Het is deze week een jaar geleden dat Hamas een bloedbad aanrichtte in Israël. Diezelfde dag stelt oud-premier Mark Rutte op X: “Israël heeft het volste recht zich te verdedigen tegen de terroristenorganisatie Hamas.” De moord op meer dan duizend Israëlische burgers was de reden voor veel Nederlanders om steun te betuigen aan Israël. Alhoewel de Nederlandse regering nog steeds pal achter Israël staat, is de publieke opinie verschoven, legt Thomas van Gool uit. Hij is projectleider Israël-Palestina bij vredesorganisatie PAX.
Steun verschuift bij zichtbaar leed
De publieke opinie op het Israëlisch-Palestijnse conflict wordt bepaald door een aantal factoren. “Een jaar geleden zag je bij mensen die er niet heel veel vanaf wisten, of zich er niet mee bezig hielden, enorm veel steun vóór Israël en tegen Hamas.” Op 7 oktober kwamen er vreselijke beelden van Israëlische slachtoffers voorbij. “De steun is verschoven het afgelopen jaar”, vertelt Van Gool. De toegenomen zichtbaarheid van de humanitaire situatie in Gaza, met beelden van vernietigde huizen en gewonde burgers, wakkerde het afgelopen jaar de discussie aan over disproportioneel geweld vanuit Israël. Dit leidde tot meer steun aan de Palestijnse kant. In deze toegenomen zichtbaarheid spelen de media, maar vooral ook sociale media een rol. “Ik denk dat heel veel mensen beelden ook online zien, op social media. Dat betekent dat mensen zien wat er gebeurt en krijgen mensen dat bijna uit eerste hand mee, dus je ziet ook de onrechtvaardigheid en de pijn, de verwoestingen en de doden”, aldus Van Gool.
Dat mensen de pijn, verwoestingen en doden hebben gezien is volgens Van Gool ook een belangrijke reden voor de verschoven publieke opinie. Naarmate leed verschuift, verschuift ook steun. “Mensen zien nu dat Israël plausibele genocide, volgens het Internationaal Gerechtshof, pleegt. Dat vinden mensen veel te ver gaan en daar zien ze ook het leed, dus keren ze zich daartegen”, betoogt Van Gool. “Ik denk ook dat dat een beetje in de aard van de mens zit. Dat mensen willen dat er een einde komt aan geweld in het algemeen”, vult hij aan.
Kloof politiek en publieke opinie
De positie van de Nederlandse regering is echter niet veranderd. De helft van de kiezers dringt aan op een strengere houding van het kabinet tegen Israël, blijkt uit onderzoek van Ipsos I&O op verzoek van de Volkskrant. “Wat je ziet is dat er ook veel kiezers van bijvoorbeeld de PVV en BBB, die onvoorwaardelijk steun uitspreken als partij zijnde, vinden dat de regering de druk op Israël moet opvoeren.” De verklaring voor de kloof tussen de politiek en publieke opinie ligt volgens Van Gool aan de prioriteit van het onderwerp. “Het is niet zo dat alle kiezers daar hun stem op baseren natuurlijk.”
Verdeeldheid
Een op de vijf Nederlanders staat achter het beleid van de overheid ten aanzien van het conflict tussen Israël en de Palestijnen. Dit aandeel is met vijf procent gedaald ten opzichte van vorig jaar. Opvallend is ook dat Nederlanders steeds vaker geen duidelijke mening meer hebben over het conflict. Dit aandeel is bijna verdubbeld ten opzichte van vorig jaar. Dit blijkt ook uit het onderzoek van Ipsos I&O.
Deze kloof tussen de politiek en de publieke opinie is ook duidelijk zichtbaar in demonstraties die het afgelopen jaar plaatsvonden. Talloze mensen proberen met slogans als ‘staakt-het-vuren’ en ‘een einde aan genocide’ druk uit te oefenen op de Nederlandse overheid. Aan de andere kant zijn er ook mensen die onvoorwaardelijke steun bieden aan Israël. Je merkt dat deze twee groepen niet blij zijn met elkaars demonstraties, vertelt Van Gool.