moet om de beurt vragen beantwoorden, wat best spannend is, vooral als je het verkeerde antwoord geeft.
Veel examenvragen verbijsteren me volledig. Waarom moet ik dingen weten die in de praktijk vaak niet relevant lijken? Het voelt soms alsof ik een doolhof van onnodige informatie moet doorgronden voordat ik de vrijheid van het rijden kan ervaren. Als ik met een aanhangwagen wil rijden, zoek ik wel op wat de maximale gewichten zijn en welk kenteken ik daarvoor nodig heb. Zolang ik deze informatie niet nodig heb, waarom moet ik dat dan leren?
Terwijl anderen al rijden, zit ik nog vast in de theorie. Maar ik geef niet op; met elke mislukking kom ik een stap dichter bij de dag dat ik eindelijk de weg op kan.
Gedenkaccounts op TikTok
De populaire app TikTok heeft voortaan de optie ‘gedenkaccounts’. Zo kunnen overleden gebruikers hun content na laten op het platform.
“Gedenkaccounts dienen als een speciale plek waar dierbaren kunnen samenkomen om het leven van iemand die is overleden te herdenken”, schrijft TikTok. De accounts zijn te herkennen aan een afbeelding van een kaars en het woord ‘gedenking’. Alle gedeelde berichten, foto’s en video’s van het overleden persoon blijven zichtbaar op het platform.
Alle overleden TikTok-gebruikers hebben recht op deze functie. De sociale media-app moet hiervoor een verzoek ontvangen. Daarna kunnen ze het profiel omzetten in een gedenkaccount. “We hebben bewijs nodig van het overlijden van de persoon, zoals een link naar een overlijdensbericht of een nieuwsartikel”, meldt de app. Wordt een account per vergissing omgezet in een gedenkaccount dan corrigeert TikTok deze fout.
Familieleden van de overledene kunnen een verzoek indienen voor het verwijderen van het account. Hiervoor moeten zij een formulier invullen en bewijs van de familieband indienen. Als het account verwijderd is, kan het niet worden hersteld.
Komende dagen onrustige verkeerssituaties door ingang wintertijd
Vanaf deze week verwacht de ANWB meer files op de Nederlandse wegen door de ingang van de wintertijd. Met de klok die afgelopen weekend een uur is teruggezet, vallen de ochtend- en avondspits nu grotendeels in het donker. Volgens een woordvoerder van de ANWB veroorzaakt dit extra drukte op de wegen, voornamelijk omdat automobilisten vaker remmen in het donker, wat zorgt voor onrustige verkeerssituaties en meer files. “Vooral de eerste dagen is het erg wennen voor mensen.”
Oorzaak files
“Doordat het nu eerder donker is, zijn bestuurders onwennig in de eerste dagen na de tijdswissel. De verandering zorgt ervoor dat mensen voorzichtiger rijden en vaker remmen,” aldus de ANWB-woordvoerder. Door deze rijstijl kunnen files ontstaan die zich snel over langere afstanden verspreiden, wat vooral in de eerste dagen na de overgang naar wintertijd merkbaar is.
Kunnen we stellen dat er ook meer ongelukken gebeuren door de verandering in tijd?
“Het is altijd een beetje moeilijk om dat daaraan te wijten. In het donker, met veel remmen, gebeuren er wel meer ongelukken. Het verkeer is onrustiger. Hierdoor kan een kleine, korte onoplettendheid al zorgen voor een ongeluk. We hebben hier geen exacte cijfers van, dus die koppeling maken we zelf.”
Wilde dieren ook in gevaar
Voor de wilde dieren is de ingang van de wintertijd ook vervelend. “Het verzetten van de klok in het voor- en najaar heeft altijd effect op het wild en ook het aantal aanrijdingen,” laat Karen Bruursema, van stichting wildaanrijdingen Nederland, weten. “De dieren zijn een ritme gewend wat betreft het verkeer en plots is de spits een uur later of vroeger. Na een paar weken heeft het wild dit nieuwe ritme wel door en nemen de aanrijdingen meestal weer af.”
Stichting wildaanrijdingen Nederland adviseert automobilisten om op de N-wegen wat minder hard te gaan rijden. Zo heeft het wild wat tijd om te anticiperen op het verkeer. Ook is de remweg van de auto korter en kun je eventueel wild in de berm zien staan.
Hoelang de onrustige situaties aanhouden valt mee. “Alleen de eerste week is er meer onrust op de weg, daarna zijn mensen er wel aan gewend,” stelt de ANWB.
Extinction Rebellion tegen de komende afvalfabrieken aan de Maas: “Dit is niet de toekomst”
Bij de ingang van het Gemeenschapshuis de Roffert in Buggenum staan ze al klaar. De activisten van Extinction Rebellion en Milieudefensie Roermond delen hun eigen flyers uit. “We willen er samen met de bewoners voor zorgen dat deze bedrijven niet op het bedrijventerrein hier komen. Dit is niet de toekomst,” vertelt een activist van Extinction Rebellion.
Op het industrieterrein Zevenellen in Buggenum zijn plannen om een groot afvalverwerkingscomplex te bouwen. De fabrieken die hier komen, willen restafval omzetten in brandstof voor waterstofproductie. Ook komen er vergistingsinstallaties voor drijfmest en ander organisch afval. Denk hierbij aan de RWE. Volgens een bericht van Roermond.nieuws.nl.
Extinction Rebellion
De activisten van Extinction Rebellion dragen witte pakken met hun logo op de rug, sommige hebben ook een gasmasker op. “We dragen dit omdat er chemische processen zullen plaatsvinden om afval om te zetten. Er is gevaar voor de gezondheid en de omgeving, en zelfs de grond daar is eigenlijk al zwaar vervuild met meters vliegas die nooit is opgeruimd,” vertelt een activist van Extinction Rebellion.
“Als Extinction Rebellion zijn we hier ook vanuit de bron; deze avond gaat over onze gezondheid, maar eigenlijk over de gezondheid van onze leefomgeving, van de aarde,” vertelt een activist. “We gaan campagne voeren en als het nodig is gaan we er gewoon voorliggen. Maar vanavond houden we niemand tegen; we zijn hier alleen om mensen te informeren en te steunen.” Op hun flyers staat: “Stop Zevenellen, stop de vestiging van grote vervuilers”
Milieudefensie Roermond
‘RWE NEE, stop met greenwashen’ is de slogan van Milieudefensie Roermond. “Wij steunen de mensen hier die worden bedreigd door verkeersoverlast, vuile lucht en fijnstof. En dit terwijl die bedrijven op dit moment niet eens hoeven te komen, want er is blijkbaar geen markt voor. Er komen nu treinen uit Rome met afval dat naar Amsterdam gaat, dus er is capaciteit genoeg. Een mestvergister in Brabant is failliet, dus eigenlijk hoeven die bedrijven hier niet te komen,” vertelt een activist van Milieudefensie Roermond. “Ze hebben ook lozingsvergunningen, wat betekent dat er weer rommel in de Maas wordt geloosd.”
Hierna gaat iedereen naar binnen en kan de informatieavond beginnen. De activisten gaan als laatste naar binnen. Er is meer opkomst dan vooraf was aangemeld, dus de activisten moeten achter in de zaal staan. Hier en daar is er wat rumoer en tegenspraak in de zaal. Zo wordt er gesproken over de nulmetingen, omdat hierover veel vragen waren, maar volgens de gemeente bestaat de nulmeting helemaal niet. Dit leidde tot veel rumoer, omdat de activisten het hiermee oneens zijn. Na dit rumoer leggen zij uit waarom ze vinden dat dit niet klopt. Dit is omdat zo’n meting per situatie anders is; het is echt een momentopname. De uitkomst kan variëren door factoren zoals de wind en luchtvochtigheid. Wel hebben ze gekeken naar de periode 2017-2024 om te bepalen wat het effect kan zijn. Deze informatieavond ging vooral over gezondheid in relatie tot luchtkwaliteit; hiervoor hadden ze Monique Meijerink van de GGD uitgenodigd.
Universiteit Maastricht wil méér maatwerk bij internationale studenten limieten
Minister Bruins van onderwijs, cultuur en wetenschap, gaat het wetsvoorstel over het verminderen van internationale studenten van zijn voorganger Dijkgraaf doorzetten. Daarbij heeft hij strengere criteria toegevoegd, zoals het maximum van 30% niet-Nederlandstalige opleidingen. Ook moet in Nederlandstalige opleidingen minstens 60% van het curriculum in het Nederlands zijn. Universiteit Maastricht (UM) heeft haar alarmklokken geluid over deze mogelijke maatregelen, maar specifieke problemen kunnen ze niet benoemen.
Uitzonderingen
Er zijn een aantal uitzonderingen in het wetsvoorstel. Zo wordt er rekening gehouden met omstandigheden zoals krimp- en grensregio’s of sectors waar een tekort aan mensen op de arbeidsmarkt is. Hierbij zouden Engelstalige opleidingen, met toestemming van een commissie, alsnog mogen blijven. UM vindt deze uitzonderingen niet genoeg en heeft gevraagd om te spreken met Minister Bruins. “Internationalisering is voor een regio als Limburg geen probleem, maar juist een oplossing,” aldus UM-woordvoerder Drs. Koen Augustijn. Hij beweert dat het enige urgente probleem in de regio vergrijzing is. Daar moeten internationale studenten ook een oplossing voor zijn. Zij moeten het banentekort vullen, maar de algemene bachelors of masters student bij UM gaat de meest cruciale banen niet vullen. Zuid-Limburg heeft juist mensen nodig die als individuele zorghulp, monteur ofvrachtwagenchauffer willen werken.
Data
UM-woordvoerder Drs. Koen Augustijn claimt ook dat hun opleidingen niet kunnen bestaan zonder de internationale studenten. Nuffic zegt dat in 2023 60% van de studenten bij UM internationale studenten waren. Dit zijn 13 duizend studenten. Internationale studenten hoeven niet weg te gaan. 30% van de opleidingen op UM mogen nog Engelstalig zijn en veel UM-opleidingen vallen onder uitzonderingen. Ook zouden ze Nederlands kunnen leren. Ondanks dat het aantal internationale studenten van 3,6 duizend in 2006 naar 13 duizend in 2023 is gegaan, is het aantal Nederlandse studenten ongeveer hetzelfde gebleven. In 17 jaar zijn ze van 7,8 duizend in 2006 naar 8,8 duizend in 2003 gegaan.
Internationaal
Ook zijn beide de opleidingen en hun personeel voornamelijk Engelstalig. Minister Bruins’ maximum van 30% niet-Nederlandtalige opleidingen is hierbij het grootste probleem voor UM, die wel minstens 73 van de 86 mogelijke Bachelors en Masters opleidingen in het Engels biedt. Hierin geld veelal hetzelfde: als de opleiding geen verbinding heeft aan de Engelse taal of internationale connecties nodig heeft, moet het in het Nederlands worden aangeboden. Dat betekent dat zonder enige uitzonderingen, ze maar 26 opleidingen in het Engels zouden mogen bieden. De belangrijkste uitzonderingen voor UM zijn de internationale uniekheid en positie. Er kan beroep worden gedaan op uniekheid, als dit de enige opleiding is die dit onderwerp biedt. Dan is de anderstaligheid nodig om dat vak in Nederland te houden. De internationale positie is alleen toepasbaar als de andere taal een cruciaal deel is van de opleiding zoals International Business of European Studies.
Effect
Ondanks de vele uitzonderingen heeft UM een probleem met het wetsvoorstel. Ze zijn bang om veel van hun studenten te verliezen, maar dit is alleen in de ernstigste, strengste situatie van regelingen. Minister Bruins heeft aangegeven dat hij wel degelijk uitzonderingen maakt, maar het wetsvoorstel wel nog effect moet hebben op opleidingen. Limburg heeft meer verleden en connectie met buurlanden België en Duitsland, dan met hun eigen land, dus de uitzonderingen zijn zeker nodig. Alsnog moet er ergens een grens getrokken worden en is een internationale-studentenpercentage van 60% dubbel de standaard van het land. Dit neemt veel weg van de kansen die juist naar Nederlandse studenten hadden kunnen gaan.