Home Blog Pagina 3

Eftelingfans over aanstaande heropening van geliefde achtbaan: ‘Ik hoop wel dat ze bepaalde dingen smoother en beter hebben gemaakt’

De Vliegende Hollander in de Efteling gaat na maanden aan onderhoud aankomend weekend eindelijk weer open. Dit keer met een extra scene en een grotere uitgang met souvenirwinkel. Inmiddels is het themagebied al uit de stijgers. De liefhebbers van het pretpark kijken ernaar uit, de achtbaan is immers een attractie die veel onderhoud vereist.

De Vliegende Hollander, een darkride en achtbaan in één, volgt het verhaal van VOC kapitein Willem van der Decken. Hij vaart met Pasen uit met zijn schip, waarna hij vervloekt wordt eeuwig de zeeën te bevaren. Sinds 2007 is deze attractie al open voor bezoekers, maar is regelmatig toe aan een onderhoudsbeurt.

‘Ik hoop dat ze die lift nu wel goed hebben gekregen, zodat ze minder storing hebben,’ vertelt Lisa (18). Ze is al jaren liefhebber van het park en heeft sinds dit jaar een abonnement. De Vliegende Hollander heeft al sinds de opening in regelmatig last van technische problemen, waaronder problemen met de lift die de bezoeker naar het hoogste punt brengt. ‘Voor de rest ben ik benieuwd of de nieuwe souvenirs een beetje betaalbaar zijn.’

Ook Lucas uit Nijmegen klinkt enthousiast. Hij heeft al ruim zes jaar een abonnement en komt vrijwel elke maand in de Efteling. ‘Ik verheug me daar wel op, want het blijft een van mijn favoriete attracties.’ Ook hij refereert naar de vele technische problemen die voorkomen. ‘Ik hoop wel dat ze bepaalde dingen smoother en beter hebben gemaakt.’

‘Ik ben wel erg enthousiast dat er nog steeds veranderingen in attracties zoals de Hollander gebeuren,’ zegt Damian (21), die sinds begin dit jaar en abonnement heeft. Sinds vorig jaar worden er nieuwe elementen en scenes toegevoegd aan de attractie. Zo komt er in de toren van het gebouw een nieuwe scène. Hier neemt de bezoeker een kijkje in het vervloekte schip. ‘Het toont dat de Efteling graag moeite in het park steekt.’ Verder vertelt hij dat hij de ervaring die de veranderingen met zich meebrengen erg kan waarderen. ‘Ik ga dan met de vriendin die mij overtuigd heeft een abonnement te nemen. Zij kan dan alle details aanwijzen die nieuw zijn.’

De Vliegende Hollander en het gebied eromheen waren een hele tijd gesloten. Zo heeft de eetgelegenheid naast de achtbaan, De Kombuys, ook een opknapbeurt gekregen. Vorige week is dan eindelijk het pad dat langs de attractie loopt weer vrijgegeven. Sinds kort is het hele gebied weer open en is de nieuwe uitgang ook zichtbaar. Zo staat er een overkapping met daarnaast twee borstbeelden in houten kisten. De rest van het gebouw heeft duidelijk een opknapbeurt gehad. Het hout in het dak blinkt bijna in de zon.

De nieuwe uitgang van de attractie, nu met meer decoratie als tonnen en borstbeelden in houten kisten.
De nieuwe uitgang van de Vliegende Hollander, nu met afdak en daarnaast veel decoratie (eigen foto)

De Vliegende Hollander zelf is aankomende zaterdag, de dag voor Pasen, weer te bezoeken.  

Held van Zwolle op het witte doek: filmvertoning ‘One Man Army’ in Fraterhuis

Op de avond dat het precies tachtig jaar geleden was dat Zwolle werd bevrijd, ging in bioscoop Het Fraterhuis een bijzondere documentaire in Nederlandse première: One Man Army, over het heldhaftige optreden van de Canadese soldaat Léo Major. De korte film, geregisseerd door de Canadese filmmaker Jeremy Pollock, vertelt hoe Major op 13 april 1945 — midden in de nacht en met slechts één oog — vrijwel in zijn eentje de Duitse bezetter uit Zwolle wist te verdrijven. De première markeerde een bijzonder moment: het verhaal van de bevrijder werd precies op de dag van zijn heldendaad opnieuw tot leven gewekt, dit keer op het witte doek.

De documentaire is een indrukwekkende mix van interviews, nagespeelde scènes en historisch beeldmateriaal, opgenomen in zowel Zwolle als het Canadese Calgary. “De film is gesproken in het Engels, Frans én Nederlands,” vertelde een medewerker van het Fraterhuis trots voorafgaand aan de voorstelling. “Een verhaal dat letterlijk en figuurlijk grenzen overstijgt.”

Onder de geïnterviewden bevinden zich familieleden van Léo Major, oorlogshistoricus Joël Stoppels, oud-burgemeester Henk Jan Meijer en verschillende inwoners van Zwolle. Het publiek keek twintig minuten lang ademloos toe. De historische beelden — met zwaailichten, schoten in de verte en gespannen blikken — gaven het verhaal extra lading.

Na afloop bleef de zaal nog even stil. Er werd geapplaudisseerd, zachtjes nagepraat, en bij sommigen rolden tranen over de wangen. Buiten, op de stoep voor het Fraterhuis, sprak ik met Jeremy Pollock. Hij stak zijn enthousiasme niet onder stoelen of banken.

Waarom ben je met de film begonnen?
“Ik hoorde van het verhaal van Leo toen ik op YouTube een video keek over onbekende helden. In de reacties las ik over Léo Major, die in de video niet werd genoemd. Ik zocht zijn verhaal op en kreeg kippenvel. In Canada worden oorlogshelden nauwelijks geëerd. Dat vond ik vreemd. Dit verhaal móést verteld worden.”

Wat gaat er nu met de film gebeuren?
“Ik hoop dat de film op filmfestivals vertoond kan worden. En ik wil hem via Amazon verspreiden — uiteraard met Nederlandse ondertiteling. Met meer budget wil ik uiteindelijk een langere film maken. Eentje die echt in de bioscoop kan draaien.”

Wat hoop je dat mensen meenemen na het zien van de film?
“Dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. En dat één man écht een verschil kan maken. Leo’s verhaal is inspirerend — voor Canadezen, voor Nederlanders, voor iedereen.”

De film voelt als een eerbetoon — aan Léo Major, maar ook aan Zwolle zelf. De stad die hij bevrijdde zonder onnodig bloedvergieten, puur door lef, bluf en militair inzicht. Een verhaal dat tachtig jaar later eindelijk een podium krijgt in Nederland, precies op de plek en datum waar het ooit begon.

Grootste platenbeurs ter wereld besteedt aandacht aan gabbermuziek tijdens jubileumeditie

De Brabanthallen in Den Bosch stonden er afgelopen weekend vol mee: bakken en bananendozen gevuld met lp’s en cd’s. Hier vond namelijk de zestigste editie van de Mega Record & CD Fair plaats. Al sinds 1993 verzorgt organisatie Recordplanet deze beurs, die nu is uitgegroeid tot de grootste platenbeurs ter wereld. Nu is er voor het eerst ook speciaal aandacht besteed aan de gabbermuziek.

Wie de plattegrond bekeek, heeft het misschien wel gezien: gabber staat aangegeven als aparte categorie met eigen kraampjes. Stephan van Zal, die sinds 2019 deze tweejaarlijkse beurs organiseert, vertelt waarom. ‘We kregen steeds vaker te horen ‘’is er ook gabber of hardcore?’’,’ legt hij uit. ‘Verder is het op vinyl lastig te krijgen’. Zo is het lastig om op een gemiddelde platenbeurs of in een platenzaak een lp te vinden van bijvoorbeeld DJ Paul Elstak, Critical Mass, of Party Animals.

Gabbermuziek kwam op in de jaren negentig. Dit was dus na de overgang van vinyl op cd’s, wat uiteindelijk grotendeels oversloeg op streaming. Dit muziekgenre leidde tot een eigen subcultuur, vaak herkend aan de trainingspakken, kale hoofden, en hakken op feestjes.  

De organisatie besloot er werk van te maken. ‘Wij namen contact op met DJ Promo, een vriend van ons,’ zegt Van Zal. DJ Promo, ofwel Sebastiaan Hoff, is sinds de jaren negentig een begrip in de wereld van hardcore en gabber. ‘Met zijn netwerk hebben wij dit kunnen doen.’ Op deze manier hebben ze de standhouders bij elkaar kunnen brengen. Ook staat de dj zelf even op beurs om platen te signeren.

De reeks gabberkramen wordt dan ook druk bezocht. Bezoekers lopen rond met tote bags, rolkoffers, en zelfs trolleys vol met bakken en kratten. Deze zitten aan het eind van de dag propvol met lp’s en cd’s.

Het is volgens Van Zal de moeite waard. ‘Het gaat niet alleen om het kopen,’ legt hij uit. Bezoekers en verkopers komen naar de beurs vanuit alle hoeken van de wereld. Zo staan er kramen uit Duitsland, Zweden, Brazilië, en Japan in dezelfde ruimte. ‘Allemaal hebben ze één ding gemeen en dat is de liefde voor muziek.’ Vanaf nu dus ook gabbermuziek in het bijzonder.


Tachtig Jaar Vrijheid: De Nacht van Leo Major in Zwolle

ZWOLLE – Door een bijna stille stad, met bloemen en fakkels in de hand, liepen gisteravond meer dan honderd jongeren en ouderen richting het oorlogsmonument in het Ter Pelkwijkpark. De tocht vormde de afsluiting van De Nacht van Leo Major, een indrukwekkend herdenkingsprogramma dat precies 80 jaar na de bevrijding van Zwolle plaatsvond.

Op 14 april 1945 trok de 23-jarige Canadese soldaat Leo Major in zijn eentje het door Duitsland bezette Zwolle binnen. Zijn gewaagde actie leidde tot de bevrijding van de stad zonder grootschalige gevechten. Gisteravond werd zijn verhaal herdacht én opnieuw verteld in het Academiehuis Grote Kerk, in hartje Zwolle. De bijzondere herdenking trok een volle kerk en ook internationale gasten.

De avond begon met het hijsen van de Zwolse en Canadese vlag, begeleid door het Zwolse Vuurvogel Orkest. De Zwolse singer-songwriter MICHA, bekend van het tv-programma The Headliner, bracht drie akoestische nummers. Tussen de optredens door vertelde journalist en presentator Nynke de Jong het verhaal van de bevrijding, aangevuld door twee jongeren die via dagboekfragmenten en ooggetuigenverslagen een persoonlijke stem gaven aan het verleden.

Ook was er een bijdrage van de dochter van schrijver Jan Terlouw, die vertelde over diens jeugd tijdens de oorlog en hoe die ervaringen hun weg vonden in het bekende boek Oorlogswinter. Terlouw kon vanwege ziekte zelf niet aanwezig zijn.

“We wilden geen standaard herdenking, maar iets dat raakt, inspireert en verbindt,” zegt organisator Tijmen Dokter na afloop. “Dat iemand van 23 zo’n lef had, raakt jongeren ook vandaag nog.”

Voor veel aanwezigen was het meest indrukwekkende moment de toespraak van Geoff Osborne, speciaal overgekomen uit Toronto. Osborne is de kleinzoon van een Canadese geallieerde bevelhebber. “Mijn grootvader stuurde Leo Major en zijn eenheid aan,” vertelde hij zichtbaar geëmotioneerd. “Hier staan, in de stad die hij hielp bevrijden, is ongelooflijk. Ik voelde hem naast me.”

Volgens Osborne is het van groot belang dat deze verhalen blijven leven. “Het is geen heldenverhaal,” zei hij. “Gewoon jonge mannen die deden wat nodig was. Vrijheid is niet vanzelfsprekend – dat besef moet levend blijven, juist nu.”

De avond eindigde met een fakkeltocht naar het monument in het park. Een stille, gezamenlijke wandeling door de stad – precies tachtig jaar nadat Leo Major daar liep, maar dan met bloemen in plaats van wapens.

Osborne glimlachte toen hij afscheid nam: “Oh, en ik vergeet bijna iets te zeggen: PEC Zwolle heeft er vanavond een nieuwe Canadese fan bij.”

Steeds meer aandacht voor PFAS in medicatie, maar is dit terecht?

Longfonds meldt: Steeds meer jongeren met astma gebruiken dagelijks een pufje om hun ademhaling onder controle te houden. Maar er is de laatste tijd aandacht voor een probleem waar mensen nog niets van wisten: sommige pufjes bevatten PFAS. NOS vermeldde dit in hun artikel: ”Een patiënt werd gewoon boos dat hij hier niets van afwist.” PFAS zijn chemische stoffen die schadelijk kunnen zijn voor het milieu én misschien ook voor je gezondheid. Wat betekent dit precies voor jongeren die deze medicijnen gebruiken?

Jacob de Boer hoogleraar milieuchemie en toxicologie vertelt: ”Het gaat om de kleinste PFAS, TFA, dat staat voor trifluorzijnzuur. Die lijkt wat minder giftig dan de andere PFAS stoffen maar ook die wil je toch niet in je lijf hebben.” PFAS zijn erg handig voor dat doel, omdat ze stabiel zijn en niet snel afbreken. Maar dat is ook precies het probleem: PFAS blijven héél lang in je lichaam én in het milieu. Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) legt uit dat PFAS moeilijk afbreken en op lange termijn schadelijk kunnen zijn. Toch zijn ze nu nog vaak nodig om de inhalator goed te laten werken. PFAS zitten in sommige puffers omdat ze helpen het medicijn goed te verspreiden. Ze zorgen ervoor dat het medicijn niet blijft plakken en dat je de juiste hoeveelheid binnenkrijgt. 

Frans de Jongh, longfysioloog meldt: ”De laatste 15 jaar wordt er wel degelijk rekening mee gehouden dat een kind/jongere niet gelijk is aan een volwassene. Daarom moet je goed letten op de dosis en of je die moet aanpassen of op een ander middel moet overstappen.’’

Zijn PFAS dan ook gevaarlijk voor jongeren?

RIVM meldt op hun site: de blootstelling via een pufje is niet direct gevaarlijk. Maar het gaat vooral om het langdurige gebruik. Hoe langer en vaker je een pufje gebruikt dat PFAS bevat, hoe groter de kans dat het zich ophoopt in je lichaam. Het ophopen van PFAS in het lichaam is schadelijk omdat deze stoffen zeer langzaam worden afgebroken en zich kunnen ophopen in het bloed en organen.

Frans de Jongh meldt: ”Hoe lang je hoeveel PFAS moet hebben geinhaleerd voordat je er schade van oploopt is nog nooit aangetoond. Dat is een probleem van veel stoffen. Ik zou me veel meer zorgen maken over: roken,vapen,drugs,drank en obesitas bij jongeren.” RIVM meldt in artikel: De stoffen zijn wel bewezen slecht voor de natuur, ze kunnen gezondheidsproblemen opleveren voor dieren.

Het Longfonds Meldt: dat jongeren zich geen zorgen hoeven te maken als ze hun medicatie nodig hebben, maar dat het wél goed is om het met de huisarts of longarts te bespreken. Misschien kun je overstappen op een PFAS-vrije variant.

Zijn er ook PFAS-vrije pufjes beschikbaar?

”Er zijn opties zonder PFAS zoals Sommige poederinhalatoren bijvoorbeeld de Diskus of Turbuhaler – bevatten geen PFAS, omdat ze geen drijfgas gebruiken. maar dan moet je wel diep kunnen inhaleren en dat kunnen bijvoorbeeld ouderen en kinderen niet zo goed”, aldus Jacob de Boer.

”DPI’s hebben geen drijfgas en als de patiënt krachtig genoeg kan inademen worden deze zeker in Nederland voorgeschreven. Wij lopen daarmee in de wereld voorop. Professor van Boven werkt in UMCG en werd geïnterviewd door NOS. Het UMCG doet al decennialang onderzoek naar optimalisatie van droogpoederinhalator. En de nieuwere drijfgassen zijn veel milieuvriendelijker maar hoeveel PFAS er in zit is niet openbaar, de exacte samenstelling is nog niet bekendgemaakt door de farmaceut”, aldus Frans de Jongh.

Wordt er in de zorg genoeg rekening gehouden met jongeren?

Gelukkig komt er steeds meer aandacht voor jongeren in dit verhaal. Organisaties zoals het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) en het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) moedigen fabrikanten aan om nieuwe, PFAS-vrije pufjes te maken. Artsen en apothekers proberen ook actief mee te denken over het gebruik van PFAS-vrije opties, aldus NOS.

”Een van de uitdagingen is dat jongeren niet openlijk te boek willen staan bij hun vrienden als patiënt die pufjes moet gebruiken voor hun astma en daarom het vaak niet innemen. Daarom wordt er bij het ontwikkelen van nieuwe medicatie gekeken naar: welk soort medicatie gaat mijn patiënt ook echt gebruiken.”, aldus Frans de Jongh.

Omroepmedewerkers protesteren tegen bezuinigingen

Afgelopen donderdag stonden honderden omroepmedewerkers op het mediapark in Hilversum tegen de bezuinigingen van publieke omroepen te protesteren.

Waarom overstappen van zorgverzekering je geld oplevert

0

Uit recent onderzoek blijkt dat slechts 10% van alle Nederlanders is overgestapt van zorgverzekeraar tijdens het overstapseizoen 2024-2025. Onder jongeren tussen de 18 en 30 jaar ligt dat percentage nóg lager. De reden? Veel jongeren denken dat overstappen gedoe is of “toch geen verschil maakt.” Spoiler: dat maakt het juist extra duur.

Onnodig oververzekerd, geld door het putje

Zorgverzekeraars bieden allerlei ‘aanvullende pakketten’, vaak standaard ingesteld bij het afsluiten. Maar hoeveel jongeren maken écht gebruik van 12 fysiobehandelingen per jaar of uitgebreide tandartsdekking? Meestal betaal je premie voor zorg die je niet gebruikt. Bijvoorbeeld, een tandartscontrole kost ongeveer €30 per keer. Als je alleen twee keer per jaar naar de tandarts gaat, ben je €60 per jaar kwijt. De goedkoopste aanvullende tandartsverzekering kost echter al snel rond de €100 per jaar. Je kunt dan dus beter de tandartsrekeningen zelf betalen.

Hoeveel kun je besparen?

Stel: je betaalt met een aanvullend pakket ongeveer €150 per maand. Door bewust over te stappen en je verzekering aan te passen, kun je dit vaak verlagen naar zo’n €110 tot €120 per maand. Dat levert je jaarlijks tussen de €360 en €480 op. Dat is genoeg voor twee paar AirPods of zelfs een retourtje Bali!

Overstappen na 1 januari kan nog!

Wist je dat je ook na 1 januari nog kunt overstappen? Je hebt tot en met 31 januari om een nieuwe verzekering te kiezen en bij sommige verzekeraars zelfs tot 1 februari. Dat geeft je extra tijd om een slimme keuze te maken.

Waarom jongeren níét overstappen

Veel jongeren zien op tegen het overstappen omdat ze denken dat het veel moeite kost, terwijl het in werkelijkheid vaak binnen tien minuten geregeld kan zijn. Daarnaast geven jongeren aan dat ze het ingewikkeld vinden. Dit terwijl er volop hulpmiddelen beschikbaar zijn zoals duidelijke keuzewijzers, eenvoudige gidsen en zelfs TikTok-video’s die het proces stap voor stap uitleggen. Ook vertrouwen veel jongeren op hun zorgtoeslag, zonder te beseffen dat deze toeslag vaak lang niet alle kosten dekt. Gemiddeld betaal je alsnog €80 tot €100 per maand zelf.

Flexwerkers opgelet

Met de groeiende trend van flexwerk heb je misschien wisselende inkomsten en werkuren. Juist dan is het slim om kritisch te kijken naar je verzekering. Ben je freelancer, heb je tijdelijk werk of wissel je vaak van baan? Dan heb je misschien minder zekerheid. Pas je aanvullende verzekering daarop aan: vermijd dure pakketten als je ze waarschijnlijk niet gebruikt.

Slim besparen: verhoog je eigen risico

Voor je basisverzekering geldt standaard een eigen risico van €385 per jaar. Door dit eigen risico vrijwillig te verhogen naar maximaal €885 krijg je korting op je premie. Let wel op, zorg ervoor dat je het bedrag ook écht kunt betalen mocht er iets gebeuren.

Dus stop met geld onnodig weggooien en gebruik die besparing voor wat echt telt.

Zijn Brabantse studenten bereid om te vechten voor een oorlog in Nederland?

Uit een groep van 30 Brabantse studenten wil meer dan de helft een bijdrage leveren aan de oorlog op een andere manier dan fysiek vechten. Een andere 23,3 procent zou wel op de frontlinies willen staan en de andere 23,3 procent zou er helemaal niks te maken mee willen hebben

‘Ik wil een bijdrage leveren aan de oorlog op een andere manier’

Het meest voorkomende antwoord uit de vragenlijst is dus een bijdrage leveren aan de oorlog op andere manieren zoals:

  • Productie wapens
  • Communicatie
  • Koken
  • Verpleegkundige
  • Journalist
  • Psychologische hulp

Binnen deze lijst is het meest voorkomende antwoord de oorlog steunen als verpleegkundige; vijf mensen kozen hiervoor. Vier van deze studenten zijn van het vrouwelijke geslacht. Daarnaast kozen vier andere vrouwen voor koken. Twee personen kozen voor het werken binnen de communicatie en een iemand zou bij de productie van wapens willen werken. Twee andere studenten gaven aan te willen werken als journalist en nog eens twee als psycholoog/buddy.

‘Ik denk dat ze aan mij niks zouden hebben’ , is het meest voorkomende antwoord op de vraag waarom zij niet zouden willen vechten. Een aantal studenten geven ook aan bang te zijn om te vechten omdat zij niet op mensen willen schieten en zelf ook geen risico willen lopen.

‘Ik wil niet vechten en ook geen ander bijdrage leveren’

23,3 procent geeft aan helemaal geen bijdrage te willen leveren. Één van deze studenten gaf aan dat ze naar een ander land zou verhuizen en twee zeiden ‘ik hou niet van oorlog’. Volgens de rest was het een kwestie van de oorlog realistisch bekijken en toegeven dat ze in die situatie waarschijnlijk te bang zouden zijn en zich daarom af te willen sluiten van alles gerelateerd de oorlog.

‘Als er oorlog komt in Nederland zou ik wél willen vechten’

Een andere 23,3 procent is dus wel bereid om fysiek te vechten. Alle studenten die voor dit antwoord hebben gekozen zijn van het mannelijke geslacht. Bijna al deze mannen hebben al eerder een ambitie gehad om te werken bij defensie of hebben dit nog steeds. Deze studenten doen bijvoorbeeld een ICT studie of hebben ambities om piloot of soldaat te worden. Ze geven echter wel aan alleen te willen vechten in/voor Nederland

Dit is een vervolgartikel van; Hoe dichtbij is de oorlog in Nederland? En Oorlogseconomie en gebroken beloftes: waarom de oorlog tussen Rusland en Oekraïne niet zal stoppen

Komt er nog een Lelylijn? ‘De politiek moet de sprong durven te nemen, net als Lely’ 

0

Emmeloord – Het wachten op de Lelylijn duurt voort. De spoorlijn, die het noorden van Nederland beter moet verbinden met de randstad, kent veel enthousiaste aanhangers, maar de financiële horde blijkt groter dan verwacht. Het kabinet heeft drie miljard euro opzijgezet, maar volgens de nieuwste schattingen kost het project bijna 14 miljard euro. De politiek moet dus ruim 10 miljard bijleggen om de spoorverbinding te maken.

Op een weiland langs de A6 in Emmeloord ontmoeten we Johan Goos, bestuurslid van de Initiatiefgroep Lelylijn. Vol enthousiasme wijst hij naar de locatie waar de lijn zou moeten komen. “Hier dus,” zegt hij. “Of eigenlijk moet hij er allang liggen.” 

De aanleg van de Lelylijn is al jaren een veelbesproken onderwerp in het noorden van Nederland. Dorpen zoals Drachten en Emmeloord zien een groot deel van hun inwoners vertrekken naar de Randstad, meestal voor werk. Johan, zelf woonachtig in Emmeloord, merkt hoe dat zijn regio onder druk zet: “We krijgen geen nieuwe instroom van jongeren. Als mensen hier niet willen wonen, verdwijnen ook theaters, bioscopen en evenementen. Sportverenigingen moeten al samen gaan werken om volledige elftallen te maken.” 

Die 14 miljard euro aan kosten lijken voor velen een obstakel, maar Johan ziet dat anders. “Het gaat hier om lef. Kijk naar deze polder: dit was ooit water, en nu… kijk wat er is ontstaan. Hetzelfde geldt voor de Lelylijn. Iedereen wil hem graag, maar zodra er geld op tafel moet komen, haken ze af. Je moet durven investeren in de toekomst.” 

Om het financiële gat te vullen, werkt de Stichting Lelylijn hard aan het vinden van particuliere investeerders. “We zijn in gesprek met externe partijen en hopen dat zij de sprong durven wagen. Wat zou het mooi zijn als we over tien jaar hier kunnen zeggen: stap maar in op station Emmeloord.” 

Vooruitgang in legalisatie veraarden: ‘Gezondheidsraad kijkt opnieuw naar nieuwe begraafmethode’  

0

 
Veraarden 

Volgens de wet mag iedereen in Nederland zelf bepalen wat er met je lichaam gebeurt als je komt te overlijden. In de wet staan drie verschillende opties beschreven: Begraven, cremeren en het lichaam beschikbaar stellen voor de wetenschap. Volgens belangenorganisaties moet daar een 4e optie bijkomen: humaan composteren, oftewel veraarden.  
 
Bij veraarden wordt het dode lichaam in een grote cabine gelegd boven de grond. Het lichaam wordt ingestopt met houtsnippers, hooi en dergelijke makkelijk afbreekbare materialen. Na ongeveer 40 dagen is het lichaam dan afgebroken door bacteriën en houd je compost over. 
 
 
Illegaal in Nederland 
 
In Nederland is veraarden nog niet toegestaan. De drie huidige manieren waar men nu uit kan kiezen staan in de wet vastgelegd en veraarden dus nog niet. Maar daar komt misschien verandering in. Er is opnieuw een brief gestuurd aan de gezondheidsraad om advies voor het legaliseren van veraarden. De gezondheidsraad zal dan beoordelen of verantwoord is andere vormen dan begraven of cremeren toe te staan.  
 
In 2020 stelde de Gezondheidsraad voorwaarden voor het ‘humaan composteren’. Die voorwaarden draaiden vooral om: waardigheid, duurzaamheid en veiligheid. Een onderdeel van de waardigheid is dat er naast de botten geen lichaamsresten overblijven.  
 
Het veraarden leek echter wel aan al deze eisen te voldoen: “Naar het oordeel van de commissie voldoet veraarden in principe aan de gestelde voorwaarden […] toch concludeert de commissie dat vooralsnog onvoldoende informatie beschikbaar is om humaan composteren te beoordelen.”  
 

Compost 
 
Na het proces van ongeveer 40 dagen composteren houd je een bak met aarde en botten over. Wat er met deze aarde zou mogen gebeuren in Nederland is nog niet bekend. In Amerika wordt de nieuwe methode al wel toegepast. Daar kunnen nabestaanden de grond mee naar huis nemen. Sommige mensen planten dan een boom met de grond zodat iemand zo herdacht kan worden. In Nederland zijn er al plannen om eventueel herinneringstuinen aan te leggen. Daar kunnen nabestaanden dan de grond brengen en de overledene herdenken.  

En nu? 

De Gezondheidsraad komt uiterlijk in september met een nieuw advies. Bij een positief advies kan een wetswijziging worden voorgesteld. Als het voorstel wordt goedgekeurd, kan het proces van veraarden vanaf 2026 op zijn vroegst van start gaan.