Home Blog Pagina 14

Strenger afvalbeleid in Tilburg: vuilnisbakken blijven staan bij vervuiling

0

Momenteel hangt de gemeente gekleurde kaarten aan afvalcontainers als het afval niet goed is gesorteerd. Maar ze zijn nu ook bezig met een nieuw traject rondom afval scheiden. Tilburgers scheiden namelijk hun afval minder goed dan gemiddeld, blijkt uit cijfers van het CBS. Maar met wat voor traject zijn ze bezig en wat betekenen die gekleurde kaarten? 

Nieuw traject

De gemeente Tilburg is bezig met een traject om ervoor te zorgen dat het afval beter gescheiden wordt. Dankzij dit traject zouden vuilnismannen (duo)containers mogen laten staan bij ernstige vervuiling. De (duo)container wordt dan niet geledigd en bij de volgende inzamelronde wel, mits het afval op de juiste manier is gesorteerd. Ze zijn ook bezig om meer in te zetten op communicatie om inwoners te informeren over juiste afvalscheiding. 

Afvalkaartensysteem

De gemeente Tilburg gebruikt een systeem met drie soorten kaarten. Als je afval voor de eerste keer niet goed is gesorteerd, dan krijg je de gele kaart ter waarschuwing. Een oranje dient als tweede waarschuwing en een rode kaart volgt als laatste waarschuwing. Die rode kaart kan leiden tot een boete van maximaal €100. Dit systeem is bedoeld om inwoners bewuster te maken van een betere afvalscheiding, maar niet iedereen is tevreden.

Afvalcontrole

Maar hoe wordt er gecontroleerd of het afval wel goed gescheiden is en wie controleert dat? Een woordvoerder van de gemeente Tilburg legt het uit. Er wordt willekeurig gecontroleerd of het afval goed is gescheiden in de duocontainers. Dit wordt gedaan door vuilnismannen en door de afvalcontroleurs, zij lopen vooruit op de route. Ze kijken globaal in de containers of het er allemaal goed uitziet en ze zien al snel of het goed gesorteerd is door de deksel te openen. De zakken maken ze, meestal, niet open. Bij ondergrondse afvalcontainers kan dat nog weleens anders zijn. Als hier niet goed gesorteerd is zoeken ze in de zakken naar een bonnetje of iets dergelijks. Zo kunnen ze achterhalen van wie het is.

Studentenhuis

Isa, die in een studentenhuis woont met 29 andere, vindt het systeem onrechtvaardig. “Waarom zou ik moet betalen voor iets wat een ander fout doet? Dat is niet eerlijk,” zegt ze. Ze legt uit dat het lastig is om met 30 mensen afval op de juiste manier te scheiden. “Er is altijd wel iemand die het in de foute bak gooit,” zegt ze. Maar volgens de gemeente moeten ze bij de huisbaas zijn. Een medewerker legt uit dat de boete op de naam komt van de belastingplichtige, in dit geval: de huurbaas.

Agressie in de zorg: een groeiend probleem

De zorgsector staat onder druk, en een van de meest zorgwekkende trends is de agressie richting zorgmedewerkers. Van gooien met plakken kaas tot aan een vaas, het gebeurt allemaal. ‘’Ik realiseerde me pas hoe erg het was toen ik er niet meer werkte,’’ zegt Jill. In 2023 had bijna 62% van de zorgmedewerkers te maken met agressie volgens het CBS, dit is een stijging want in 2017 was het aantal 52,4%. Er worden steeds meer medewerkers bedreigd, uitgescholden of fysiek pijn gedaan.

Personeelstekort als oorzaak

Jill heeft drie jaar op een gesloten afdeling met dementerende gewerkt en merkte een groot verschil. Doordat er een groot aantal personeelstekort is, stond ze soms maar met drie medewerkers op een afdeling. Daardoor was er niet genoeg aandacht voor de opkomende agressie en waren ze er soms te laat bij.

Welzijnsmedewerkers, die juist zouden kunnen bijdragen aan een betere sfeer een meer aandacht aan bewoners, zijn wegbezuinigd.

Tegenwoordig wordt er ook veel gebruik gemaakt van onopgeleide. Zelf was Jill nog niet afgestudeerd en mocht ze na een cursus van twee dagen al werken als helpende plus. ‘’Daardoor gaat de kwaliteit van de zorg ook achteruit,’’ zegt Jill. Nou was ze zelf bezig met de opleiding tot verpleegkundige, maar ook mensen zonder achtergrond kunnen na de cursus van twee dagen aan de slag.

Dagelijkse agressie

De agressie was vaak fysiek. ‘’Er werd met vazen gegooid maar ook met plakken kaas,’’ vertelt ze. Deze agressie was dagelijks te merken. Toch was het werk niet alleen maar negatief. ‘’Er waren ook heel veel leuke momenten,’’ zegt Jill. ‘’Ik vond het vooral fijn om er echt voor de mensen te zijn, het contact maken met de mensen en wanneer er tijd over was lekker te flauwekullen.’’

De agressie en escalatie van sommige bewoners was vaak wel dagelijks. Maar omdat er ook genoeg leuke dingen waren stond ze er soms niet bij stil hoe erg het was. ‘’Ik realiseerde me pas hoe erg het was toen ik er niet meer werkte.’’

Oplossing

Om de agressie te verminderen, ziet Jill verschillende mogelijkheden. ‘’Er moet meer personeel komen, kleinere afdelingen en er moet een mix zijn van de mensen die mentaal sterker en slechter zijn,’’ stelt ze voor.  Ook vind ze dat er meer cursussen moeten zijn en een gepersonaliseerd zorgplan op iemand die kan gaan escaleren.

Hoe wordt het werk meer aantrekkelijk?

Het werk is zwaar en volgens Jill echt voor mensen met een hart voor de zorg. ‘’Dit werk is voor mensen met een zorghart, anders hou je het niet vol.’’

Agressie in de zorg blijft nog steeds een probleem. Investeren in personeel, cursussen en welzijn van medewerkers is belangrijk voor de veiligheid  van medewerkers, maar ook van de kwaliteit van de zorg.

‘Grootste klimaatzaak ooit’ begonnen voor Internationaal Gerechtshof in Den Haag

0

Het wordt de ‘grootste klimaatrechtszaak ter wereld’ genoemd. Bijna honderd landen en organisaties verschijnen de komende twee weken voor het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Het hof zal zich buigen over de vraag welke wettelijke verplichtingen landen hebben om klimaatverandering te stoppen. ‘’Klimaatverandering is een groot probleem en kan drastisch effect hebben op mensenrechten. Dus het is hard nodig dat er duidelijkheid over komt.’’

De zaak is een initiatief van Vanuatu, een kleine eilandenstaat in de Stille Oceaan. Klimaatverandering is voor de eilandstaat van levensbelang: als de zeespiegel verder stijgt kunnen veel eilanden van het land overstromen. Met deze zaak hopen ze dan ook wereldwijde klimaatactie af te dwingen. Volgens Philip Paiement, hoogleraar aan de Tilburg University en expert in klimaatrechtszaken, kan deze zaak ook bepalend zijn voor andere rechtszaken die nu spelen: ”Er zijn op dit moment wereldwijd heel wat rechtszaken bezig die allemaal betrekking hebben tot mensenrechten en klimaatverandering. Het is alleen niet duidelijk aan welke wetten de staat moet voldoen.’’

Grootse zaak

De zaak wordt om meerdere redenen als ‘grootste klimaatzaak ter wereld gezien’: ten eerste omdat het de grootste zaak voor het Internationaal Gerechtshof in Den Haag ooit is. Daarnaast wordt er een recordaantal getuigen gesproken, nog nooit in de geschiedenis van het hof werden er bijna honderd getuigen gesproken. Toch verbaast het Paiement niet dat er zoveel getuigen zijn: ”In deze zaak is er geen conflict: het zijn niet twee partijen die tegenover elkaar staan. Het gaat hier over het verduidelijken van de juiste interpretatie over mensenrechten tijdens klimaatverandering.”

Advies  

Het advies wat het hof uiteindelijk gaat geven is niet verplicht om op te volgen, maar kan wel grote gevolgen hebben. ”In Nederland doen ze nu uitspraken in klimaatrechtszaken op basis van eigen interpretaties. Met het advies wat er komt uit deze zaak zal er meer duidelijkheid zijn bij rechtszaken die nu spelen, maar ook die in de toekomst nog gaan plaatsvinden.” Aldus Paiement.

De verwachting is dat het hof begin volgend jaar met een advies komt.

Waarom Wicked is geslaagd als musical verfilming. ‘Casten van musical-theater kinderen erg belangrijk.’

De langverwachte musicalfilm Wicked komt dan eindelijk bijna in de bioscoop. Op 4 december gaat de verfilming van de succesvolle Broadway musical in Nederland in première. De film met in de hoofdrollen Cynthia Erivo en Ariana Grande gooit al hoge ogen in de Verenigde Staten met een recordbrekend openingsweekend voor een Broadway-verfilming. Volgens Chief Film Critic van The Hollywood Reporter David Rooney weet regisseur Jon M. Chu met Wicked een grotendeels geslaagde musical adaptatie neer te zetten. Hierbij is volgens Rooney ook een grote rol weggelegd voor Erivo en Grande.

Volgens Rooney is een belangrijk element voor een goede musical-verfilming het casten van ‘musical-theater kids’, acteurs en actrices die op jongere leeftijd al in musicals en toneelstukken speelden. ‘Zowel Ariana Grande als Cynthia Erivo hebben een achtergrond in musicals. Ze zingen dan ook niet alleen de sterren van de hemel in de score, ook begrijpen ze hoe ze de overgang tussen dramatische scènes en liedjes vloeiend moeten houden.’ Volgens Rooney is het eveneens belangrijk dat er een balans wordt gevonden tussen de ‘larger-than-life’ zelfexpressie die bij veel personages in musicals terugkomt en de intieme momenten waarin je echt de personages leert kennen. ‘Ik denk dat Chu dit grotendeels goed heeft aangepakt, zeker op het gebied van emotionele toegang tot Elphaba (Cynthia Erivo), al komt dit ook grotendeels door de ‘powerhouse performance’ van Erivo en haar vermogen zowel kracht als kwetsbaarheid te laten zien.’ 

Ook was Rooney positief over het feit dat de musical in twee films is opgedeeld, waar veel kritiek op is gekomen. ‘Ik denk dat deze keuze het materiaal juist geholpen heeft, het geeft de personages en het plot meer ruimte om te ademen.’ Rooney is eveneens over de productionele keuzes die de makers gemaakt hebben. ‘Ik denk dat het bouwen van fysieke sets en CGI (Computer-generated imagery) voornamelijk te gebruiken voor de betoveringen een slimme keuze is geweest. Ook denk ik dat het live opnemen van de liedjes, voor zover mogelijk, de emoties versterkt.’ Toch had Rooney ook een punt van kritiek. ‘Ik vond sommige groots uitgepakte liedjes en choreografie afleidend druk en tegen het chaotische aan.’ Al met al vond Rooney de film grotendeels geslaagd. ‘Ik denk dat het een goede musical is die haar doelgroep begrijpt en precies levert wat zij willen.’

De musical Wicked werd geschreven door Steven Schwarz en werd voor het eerst op Broadway opgevoerd in 2003. Hij is inmiddels al veertien keer opgevoerd in verschillende landen, waaronder Scheveningen. De musical is gebaseerd op de roman Wicked: The Life and Times of the Wicked Witch of the West van Gregory Maguire. Het verhaal volgt twee heksen en de avonturen die ze meemaken en dienst als ‘prequel’ voor het wereldberoemde The Wizard of Oz. Het tweede deel van de verfilming van Wicked, Wicked Part Two, komt uit op 21 november 2025. 

Nóg een jaar Bohemian Rhapsody op nummer 1 van de Top 2000? 

Als je een beetje bekend bent met de Top 2000, zul je wel kunnen inschatten wat er in de top 3 zal staan. In het 25-jarige bestaan heeft Bohemian Rhapsody van Queen elke editie in de top 3 gestaan. Met een goede gok zou je ook kunnen zeggen dat Bohemian Rhapsody opnieuw op nummer 1 zal staan, zoals al 20 keer eerder is gebeurd. Hotel California van de Eagles heeft ook al 23 keer in de top 3 gestaan, dus een gok dat deze net als voorheen op nummer 2 zal staan, is ook niet ver gezocht. 

Deze liedjes komen uit 1975 en 1976. Andere veel voorkomende liedjes in de top 3 komen ook uit deze tijd. Child in Time van Deep Purple, uit 1968, stond 7 keer in de top 3. Stairway to Heaven van Led Zeppelin, uit 1971, stond 6 keer in de top 3. De Top 2000 draait om de populariteit van liedjes, maar komen de beste liedjes echt uit de jaren ’70? Zijn er daarna nooit betere liedjes geschreven? 

Waarom

Neuropsycholoog en hoofddocent aan de Universiteit Leiden Rebecca Schaefer heeft in 2021 aan Universiteit Leiden Nieuws een aantal redenen voor de top 3 gegeven. Schaefer beweert dat de herhaling juist is wat luisteraars fijn vinden aan de Top 2000. “Hoe vaker je ernaar luistert, hoe gelaagder de herinnering wordt. Sommige liedje heb je je hele leven bij je. Daar heb je veel associaties en gevoelens bij”, aldus Schaefer.  

Een liedje zoals Bohemian Rhapsody is volgens Schaefer dus in de Top 2000 gekomen door de positieve verbinding die luisteraars hebben gemaakt tussen het liedje en hun eigen verleden. Daarbij heeft het ook een versterkend effect: zolang Bohemian Rhapsody in de top 3 blijft staan, wordt het dieper verbonden met deze plaats voor luisteraars van de Top 2000. Bohemian Rhapsody is nummer 1, omdat het nummer 1 was. Liedjes uit de jaren ’70 staan voornamelijk in de top 3 omdat ze al in de top 3 stonden, niet per sé omdat ze de beste zijn. 

Erasmusschutter Fouad L. voor het eerst in rechtszaal met nabestaanden: ‘Het is maar gewoon een mannetje’

ROTTERDAM – In de extra beveiligde rechtbank in Rotterdam stond vanmiddag de laatste pro-formazitting in de zaak van Fouad L. op het programma. Het was vooral voor de nabestaanden een confronterende middag, want L. verscheen voor het eerst zelf in de rechtszaal.

Fouad L. wordt ervan verdacht op 28 september vorig jaar zijn buurvrouw Marlous (39) en buurmeisje Romy (14) te hebben vermoord. Daarna zou hij op het Erasmus MC de docent en huisarts Jurgen Damen (43) dood hebben geschoten.

Het is even na half twee als de rechter de regiezitting in Rotterdam opent. Niet veel later wordt Fouad L. naar binnen gedirigeerd door de parketpolitie. De geboren Utrechtenaar werpt een nonchalante blik door de zaal, ploft neer in het bankje naast zijn advocaten en doet op zijn gemak zijn jas uit. Op de achterkant van zijn grijze sweater valt ‘PI Vught’ te lezen.

‘Mannetje met een vuurwapen’

Tot dusver was L. bij geen enkele andere zitting aanwezig, maar vandaag werd hem vriendelijk doch dringend verzocht wel op te komen dagen. De rechtbank wil hem laten wennen aan de zaal vol met slachtoffers, nabestaanden, media en andere belangstellenden.

De laconieke entree van L. maakt veel los bij de nabestaanden. “Als je hem zo ziet zitten, is het ook maar gewoon een mannetje”, klinkt er. “Maar wel een mannetje met een vuurwapen”, reageert een andere nabestaande. Als de namen van de slachtoffers worden herhaald door het Openbaar Ministerie, lopen de emoties hoog op en moeten enkele aanwezigen de zaal zelfs kort verlaten.

Als de rechter vraagt hoe L. het ervaart om in de rechtszaal te verschijnen, antwoordt hij kort: “Ik ben geen fan van volle zalen, maar laten we beginnen”.

Computer in het hoofd

De zitting gaat voornamelijk over een gedragsonderzoek van het Pieter Baan Centrum. Hierbij heeft L. gezegd dat hij gesprekken voerde met een computer in zijn hoofd, die hij zelf ‘de partitie’ noemt. Hij zou meermaals met deze computer overleg hebben gepleegd ‘over de vraag hoeveel mensen hij zou doden om zijn wraakgevoelens te bevredigen’.

De advocaat van L. draagt ook enkele woorden van haar cliënt voor over het doden van de slachtoffers: “Ik wilde het niet, maar ik kon niet anders”. L. zou onderhandeld hebben met de partitie om het aantal slachtoffers te beperken, maar toch de opdracht hebben gekregen om de slachtoffers te doden. “Het is niet wat hij wilde.”

Vervolgens dient de advocaat van L. bij de rechtbank het verzoek in om meer onderzoek te doen naar de partitie om te begrijpen hoeveel macht deze had over L. Het verzoek wordt na een korte onderbreking afgewezen door de rechtbank, wat met geklap wordt gevierd door de nabestaanden. “Ik snap uw uitingen. Het is niet gepast, maar ik snap het wel”, reageert de rechter.

De zaak wordt vanaf 27 januari 2025 inhoudelijk behandelt door de rechtbank.

‘Honeymoonfase’ is voorbij: weinig vertrouwen in kabinet-Schoof blijkt uit cijfers EenVandaag

0

Uit onlangs gepubliceerde cijfers van het Opiniepanel van EenVandaag is te zien dat het vertrouwen in kabinet-Schoof op het laagste punt is sinds het aantreden van het nieuwe kabinet. Volgens politicoloog Rick van Well is dit niet verrassend, maar wat betekent dit voor het kabinet en hoe heeft het vertrouwen zo kunnen dalen?

Daling vertrouwen

In de nieuwe cijfers is te zien dat het vertrouwen in kabinet-Schoof is gedaald naar 33 procent, terwijl het tijdens de start van het kabinet nog 41 procent was. Rick van Well, politicoloog en promovendus aan de universiteit Leiden, legt uit dat dit fenomeen niet ongebruikelijk is. “Wat opvallend is, is dat deze daling als nieuws werd gebracht, terwijl het niet verrassend is,” zegt van Well. “Dit heeft te maken met de zogenoemde honeymoonfase. Direct na de verkiezingen en de formatie van een kabinet stijgt het vertrouwen vaak, omdat de kiezers het voordeel van de twijfel geven. Maar na verloop van tijd worden ze kritischer, zeker als er problemen ontstaan of verwachtingen niet worden waargemaakt. Dat is precies wat we de afgelopen maanden hebben gezien.” 

Van Well benadrukt dat het nog te vroeg is om precies te zeggen wat deze daling op lange termijn betekent voor het kabinet. “Op korte termijn lijkt het erop dat de regeringspartijen elkaar vast zullen houden. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat een kabinetscrisis, veroorzaakt door incompetentie of geruzie, negatieve gevolgen kan hebben voor de betrokken partijen bij de volgende verkiezingen. 

Volgens van Well is er momenteel echter weinig sprake van conflict binnen de coalitie. “Er is wel veel discussie, bijvoorbeeld over de onderwijs- en sportbegrotingen, maar die spanningen spelen niet tussen de coalitiepartners onderling.”

Kabinetscrisis

De kabinetscrisis hielp niet mee voor het vertrouwen in het kabinet. Vrijdag 15 november werd bekendgemaakt dat staatssecretaris Nora Achahbar (Toeslagen, NSC) uit het kabinet wilde stappen vanwege onvrede over de integratiediscussie. Er heerste die dag een crisissfeer, vanwege de kabinetsdiscussie die eerder die week plaatsvond over de rellen in Amsterdam. Er kwam naar buiten dat ook andere NSC’ers, net zoals Achahbar, twijfelden over hun positie. De partijleiders van de vier coalitiepartijen werden diezelfde avond nog verwacht bij het Catshuis, betrokkenen moesten rekening houden met een kabinetsval. Die kabinetsval bleef uiteindelijk uit, maar na het officiële vertrek van Achahbar volgde nog twee NSC-Kamerleden: Femke Zeedijk en Rosanne Hertzberger.

Vertrouwen in Den Haag

Het vertrouwen in de politiek in het algemeen neemt ook af: slechts 26 procent denkt dat Den Haag het beste met Nederland voor heeft. Ook hierbij is een daling te zien, in vergelijking met de start van het kabinet, toen had nog 34 procent vertrouwen in Den Haag. Daarnaast is ook het vertrouwen onder kiezers van de coalitiepartijen VVD en NSC gedaald.

Toegankelijk Tilburg blikt tevreden terug op 2024: “Aandacht voor toegankelijkheid groeit”

0

Morgen is het de Internationale Dag van de Mindervaliden. Francis Meulendijks, de directeur van Toegankelijk Tilburg, blikt terug op een succesvol 2024. Het is niet alleen het begin van de viering van hun veertigjarig jubileum in 2025, maar ook een jaar van groei en vooruitgang voor de organisatie. “De grootste winst van afgelopen jaar is dat er veel meer aandacht is gekomen voor het verbeteren van toegankelijkheid.”

Groeiende aandacht
Toegankelijk Tilburg is een belangenorganisatie voor mensen met een beperking, bestaande uit ongeveer 50 mensen, van wie bijna iedereen vrijwilliger is. De meesten hebben zelf ook een beperking. “Waar we vroeger echt moesten protesteren voor aandacht, is dat nu veranderd. We worden inmiddels zelf door de gemeente benaderd als eerste contact bij nieuwe ideeën. Voorheen moesten we moeite doen om twee ervaringstours te organiseren, waarbij mensen kunnen voelen hoe het is om te leven met een beperking. Nu krijgen we acht aanvragen zonder dat we daar zelf iets voor hoeven te doen,” aldus Meulendijks.

In 2024 groeide de organisatie enorm, met meer collega’s en aanzienlijk meer vrijwilligers. Het grootste succes, volgens de directeur, is echter dat de organisatie nu steeds vaker wordt gevraagd door andere partijen, zoals bijvoorbeeld de Lochal, over hoe zij hun toegankelijkheid kunnen verbeteren.

In 2023 werden al belangrijke stappen gezet, zoals de aanleg van rolstoelroutes, het verbeteren van stembureaus en het realiseren van toegankelijke speeltuinen.

Op de Internationale Dag van de Mindervaliden hoef je niet iets speciaals te verwachten van Toegankelijk Tilburg. “Voor ons is elke dag de Dag van de Mindervaliden,” vertelt Meulendijks.

Het aantal mbo-studenten blijft dalen: “In Nederland willen jongeren steeds ‘hoger en hoger’ klimmen.”

Het aantal mbo-studenten is opnieuw gedaald, met een afname van 5% ten opzichte van vorig jaar. En dat is volgens Adkin Tekin, voorzitter van de MBO Raad, alarmerend. “De daling in studentenaantallen gaat sneller dan verwacht, ondanks de positieve aandacht voor het mbo in de samenleving. Mbo’ers spelen een cruciale rol in onze vitale sectoren. We moeten nu in actie komen om te voorkomen dat de boel vastloopt” (MBO Raad, 2024). Ook de jongerenorganisatie voor het beroepsonderwijs JOB MBO en Jelmer Becker, mbo’er in het onderwijsbeleid, benadrukken dat er snel iets moet veranderen.

JOB MBO is de landelijke jongerenorganisatie die mbo-studenten in Nederland een stem geeft in het onderwijs. Nienke Lammertink, beleidsmedewerker bij JOB MBO, benoemt een van de oorzaken van het probleem: “Al jaren geleden probeerde de overheid leerlingen te motiveren om naar de havo of het vwo te gaan, en nu is er een ommekeer waarbij tegen havisten wordt gezegd: ‘Kies voor een mbo-opleiding.’” Volgens Nienke zit het probleem niet alleen in hoe leerlingen worden gestimuleerd, maar ook in hoe er over de verschillende onderwijsvormen wordt gesproken. “We hebben het ook veel over taalgebruik. Het liefst zouden wij de termen ‘lager’ en ‘hoger’ onderwijs achterwege laten. Ook het woord ‘niveau’ draagt bij aan het vergroten van de verschillen.”

Jelmer Becker ziet twee belangrijke redenen voor de daling in het aantal mbo-studenten. “De eerste reden heeft te maken met de algemene daling van het aantal studenten, een demografisch probleem. De tweede reden is dat in Nederland steeds meer jongeren ‘hoger en hoger’ willen klimmen, omdat ze daar meer kansen zien.” Becker benoemt daarnaast de ongelijkheid in het onderwijs: “Het begint al in de kleuterklas, puur door hoe het onderwijssysteem in Nederland is ingericht. Wanneer jij als kind veel cognitieve vaardigheden hebt, sluit het onderwijssysteem veel beter bij je aan dan wanneer je cognitieve vaardigheden minder ontwikkeld zijn, terwijl je wel goed bent met je handen.”

Andere toetsing

Volgens Becker moeten we op een andere manier naar leerlingen en studenten kijken. “We moeten binnen het onderwijssysteem de pijlers verbreden. Er moet niet alleen gekeken worden naar cognitieve vaardigheden, maar ook naar wat een leerling kan met zijn of haar handen en naar technische inzichten.” Op deze manier krijgen mensen die goed zijn met hun handen gelijke kansen als mensen met meer cognitieve vaardigheden.

Halverwege oktober is de campagne ‘De Talentenmaatschappij’ gestart. Hierbij vragen Dennis de Vries (wethouder Gemeente Utrecht) en vier bestuurders van verschillende mbo-scholen aandacht voor de gelijkwaardigheid van het mbo-onderwijs. Binnenkort komt de gemeente Utrecht met een position paper over het probleem, de visie en de aanpak.