Ruim drie weken lang zat Rifat (47) uit Dordrecht in het rampgebied in Turkije. Hij twijfelde geen moment toen hij hoorde dat zijn vader onder het puin lag en reisde af naar zijn geboortestad Iskenderun. Hij haalde er zijn overleden vader op eigen kracht onder het puin vandaan, maar ondervindt daar nu nog steeds de mentale gevolgen van. ,,Ik voelde eerder blijdschap dan verdriet toen ik hem vond. Helen gaat tijd kosten.”
Inmiddels is Rifat terug in zijn woonplaats Dordrecht. Hij probeert er zijn leven weer op te pakken, al gaat dat moeilijk. Niets is meer hetzelfde. Ook hij niet. De beelden die hij heeft gezien en het verlies van zijn vader hebben hem mentaal geschaad. Daar wordt hij sinds kort voor behandeld door een psycholoog. ,,Mijn brein is nu in twijfel of dat wat ik heb gezien en meegemaakt wel écht was”, zegt Rifat.
,,De gebeurtenissen die ik heb meegemaakt blijven door m’n hoofd spoken. Ik krijg het niet uit mijn gedachten. Alles doet mij eraan herinneren.” Daardoor lukt het hem ook niet om zich te concentreren op zijn werk. Na een half uur dwalen zijn gedachten weer af. Dan herinnert hij zich weer het leed waar hij getuige van is geweest.
De stad waar Rifat is geboren en een groot deel van zijn leven heeft doorgebracht, is zwaar aangetast door de verwoestende aardbeving. Het lijkt op een oorlogsgebied. De mensen in onder meer Iskenderun verloren alles in de nacht van 6 februari. Hun huizen, hun spullen maar ook hun dierbaren. De aardbeving heeft ook niet alleen de bewoners van het rampgebied getroffen, maar ook de mensen die daar familie hadden wonen. En dus ook Rifat, die zijn overleden vader zelf onder het puin vandaan heeft gehaald.
De hel
Kort na de aardbeving stapt Rifat in het vliegtuig en reist hij naar de stad Iskenderun, gelegen in de provincie Hatay. Als hij bij zijn ouderlijk huis aankomt kan hij zijn ogen niet geloven. ,,Ik kwam aan in de hel”, zegt hij. De flat waarin zijn ouders woonden blijkt met de grond gelijkgemaakt. Zijn moeder is dan al uit het puin gehaald en ligt met een gebroken rug in het ziekenhuis in de nabijgelegen stad Adana.
Zijn vader ligt echter nog onder de brokstukken. Rifat gaat naar hem op zoek. Als een van de mannen die ook op zoek zijn naar familieleden zijn stem door het puin laat galmen met de vraag of iemand hem hoort, komt er antwoord: ‘Ik hoor je.’ Het is de vader van Rifat. ,,Toen ik zijn stem hoorde kreeg ik een black-out”, zegt Rifat. ,,Ik moest er alles aan doen om hem daaruit te halen.”
Het heft in eigen handen
Officiële hulporganisaties zoals de Turkse rampenbestrijder AFAD zijn niet op locatie. Rifat en zijn jongere broer nemen het heft in eigen handen. ,,Iedereen probeerde op eigen kracht, amateuristisch, mensen te redden”, vertelt hij. ,,We hebben een slijptol en een generator gekregen van een loodgieter. Daar hebben we het ijzer mee gesneden.”
Zes dagen lang, dag en nacht, doet hij er alles aan om de slachtoffers uit het puin van de flat te halen, onder wie dus zijn eigen vader, van wie hij verder niets meer hoort. ,,Om de zoveel tijd liep ik naar beneden om water te drinken en dan viel ik tien á vijftien minuten in slaap bij het vuur dat we hadden branden. Daarna werd ik weer wakker en ging door.”
Hij haalt zestien mensen uit het puin, mensen die op één man na allemaal zijn overleden. Deze overlever overlijdt later in het ziekenhuis. Dan haalt hij een zeventiende slachtoffer onder het puin vandaan: zijn eigen vader. Ook hij leeft dan al niet meer. ,,Ik wilde eerst niet kijken”, vertelt Rifat met trillende stem. ,,Maar daarna dacht ik: ik móet wel kijken. Ik zag dat zijn lichaam nog intact was. Het klinkt misschien gek, maar ik voelde eerder blijdschap dan verdriet. Ik had hem gevonden, heel en niet geplet.”
Het lichaam van zijn vader wordt eerst naar het ziekenhuis gebracht, waar hij officieel dood wordt verklaard. Daarna wordt hij begraven. ,,Ik heb zijn naam zelf op zijn tijdelijke grafsteen geschreven”, vertelt Rifat. ,,Met mijn eigen handen.’’
Op dag zeven van zijn verblijf in Iskenderun reist hij naar Adana om zijn moeder te bezoeken in het ziekenhuis. Hij moet haar vertellen dat haar echtgenoot is overleden. ,,Toen ze me zag begreep ze het, al was ze suf van de pijnstillers die ze had gekregen. Ze vroeg: ‘Heb je je vader gevonden?’ Ik knikte alleen maar. Toen zei ze: ‘Moge hij in vrede rusten’. Ze wist dat ik niet terug zou keren zonder hem te vinden.”
Ondertussen bereikt hulp vanuit officiële organisaties Iskenderun, maar voor Rifats vader dus al veel te laat. De Turkse president Erdogan brengt ruim een maand later een bezoek aan Hatay, waar hij zijn excuses aanbiedt. ,,Als jullie moeilijkheden hebben ondergaan, ondanks dat we er alles aan hebben gedaan (om te helpen, red.), is het onze plicht om vergiffenis te vragen”, zegt Erdogan tijdens zijn toespraak, uitgezonden door de Turkse tak van BBC News. Hij benadrukt ook dat het bij zo’n grote ramp onmogelijk is om tekortkomingen te vermijden. Toch is Rifats teleurstelling in de Turkse staat groot. ,,Hulp had al aanwezig moeten zijn voordat ik daar aankwam. Misschien zou mijn vader dan nog in leven zijn.’’
Afscheid
Dat zijn vader er niet meer is, kan Rifat nog niet geloven. ,,Zijn telefoonnummer staat nog steeds opgeslagen in mijn mobiel”, zegt hij. ,,Ik kan niet begrijpen dat ik hem niet meer kan bellen.” Ook bij de rest van zijn familie heerst ongeloof. ,,Mijn broertje vertelde laatst dat hij onbewust twee kopjes op het aanrecht had gezet, waarvan eentje voor mijn vader. Rond dat tijdstip bezocht hij namelijk altijd mijn broertje.”
Volgens Rifat hebben zij geen afscheid kunnen nemen van hun vader, onder meer omdat ze er nog niet gezamenlijk over hebben gesproken. ,,Onze moeder heeft nu prioriteit. We moeten eerst bij elkaar komen om afscheid van hem te kunnen nemen. Ons brein denkt dat hij nog steeds leeft.”
Het leed
Inmiddels is het alweer twee maanden geleden dat de catastrofe plaatsvond. Ruim 40.000 mensen in Turkije zijn om het leven gekomen. Het leed blijft doorgaan. Niet alleen voor de mensen in het gebied, maar ook voor Rifat zelf. ,,Voor ons is er nog niks voorbij”, zegt hij.
,,We hebben onze vader gevonden en begraven, onze moeder ligt in het ziekenhuis en is aan het herstellen. Maar de moeilijkheden die de mensen daar hebben, gaan door.” Zo hebben zijn moeder, zijn jongere broer en zijn zussen geen eigen huis meer en ervaren ze financiële problemen. ,,Mijn broertje verblijft in het vakantiehuis van mijn schoonmoeder. Mijn ene zusje blijft bij mijn moeder in het ziekenhuis, terwijl de ander in een tent woont. De overheid biedt geen steun meer aan mensen die een woning hebben gevonden. Zij moeten het doen met hun eigen financiële middelen.’’
Het zijn niet alleen de volwassenen die het zwaar hebben, dat geldt ook voor de kinderen. ,,De scholen zijn dicht. Er zijn tenten opgezet op de schoolpleinen, waar de kinderen les kunnen volgen. Daarnaast zijn er vrijwilligers die online lesgeven en er zijn privéscholen – die wel hun deuren geopend hebben – om tijdelijk leerlingen aan te nemen. Maar deze scholen vragen enorm veel geld. Wij hebben ervoor gezorgd dat mijn nichtje drie keer per week les krijgt op zo’n privéschool, zodat ze geen achterstand oploopt en afleiding heeft.” Ook leven de kinderen in angst vanwege de lichte aardbevingen die zich blijven voordoen. ,,Ze rennen elke keer weer gillend en door angst trillend naar buiten.”
De moeilijkheden waarin de familie van Rifat verkeert, hebben groot effect op zijn dagelijks leven en herstel. Hoewel hij zijn familie op allerlei manieren, waaronder financieel, probeert te ondersteunen, voelt hij zich niet op zijn gemak. ,,Ik heb het hier goed. Ik heb een huis en kom niks tekort. Maar ik voel absoluut geen rust. Ik denk continu aan hen”, zegt Rifat. ,,Ik kan niet dineren met mijn gezin. Ik zie dan mijn familie voor me en vraag me af wat en waar ze eten. Zolang ik er niet zeker van ben dat zij ook hebben gegeten die avond, kan ik geen hap door mijn keel krijgen.”
Daarbij blijft Rifat regelmatig geconfronteerd worden met de pijnlijke gevolgen van de aardbeving. Ook als hij bijvoorbeeld door de contactenlijst op zijn telefoon scrolt. ,,Ik keek op mijn telefoon om te zien wie er is overleden en wie nog in leven is’’, zegt Rifat. Terwijl hij dit vertelt, begint hij steeds zachter te praten. ,,Ik heb bijna dertig personen verwijderd uit die lijst. Het waren allemaal familieleden of vrienden. Ze zijn er niet meer.”
Dit artikel is tevens gepubliceerd op AD.nl:
https://www.ad.nl/dordrecht/rifat-haalde-vijftien-mensen-levend-onder-puin-in-turkije-vandaan-maar-zijn-vader-wist-hij-niet-te-redden~ad05e959/