“Dankzij mijn redders sta ik hier.” Maurits Cohen, een Joods kind tijdens de tijd van de Tweede Wereldoorlog, krijgt tranen in zijn ogen als hij deze zin voorleest. Samen met Hans Vles, ook een Joods kind dat de oorlog overleefd heeft, heeft hij tweeënhalf jaar geleden de Stichting Nationaal Dankteken opgericht. De twee mannen wilden zo hun dank uiten naar de verzetsstrijders en de gewone burger die in die tijd opkwamen voor de Joden. Met de hulp van kunstenaar Gabriel Lester presenteerden ze afgelopen middag het Dankteken in het Nationaal Holocaust Museum van Amsterdam.
Toen Nederland net bevrijd was, werd er al een dankteken in Amsterdam geplaatst. Dat monument is nu weggehaald. Het Holocaust Museum is het eens met dat besluit, omdat de Nederlandse regering dit monument in die tijd verplicht liet maken. De overheid vond toen dat de Joden dankbaar moesten zijn voor de bevrijding, terwijl 75% van hen was uitgeroeid. Het Dankteken is het eerste monument dat Joden vrijwillig geven. Het is ook volledig door hen gefinancierd.
De oorlog leeft voort
De impact van de oorlog op de mensen is nog steeds zichtbaar. Dat was te horen aan de mensen die naar de presentatie kwamen kijken. Mart Elskamp, de kleinzoon van verzetsstrijder Jort Elskamp, wordt nog steeds elke maand huilend opgebeld door mensen die de oorlog niet eens hebben meegemaakt. Ronald Vos, een horeca medewerker van het Natonaal Holocaust museum, ziet vaak meteen wie er wel en niet Joods is. “Je kunt zien aan de rode ogen waar mensen vandaan komen.”
Kunst als brug naar het gevoel
Gabriel Lester is van mening dat kunst de brug is tussen gevoel en de tastbare wereld. “Oorlogen en de vreselijke gebeurtenissen die daarmee gepaard gaan zijn bijna onmogelijk om te verwerken, laat staan anders samen te vatten. Kunst heeft de speciale eigenschap om aan iets waar geen woorden voor zijn vorm te geven”, aldus de beeldend kunstenaar.
Het Dankteken bestaat uit een donkergrijze ladder en een zwart luik waar de ladder doorheen steekt. De plek onder het luik symboliseert de veiligheid: daar waar de Joden konden schuilen. Als je vanuit de grond tegen het luik aankijkt, is deze mat. Van bovenaf gezien werkt het luik juist als een spiegel; je kunt er de zon in zien schijnen. Gabriel Lester wilde hiermee verbeelden hoe de Joden na 5 mei 1945 de wereld om zich heen weer konden waarnemen. “Ze daalden af in de veiligheid, maar toen Nederland bevrijd werd, gingen ze via de ladder terug naar de vrijheid.”