BREDA – Een man uit Amstelveen die in 2022 een fietser doodreed kan een taakstraf verwachten evenals een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid. Deze straf is milder dan die in vergelijkbare situaties als deze wordt opgelegd. Echter is hier een reden voor.
Op 16 juni 2022 schepte de verdachte in deze zaak een fietser op de kruising van Ringbaan-Noord en Waalstraat. De fietser, die net terugkwam van een avond sporten, stak over op deze kruising. De verdachte reed op de Ringbaan-Noord, een voorrangsweg. Volgens forensisch onderzoek reed de verdachte tussen de 88 en 94 km per uur waar normaal vijftig is toegestaan. De fietser in kwestie stak over, ondanks dat deze voorrang moest verlenen.
Naar alle waarschijnlijkheid hebben beide partijen elkaar niet gezien tot het moment van de botsing. Na de botsing heeft de verdachte samen met omstanders meteen 112 gealarmeerd. Het was uiteindelijk niet genoeg. Het slachtoffer overleed later aan zijn verwondingen.
De verdachte ook een beetje slachtoffer
In gesprek met de rechters laat de verdachte weten ook zelf leed te hebben ervaren van het verkeersongeluk. Zo heeft hij therapie moeten volgen en loopt hij nog steeds bij een psycholoog. Meermaals herhaalt de officier van justitie dat het slachtoffer voorrang had moeten verlenen aan de verdachte. Toch speelt mee dat er te hard is gereden. Als er ‘gewoon’ 50 kilometer per uur gereden was, was het ongeluk volgens forensisch onderzoek waarschijnlijk niet gebeurd. Beide partijen hadden elkaar dan gemist.
Wat als laatste meeweegt, is dat de verdachte en nabestaande van het slachtoffer met elkaar in gesprek zijn gegaan. “Dat was een open en, in hoeverre dat kan, begripvol gesprek”, vertelt de officier. “Dit alles weegt mee in de beoordeling van de strafmaat.” Het feit is en blijft dat de verdachte te hard heeft gereden en daarmee een dodelijk verkeersongeval heeft veroorzaakt.
Waarom de mildere straf?
Uiteindelijk kiest het OM voor de honderd uur taakstraf en de voorwaardelijke rijontzegging van één jaar om een aantal redenen. Als eerste is de verdachte niet de enige die een verkeersfout maakt, ook het slachtoffer maakt een fout. Daarnaast ziet de officier van justitie dat beide partijen met elkaar in gesprek zijn gegaan en elkaar kunnen begrijpen. Tot slot heeft de man zijn rijbewijs nodig voor zijn werk. Als hij zijn rijbewijs kwijt is, dan helpt het hem nog verder in de problemen. Zowel de advocaat als de verdachte lijken te kunnen leven met de eis van het OM.
De uitspraak van deze zitting zal op dinsdag 12 december om 12:30 uur in de rechtbank in Breda worden gedaan.