Steeds minder bedrijven nemen in 2025 publiekelijk deel aan Pride Month. Waar regenboog logo’s en inclusieve campagnes in juni jarenlang te zien waren, kiezen veel merken er dit jaar voor om stil te blijven. Uit onderzoek van marktanalysebureau Gravity Research blijkt dat er sprake is van een afname van 39% in merkbetrokkenheid ten opzichte van voorgaande jaren.
Volgens Jelle Zijlstra, LGBTQIA+ expert is dat geen toeval. “Er is een duidelijke reden dat merken minder mee doen en dat is dat Trump is gekozen als president. Hij is gewoon heel erg anti-trans en LGBTQIA+.”
Grote Amerikaanse bedrijven zoals Target, Starbucks en Budweiser hebben hun Pride-campagnes volledig geschrapt. Een kleinere groep merken, waaronder Converse, Levi’s, MAC en Puma, blijft wel zichtbaar betrokken. Die terugtrekkende beweging valt samen met een politiek spannend moment: in november vorig jaar werd Donald Trump opnieuw verkozen tot president van de Verenigde Staten.
Angstcultuur in het bedrijfsleven
Zijlstra wijst op eerdere maatregelen van Trump, zoals het ontslag van alle trans personen uit het Amerikaanse leger. “Dat werd heel heftig ervaren. Trump is dus in staat om dit soort beslissingen te maken en daardoor krijgen bedrijven angst.”
Hoewel Trump zich niet specifiek heeft uitgesproken over Pride-campagnes, lijken veel bedrijven zich al terug te trekken. “Bedrijven hebben een gebrek aan ruggengraat,” zegt Zijlstra. “Ze gehoorzamen al bij voorbaat. Ze trekken zich terug zonder dat Trump überhaupt iets heeft gezegd over de marketing tijdens Pride.”
De vrees voor kritiek komt niet alleen van de politiek, maar ook van conservatieve consumenten. Op de vraag of bedrijven bang zijn geworden voor druk van anti-LGBTQIA+ groepen antwoordt Zijlstra: “Dat denk ik wel, ja.”
Economisch belang weegt zwaarder
Veel bedrijven steunden de LGBTQIA+-gemeenschap vooral omdat het goed was voor hun imago of verkoop. Nu de meningen in de samenleving steeds meer botsen, kiezen ze ervoor om geen risico te nemen .“Er is één ding dat bedrijven belangrijk vinden en dat is geld verdienen, en de LGBTQIA+ community boeit ze niet zo veel,” stelt Zijlstra.
Daardoor gaan mensen zich afvragen of bedrijven eerder wel echt betrokken waren. Pride begon ooit als een protest voor de rechten en zichtbaarheid van minderheden, maar werd de laatste jaren steeds meer overgenomen door bedrijven. Nu inclusiviteit politiek gevoeliger ligt, trekken veel van die bedrijven zich terug. “Ik ben niet zo rouwig,” zegt Zijlstra. “Bedrijven laten zo hun echte gezicht zien.”
Terug naar de essentie van Pride
Volgens Zijlstra is het niet alleen maar negatief dat bedrijven zich minder laten zien tijdens Pride. In zowel de VS als daarbuiten staat het gesprek over inclusie en diversiteit onder druk. Juist daardoor ontstaat er ruimte om Pride terug te brengen naar de kern: een plek voor inclusiviteit, gemeenschap en zichtbaarheid. Zonder dat bedrijven daar de toon bepalen. “Pride ging om inclusiviteit en begon als protest, we kunnen daar meer van gebruiken in deze tijd.”