Home Blog Pagina 2

Nationale Veteranendag de dupe van de NAVO-TOP “erkenning die op dit moment niet kan”

Zaterdag 28 juni zal er geen veteranen defilé gehouden worden door Den Haag. Het nationale evenement – dat elke laatste zaterdag van juni wordt gehouden – zal zijn gebruikelijke schema om moeten gooien voor de NAVO-top vanwege een te kort ondersteuning van de gemeente, politie en defensie.

“Het is een stuk erkenning dat op dit moment even niet mogelijk is”, vertelt Majoor Marc Daverveldt, penningmeester nationaal veteranen platform. Ondanks dat de Majoor begrip heeft voor de situatie, baalt hij enorm: “verstandelijk begrijp ik de situatie, maar het is jammer, én dat is een eufemisme.”

“Voor een heleboel veteranen is het defilé hét moment van waardering. Dat moment wanneer je door de stad loopt halen velen positieve energie uit. Hagen van mensen staan te applaudisseren, te zingen en met vlaggen te zwaaien. Dat voelen wij echt als een stuk waardering voor datgene wat we ooit gedaan hebben”.

Nationale Veteranendag is een dag in het teken van erkenning en waardering voor veteranen. Tijdens Veteranendag bedankt Nederland de veteranen die zijn ingezet in dienst van de vrede, vroeger en nu. Per 1 januari 2024 stond het totale aantal veteranen op 100.800. Van dit aantal zijn 76.000 veteranen postactief (het verlaten van defensie), 24.800 zijn in werkelijke dienst (actief binnen defensie).

Bron: Nederlands veteranen instituut.

Ondanks het missende defilé wordt de dag wel verder gevierd op het Malieveld. “Het zal een feestje worden”, vertelt Daverveldt. “Door de dag heen zullen er diverse optredens gegeven worden door tribute bands en orkesten. Ook worden er militaire voertuigen ten toon gezet en zullen in de middag parachutisten landen op het Malieveld. “Ik verwacht dat de minister en ook Tweede kamerleden langs zullen komen. En ik hoop dat Zijne Majesteit Willem-Alexander een paar uurtjes vrij kan maken om bij ons langs te komen. Om dan toch enigszins dat wrange gevoel van het missende defilé goed te kunnen maken.”

Een etmaal lang racen, vuurwerk en kampvuren: de 24 uur van de Nürburgring in foto’s

De 24 uur van de Nürburgring werd afgelopen weekend verreden op het langste circuit ter wereld, diep in de Duitse Eifel. Waar normaal stilte heerst in dorpen als Adenau, Quiddelbach en Nürburg, verandert het gebied tijdens het raceweekend in een kolkend festival van snelheid en sfeer. Langs het ruim 25 kilometer lange asfaltlint verschijnen tenten en caravans op steile hellingen en in de bossen. Kampvuren branden onafgebroken, barbecues draaien overuren en vuurwerk kleurt de nacht. Meer dan 200.000 fans creëren hun eigen wereld direct langs de baan, terwijl de auto’s dag en nacht voorbij razen. Een sfeerimpressie van de 24 uur van de Nürnburgring.

De start van de race.
De Porsche 911 GT3 van coureurs Kévin Estre, Ayhancan Güven, Laurens Vanthoor en Thomas Preining kwam als eerste de finish over maar eindigde door een penalty als tweede.
Duwen om een plekje in de pitstraat.
De Brünnchen bocht.
Een zitplek langs de baan was lastig te vinden, dus dan maar staan.
Geen slechte plek om de race te volgen.
Op sommige plekken hadden ze meer aandacht voor de live-stream dan de auto’s zelf…
Hier al helemaal.
Honderden kampvuren zijn te tellen langs het circuit.
In de nachtelijke uren gaat de ene na de andere vuurpijl de lucht in.
En dat terwijl vuurwerk vanwege de hitte/droogte nog wel verboden was…

AUDIO – Bij Brein Support leren jongeren om te gaan met een niet-aangeboren hersenletsel: ‘Het leven van hen is drastisch veranderd”

Het is de dag van overprikkeling bij hersenletsel – die dag is er om aandacht te vragen voor overprikkeling bij mensen met een niet-aangeboren hersenletsel. Bij expertisecentrum Brein Support in Arnhem komen jongeren met NAH – in een traject van een jaar krijgen zij daar onderwijs en wordt er met experts gekeken hoe de jongeren om kunnen gaan met hersenletsel. Jongeren die daar komen hebben op verschillende manieren NAH gekregen: “Denk aan een val van het paard of door ziekte”, zegt Victor van den Broek, een van de mensen achter Brein Support.

Luister hier naar de repo bij Brein Support:

Meer verbale agressie tegen zorgpersoneel: “Ik heb bijna wekelijks te maken met agressie”

Verbale agressie in ziekenhuizen komt steeds vaker voor, blijkt uit onderzoek van Motivaction in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid. Ruim de helft van de zorg- en hulpverleners geeft aan de afgelopen twaalf maanden te maken te hebben gehad met verbale agressie. Veertien procent daarvan zelfs één of meerdere keren per week. “Ik heb bijna wekelijks te maken met agressie van patiënten of hun familie, aldus Annemiek Coenders, verpleegkundige bij het Amphia ziekenhuis in Breda.

In die agressie zit wel een nuance vertelt Coenders: “Sommige mensen hebben hersenschade opgelopen, waardoor ze zich niet bewust zijn van hun agressie.” Maar ook familieleden kunnen agressief zijn: “We hebben bijvoorbeeld regels in het ziekenhuis, zoals maximaal twee bezoekers per patiënt, maar sommige mensen komen alsnog met de hele familie binnen, “aldus Coenders. “Of ze pakken de koffie en thee die alleen voor patiënten is. Als je ze hierop aanspreekt kun je zomaar een grote mond krijgen.”

Verplichte agressietraining

Omdat agressie in ziekenhuizen toeneemt, zijn medewerkers van het Amphia verplicht om een agressietraining te volgen. “We hebben vorig jaar twee trainingsdagen gehad waarin we leerden omgaan met agressie door middel van rollenspellen met acteurs”, vertelt Coenders. “Zij speelden situaties na van patiënten en bezoekers, zodat wij konden oefenen met reageren op echte vormen van agressie. Dat biedt een basis om met agressie om te gaan. Daar heb ik veel aan gehad.”

Kiezen voor de-escalatie

Het personeel van het Amphia probeert agressie te voorkomen door rustig te blijven, duidelijk te communiceren en in te zetten op de-escalatie. “Je moet je grenzen aangeven, dus benoemen dat je het niet prettig vindt. Het kan ook helpen om een collega erbij te roepen, zodat die het gesprek over kan nemen.”

Ook bij een grote escalatie heeft het ziekenhuis een oplossing: “Bij echte agressie kunnen wij een beveiliger bellen. Die staat dan binnen een minuut op de afdeling. Dat geeft voor ons een veilig gevoel.”

“Zorgbeveiliger zorgt voor rust”

Wanneer agressie voortkomt uit iemands ziekte, kan het ziekenhuis een zorgbeveiliger inschakelen. “Dat zijn mensen die vanuit een extern bedrijf komen en dan één op één bij de patiënt gaan zitten en bijvoorbeeld spelletjes gaan doen”, aldus Coenders. “Zij zorgen ervoor dat de patiënt rustig blijft door middel van aandacht, die wij vaak niet kunnen bieden door tijdgebrek.”

Lees hier een eerder bericht over dit onderwerp: https://eydaily.nl/algemeen/agressie-in-de-zorg-een-groeiend-probleem/

André en Milan scoren twee tienen voor geschiedenis: ‘Dit is zeldzaam’

André Versteegen en Milan van Munster uit VWO 6 van middelbare school O.R.S. Lek en Linge hebben een tien gehaald als eindcijfer voor geschiedenis. Hiervoor moesten ze acht schoolexamens en één eindexamen maken en dat gemiddelde moest boven de 9,5 eindigen. Bij de school is dit nog maar twee keer eerder gebeurd sinds de oprichting in 1990. “Ik ben er heel erg trots op”, vertelt André aan SRC.

Of het eindcijfer voor André een tien werd, was nog afwachten. “Ik moest minimaal een 9,3 halen. De docent had aangegeven dat het héél spannend zou worden. Uiteindelijk haalde ik een 9,8 waar ik erg verbaasd over was”, vertelt de zeventienjarige André. Maar zijn docent geschiedenis Marco Baars had altijd volle vertrouwen in André en Milan: “Ze zijn elke les zo ontzettend gemotiveerd geweest. Zij wisten voor de les al zo veel over de stof.”

Volgens Baars is dit een buitengewone prestatie. “Ik geef sinds 1985 les en in die tijd zijn er slechts twee keer eerder tienen uitgedeeld”, vertelt de geschiedenisdocent. Het vraagt dan ook om veel inzet van de leerlingen. “Je moet consistent een hoog niveau halen bij elke toets. En dan moet je ook nog het landelijke examen perfect maken.”

Altijd al Interesse in geschiedenis

Op de vraag of André had geleerd voor de toets antwoordde hij het volgende: “Ik heb een paar oefenexamens gemaakt, maar ik heb het boek geschiedenis nooit geopend.” Hij heeft vooral elke les goed opgelet, legt hij uit. Volgens docent Baars hoefde hij ook niet veel te leren omdat hij altijd geïnteresseerd is. “Dit zijn jongens die na iedere les nog even aan je bureau staan met vragen”, aldus Baars.

Naast zijn eigen grote interesse in het vak geschiedenis heeft André ook veel te danken aan zijn docenten Marco Baars en Eric van der Donk. “Als ik hen niet had gehad, dan was het een ander cijfer geworden. Zij geven geen les alsof je wiskunde of natuurkunde aan het leren bent. Zij vertellen de stof in een verhaal met heel veel passie”, aldus André.

Voor André voelt het vak geschiedenis niet als een schoolvak. “Ik heb een enorme voorliefde voor geschiedenis. Ik vind het geweldig om te zien wat de verschillen en overeenkomsten zijn met de huidige wereld”, legt hij uit. Zo ziet hij vergelijkingen tussen de Tweede Wereldoorlog met nu. “Vóór de Tweede Wereldoorlog was er een proces waar de landen de Duitsers probeerden te paaien in de hoop dat Duitsland niets ging doen. Dat proces lijkt zich nu te herhalen met Rusland en Oekraïne. In 2014 werd de Krim ingenomen, toen wilde niemand een conflict met Rusland en liet men het toe en kijk waar we nu staan.”

Pensioen: “Twee kersen op mijn taart”

Voor Marco Baars is het een extra speciaal eind van het schooljaar. “Ik ga na dit jaar met pensioen en dan zijn deze twee tienen voor deze gasten echt twee kersen op mijn taart”, onderbouwt Baars. André gunt zijn docent het pensioen: “Geweldig dat hij zo lang met dezelfde energie en passie heeft kunnen doorwerken. Ik hoop dat hij tijdens z’n pensioen nog heel veel andere leuke dingen gaat doen.”

André haalden voor de andere toetsen ‘maar’ achten en voor hem zit het middelbare schoolleven er nu op. “Ironisch genoeg ga ik niks doen met geschiedenis. Ik ga dierengeneeskunde doen aan de universiteit in Utrecht”, vertelt hij lachend. Maar het vak en alle geschiedenis zal hem niet ontgaan. “Geschiedenis blijft altijd in m’n leven en als dierengeneeskunde toch niks wordt zal ik waarschijnlijk iets met geschiedenis doen.”

Ey! Weekly 19 juni 2025

Kijk hier de laatste Ey! Weekly van het seizoen terug. Met een vooruitblik op de NAVO-top in Den Haag, de aankomende herdenking en viering van Keti Koti en 45 jaar Fontys Journalistiek. Lucas Lejeune presenteert deze laatste uitzending.

”Project ‘zomer in Tilburg’: “We willen mensen naar de binnenstad trekken”

Deze zomer is er tijdens ‘zomer in Tilburg’ van alles te doen in de binnenstad van Tilburg. Het initiatief, dat loopt van 21 juni tot en met 28 september, opgezet door Buro Binnenstad Tilburg, een organisatie die zich inzet voor de binnenstad van Tilburg, wil via deze manier mensen naar de binnenstad trekken. “Tilburg heeft een geweldige binnenstad en dat willen we aan iedereen laten zien”, vertelt Bianca Kemper, directeur Buro Binnenstad Tilburg.

Tijdens de zomerperiode zullen er op verschillende plekken in de stad activiteiten worden opgezet: “Gedurende de zomer kunnen er op verschillende plekken workshops worden gedaan, er komt een fontein, buitenbioscoop, grote Jenga en er is een hinkelpad gespoten op het spoorpark”, vertelt Marjolein Willemstein, projectleider Zomer en Winter in Tilburg.

De activiteiten zijn voor iedereen, legt Kemper uit: “Naar het hinkelpad komen vooral kinderen maar we hebben ook aan de ouderen gedacht. Zoals bijvoorbeeld de buitenbioscoop. Ons doel is de mensen naar onze binnenstad trekken, maar ook dat ze actief bezig zijn.

Lokale ondernemer

Het hinkelpad, gespoten door een lokale ondernemer is dus één van de onderdelen waar mensen deze zomer gebruik van kunnen maken. Omdat Buro Binnenstad Tilburg zich inzet voor de binnenstad, en daarbij de ondernemers, is het niet vreemd dat het pad gespoten is door een lokale ondernemer. “We hebben samen met Niels Bazelmans van Niels on Wheels gewerkt, hij doet namelijk veel met graffiti”, aldus Willemstein. “Hij heeft naar eigen inzicht, samen met een vriend, bedacht om dit op de grond te spuiten.”

Niet permanent

“De gemeente had als eis dat de activiteiten niet permanent zouden zijn. Daarom is het pad bijvoorbeeld met kalkverf gespoten”, vertelt Willemstein. “Maar we hopen dat als de gemeente ziet dat het pad door de stad wordt gedragen, dat er ook gezegd gaat worden ‘laten we hem permanent maken’.”

Voorlopig hoeven we ook geen extra hinkelpaden te verwachten, vervolgt ze: “Wij hebben een vergunning moeten aanvragen voor het spuiten. Dus als we volgend jaar weer een pad zouden willen of in de winter, dan moeten we het opnieuw indienen en kijken of we een nieuwe vergunning krijgen.”

Stop Child Abuse: “Geen smartphones voor kinderen onder de achttien jaar”

Het kabinet komt met het advies dat jongeren tot vijftien jaar beter geen sociale media gebruiken en kinderen tot en met groep zeven geen smartphone krijgen. De richtlijn is een advies. De organisatie Stop Child Abuse vindt dat onvoldoende: zij pleit voor een wettelijk verbod op smartphones voor kinderen onder de achttien jaar. Alleen zo kunnen kinderen echt worden beschermd tegen de risico’s van smartphones en sociale media, stelt de organisatie.

De reden dat dit advies er nu komt, is volgens Stop Child Abuse de grote zorgen die al jaren leven onder artsen, wetenschappers en ouders. “Er zijn steeds meer problemen zoals slaapgebrek, concentratieproblemen, slechte schoolprestaties en risico op online misbruik,” zegt de organisatie.

Alleen advies is niet genoeg

Stop Child Abuse vindt het positief dat het kabinet de risico’s van vroeg smartphonegebruik eindelijk erkent, maar waarschuwt dat een vrijblijvend advies onvoldoende bescherming biedt. “Zonder wettelijke regels blijft de verantwoordelijkheid bij ouders en scholen liggen, terwijl de problemen structureel en landelijk zijn,” zegt de organisatie.

Volgens Stop Child Abuse is er al jaren sprake van grote zorgen onder artsen, wetenschappers en ouders. Die maken zich onder meer zorgen over slaaptekort, concentratieproblemen, slechte schoolprestaties en het risico op online misbruik.

Gebrek aan handhaving

Hoewel platforms als Instagram en TikTok zelf een minimumleeftijd van dertien jaar hanteren, kunnen kinderen die eenvoudig omzeilen. Er is vrijwel geen handhaving, stelt Stop Child Abuse. “Zonder verplichte controle zijn kinderen niet goed te beschermen.”

De organisatie vreest ook dat een vrijblijvende aanpak leidt tot verwarring bij jongeren zelf. “Zij willen erbij horen. Als de ene school of ouder streng is en de andere niet, ontstaan er verschillen die het voor jongeren moeilijk maken om zelf grenzen te stellen.”

Meer dan alleen regels
Toch zijn regels alleen niet genoeg. Ook opvoeding, voorlichting en duidelijke afspraken met platforms zijn nodig. Stop Child Abuse pleit voor:
Duidelijke wetten en controles op leeftijdsgrenzen en platformgebruik.
Onderwijs over digitale vaardigheden, al vanaf jonge leeftijd.
Verantwoordelijkheid van platforms, bijvoorbeeld door standaard veilige instellingen.
Campagnes in de media, om te laten zien dat minder online normaal is.
Ondersteuning voor ouders en scholen, met hulpmiddelen en richtlijnen.
Jongeren zelf betrekken bij de regels die voor hen gelden.
Blijvend onderzoek naar wat wel en niet werkt.
“Kinderen kunnen zichzelf niet altijd beschermen. Het systeem waarin zij opgroeien moet dat voor hen doen,” zegt Stop Child Abuse. “Een advies is een stap in de goede richting, maar het is nog lang niet genoeg.”

Musea in Den Haag dicht door NAVO-top: “Culturele instellingen worden niet gecompenseerd”

Door de NAVO-top op 24 en 25 juni in Den Haag moeten meerdere musea tijdelijk dicht. Onder meer Panorama Mesdag en wetenschapsmuseum Museon Omniversum sluiten de deuren tot na te top. “We houden ons vast voor wat komen gaat”

 “De vordering kwam vanuit de gemeente en via de media moesten we vernemen dat we dicht moesten”, vertelt Jorah Terwisscha van Scheltinga van museum Panorama Mesdag dat van 22 tot 26 juni gesloten is. “Het museum ligt in de Zeestraat, die wordt hermetisch afgesloten: overal worden camera’s geplaatst en er zijn wegblokkades.”

Naast Museon-Omniversum en Panorama Mesdag gaan ook het Louwman Museum, Fotomuseum Den Haag, Kunstmuseum Den Haag en Corpus Leiden dicht. Om de verplaatsing van wereldleiders tussen Schiphol en Den Haag mogelijk te maken worden wegen afgesloten; Corpus, het museum waarin je een reis door de mens maakt valt onder dat gebied.

Minder bezoekers

Museon-Omniversum (gesloten van 20 juni tot 26 juni) had door de aankomende top minder bezoekers dan normaal: “Mensen beschouwen het hele gebied rond het museum als minder begaanbaar, dit viel in de praktijk wel mee”, zegt Masja Brouwer. “We houden ons vast voor wat komen gaat en of mensen het museum na de top nog gaan vinden.”

Compensatie

Het museum loopt door de verplichte sluiting inkomsten mis. Maar of Museon-Omniversum daarvoor ook gecompenseerd wordt, is niet zeker. “Ondernemers krijgen compensatie, dat geldt niet voor culturele instellingen. De gemeente kwam wel om de hoek kijken of ze ons iets konden aanbieden, iets van promotie bijvoorbeeld.”

De medewerkers van de musea werken tijdens de sluiting zoveel mogelijk thuis of hebben vrije dagen opgenomen, laten Panorama-Mesdag en Museon Omniversum weten.

Boodschappen als nieuw statussymbool: ‘Het is een combinatie van verschillende dingen’

De prijzen van boodschappen zijn de afgelopen jaren enorm hard gestegen. Volgens Havermelkelite zijn mensen daardoor tegenwoordig hun boodschappen als statussymbool gaan zien.  Ward van der Stee, sectoranalist bij ABN-AMRO, ziet meerdere redenen voor dit fenomeen: “Het is een combinatie van verschillende dingen.”

“Allereerst is er de laatste jaren veel inflatie geweest”, zegt Van der Stee. “Daardoor werden boodschappen duurder. En dure producten worden simpelweg eerder als luxe gezien. Dat zorgt ervoor dat mensen boodschappen als statussymbool kunnen gaan gebruiken.” 

Toegankelijker

Maar ook TikTok draagt bij aan het feit deze trend. “Mensen laten op TikTok tegenwoordig veel dingen zien, zo ook wat ze eten. En die boodschappen zijn nu eenmaal makkelijk te vinden voor de makers van die TikToks.”

Boodschappen zijn daarnaast ook een toegankelijk product. Dat maakt het volgens Van der Stee ook verklaarbaar dat boodschappen als nieuw status product worden gezien. “Iedereen heeft boodschappen nodig”, aldus Van der Stee. “Het is daarom dus ook makkelijker om te pronken met boodschappen. Zeker in combinatie met TikTok.” 

Verschillen tussen supermarkten

De trend wordt ook mogelijk gemaakt door het feit dat supermarkten zich op verschillende aspecten richten. “Verschillende winkels richten zich op andere klanten”, zegt Van der Stee. “Zo positioneren de LIDL en de ALDI zich vooral rondom het feit dat ze het goedkoopst zijn, terwijl de Jumbo en de Albert Heijn een luxere uitstraling hebben. Als laatste heb je in Nederland dan ook nog winkels zoals de Ekoplaza en de Marqt. Zij focussen zich meer op biologische boodschappen en die kosten vaak meer.”

In het buitenland zijn er dan ook nog supermarkten die nog verder gaan. Zoals de Amerikaanse supermarkten Erewhon en Whole Foods Market. Zij richten zich alleen maar op luxere producten. Van der Stee: “Zij leggen de focus echt alleen maar op het uiterlijk en het luxe overkomen van hun producten.”

Hype gaat over

Toch denkt Van der Stee dat deze trend ook snel overgaat. “Ik denk dat het een paar maanden zal aanhouden en dan weer doorgaat naar de volgende hype. De voornaamste redenen daarvoor zijn dat boodschappen steeds betaalbaarder worden.Daarnaast neemt de koopkracht steeds meer toe: de lonen stijgen op dit moment harder dan de prijzen van boodschappen.”