Minder meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag door afgenomen media-aandacht

0
50
Bron: Stephanie Seitz

Het aantal slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag is in de afgelopen twaalf maanden afgenomen. Ruim 1,7 miljoen mensen van 16 jaar of ouder geeft in een enquête van het CBS en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) aan slachtoffer te zijn geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Media-aandacht

De toename in 2022 is mogelijk toe te schrijven aan de toegenomen media-aandacht. In dit jaar werd door het programma BOOS een aflevering over het schandaal binnen The Voice of Holland uitgezonden. Dit zorgde veelal voor bewustwording bij de slachtoffers en een toename in het aantal gerapporteerde incidenten, meldt het CBS.Saskia van Hees, directrice van de Blauwe Maan in Tilburg bevestigt dit:Als de media aandacht weer is gaan liggen, zie je ook dat de bereidheid om incidenten te melden afneemt. Dit kan verschillende redenen hebben, maar de  voornaamste is dat als er veel media aandacht is, slachtoffers niet kunnen ontkomen aan wat hen overkomt of is overkomen. Media speelt dus een hele grote rol.’

Omvang

De enquête is ingevuld door 25 duizend mensen en in 2022 waren er in totaal 1,8 miljoen personen van 16 jaar of ouder die aangaven slachtoffer te zijn geweest van seksueel overschrijdend gedrag. Dit jaar ging het om 1,7 miljoen personen.

Kenmerken

Vooral jongeren tussen de 18 en 24 jaar (19%) en bi-plus vrouwen (34%) geven dit jaar aan slachtoffer te zijn geweest van seksueel overschrijdend gedrag. Vrouwen zijn hierbij twee keer zo vaak het slachtoffer als mannen. Volgens van Hees heeft dit te maken met dat er nog altijd een taboe rust op seksueel grensoverschrijdend gedrag. Onder mannen is dit taboe nog groter dan bij vrouwen. Dit speelt mogelijk een rol in het aantal meldingen.

Gevolgen

Slachtoffers geven aan dat ze als gevolg van de gebeurtenis vooral last te hebben van psychische problemen. Daarnaast geven zij ook aan te maken te hebben met seksuele- en relatieproblemen. Tot slot valt op dat het minst gesproken wordt met hulpverleners, zoals artsen, psychologen of maatschappelijk werkers, maar vooral tegen vrienden, vriendinnen en de partner.