De Nederlandse roeiploeg was afgelopen weekend heer en meester op het WK in Servië. De ploeg veroverde vijf gouden en drie zilveren medailles. Geen land deed dat beter. Het is het resultaat van hard werken en een ‘gouden visie’. “Het doel was om in 2032 het beste roeiland ter wereld te zijn. Dat zijn we nu al”, vertelt Erwin Prins, persvoorlichter van de KNRB.
Nederland is altijd een vrij aardig roeiland geweest, maar de laatste tien jaar kunnen we spreken van een indrukwekkende opmars. Dat zagen we al tijdens de spelen in Tokio van 2020. “Vanaf Tokio is het alleen maar beter geworden”, legt Prins uit. Afgelopen weekend leidde dat tot een ultieme climax met de totale dominantie op het wereldkampioenschap.
Reden is de nieuwe structuur van de bond. “Voorheen deden mannen en vrouwen alles gescheiden. Nu is dat samengevoegd.” Daar kwamen ook nog embedded scientists bij: wetenschappers die dagelijks de sporters monitoren. Prins: “Die kunnen precies uitstippelen wanneer ze moeten pieken en stellen voor een heel jaar een programma op. Dan kunnen de atleten pieken op finaledagen. Dat houdt onder andere in dat ze heel veel kilometers maken op lage intensiteit en heel weinig hard trainen.”
Gouden visie
Ook zet de KNRB in op bepaalde nummers waar de kans op goud het grootst is. “We wilden dit jaar niet dubbel starten om de kans op goud te maximaliseren.” Dat lukte dus aardig. Naast hoofdcoach Eelco Meenhorst, noemt Prins ook technisch directeur Hessel Evertse als een heel belangrijke pion. Tien jaar geleden begon hij met het uitstippelen van het traject. “Hij heeft een hele visie waar hij aan vasthoudt.” Het doel is om structureel in de top drie van de wereld te nestelen. Tot het afgelopen WK bekleedde Nederland een veertiende plek in het medailleklassement van de wereldkampioenschappen. In 2032 moet Nederland het beste roeiland ter wereld zijn. “Maar dat zijn we nu dus eigenlijk al”, beseft Prins. De doelstelling voor de spelen in Parijs volgend jaar? “Vier medailles. Waarvan twee gouden.”
Lees ook: Minderjarige tafeltennissers spelen al op EK: ‘Te veel nadruk op presteren is niet goed’
