Van recordhoogte naar teleurstelling: Hoe de Nationale Tuinvogeltelling worstelt na corona

0
255
ROTTERDAM - Jonge huismus. ANP MARTEN VAN DIJL
ROTTERDAM - Jonge huismus. ANP MARTEN VAN DIJL

Het was weer zo ver: de Nationale Tuinvogeltelling; het grootste burgerwetenschapsproject van Nederland. Sinds 2001 wordt deze jaarlijks in januari gehouden, specifiek gemaakt om te peilen wat voor soort vogels er in onze tuinen rondfladderen. Toch neemt het aantal deelnemers af, terwijl vogelspotten als hobby juist steeds populairder wordt.

“Tijdens corona zijn mensen erachter gekomen dat het echt heel leuk is. Je bent met een doel buiten en de instap drempel is heel laag. Het enige wat je nodig hebt is een verrekijker en je telefoon om op te zoeken waar je naar kijkt als beginner”, zegt Christophe Reijman, vogelspotter en eigenaar van het bedrijf ‘Vogels kijken is leuk’.  Het is daarom ook geen verrassing dat tijdens corona de tuinvogeltelling een recordaantal deelnemers trok sinds de creatie in 2001. Dit waren namelijk bijna tweehonderdduizend deelnemers.

Deze trend was helaas niet vast te houden, na de corona jaren in 2022 zakte het aantal deelnemers naar 170.000 en in 2023 naar 130.000. Dit jaar deden er slechts 113.000 mensen mee met de vogelteldag. Als vogel spotten in populariteit toeneemt, hoe kan het aantal deelnemers dan zakken? Reijman denkt dat het te maken heeft met een aantal factoren: “We zitten natuurlijk niet meer in een lockdown. Iedereen mag weer gaan en staan waar die wil, dus dan zullen sommigen ook betere dingen te doen hebben dan vogels tellen in de tuin. Verder heeft het weer er ook mee te maken. Het is en blijft een vrijwilligers actie. Als bijvoorbeeld het weer niet meezit dan gaan er weinig mensen vogels kijken. Dan vallen er ook niet heel veel vogels te tellen, want die houden evenmin van de regen.”

Tijdens de coronaperiode steeg het aantal deelnemers aan de jaarlijkse tuinvogeltelling enorm. Nu neemt het aantal deelnemers langzaam af.

Maar wanhoop staat niet op het menu voor Reijman: “De tuinvogeltelling is eigenlijk heel laagdrempelig vogels kijken. Zodra de meeste mensen de smaak een beetje te pakken krijgen, gaan ze op zoek naar zeldzamere vogelsoorten. Ze raken dan helemaal in de ban van verstoppertje spelen met vogels.” Een huismus geeft voor een gewinterde vogelkijker lang niet dezelfde kick als een zeldzamere soort.

Er is wel iets wat Reijman graag zou willen zien. “De tuinvogeltelling wordt nu neergezet als iets waar alleen vogelspotters of andere geïnteresseerden aan mee kunnen doen. Dit terwijl het ook een belangrijke meting voor natuurverenigingen en mensen die zich bezighouden met het klimaat in het algemeen is. Als we die groepen er ook bij kunnen betrekken kan het zomaar zijn dat je weer richting die tweehonderdduizend deelnemers stijgt.”