Na jarenlange onderhandelingen en stakingen over het salaris van de onderwijsmedewerkers is het einde in zicht. Op 12 september werd aangekondigd dat werkgevers en onderwijsbonden tot een akkoord zijn gekomen. Een loonsverhoging waar de bonden content mee zijn. Maar is dit genoeg om een einde te maken aan toekomstige stakingen en acties?
DEN HAAG – Na onderhandelingen tussen werkgevers en onderwijsbonden is er een historisch cao-akkoord bereikt voor medewerkers in het basisonderwijs, middelbaar onderwijs en speciaal onderwijs. Het resultaat? Een loonsverhoging van maar liefst 10 procent. De Algemene Onderwijsbond (AOb) heeft deze belangrijke doorbraak aangekondigd, wat tevens het einde betekent van een eerder aangekondigde onderwijsstaking die zou hebben plaatsgevonden op vijf oktober.
Eerder dit jaar dreigde AOb en CNV en andere onderwijsvakbonden, met collectieve acties en stakingen na de zomervakantie. Hun doel was om leraren, onderwijsondersteuners en schoolleiders een beter salaris te bieden. Oorspronkelijk eisten de bonden een loonsverhoging van 12 procent om de hoge inflatie van het afgelopen jaar te compenseren. Hoewel ze iets minder krijgen dan dat, zal de loonsverhoging met terugwerkende kracht ingaan vanaf 1 juli van dit jaar. Bovendien stijgt de reiskostenvergoeding van 12 naar 17 cent per kilometer, en in november ontvangt het onderwijspersoneel een eenmalige uitkering. De hoogte van deze uitkering varieert van 1000 euro bruto voor medewerkers in de lagere loonschalen tot 350 euro voor degenen in de hoogste schalen.
De vreugde van onderwijsbonden
CNV Onderwijs is verheugd over de uitkomst: “Wij zijn van mening dat dit een solide loonsverhoging is, die in lijn ligt met wat andere onderwijssectoren dit jaar hebben bereikt. De lagere salarisschalen ontvangen zelfs extra voordelen in de vorm van een hogere eenmalige uitkering.” Ook Thijs Roovers, bestuurder van AOb, noemt het akkoord uitstekend. Hij benadrukt dat de dreiging van een staking heeft geholpen.
AOb persvoorlichter geeft aan dat ze door blijven gaan met acties organiseren. “We zijn tot een cao akkoord gekomen en de staking gaat niet door, maar dat betekent niet dat alle problemen opgelost zijn. We hebben nog steeds een enorm lerarentekort. Daarom organiseren we verschillende acties om dit probleem een nieuw leven in te blazen. We zien namelijk dat de verkiezingen voor de deur staan en dat politieke partijen het onderwijs, specifiek het lerarentekort, geen prioriteit geven. Met deze acties willen we de politieke partijen wakker schudden”, zegt Floor de Booys, persvoorlichter van de AOb.
Lerarentekort
Een ander belangrijk punt voor de onderhandelaars was het aanpakken van de situatie waarin onderwijsondersteuners, vanwege het lerarentekort, zelfstandig voor de klas moeten staan. Er is nu afgesproken dat er beleid zal worden ontwikkeld om deze groep te ondersteunen en rechtvaardig te belonen. Terwijl AOb een principieel tegenstander is van zelfstandige leraren voor de klas. “Momenteel worden onbevoegde leraren, zonder gestudeerd te hebben, voor de klas gezet. Hier zijn wij op tegen. Daarentegen hebben scholen geen andere keus door de crisis van het lerarentekort. De zelfstandige invalkrachten worden zelfs uitbetaald met een voucher voor een maand werk. Wij zijn voor het ‘eerlijk’ uitbetalen van deze invalkrachten, maar tegen onbevoegde leraren voor de klas zetten”, zegt Booys. “Elk kind verdient een bevoegde leraar, dit willen we in 2030 bereiken”.
Dat de onderwijsbonden tevreden zijn met het cao-akkoord is duidelijk. Maar de mening van de leraar is nog niet naar voren gekomen. Maarten Müller, wiskundeleraar van het Voortgezet Onderwijs, was opgetogen toen hij het nieuws hoorde. “Bij de vorige loonsverhoging kreeg alleen een bepaalde groep een loonsverhoging voor het compenseren van de inflatie. Dat is niet eerlijk. Daarom ben ik ook erg tevreden met de nieuwe salarisverhoging.”