Nederlandse scholieren hebben minimale kennis over de democratie en de maatschappij. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam. In dit onderzoek zijn Nederlandse scholieren vergeleken met scholieren uit andere West-Europese landen. Zes jaar geleden kwam uit een vergelijkbaar onderzoek eveneens dat Nederlandse scholieren minder kennis over deze onderwerpen hadden.
In het onderzoek wordt gekeken naar de kennis van jongeren uit de tweede klas van de middelbare school. De jongeren moesten een vragenlijst invullen om hun kennis te testen. Daarnaast moeten er stellingen beantwoord worden over hun opvatting over de democratie. Denk dan aan een stelling over gelijke rechten en over deelname van jongeren aan de politiek.
Frank Wanders, onderzoeker bij ProDemos zegt dat deze uitkomst niet verrassend is. Het is al jaren zo. Het bevestigt wat we al wisten: Nederlandse jongeren weten te weinig over democratie en burgerschap.
ProDemos probeert jongeren mee te nemen naar de plek waar het gebeurt, bijvoorbeeld de Tweede Kamer. “We willen de scholieren een mooie ervaring geven over de democratische rechtstaat”, vertelt Wanders.
De politieke participatie van jongeren in Nederland is laag. Ze doen minder mee aan burgerschapsactiviteiten, zoals het stemmen voor klassenvertegenwoordiger, schoolparlement of leerlingenraad. Vier van de vijf jongeren vindt democratie wel de goede manier om het land te besturen en hebben er wel vertrouwen in, maar het vertrouwen is minder dan andere landen.
De afgelopen jaren werd er vanuit de politiek wel druk uitgeoefend op duidelijkere burgerschapslessen. De lessen zijn sinds 2006 verplicht, maar scholen vullen die op hun eigen manier in. Niels Beerens en Ruben van der Schoot, maatschappijleerdocenten op het Pius X college in Bladel vertellen dat zij hun les altijd beginnen met een filmpje uit het nieuws, dat is de actualiteit en daar gaan ze dan de discussie over aan in de klas. Daarna gaan ze verder met de lesstof uit het boek thema’s van Essener.
Uit het onderzoek kwam ook dat er grote verschillen zijn tussen de verschillende niveau’s op de middelbare school. Deze uitkomst vindt Frank Wanders erg zorgwekkend. Gelijkwaardige lessen op alle niveaus zouden ervoor kunnen zorgen dat de grote verschillen afnemen. “Een derdejaars kader leerling heeft zes lessen over politiek in zijn of haar leven en een vierdejaars havo of vwo-leerling heeft 16 lessen over parlementaire democratie, dat is een groot verschil”, vertelt Beerens aan.
Oplossing
Om de kennis onder jongeren te verbeteren hebben Beerens en Van der Schoot een oplossing: “Voor derdejaars kader leerlingen is de oplossing simpel, meer uren. In boeken gaat het vooral over staatsinrichting en niet over hoe er invloed op de politiek kan worden uitgeoefend en wat een stem doet.” Volgens Wanders zou de basis ook beter gelegd kunnen worden in het basisonderwijs en de onderbouw van de middelbare school. We willen dat iedereen in aanraking kan komen met de democratie en dat het niet uitmaakt welke onderwijsrichting je hebt. Dat is er nu niet.
Bron foto: ANP/ROBIN UTRECHT