“Het is jammer dat we elkaar getroffen hebben hier aan de binnenkant van deze walvis”, zegt Gepetto tegen zijn houten zoon tijdens de theatervoorstelling ‘Pinokkio’, gespeeld door Trappaf (leeftijd 6 tot 76 jaar). De Oisterwijkse theatergroep is goed in droge humor afwisselen met de magie van het sprookje. Ondanks een technische storing aan het begin van de laatste voorstelling in het Natuurtheater slaagt amateurgroep Trappaf erin het houten decor en jongetje te laten leven.
Wie de houten jongen Pinokkio als allereerst tot leven wilde wekken, was Gepetto. Door het verlies van zijn vrouw en zoontje, wil de houtbewerker niets liever dan een familie. Zijn wens wordt in vervulling gebracht door drie feeën op voorwaarde dat zijn houten, maar levende zoontje dapper en eerlijk is. Japie Krekel zou hem als zijn geweten hierbij moeten helpen. Samen beleven ze gevaarlijke avonturen met drie straatdieven, een poppentheater onder de ambitieuze Stromboli en op Pleziereiland waar achteraf niet veel plezier valt te beleven. Pinokkio gaat deze tegenslagen aan om zijn vader trots te maken die natuurlijk altijd al trots op zijn houten zoontje is geweest.
Kleine onderbreking
Het eerste kwartier zijn de microfoons van de spelers haperig, waardoor het lastig is je in te leven in het stuk. Volgens oud-medewerker Marianne Keuninks is gehaper voor Trappaf echter een uitzondering: “Dit is hun eerste storing sinds tien jaar.” Na een onderbreking van twintig minuten is de verhaallijn goed te volgen. Wat hierbij helpt, is dat het aantal liedjes bijna op één hand te tellen is. Het stuk wordt dus niet continu onderbroken. De twee nummers die eruit springen zijn op de eerste plaats het lied van de feeën gevolgd door Pleziereiland. Pleziereiland is enorm schattig vanwege de kleine kinderen die meezingen op de grond en de tieners die daaromheen op rotsen staan. Het lied van de feeën is prachtig gezongen en lijkt je aandacht op een magische wijze vast te houden.
Enthousiaste Gepetto
De belangstelling van het publiek vasthouden is iets waar de speler van Gepetto moeiteloos in slaagt. Door zijn oprechte enthousiasme en bekommering om zijn zoon, lijkt het wel alsof de ware Gepetto uit het sprookje is gekropen. Trappafs Pinokkio, gespeeld door een meisje, staat letterlijk te trappelen op zijn beentjes van nieuwsgierigheid en geeft een wat vrolijker beeld van het karakter. Ook Japie Krekels voorzichtige pasjes en haar zenuwachtige handwrijvingen zijn voelbaar voor iedereen. Zij is de eerste die het publiek betrekt bij de show door te vragen aan een kind of die een ander woord voor een gemene baas weet dan ‘bullebak’. Trappaf blijft de vierde wand gedurende het stuk vaker doorbreken, waar de kinderen erg blij van worden. Wie wat minder sprekend is, is een van de feeën. Haar stem klinkt best theatraal, waardoor ze minder ‘echt’ overkomt. Vos, Kat, Das, juf Bregje en Stromboli lijken net als Gepetto één te zijn met hun karakter.
Technische verrassingen
De grootste technische verrassingen voor het publiek zijn het opengaan van het decor, waardoor een huis transformeert in een podium met gordijnen, en de groei van Pinokkio’s neus als hij liegt. Wat jammer is, is dat het met mos begroeide Natuurtheater haast niet
gebruikt wordt. Het had bijvoorbeeld leuk geweest als een kind op Pleziereiland of Kat in een boom geklommen was.
Al met al is Trappafs Pinokkio een verrijking voor je verbeelding. Het stuk wisselt betovering en humor af en blijft bijna consequent geloofwaardig. Interessante rekwisieten zijn er genoeg en van overbodige liedjes is geen sprake. Zoals de baas van Pleziereiland zegt: “Houd ‘t hier wel een beetje netjes, ‘t is hier geen Intents!’