Home Blog Pagina 22

Fastfashion zorgt ervoor dat er minder gerecycled kan worden: “Mijn oproep is om meer kwalitatieve kleding te kopen”

ING heeft na een onderzoek geconcludeerd dat volledige circulaire verdienmodellen in de kledingindustrie nauwelijks haalbaar zijn. Dit komt omdat de (ultra)fastfashion vaak kleding van slechte kwaliteit maakt. Volgens Johan van het bedrijf Sympany is de kleding van fastfashion vaak gemaakt van polyester, wat moeilijk te recyclen is.

Categorieën

Sympany, een bedrijf die oude kleding ophaalt en sorteert zodat andere bedrijven deze kunnen hergebruiken en recyclen, haalt een keer per week in verschillende gemeentes de textielbakken leeg. Al deze kleding wordt dan verplaatst naar 3 sorteercentra waar alle kleding gesorteerd wordt. Bij het sorteren zijn er heel veel categorieën, maar dit zijn de grootste drie: kleding die nog een keer gedragen kan worden (deze kleding wordt weer doorverkocht), kleding die gerecycled kan worden (dit wordt door partners gedaan) en kleding die weggegooid moet worden. Veel fastfashion valt helaas in deze laatste categorie.

Mindere kwaliteit

Johan zag de afgelopen jaren de stofkwaliteit van kleding sterk verminderen. Vooral online winkels zoals Shein of ultrafastfashionketens zoals Primark zetten in op het snel en goedkoop produceren van kleding. Hierdoor is de kleding niet duurzaam en gaat het vaak ook maar één seizoen mee. Daarna belandt het in de textielbak, waar ze er ook niks meer mee kunnen

“Mijn oproep is om meer kwalitatieve kleding te kopen”, zegt Johan. Kwalitatieve kleding gaat namelijk langer mee en kan vaker hergebruikt of gerecycled worden. Ook studente Nikki van Rooij koopt liever geen fastfashion kleding: “Je voelt al dat de kleding van slechte kwaliteit is. Je loopt tegen een boom aan en er zit een gat in.” Volgens haar is het product zelf goedkoper, maar ben je uiteindelijk meer geld kwijt, omdat je vaker nieuwe kleding moet kopen. “Dan kun je beter naar de kringloopwinkel gaan en een tweedehandsshirt kopen. Dat gaat nog langer mee.”

Zijn dieren de dupe van virale filmpjes op social media?

0

Het Thailandse Dwergnijlpaardje Moo Deng is door bezoekers lastig gevallen in haar slaap. Ze wilden het beest, bekend van filmpjes op social media, dolgraag wakker zien. Daarom heeft de dierentuin maatregelen genomen. Gebeurt dit ook wel eens in Nederland?

Volgens Alex van Hooff, directeur van Burgers Zoo, zal een situatie zoals bij Moo Deng in Nederland niet gauw voorkomen. “Wij zorgen ervoor dat mensen niet bij het dier in het verblijf kunnen komen.” Dit maakt het voor bezoekers een stuk lastiger om een dier lastig te vallen. Ook dierenverzorger in de Beekse Bergen, Rolf Veenhuizen, beaamt dit. Ook vertelt hij dat bezoekersruimten soms worden afgesloten voor bezoek, bijvoorbeeld bij babydieren. Op deze manier is er meer rust voor het moederdier en haar jong. 

Er kunnen nog steeds foto’s en video’s gemaakt worden van de dieren. Dit moet ook kunnen, vindt Van Hooff. Camera’s hebben namelijk geen impact op het dierenwelzijn. “Het ligt aan het dier, maar de meesten hebben geen besef dat er een camera op hen gericht is. Een dier moet behoorlijk intelligent zijn om dat te begrijpen.” Mensapen snappen wel wat een camera is, maar dit hoeft geen probleem te zijn, laat Van Hooff weten. “We zorgen dat het dier een verblijf heeft waar ze zich kunnen terugtrekken, zodat het dier zelf kan beslissen wat het wil.”

Dierentuinen in Nederland moeten zich aan veel wetten en regels houden om de dieren te beschermen. Dieren moeten bijvoorbeeld grote verblijven hebben en mogen geen last hebben van bezoekers. In Thailand is dit ook de regel, maar de meeste dierentuinen houden zich er niet aan en het wordt slecht gehandhaafd. Daarnaast geven de dierentuinen informatie over de beesten en hoe je goed met ze omgaat. Zo staan er bij de Beekse Bergen verschillende bordjes met regels en omgangsnormen. Op deze manier weten bezoekers hoe ze zich moeten gedragen rond het dier. “Er is daarnaast altijd toezicht aanwezig en bezoekers worden aangesproken op ongewenst gedrag”, licht Veenhuizen toe. 

De vragen tijdens de zoektocht naar een studentenkamer: ‘Laat eens zien met welke jongens je het bed al hebt gedeeld’

TILBURG – Met welk verkeersbord identificeer jij jezelf? En als je een drankje was, welk drankje zou je dan zijn? Dit soort ongemakkelijke vragen kreeg Leandra van der Wiel (20) wel veertien keer voor haar kiezen voordat ze eindelijk haar studentenkamer in Tilburg bemachtigde. Veel studenten komen via hospiteeravonden aan een kamer, SSH (Stichting Studenten Huisvesting) wil daar nu een einde aan maken en wil werken met wachtlijsten.

Wist je voor je eerste hospiteeravond wat hospiteren inhoudt?

“Ik wist niet eens wat hospiteren was. Ik kom uit Zeeland, waar dat allemaal niet zo bekend is. Mijn vrienden bleven in Zeeland om te studeren, dus ik was de eerste die vertrok naar de ‘grote’ stad. Ik dacht dat je tijdens het hospiteren je ouders mee moest nemen, dus op mijn eerste hospiteeravond nam ik ook mijn moeder mee. Hoe awkward is dat?”

Hoe vond je hospiteren in het begin?

“Ik vond het erg moeilijk. Ik kwam in verschillende studentenhuizen terecht; in de ene woonden alleen maar dames, terwijl de andere een gemengd huis was. Ik kreeg de gekste vragen, zoals: ‘Als de boot zinkt, wie uit deze kamer zou je redden?’ of ‘Maak een presentatie over jezelf.’ Als ik om me heen keek op zo’n hospiteeravond, waren we met 21 personen voor één kamer, en dan wist ik eigenlijk al: dit is een verloren wedstrijd. Iedere keer weer moest ik meepraten met de huisgenoten en doen alsof ik dezelfde hobby’s had als zij, terwijl ik bang was iets verkeerds te zeggen. Dat vond ik allemaal heel moeilijk.”

Wat is de gekste vraag of opmerking die je hebt gekregen?

“Dat was in een huis met alleen maar dames. Iemand vroeg of ik even wilde laten zien met wat voor jongens ik het bed had gedeeld. Ik was toen echt in shock. De andere dames die ook bij die kijkavond waren, lieten meteen hun lijstje van jongens zien, maar ik heb het niet gedaan. Ook vertelde een jongen me een keer dat ik leek op een dame die hij kende uit het dorp, en die dame was lesbisch. Het is niet alleen fysiek zwaar om op en neer te reizen van Middelburg naar Tilburg, maar mentaal was het voor mij af en toe ook echt een marteling.”

Veel nieuwe studenten ervaren hospiteren als een vleeskeuring. Ervaar jij dat ook zo?

“Zeker! De knapste dames of de jongens met de grootste mond werden altijd gekozen. Dit maakte het voor mij steeds een stukje moeilijker, want ik weet van mezelf dat ik geen figuur heb als Sylvie Meis en geen prater ben als Mark Rutte. En ik wilde me ook niet voordoen als een prater, want als je eenmaal wordt gekozen, valt dat masker toch snel af.”

Had je niet zoiets na je negende hospiteeravond: ik stop met zoeken?

“Nee, want ik wist dat ik vast snel een plekje zou vinden waar ik me helemaal thuis zou voelen. Tuurlijk, diep van binnen wilde ik het opgeven en vond ik het mooi geweest. Maar ik moest toch een kamer vinden, want het op en neer reizen was echt niet te doen.”

Hoe is het om steeds een afwijzing te krijgen?

“Vreselijk. Ik weet nog goed dat ik bij dat dameshuis was. Ik was nog geen tien minuten weg of het appje met de welbekende tekst ‘We vonden het leuk dat je er was, maar we hebben voor iemand anders gekozen’ kwam binnen. Dat voelde zo niet oprecht. Sommige huizen lieten helemaal niets weten, waardoor ik een weekend in spanning zat voor niets.”

Hoe ging jij om met de mentale stress? Had je er in het dagelijks leven ook last van?

“Zeker, ik vond het zwaar. Ik was er 24/7 mee bezig en vond het een vervelende gedachte dat mensen die je een uur sprak, een mening over je zouden vormen terwijl ze mij eigenlijk niet eens kennen. Ik ben blij dat ik tijdens het hospiteren steun heb gekregen van mijn ouders en vrienden.”

SSH (Stichting Studenten Huisvesting) maakte onlangs bekend te stoppen met hospiteeravonden voor de kamers die ze aanbieden. Ze gaan werken met wachtlijsten. Wat vind je hiervan?

“Ja, dat snap ik wel. Aan de andere kant hebben huisgenoten via hospiteren invloed op wie er in het huis komt wonen. Via een wachtlijst heb je dat niet en wordt het gewoon bepaald wie er komt wonen. Ik zou dat ook niet prettig vinden.”

Inmiddels heb jij je kamer gevonden. Wat wil je meegeven aan studenten die hard op zoek zijn naar een studentenkamer?

“Gelukkig heb ik mijn plekje gevonden. Blijf jezelf, dat wil ik hen meegeven. Doe je niet anders voor, want vroeg of laat valt dat masker toch af. Ga bij een vereniging in je studentenstad, zo leer je anderen kennen en gaat het een stuk makkelijker. En anders, schrijf je in bij een kamerbemiddelingsbureau!”


Nieuw voorstel moet meer vrijheid geven aan jongeren uit het VK

De Europese Commissie kwam vorige week met een nieuw voorstel. In het kort gaat het over een mogelijke regeling tussen de EU en VK, waarbij jongeren tussen de 18 en 30 jaar vrij mogen verblijven in EU-lidstaten voor maximaal 4 jaar. Waar het nu lastig is voor jongeren om voor een langere periode in de EU te verblijven, is het dan wel mogelijk. Dit mag ongebonden aan een studie of werk. Het voorstel heeft als doel de mobiliteit van de jongeren te vergroten.

In dit voorstel wordt een grote groep alsnog buitengesloten van de eventuele nieuwe wetgeving, namelijk de mensen boven de 30 jaar. Terwijl in de verordening over het recht voor vrij verkeer van werknemers binnen de EU de kern anti-discriminatie is, zou menig 30-plusser uit het VK dit toch als leeftijdsdiscriminatie kunnen zien. Maar is dat terecht, is hier sprake van discriminatie op leeftijd?

Volgens Henri de Weale, hoogleraar Internationaal en Europees recht, is er hier geen sprake van: “Een betere term is beleidsdifferentiatie. Met een goede reden mag je onderscheid maken tussen verschillende groepen. Dat gebeurt nu ook al, denk bijvoorbeeld aan korting voor studenten.”

De wetgeving moet nog worden besproken en als er een wet komt, is dat met afgesproken regels. “De precieze rechten die ze krijgen moeten dan nog nader worden bepaald. Er is vrijheid om voor de groep andere regels te maken, die worden dan in overleg vastgelegd.”

In de EU wetgeving voor werknemers staat onder andere dat zij recht hebben op ‘gelijkheid van behandeling inzake de toetreding tot vakorganisaties’. Oftewel dat zij dezelfde rechten en behandeling krijgen als alle andere werknemers. Hieronder valt dus bijvoorbeeld stemrecht en de toegang tot bestuursfuncties. Over dit soort zaken zullen in de aangepaste regeling wetten staan. Het is aannemelijk dat, omdat iemand uit het VK er maar voor een bepaalde tijd is, er andere regels voor zullen gelden.

Geen musical maar een manier van uiting in de Joker: Folie à Deux

0

De nieuwe film Joker: Folie à Deux krijgt veel kritiek. Sommige bezoekers lopen zelfs de bioscoop uit en dat allemaal omdat het te veel musical zou zijn. Er is inderdaad veel zang, maar wel met een functie.

In de nieuwe film is Arthur Fleck, oftewel de Joker, te zien in de Arkham Asylum. In deze gevangenis zie je Arthur worstelen met zijn psychische problemen. Het personage heeft een constante strijd met zijn andere persoonlijkheid de Joker.

Tijdens de film is zang een element dat niet te missen is. Lee en Arthur, gespeeld door Lady Gaga en Joaquin Phoenix, uiten hun liefde door middel van zang. Ook is de innerlijke strijd van Arthur verbeeld in zang en dans, laat proudies weten op hun site. De zang en dans is een belangrijk aspect om de innerlijke worstelingen van Arthur weer te geven.

De regisseur Todd Phillips laat hierover het volgende weten in een interview met Variety: ”De meeste muziek in de film is gewoon dialoog. Het is gewoon Arthur die niet de woorden heeft om te zeggen wat hij denkt, dus zingt hij ze in de plaats daarvan.” De manier hoe zang is gebruikt in deze film is dus niet bedoeld als vermaak en musical, maar als een belangrijke functie. Phillips creëerde een nieuwe manier om te uiten dat de Joker zich niet gehoord voelde.

De zang komt vaak voor in de film maar is echt cruciaal voor de hoofdrol. Joker zou zijn innerlijke strijd minder kunnen weergeven als hij niet de stukjes zang en dans in de film had. Door deze fragmenten voel je dat hij zich niet gehoord en gezien voelt. Wanneer dat wel gebeurd, met Lee Quinzel, zie je de ware liefde. En de gedeelde passie voor muziek.

Recensie: The Menendez Brothers ★★★★☆

Na het succes van de serie Monster: The Lyle and Erik Menendez Story, heeft Netflix nu een nieuwe documentaire uitgebracht die belooft het ‘echte verhaal’ van de beruchte Menendez-broers te vertellen. De documentaire, geregisseerd door Alejandro Hartmann, neemt een meer feitelijke benadering en bevat voor het éérst in 30 jaar interviews van de broers zelf. Door uitgebreide audio-interviews, opgenomen vanuit hun gevangenissen, delen Lyle en Erik inmiddels 56 en 53 jaar hun kant van het verhaal. Dit is bijzonder aangezien de broers sinds hun veroordeling in 1996 niet meer openlijk hebben gesproken over de zaak.  De documentaire focust zich op de bekende moordzaak uit 1989, waarbij de broers hun ouders, Jose en Kitty Menendez, hebben vermoord in hun huis in Beverly Hills. Eerdere producties, zoals de serie Monsters, maakten gebruik van overdreven en speculatieve theorieën, waaronder bijvoorbeeld de suggestie van een seksuele relatie tussen de broers. Deze documentaire daarentegen kiest ervoor trouw te blijven aan de feiten. De documentaire laat de broers zelf uitgebreid aan het woord, waarbij ze hun verhaal over jarenlang misbruik door hun vader opnieuw naar voren brengen als motief voor de moorden. 

Hartmann slaagt erin om de feiten van de fictie te onderscheiden. Door het gebruik van de echte stemmen van de Menendez brothers komt het verhaal van de broers echt tot leven. De documentaire biedt een intiemer perspectief op de broers, die ondanks hun levenslange gevangenisstraffen nog steeds hoophouden dat hun zaak heropend zal worden. Zeker nu er nieuwe getuigenissen opduiken. Het is prettig dat de documentaire kort en beknopt is, waardoor de informatie toegankelijker wordt. Daarnaast maken ze goed gebruik van een tijdlijn om de gebeurtenissen duidelijk op een rijtje te zetten. Dit helpt kijkers om het verhaal makkelijker te volgen en om een chronologische volgorde van de zaak te onthouden. 

Kritische punt: 

Een kritisch punt over de documentaire van de Menendez-broers is de manier waarop hun verhaal en de redenen voor het doden van hun ouders worden gepresenteerd. Sommige kijkers kunnen de indruk krijgen dat de documentaire de broers te veel in een positief licht plaatst, waardoor hun daden lijken te worden gerechtvaardigd door hun moeilijke jeugd en de vermeende mishandeling door hun ouders. Deze manier van vertellen kan de belangrijke vragen over de daden van de broers en de gevolgen daarvan verdoezelen. Hierdoor is het mogelijk dat jij als kijker het gevoel kan ervaren van een onvolledig en verkeerd beeld van de situatie. Het is essentieel om niet alleen naar hun achtergrond en redenen te kijken, maar ook naar de impact van hun acties.

Grondleggers AI winnen Nobelprijs: geen spijt wel zorgen over eigen onderzoek

0

Ondanks dat Geoffrey Hinton de zelflerende machine heeft ontwikkeld, spreekt hij zijn zorgen uit over de kunstmatige intelligentie aan CNN: “Ik maak me zorgen dat het algemene gevolg hiervan kan zijn dat systemen die intelligenter zijn dan wij uiteindelijk de controle overnemen.” Als hij al bang is de controle te verliezen, waar moeten we ons dan op voorbereiden?

8 oktober wonnen Geoffrey Hinton en John Hopfield de Nobelprijs voor Natuurkunde. Het verband tussen natuurkunde en AI zit volgens Frank van Praat, expert van Kunstmatige Intelligentie, in de natuurkundige elementen die je ook in computertechnologie hebt. Geoffrey waarschuwt: “AI weet hoe te programmeren, zodat het manieren zal vinden om de beperkingen die we erop leggen te omzeilen. Het zal manieren vinden om mensen te manipuleren om te doen wat het wil.”

De gevaren

Frank vertelt dat de gevaren van AI liggen bijvoorbeeld bij het verspreiden van nepinformatie. Deze nepinformatie wordt steeds subtieler en verfijnder. “Denk aan CEO fraude, waarbij vaak stemvervorming wordt gebruikt. Op die manier kunnen medewerkers zo geld overmaken aan de verkeerde. Het misbruik van AI zal denk ik alleen maar meer worden.”

Naast dat Geoffrey zich alleen uitspreekt over zijn angst, verliet hij ook zijn rol bij Google en besloot hij aan de bel te trekken, dat liet hij weten aan CNN. Frank speculeert over zijn beweegreden: “Het zou kunnen dat hij vindt dat Google onvoldoende heeft ingezet op ethische verantwoording.”

Hulpmiddel

Frank benadrukt dat AI ons ook goede dingen heeft gebracht, zoals nieuwe hulpmiddelen in de zorg. “Daarnaast is ChatGPT een handig hulpmiddel.” In Europa hebben we sinds deze zomer nu ook een AI-wet, AI Act. De wet moet voor duidelijke regels zorgen rondom de kunstmatige intelligentie.

Het winnen van de Nobelprijs vindt Frank terecht: “Het is logisch dat zo’n ontwikkelde technologie wordt erkend. Met computertechnologie hebben ze het menselijke brein weten te simuleren. We gaan erachterkomen wat AI ons verder brengt.”

COLUMN: Wie is ‘de hardwerkende Nederlander’? 

0

Sinds de campagne voor de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen gaat het al over de ‘hardwerkende Nederlander’. Ook tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen kwamen de hardwerkende Nederlanders vaak aan bod. Vooral de VVD, maar ook coalitiepartijen NSC, BBB en PVV beweren op te komen voor die Nederlander. Maar wie is die hardwerkende Nederlander eigenlijk?

Politieke framing of realiteit?

De ‘hardwerkende Nederlander’ is al decennialang hét paradepaardje van de VVD. In 2011 legt voormalig premier Mark Rutte in Buitenhof uit wie dat dan is: “Het is de vuilnisman die ervoor zorgt dat u en mijn straat schoon blijft, het is de verpleegkundige die hard werkt, het is die meneer van hier aan de overkant van het café.” Op zich klare taal, maar het is en blijft “versleten retoriek”, zoals Ulko Jonker het noemt in het Financieele Dagblad afgelopen september.

Politici definiëren de ‘hardwerkende Nederlander’ vaak op een vage manier, zodat het zoveel mogelijk kiezers aanspreekt. “Heel veel mensen kunnen zich daarmee [de ‘hardwerkende Nederlander’] identificeren”, aldus hoogleraar Nederlandse taalkunde Wim van den Bussche. Daarnaast is het een framing-techniek die impliciet onderscheid maakt tussen groepen mensen, legt Van den Bussche uit. Door te spreken over ‘hardwerkende’ Nederlanders, zetten politici deze groep tegenover anderen die zogenaamd niet hard werken of minder bijdragen aan de samenleving. “Je hebt de hardwerkende Nederlander, maar dat impliceert eigenlijk ook dat er een hele hoop Nederlanders zijn – of toch een aantal Nederlanders – die niet hard werken”, licht Van den Bussche toe. 

Omdat politici de term ‘hardwerkende Nederlander’ meer gebruiken als een frame dan als duidelijke definitie, is het gissen wie daaronder valt. De term wordt in VVD-context vaak gebruikt om mensen aan te duiden die op een andere manier financieel wat bijdragen aan de maatschappij. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen benadrukt Yesilgöz dat zij de partij willen zijn voor de werkende middenklasse en het midden- en kleinbedrijf, die zij zien als ‘de ruggengraat van de samenleving’. Volgens BBB-leider Caroline van der Plas is de boer de definitie van de hardwerkende Nederlander. Bij de PVV ligt de nadruk dan weer meer op het woord ‘Nederlander’, dan op het woord ‘hardwerkend’, merkt Van den Bussche op.

De niet-hardwerkende Nederlander

Ondanks dat de term bewust verwarrend en onduidelijk is, wordt uit het regeerakkoord wel enigszins duidelijk wie er niét onder valt: “Dat zijn dus mensen die niet in actieve loondienst zijn. Dat zijn bijvoorbeeld mensen die in de uitkeringen zitten. Dat zijn mensen die niet actief bijdragen aan de welvaart stand”, aldus Van den Bussche. De klassieke VVD visie op de term ‘hardwerkend’. Maar is het niet wat simpel om zo naar het begrip ‘hardwerkend’ te kijken? Zijn mensen die vrijwilligerswerk doen of mantelzorgers dan niet hardwerkend? En wat te zeggen van mensen die door omstandigheden, zoals ziekte of een handicap, niet in staat zijn om betaald werk te verrichten?

De focus op betaald werk, zoals die terugkomt in de politiek, biedt een eenzijdig beeld van wie ‘hard werkt’. In werkelijkheid zijn er talloze vormen van arbeid die niet in loondienst of als ondernemer worden uitgevoerd, maar die minstens zo belangrijk zijn voor het welzijn van de samenleving. Denk aan vrijwilligers bij sportclubs, mensen die voedselbanken runnen, of de ouders die tijd besteden aan de opvoeding van hun kinderen. Dit soort werk blijkt vaak onder de radar, terwijl het essentieel is voor het goed functioneren van de maatschappij.

Tijd voor een nieuwe definitie 

Als de politiek werkelijk wil praten over de ‘hardwerkende Nederlander’, is het tijd om het begrip te verbreden. De mensen die bijdragen aan de samenleving, zonder daarvoor betaald te worden of financieel bij te dragen aan de welvaart stand, verdienen evenveel waardering en erkenning als de mensen die de ‘ruggengraat’ van de economie vormen. Het beeld van de ‘hardwerkende Nederlander’ is een politiek sprookje dat vooral dient om bepaalde groepen te vleien en andere buiten te sluiten. De ‘hardwerkende Nederlander’ is meer dan een economische kracht. Om in de klare taal van oud-premier Mark Rutte te spreken: Het is de buurvrouw die boodschappen doet voor de oudere man in de straat, de vrijwilliger bij de voedselbank en de ouder die thuis blijft om voor de kinderen te zorgen. 

Aanslagen 7 oktober herdacht

Een jaar na de inval van Hamas in Israël staan Israëli’s en Palestijnen lijnrecht tegenover elkaar op de Dam. Ze herdenken niet alleen het afgelopen jaar vol conflict, maar tonen ook de verdeeldheid en spanningen die nog steeds te voelen zijn.

Fastfood als magneet: hoe de verleiding rondom scholen Brabantse jongeren beïnvloedt

Artsen en gezondheidsorganisaties, waaronder het Jeroen Bosch Ziekenhuis, maken zich zorgen over de gemakkelijke toegang van kinderen tot ongezond voedsel, met name door fastfoodverkooppunten rondom scholen. “Het is toegankelijk, betaalbaar, en precies daar wanneer jongeren trek hebben na een lange schooldag,” aldus voedingsdeskundige Annick Adriaansz.

Studenten van bijvoorbeeld Hogeschool Avans in Den Bosch lopen op de weg naar het station langs Friethuys Kwibus en broodjeszaak Subway, en als ze aankomen op het station vinden ze Smullers, Burger King en The Döner Company. “Jongeren komen erlangs, zien het, hebben zin in eten en dan wordt het fastfood ten opzichte van een gezonder alternatief. Je kunt het vergelijken met als je bij de kassa staat bij de supermarkt. Daar liggen niet de appels en de bananen, maar daar liggen een Mars en een Snickers”, legt omgevingspsycholoog Joren van Dijk uit.

Kiezen voor gemak, niet voor gezondheid

Dat jongeren deze keuzes maken is volgens voedingsdeskundige Adriaansz niet zo gek. “Ze zijn eigenlijk net als de gemiddelde mens: ze willen lekker, makkelijk en snel eten, en het liefst niet te duur. Voeg daar een flinke dosis reclame en groepsdruk aan toe en je hebt de perfecte mix voor het maken van voedingskeuzes.” Daar zien artsen dagelijks de gevolgen van. “In de meest extreme gevallen zien zij bijvoorbeeld tieners die 140 kilo wegen, die volledig aan bed gekluisterd zijn en geen toekomst meer voor zichzelf zien,” aldus de gezondheidsorganisaties in hun brandbrief aan het kabinet.

Daarnaast is er wel een verschil tussen de jeugd en volwassenen in het afwegen van voedingskeuzes. “Jongeren zijn zich vaak nog niet zo bewust zijn van de langetermijngevolgen en grijpen eerder naar dat makkelijke, aantrekkelijke fastfood,” meldt Adriaansz.

‘Scholen hebben sleutelpositie’

“Fastfood in de buurt van scholen is als een magneet,” stelt Adriaansz. “Het is toegankelijk, betaalbaar, en precies daar wanneer jongeren trek hebben na een lange schooldag. Die ketens zitten daar niet voor niets, ze weten dat jongeren op die plekken vaak onderweg zijn en behoefte hebben aan een snelle hap. Dat maakt de verleiding groter om voor die hamburger of milkshake te gaan, in plaats van iets gezonds.”

Volgens Adriaansz moeten scholen het goede voorbeeld geven. “Zij hebben hier een sleutelpositie. Het begint natuurlijk met een gezond aanbod van voeding, dat er betaalbare, gezonde en lekkere keuzes zijn.” Scholen kunnen zich buiten hun eigen faciliteiten ook inzetten om hun studenten beter in te lichten. “Denk aan kookworkshops of leuke projecten over voeding. Zo krijgen jongeren niet alleen de kennis, maar ook de ervaring om gezonde keuzes te maken.”

Een ongezonde levensstijl

Het frequent consumeren van fastfood kan nadelige langdurige effecten hebben. Jongeren die vaak fastfood eten, belanden snel in een patroon van suikerrijke, vette en zoute hapjes die weinig voedingsstoffen bevatten, volgens Adriaansz. “Ze nemen de ‘snelle calorieën route’ zonder de vitaminen en mineralen die je lichaam echt nodig heeft. Ze missen vaak vezels, en dat kan zorgen voor een sloom gevoel en minder energie op de lange termijn.” Jongeren die minder vaak fastfood eten en een gevarieerder en voedzamer dieet hebben, worden daar wel degelijk voor beloond. “Zij kunnen zich beter kunnen concentreren en ervaren minder energiedips. Dat is het effect van maaltijden die écht voeden, in plaats van alleen te vullen.”