Alle hoofdthema’s die nu spelen in Nederland waren in de Europese week van de Regio’s en Steden voor veel nieuwe politici van essentieel belang. In een wereld waarin we nu leven, met aandachtspunten die over grenzen gaan, is het nu van essentieel belang dat regionale leiders en bestuurders bij elkaar komen. Alle regionale bestuurders gaan in Brussel in gesprek met elkaar om van elkaar te leren, kennis op te doen en connecties aan te gaan.
Van 9 tot en met 12 oktober stond Brussel in het teken van de Europese Week van de Regio’s en Steden. Volgens Femke Boersma, persvoorlichter bij het Huis van de Nederlandse Provincies, was het hoofddoel van deze week om de nieuwe statenleden te betrekken en kennis te laten maken met het EU-netwerk. De Week van de Regio’s en Steden is een jaarlijks terugkerend evenement. Volgens Rob van Eijkeren was het dit jaar belangrijk om de Statenleden te informeren over wat er in Europa gebeurt, wie de leden zijn en wat hun functie hierin is.
Het Huis van de Nederlandse Provincies (HNP) behartigt de belangen van de twaalf Nederlandse provincies bij de Europese overheden. Ze zijn de brug tussen de regionale politici en de grote Europese instellingen. De provincies worden in het huis vertegenwoordigd door één of twee ambtenaren. In het bestuur van het HNP zitten twaalf gedeputeerden die zich bezighouden met kwesties die betrekking hebben tot de provincie zoals water en mobiliteit.
Connecties leggen
Er waren vanuit Nederland veel nieuwe statenleden in Brussel, daarom organiseerde het HNP verschillende activiteiten om hun EU-netwerk te delen. Door middel van verschillende workshops konden nieuwe contacten worden gelegd. Van Eijkeren zegt hierover: ‘’Ik heb op één dag zo’n dertig man kunnen spreken, terwijl ik normaal daar heel mijn planning voor had moeten omgooien.’’ Volgens Boersma is zo’n workshop in de Week van de Regio’s heel goed, omdat je als bestuurder positioneert op één onderwerp. Hierdoor is het voor andere belanghebbenden makkelijker om met een bestuurder een connectie te maken over dat onderwerp.
Uitkomsten van de Regionale week
Nederland wordt tijdens de Week van de Regio’s en Steden bestuurd op afstand. Veel bestuurders bevonden zich in Brussel en hier vonden de collegevergaderingen plaats bij het HNP.
Volgens Rob van Eijkeren en Femke Boersma was de week geslaagd, maar er is nog niks te zeggen over het concrete resultaat van de week van Regio’s en Steden. Tijdens deze week zijn er nieuwe relaties gelegd die de toekomst beïnvloeden. Wanneer er contacten worden gelegd kan dat resulteren in een eerste gesprek. Maar voordat er plannen zijn gemaakt en uitgevoerd, gaat er veel tijd overheen, volgens Van Eijkeren soms wel jaren. “Bijvoorbeeld de Green Deal en de uitwerking daarvan, dat kan tien jaar duren, voordat daar überhaupt wetten voor zijn gemaakt,” vertelt Femke Boersma.
Verbeteringen
“De week is net voorbij, dus daar moeten we nog even over nadenken,” antwoordt Rob van Eijken op de vraag wat het HNP volgend jaar anders zou doen in de Week van de Regio’s en Steden. Dit jaar heeft het HNP zich voornamelijk gericht op het kennis laten maken van de provinciale bestuurders met Europese politiek. “We zullen het anders moeten insteken,” zegt Boersma. Ze pleiten wel opnieuw voor één groot netwerkevenement namens alle twaalf provincies, in plaats van allemaal losse evenementen. Ze merkte dat er behoefte is om op bepaalde onderwerpen dieper in te gaan. Het HNP is van plan om een van de zeven algemene onderwerpen, waar het ze zich volgend jaar mee bezighouden, uit te lichten. Veel statenleden hebben nog een baan naast hun werk als politicus. Femke Boersma zegt hierover: “Je kunt er niet vanuit gaan dat regionale politici zich dagelijks bezighouden met Europa.” Politici moeten in zo’n week als de Europese week van de regio’s zo efficiënt mogelijk te werk kunnen gaan. “Dat vereist een goede informatievoorziening naar hen toe,” aldus Boersma.