Het aantal Nederlanders met obesitas is de afgelopen veertig jaar flink toegenomen. Dit blijkt uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in samenwerking met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). In 2023 had maar liefst 16 procent van de volwassen bevolking obesitas, terwijl dit in de jaren tachtig maar 5 procent was.
Volgens Martijn Brouwers, internist-endocrinoloog en hoogleraar Endocrinologie en Stofwisselingsziekten aan het Maastricht UMC+, hebben we onze omgeving steeds ‘obesogener’ gemaakt. “Mensen vermijden steeds meer lichamelijke inspanning, met bijvoorbeeld een toename in het gebruik van elektrische fietsen. Ook is onze voeding steeds meer bewerkt. Bewerkte voeding heeft een grotere energiedichtheid, dat betekent dat je per hap meer calorieën binnen krijgt en dus makkelijker te zwaar wordt” aldus Brouwers.
Stijging
Sinds 1981 worden jaarlijks gegevens verzameld over lengte en gewicht van mensen in Nederland via de Gezondheidsenquête. Met behulp van deze gegevens kan de Body Mass Index (BMI) worden berekend, wat aangeeft of iemand overgewicht heeft. Uit recente enquêteresultaten, uitgevoerd door het CBS in samenwerking met het RIVM, blijkt dat in 2023 maar liefst 16 procent van de Nederlandse bevolking van twintig jaar en ouder ernstig overgewicht heeft. Het hoogste percentage ooit gemeten. Dit is drie keer zoveel als in de jaren tachtig, toen slechts 5 procent obesitas had.
Volgens het CBS is obesitas klasse 1, met een BMI tussen 30 en 35, het meest voorkomend in Nederland. Maar ook de groep met morbide obesitas, waarbij de BMI hoger is dan 35, blijft groeien. In 1981 had slechts 1 procent van de bevolking morbide obesitas, maar dit is gestegen naar 4 procent in het afgelopen jaar.
Als we kijken naar Europa valt het op dat Nederland over het algemeen gezonder scoort dan de meeste andere landen als het gaat om obesitas. Alleen Bulgarije, Italië en Roemenië hebben lagere obesitascijfers dan Nederland.
Nationaal Preventieakkoord
De Rijksoverheid heeft in het Nationaal Preventieakkoord een ambitieus doel gesteld om het overgewicht- en obesitasniveau terug te brengen naar het niveau van 22 jaar geleden (1995). Het streven is dat niet meer dan 38% van de volwassenen en 9,1% van de jongeren kampt met overgewicht. Dit doel hoopt de Rijksoverheid samen met verschillende partijen rond 2040 te bereiken. Om lokale problemen aan te pakken en de algehele gezondheid van Nederland te verbeteren, is het doel om preventieve maatregelen te treffen tegen overgewicht, obesitas en gerelateerde ziekten. “Persoonlijk denk ik dat we maatregelen moeten nemen om onze omgeving gezonder te maken. Daarvoor is niet één oplossing” aldus Brouwers. Volgens hem zou het een combinatie moeten zijn van betere informatievoorziening over wat gezonde en juist ongezonde voeding is, ook in het onderwijs. Een verbod op advertenties voor ongezonde voeding voor kinderen en het veranderen van voedselaanbod in de supermarkt. Zoals geen snoep en frisdranken meer bij de kassa. Bovendien denkt hij dat het helpend kan zijn om ongezond eten duurder te maken, bijvoorbeeld door een suikertaks.