Home Blog Pagina 2

VIDEO| Klimaatexamen in Tilburg: meedoen belangrijker dan slagen

Vandaag werd bij Mindlabs in Tilburg het Klimaatexamen afgenomen, onderdeel van een landelijke actie op 123 locaties. Het doel: Nederlanders bewust maken van de feiten over klimaatverandering en vooral van de oplossingen. Meedoen is belangrijker dan presteren: slagen of zakken is niet aan de orde.

Onze verslaggever Rutger nam deel aan het examen en merkte dat de vragen niet altijd eenvoudig waren. “Het was toch lastiger dan ik dacht. Vooral omdat het veel was en de tijd krap”, vertelt hij na afloop. In een uur tijd kregen deelnemers 35 vragen, met veel leesstof en soms lastige opgaven. Die ervaring werd door meerdere deelnemers gedeeld.

Het examen eindigde met een opvallende opdracht: schrijf een brief aan een dierbare over hoe je denkt dat de wereld er over tien jaar uitziet. Daarmee is het Klimaatexamen geen klassieke kennistoets, maar eerder een manier om mensen aan het denken te zetten.

De opkomst in Mindlabs had wat hoger gemogen, al krijgen geïnteresseerden morgen opnieuw de kans om deel te nemen, dan in het stadhuis van Tilburg. Of er dan meer deelnemers zijn, blijft afwachten.

Het Klimaatexamen is een initiatief van Darel Education en wordt ondersteund door verschillende provincies, universiteiten en het KNMI.

Eersteklas deels verleden tijd: Ruim 3500 extra zitplaatsen in Sprinter

De Nederlandse Spoorwegen wil voor de zomer van 2026, 3580 extra tweede klas plekken plaatsen in een deel van hun sprinters. Dit zal in 190 treinen gebeuren. Een NS-woordvoerder meldt: “In de meeste sprinters bevindt zich een eerste klascoupé aan het begin en einde van de trein. Daarvan wordt er nu een omgebouwd naar tweede klas.”

De NS gaat de komende maanden 190 sprinters aanpassen. In veel van deze treinen zit aan de voor- en achterkant een eersteklascoupé. Eén van die twee eersteklasdelen wordt nu omgebouwd naar tweede klas. Dit doet NS omdat de eerste klas in dit type trein vaak bijna leeg is, zelfs in de spits. In de tweede klas is het dan juist erg druk en moeten reizigers soms staan.

De aanpassingen

De aanpassingen zijn eenvoudig: de rode stoelen van de eerste klas worden vervangen door blauwe hulzen, die horen bij de tweede klas. Ook worden de stickers aan de binnen- en buitenkant aangepast en verdwijnt de glazen deur. De trein gaat na de ochtendspits naar een rangeerstation en is meestal vóór de avondspits weer klaar voor gebruik.

Niet alle Sprinters worden verbouwd volgens de NS: “In sommige Sprinters zitten we ons betreft al op het minimum eersteklasstoelen. Bij het type sprinter ‘SLT6’ hebben we bijvoorbeeld in 2016 al het aantal eersteklasstoelen verminderd.”

Veranderd reisgedrag

De reden van de verbouwing heeft te maken met het veranderde reisgedrag. “Na corona wordt er, met name in de sprinters, minder gebruik gemaakt van de eersteklas. Dat komt door het thuiswerken”, aldus NS. Het doel is dan ook niet om de drukte in de spits op te lossen. “Tijdens de spits worden bijna alle zitplaatsen in de sprinter gebruikt. We hopen dat de indeling van de treinen en de verhouding tussen de eerste- en tweedeklas beter aansluiten op het reisgedrag.” Ook hoopt de NS dat het ervoor gaat zorgen dat “minder mensen hoeven te staan.”

De reden dat alleen de sprinters worden aangepast is omdat de eerste klas van de Intercity wel intensief wordt gebruikt. Dit komt omdat de reizen van een intercity langer duren en “mensen meer bereid zijn te betalen voor comfort.” De NS heeft nog geen plannen om dit initiatief ook in de Intercity’s te gaan beginnen.

Tulp Hoofdklasse-finale gestart: fel bij de mannen, voorzichtig bij de vrouwen

0

De finales van de Tulp Hoofdklasse hockey zijn begonnen met twee verschillende duels. Bij de mannen won Kampong thuis met 4-3 van Amsterdam. Bij de vrouwen eindigde het duel tussen SCHC en Den Bosch in 1-1. Volgens Reemt Borcherts, redactiecoördinator van hockey.nl, zat er veel verschil tussen beide wedstrijden: “De dames waren terughoudend, de mannen hadden binnen een minuut een goal.”

Kampong – Amsterdam 4-3

De mannenfinale tussen Kampong en Amsterdam barstte meteen los. Binnen een minuut lag de bal al in het net via een strafcorner van Boris Burkhardt (Amsterdam). Kampong toonde veerkracht en trok de stand snel gelijk via Mats Maree.

Borcherts was onder de indruk van de intensiteit. “Ze speelden alsof er geen tweede wedstrijd was, ze gaven alles,” zei hij na afloop. “Zondag was de betere wedstrijd.”

Na de gelijkmaker bleef het lang spannend. Kampong-aanvaller Duco Telgenkamp kreeg kort voor rust twee kaarten en moest vijf minuten naar de kant. In die fase kwam Amsterdam opnieuw op voorsprong via Floris Middendorp: 1-2. Maar Kampong kwam snel terug. Jip Janssen benutte een strafbal en bracht zijn team op 2-2. Toen Kampong even later met een man meer op het veld stond, scoorde Mats Gruter de 3-2.

In het vierde kwart maakte Telgenkamp zijn eerder gemaakte fout goed met een knap doelpunt vanuit een moeilijke hoek: 4-2. Amsterdam kreeg een paar minuten voor tijd nog een strafbal, daardoor zorgde Burkhardt voor de 4-3.

Volgens Borcherts lijkt Kampong zich met deze overwinning iets meer in het zadel te hebben geholpen: “Kampong heeft meer ervaring en is al een beetje de favoriet, maar door deze overwinning hebben ze nog meer kans.”

De return wordt donderdag gespeeld in het Wagener stadion.

SCHC – Den Bosch 1-1

Waar het bij de mannen vonkte, begonnen SCHC en Den Bosch veel voorzichtiger aan hun eerste finale. Beide ploegen kregen in het begin grote kansen via Pien Sanders (Den Bosch) en Jip Dicke (SCHC), maar er werd pas gescoord na de rust.

“De eerste wedstrijd was best wel saai, iedereen speelde voorzichtig,” constateerde Borcherts.

Toch waren er ook bijzondere momenten. Zo stond Jip Dicke weer op het veld. Borcherts: “Jip Dicke? Geen verrassing dat ze meedeed, ondanks de knieblessure.”

Na rust kwam Den Bosch op voorsprong via Sanders, die liggend op de grond scoorde na goed werk van Joosje Burg. Lang kon Den Bosch niet genieten van de voorsprong, want Maud van den Heuvel (SCHC) maakte kort daarna gelijk uit een rebound de 1-1.

In de slotfase kreeg Dicke nog een kans op goal, maar het bleef bij een gelijke stand. De beslissing valt donderdag in Den Bosch.

Borcherts ziet dat beide teams erg gewaagd zijn aan elkaar. “Het ligt zo dicht bij elkaar, alles kan nog gebeuren,” zegt hij. “De absolute strijd moet nog gestreden worden.”

Hoewel SCHC nog geen landstitel heeft, ziet Borcherts toch veel potentie: “SCHC heeft wel de sterkste speelsters, naar mijn mening ook de beste speelster in de wereld; Xan de Waard. Ze hebben een goede corner – nee, een wereld corner.”

Toch blijft de ervaring van Den Bosch een belangrijke factor: “Dit is echt moeilijk te voorspellen, het ligt zo dicht bij elkaar. Den Bosch mist hun sterkste speelster Laura Nunnink, maar ze hebben wel meer ervaring met dit soort wedstrijden. En SCHC heeft gewoon super sterke speelsters. Ik hoop op shoot-outs, maar wie er wint? Geen idee.”

Ouderen komen met Nationale Rollatorloop samen in beweging

Het Olympisch stadion was afgelopen woensdag het decor van de Nationale Rollatorloop. De organisatie wil daarmee beweging onder ouderen promoten, omdat deze doelgroep vaak last heeft van fysieke ongemakken en bijvoorbeeld met een rollator lopen. “Er is niets leuker dan samen bewegen.”

Over de rode atletiekbaan van het Olympisch Stadion in Amsterdam bewegen de ouderen zich, in een tempo dat zelfs een schildpad nog kan bijhouden, naar de zwarte boog die de start en finish van de Nationale Rollatorloop aangeeft. Onder de boog proberen een paar ouderen nog voor te dringen om op die manier een zo goed mogelijke startplek te hebben. Sommige van hen proberen stiekem zelfs de witte start- en finishlijn al over te steken: alles voor een kleine voorsprong bij dat ene rondje van vierhonderd meter. 

Samen sporten is leuker

Nadat de rollators uit de bagagevakken van de bussen zijn gehaald, kan het evenement vol competitieve deelnemers, die elkaar aan de start verdringen, beginnen. Maar waarom is deze Rollatorloop nou zo belangrijk? “Wij vinden het belangrijk dat iedereen fit is, ook mensen met een rollator,” zegt woordvoerder van het evenement Rifka Boot. “Het is juist voor deze mensen belangrijk dat ze blijven bewegen en op deze manier hoeven ouderen dat niet alleen te doen.”

Daar zijn ook de deelnemers het mee eens. “Het is goed voor mijn lijf en leven.”, zegt een deelneemster in een donkerblauw shirt van stichting Buurtzorg. Ook haar dochter en begeleider doen mee: “Normaal ben ik alleen begeleider, maar door een recent ongeval zit ik nu ook met een rollator. Daardoor kon ik ook meedoen”, lacht de vrouw.

Het evenement wordt al voor de dertiende keer gehouden. “We hebben het een paar jaar overgeslagen in verband met corona, maar we krijgen sindsdien ieder jaar opnieuw meer aanmeldingen. Dit jaar zijn het er vijfhonderd en waarschijnlijk worden dat er volgend jaar nog meer.”, aldus Boot. “Er worden niet zoveel evenementen zoals deze georganiseerd voor ouderen en wij vinden het juist belangrijk dat er voor hen dingen worden gedaan.”

Na een warming-up die uit oefeningen bestaat zoals het naar links en rechts uitstrekken van je benen, het omhoog en omlaag doen van je armen en tien seconden achter de rollator rennen, krijgen de vijfhonderd deelnemers het startschot uit een zwarte revolver. De ouderen komen als dieselauto’s in beweging. Maar dan komt er ineens tempo in. Een mevrouw met een groene, gebreide trui en een donkerblauwe rollator neemt, na een kleine sprint, de leiding. Haar achtervolgers liggen na tweehonderd meter al op een kleine vijf seconden achter haar. Alleen een meneer in een wit met blauwe scootmobiel lijkt haar te kunnen bijhouden.

Advocaat met slagroom

Toch kan de vrouw in het groen nog een extra sprint trekken en op die manier loopt ze, met een voorsprong van ruim tien seconden, door het gespannen, oranje lint dat bij de finish hangt. Daarmee wint ze de prijs voor het snelste rondje.

“Ik ben hartstikke blij dat ik het snelste rondje heb neergezet,” zegt de vrouw na afloop. “Ik had dat van tevoren niet verwacht, maar nu ben ik zelfs in de prijzen gevallen. Nu ga ik genieten van advocaat met slagroom. Dat heb ik wel verdiend.”

Waar de winnaar het bij één rondje laat zitten, zijn er ook een twintigtal dat maar door blijft gaan. Zij doen in totaal zes rondes en gaan na vierentwintig honderd meter ook aan de gele dikvloeibare, alcoholische drank.

Bloot verboden op het Filmfestival in Cannes, maar niet op modeschool AMFI: “F*ck die gasten. Ik draag wat ik wil”

Terwijl het in Cannes bij het Filmfestival steeds conservatiever wordt zien ze bij het Amsterdam Fashion Institute, AMFI, juist het tegenovergestelde. Vrouwen tepels die verborgen moeten blijven in Cannes, mogen op de opleiding gezien worden, volgens Michelle Braspenning, modestudent aan het AMFI. “Ik zie op school alles voorbijkomen: van doorschijnende shirts zonder bh tot mensen verkleed als heuse Disney-prinsessen.”

Het Filmfestival in Cannes neemt een conservatieve wending

Zoals eerder benoemd is bloot verboden op de rode loper, maar ook volumineuze outfits zijn dit jaar niet toegestaan. Volgens Braspenning noemen ze twee uiterste. “De mooiste en meest extravagante jurken zijn vaak met een lange sleep. Dit is de kunst, en die halen ze nu weg.” Of dit dan bij de huidige modecultuur past? Volgens Braspenning niet. “Je ziet steeds vaker tepels bij vrouwen op de catwalk, en op straat.” De achterliggende gedachte is volgens het Filmfestival zelf een kwestie van fatsoen. 

Hoe gaat dit dan op de modeopleiding?

“Op het AMFI wordt het niet conservatiever. Niemand houdt zich aan trends. Mensen hebben echt hun eigen stijl. Je kan het verglijken met een catwalk.” Ook zie je volgens haar regelmatig studenten rondlopen in doorschijnende tops zonder bh eronder. “Het maakt de docenten niets uit wat je aanhebt.” Ook bij de designkant van de opleiding ben je vrij om te ontwerpen wat je wilt. 

Wat is de invloed van de ‘male gaze’ op de huidige modecultuur?

De term ‘male gaze’ komt oorspronkelijk van kunstcriticus John Berger. Hij merkte op dat bij Westerse schilderskunst vrouwen bijna altijd naakt afgebeeld worden. Filmwetenschapper Laura Mulvey’s definitie van het concept sluit hierbij aan. Vrouwen worden in films vaak ondergeschikt aan mannelijke personages. Ze worden vaak seksueel geobjectificeerd, bijvoorbeeld in strakke jurkjes met een diepe decolleté. 

Zou het kunnen dat het Cannes Filmfestival zich ook los wilt koppelen van deze ‘male gaze’? Volgens Braspenning “Ik denk zeker dat de male gaze een invloed heeft. Als vrouwen niet op die manier geseksualiseerd zouden worden dan was er ook geen probleem met naaktheid en/of tepels van vrouwen. Verder denk ik wel dat de male gaze meer een rol speelt bij naaktheid van vrouwen in het algemeen, en niet per se bij het Filmfestival. Het Filmfestival lijkt steeds meer een modeshow te worden. Het eerste wat ik zelf elk jaar denk is namelijk: omg ik moet de mode in de gaten houden. Ik denk dat steeds minder mensen met de films bezig zijn, en dat dit ook een rol meespeelt.”

Gen-Z kiest vaker voor wijde kleding. Is dit puur de huidige modetrend of zit hier meer achter? “Ik denk dat de male gaze hier wel écht mee te maken heeft. Ik draag nu ook liever grote en wijde broeken. En als ik dan wel een keer iets straks draag, dan ben ik zo bewust van mezelf.” Volgens Braspenning zie je dat Gen-Z kiest voor een combinatie van comfortabel, maar stylish door het dragen van wijde kleding. “Het is een combinatie van afkeren tegen de male gaze en feminisme. F*ck die gasten. Ik draag gewoon lekker wat ik wil.”

Digitale toegankelijkheid ETZ steeds beter, maar nog niet voldoende

Vanaf volgende maand maakt een nieuwe Europese wet digitale toegankelijkheid verplicht. Dit betekent voor ziekenhuizen dat zij hard aan de bak moeten. De wet gaat namelijk niet alleen over websites, maar ook over de aanmeldzuilen in een ziekenhuis. In het ETZ in Tilburg kunnen rolstoelgebruikers nu nog maar bij één zuil terecht.

Van de 12 aanmeldzuilen op de verschillende locaties van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ) is er op dit moment één rolstoeltoegankelijk. Aanmeldzuilen zijn meestal afgesteld op minimaal 1,80 meter hoogte. Dat is te hoog voor mensen in een rolstoel, die juist veel in het ziekenhuis te vinden zijn. Twee van de drie locaties van het ETZ bieden op dit moment voor hen geen alternatief.

Ondertiteling
Daarnaast is de website van het ziekenhuis op dit moment niet volledig toegankelijk voor mensen met minder zichtbare beperkingen, zoals slechthorendheid. Meerdere video’s op de website van het ETZ hebben geen vaste ondertiteling. Deze wordt nu automatisch gegenereerd, waardoor het aan leestekens en zorgvuldigheid ontbreekt. Voor slechthorende mensen is het belangrijk dat ondertiteling duidelijk en leesbaar is.

Nieuwe website
Sinds een paar jaar is er al wel veel verbeterd: in 2022 onderzochten toegankelijkheidsexpert Cardan en softwarebedrijf Proud Nerds de websites van 80 ziekenhuizen in Nederland. Hiervan bleek geen een volledig toegankelijk te zijn. Het ETZ nam dit onderzoek serieus en heeft zijn website vernieuwd. Afbeeldingen hebben nu alternatieve teksten en iedere pagina heeft een taalinstelling in de broncode; zo kan de informatie worden voorgelezen aan iemand die blind of slechtziend is.

Tim Engelen, woordvoerder van het ziekenhuis, is zich ervan bewust dat nog niet alles op orde is: ,,Nog steeds zijn er pagina’s en afbeeldingen die niet toegankelijk zijn; deze komen vaak nog van onze oude website. Hier wordt hard aan gewerkt. Bij het updaten van de website houden we altijd rekening met toegankelijkheid.’’

Of er concreet iets wordt gedaan aan de hoge aanmeldzuilen in het ziekenhuis, wil hij niet zeggen. Engelen: ,,Als de nieuwe wetgeving ons verplicht om hieraan te werken, dan gaan we dat uiteraard doen.’’

Toegankelijkheidswet
De Europese Toegankelijkheidswet geldt vanaf 28 juni voor bijna alle Nederlandse websites, apps en digitale automaten. Deze moeten binnen vijf jaar toegankelijk worden gemaakt voor mensen met zowel zichtbare als onzichtbare beperkingen. Voor ziekenhuizen betreft dit hun website en de online omgeving waarin cliënten afspraken maken en medische gegevens terugvinden. Daarnaast moeten alle aanmeldzuilen voor iedereen toegankelijk zijn.

Handhaving
Ziekenhuizen worden niet direct afgestraft, weet Marijn van der Laan, commercieel directeur bij het Tilburgse bedrijf Cardan. Het bedrijf maakt uitgebreide adviesrapporten over de digitale toegankelijkheid van organisaties zoals DigiD en de Belastingdienst. Van der Laan: ,,De nieuwe wet kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Zoals het er nu naar uitziet, moet het ETZ een speciale verklaring in elkaar zetten. Hierin zegt het ziekenhuis bijvoorbeeld dat zijn video’s beter ondertiteld moeten worden en hoe het dit aan wil pakken. Ieder halfjaar moet deze verklaring worden geüpdatet.’’ In eerste instantie worden alleen de verklaringen gecontroleerd; het ontbreekt toezichthouders nu nog aan de nodige expertise om alles grondig te checken.

Een nieuwe wet hoeft dus niet te betekenen dat ziekenhuizen direct voor iedereen met een beperking toegankelijk moeten zijn. In 2019 ging een soortgelijke wet al in voor websites en -apps die vallen onder de overheid. Vijf jaar later was 49 procent hiervan volledig digitaal toegankelijk. Omdat de nieuwe wet nu niet alleen voor websites geldt, maar ook voor automaten, komt er meer bij kijken.

Van der Laan snapt dat dit voor ziekenhuizen niet het leukste klusje is: ,,Het liefste sturen ziekenhuizen hun budget naar het bieden van zorg, niet per se naar de digitale omgeving. Tegelijk is het digitaal toegankelijk maken van je website ook een vorm van zorgverlening.’’

Rookie op pole-position, Nederlander en topfavoriet op laatste rij; waarom de Indy 500 dit jaar het kijken waard is

0

Aanstaande zondag staat het grootste eendaagse sportevenement ter wereld op het programma: de Indy 500. De autorace vindt jaarlijks plaats op de wereldberoemde Indianapolis Motor Speedway, waar traditie, snelheid en spektakel samenkomen. “Met ruim 350.000 toeschouwers op de racedag zelf en een miljoenenpubliek op televisie is het groter dan de Super Bowl of WK-finale als het gaat om publiek op locatie“, zegt autosportschrijver voor RaceReporterNL en NRC Jeroen Demmendaal.

Maar niet alleen de omvang maakt deze editie het kijken waard. Het startveld zit bomvol opvallende verhalen: een debutant start vanaf pole-position, de winnaar van vorig jaar moet helemaal achteraan beginnen en Nederlander Rinus VeeKay kende een bijzonder moeilijke kwalificatie. Dit is waarom je zondag na de Grand Prix van Monaco de TV aan moet laten staan voor extra racespektakel.

Wat is de Indy 500? 

De naam komt van de raceklasse (IndyCar) en de afstand: 500 mijl, oftewel 200 rondes op de beroemde oval van Indianapolis. Geen technische bochtencombinaties zoals in de Formule 1, maar keihard racen op een ovaal met topsnelheden van 370 tot 380 kilometer per uur. En dat met 33 auto’s tegelijk.

Voor wie het nog niet kent: de Indy 500 is dé klassieker binnen de Amerikaanse autosport. De combinatie van snelheid, traditie (de eerste editie was in 1911) en risico maakt deze race al meer dan honderd jaar uniek. “Als coureur moet je constant voelen wat de auto je vertelt. De auto’s zijn heel gevoelig voor temperatuur- en windverandering. En dus is geen enkele ronde hetzelfde”, legt Demmendaal uit.

Op deze baan is er geen grindbak te bekennen, laat staan curbstones (randen) of uitloopstroken. Eén klein foutje en je ligt in de muur. “En dan moet je ook al het verkeer om je heen in de gaten houden, en je weer aanpassen op de luchtstromen van die auto’s. Dus: het oogt veel makkelijker dan het is”, aldus Demmendaal.

Rinus VeeKay 

In die adrenalinebom van een race is ook een rol weggelegd voor Nederlander Rinus van Kalmthout, beter bekend als VeeKay. De Hoofddorper start dit jaar vanaf plek 31, een flinke stap terug vergeleken met zijn eerdere starts in de afgelopen jaren. Toen bereikte hij in de kwalificatie minstens een zevende plek.

Anders dan in de Formule 1 rijden coureurs bij de Indy 500 solo vier rondes op snelheid. Het gemiddelde van die vier bepaalt de startplek. Daarbij speelt de wind, baanconditie en zelfs het tijdstip van je run een rol.VeeKay mocht pas als  laatste kwalificeren end us was het asfalt wat meer opgeward wat snelheid kost voor auto’s. Dus één foutje, of simpelweg pech met de omstandigheden, kost je al snel tien startplaatsen.

Zijn achterste startpositie dit jaar komt mede door een belangrijke verandering: zijn contract bij Ed Carpenter Racing werd begin dit seizoen niet verlengd. Daardoor stapte hij over naar Dale Coyne Racing, een team met aanzienlijk minder middelen.

Rinus van Kalmthout in 2020 bij zijn oude team. ANP

Demmendaal legt uit: “Nu zit hij met afstand bij het kleinste IndyCar-team. Dat houdt in dat er minder budget is voor ontwikkeling, onderdelen, personeel en dus ook minder data beschikbaar is. De kans dat hij zondag wint is klein, maar dat is geen reflectie van zijn kunnen als je naar zijn prestaties in de afgelopen jaren kijkt.”

Van Kalmthout neemt zondag deel aan zijn zesde Indy 500. Vorig jaar noteerde hij nog een persoonlijk record, toen hij als negende over de beroemde brickyard (finishlijn) kwam. De halve meter aan stenen is een stuk oorspronkelijke baan van het circuit dat in 1909 werd geopend.

Stormloop naar voren 

Wanneer Rinus zondag aan de start in zijn spiegels kijkt, ziet hij niemand minder dan de winnaar van vorig jaar, Josef Newgarden, én teamgenoot Will Power. Ook zij starten dit jaar helemaal achteraan. Ze kregen een straf vanwege technische overtredingen bij hun team, Team Penske.

“Ik verwacht dat die twee zich snel naar voren gaan werken. Coureurs finetunen vaak nog midden in de race hun afstelling waardoor ze sneller gaan, dat zou hier ook zomaar weer kunnen”, legt Demmendaal uit.

En helemaal vooraan? Daar staat rookie Robert Shwartzman. De Israëlisch-Russische coureur rijdt dit jaar voor het eerst in een IndyCar en zette zijn bolide meteen op pole-position. Dat is bijzonder: pole-position is normaal voor ervaren topcoureurs die weten hoe je met millimeters marge vier rondes op het randje rijdt.

De in Tel Aviv geboren en in Sint-Petersburg opgegroeide Shwartzman stal niet alleen in de kwalificatie de show, maar ook in de persconferentie achteraf. Daar riep hij op tot vrede in de wereld. Shwartzman staat daarom volop in de aandacht in de Amerikaanse media.

En dan is er nog … 

Iets dat ook veel aandacht zal krijgen tijdens de 109e editie van de Indy 500 is het weer. De voorspellingen zien er niet al te best uit. Het zou zomaar eens kunnen zijn dat er zondag wat druppels gaan vallen in het midden-westen van de VS.

Waar in de Formule 1 dan de regenbanden onder de auto’s worden geschroefd, is dat met de snelheden van de IndyCars een minder veilige optie. Demmendaal zag een oplossing voor dat probleem vorig jaar in het echt: “Gelukkig hebben ze er trucks rondrijden met straalmotoren, die de baan erg snel droog blazen. Dus zijn ze overal op voorbereid in Indiana.”

“Sample sales zijn niet dé oplossing”: de productie van kleding is niet bij te houden

In de week van 19 tot 25 mei vind in Den Bosch de sample sale van My Jewellery plaats. Studenten als Vera (18) stonden in de rij voor goedkope kleding. “Sommige meiden duwden je gewoon keihard aan de kant”, vertelt ze. “Maar ondanks de chaos zou ik zo weer gaan.” Sample sales winnen aan populariteit. En lijken op het eerste gezicht een slimme manier om van overtollige kleding af te komen. Maar volgens duurzaamheidsonderzoeker Luuc Brans, die zich richt op de fast fashion-industrie, zijn ze eerder een tijdelijke pleister dan een structurele oplossing.

Scherpe prijzen stimuleren koopgedrag

Vera bezocht op woensdag 21 mei de sample sale van My Jewellery. “Niks had mij hierop kunnen voorbereiden. Ik dacht dat ik gemeen was, maar dit was next level.” Toch ziet Vera ook voordelen: “Als student zijn die prijzen superfijn. Maar je hebt zó zeven items in je mandje, en dan loopt de rekening alsnog snel op. Ik denk dat ik bijna alles ook voor de volle prijs had gekocht, op één of twee twijfelgevallen na.” Volgens Brans werken sample sales vooral koopgedrag in de hand. “Als mensen het dragen is dat prima, maar als het na een maand alweer op Vinted staat of in de prullenbak belandt, dan heeft zo’n hele sample sale geen enkele zin.”

Voorkomen van verspilling, maar geen structurele oplossing

Volgens Brans kunnen sample sales wel degelijk een positieve rol spelen: “Als de kleding niet wordt verkocht, wordt het vaak vernietigd. In dat opzicht is een sample sale beter, het is goed als consumenten zich realiseren dat mode ook uit een oudere collectie kan komen.”

Toch is Brans kritisch. “Sample sales lossen slechts een klein stukje van het probleem op. Het echte probleem zit dieper: we produceren simpelweg véél te veel. Daar ligt de kern die moet worden aangepakt.”

Volgens Brans moeten we ook kritisch kijken naar hoe sample sales gepresenteerd worden: “Elke vorm van aanbod stimuleert kopen, en dat is juist het probleem. Zeker als er wordt gesuggereerd dat het duurzaam is, terwijl het dat in de praktijk nauwelijks is. Mode hoeft niet altijd het nieuwste van het nieuwste te zijn.”

Social media en merktrends stimuleren sample sales

Volgens Brans is de toename van sample sales deels te verklaren door social media: “Het is er altijd wel geweest, maar je ziet het nu vaker voorbij komen. Dat maakt het populairder. Daarnaast komt het ‘kopieergedrag’ van merken ook voor: als het ene merk een sample sale doet, volgen de anderen snel.”

Sample sales vinden vaak plaats aan het einde van een seizoen, als nieuwe collecties binnenkomen. Maar wat gebeurt er met de items die zelfs dán niet verkocht worden? “Die worden meestal vernietigd en anders eindigen ze op afvalbergen in Afrika of zelfs langs de weg. Dat is gewoon een groot probleem.”

Een kapotte of missende AED: “Het is raar dat de wetgever dit toestaat bij levensreddende apparaten”

Een AED redt levens, maar wat als hij niet werkt? Of in zijn geheel afwezig is? Zoals bij het tragisch ongeval vorig jaar op een camping in Olst. Hoewel wij in Nederland voorlopen op de rest van de wereld met de zogeheten 6-minutenzones, ontbreekt er iets cruciaals: onderhoudsplicht. “Het is heel raar dat de wetgever dit toestaat bij levensreddende apparaten”, aldus Peter Houtzagers, oprichter Pulse4All.

“Naar schatting zijn er jaarlijks 17.000 hartstilstanden buiten het ziekenhuis. In 2024 werd bij 99,3% van deze meldingen een AED opgeroepen en sloot bij 61% van de oproepen de burgerhulpverlener de AED aan”, vertelt een woordvoerder van de Nederlandse Hartstichting.

In de praktijk gaat het vaak mis

Houtzagers geeft aan dat: “de beheerder verantwoordelijk is voor de AED”, maar in de praktijk gaat er veel mis. “Leveranciers zijn gericht op het verkopen van een AED, maar niet op het onderhoud ervan. Soms is er wel onderhoud alleen dan in zelfservice. Dus dan moet de beheerder zelf onderdelen vervangen wat vaak niet goed gaat.”

De Nederlands Hartstichting vult hierbij aan: “Als een AED aangemeld is bij HartslagNu, ontvangen eigenaren/beheerders vanuit het oproepsysteem een bericht wanneer de elektroden en batterijen vervanging nodig hebben.”

Houtzagers adviseert om het onderhoud professioneel te regelen: “Je kan een hoop afdichten. Door een onderhands contract te nemen, de kast kun je ook uitrusten met communicatie, zodat de kast zelf kan detecteren of er nog een AED in zit.” Hij benadrukt: “Elke twee jaar moeten onderdelen vervangen worden. Het is heel belangrijk, dat als iemand een AED wil hebben of een camping of sportvereniging dat het onderhoud goed geregeld wordt. Dat is veel belangrijker dan een AED zelf.”

Cijferslot of code?

Afwezigheid van AED kan tijdens noodsituaties cruciaal zijn. “Het kan een afweging zijn om een cijferslot of een code toe te passen” vertelt Houtzagers. “Dan kan die niet zo snel gestolen worden, maar het nadeel is dat in geval van nood en paniek, de code opgezocht moet worden. Dat gaat vaak niet goed en dat duurt ook lang.”

Geen meldplicht

Nederland telt op dit moment 29.295 geregistreerde AED’s, waarvan er 21.725, 24 uur per dag beschikbaar zijn. Toch is er geen meldplicht als een AED niet werkt of in zijn geheel ontbreekt. Wel raadt de Hartstichting burgers aan om een melding te maken als er iets mis is met een AED. “Is de AED-kast leeg of beschadigd? Neem dan contact op met HartslagNu en meld het. Op die manier is er betere controle mogelijk.”

Van 6-minuten zones naar 3-minuten zones

Nederland is het enige land ter wereld met de zogeheten 6-minuten zones. Dit houdt in dat er na bellen met 112, binnen zes minuten een BHV’er aanwezig is. “We willen het liefste dat dit systeem in heel de wereld wordt ingevoerd”, vertelt Houtzagers. “We hebben in Nederland daardoor ook een veel beter overlevingspercentage dan rest van Europa. 90% van de mensen in Europa overlijden na een hartstilstand. Dat zijn zo’n 500.000 mensen per jaar.”

Hij vervolgt: “Je hebt het zogeheten HartslagNu-punt en daar kan je je aanmelden als burgerhulpverlener maar je kunt ook je AED registreren. Als je 112 belt voor een reanimatie dan wordt er gelijk een oproep gestuurd naar burgerhulpverleners in de buurt. En als ze die melding accepteren krijgen ze een route, die langs een AED komt.”

En daar blijft het volgens hem niet bij. “De volgende stap in Nederland zijn de 3-minutenzones. We hebben nu 28% overlevingskansen, wat al een heel stuk beter is dan de 10% in Europa, maar dan kun je dus naar 75 tot 80% overleving.”

Eén ding staat voor Houtzagers in ieder geval voorop: “Mijn boodschap is: Wie ook een AED neemt, zorg ervoor dat je het onderhoud goed regelt. Want onderhoud aan een AED is nog belangrijker dan een AED zelf.”