Na de vergadering van de ministers van buitenlandse zaken dinsdagmiddag, besloot de EU de humanitaire steun toch voort te zetten. Daarmee kwamen ze terug op eerdere besluiten. Daar hebben een aantal Brusselaars een stevige mening over.
Aan het einde van de bijeenkomst verklaarden de ministers: hun afkeuring van de terroristische aanval van Hamas, een oproep tot het vrijlaten van gegijzelden, de bescherming van burgers, het veroordelen van aanvallen op burgers en het handhaven van humanitaire internationale wetgeving.
In het bijzonder benadrukten de ministers dat de toevoer van water, voedsel, medicijnen en elektriciteit. Josep Borrell, chef buitenland van de Europese Unie, onderstreepte ook dat de EU blijft doorgaan met de humanitaire hulp en dat er met beide landen onderhandeld blijft worden. Eerst wilde eurocommissaris Olivér Várhelyi die steun intrekken, maar een overgrote meerderheid van de lidstaten floot hem terug.
Het spoedoverleg vond plaats in Oman, waar de buitenlandministers al bijeen waren gekomen voor een al eerder gepland overleg met de landen rond de Perzische Golf.
De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Cohen was uitgenodigd voor dit overleg, evenals zijn Palestijnse collega Riyad al-Maliki. Maar Cohen weigerde te komen omdat hij niet met Al-Maliki aan tafel wilde zitten, waarna Cohens uitnodiging ingetrokken werd.
“Palestijnen zijn geen Hamas”
In Brussel staat ondertussen een anonieme Palestijnse demonstrant in zijn eentje te protesteren. Zijn belangrijkste punt vat hij samen op zijn protestbord: ‘’Dear EU parliament, what do you expect after 15 years of illegal occupation and 16 years of siege? Free Palestine.’’ Zijn uitleg erbij: ‘Kun je geloven wat er met jou zou gebeuren als je in een openluchtgevangenis zou zitten als jongere? Als je niet weg zou kunnen, daar een jeugdwerkloosheid van 70% is. Dan is het niet gek dat je gaat vechten voor je rechten.’’ Volgens de demonstrant leven Palestijnen al tientallen jaren met weinig mensenrechten, slecht openbaar vervoer en zonder goede toegang tot water. Hij vindt dat voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, er niets van begrijpt als ze zegt dat het een terroristische aanval is. De mensen die de aanval op 7 oktober uitvoerden, vechten voor hun recht op bestaan, volgens de demonstrant.
Joodse burgers beschermen
Even verderop, in de richting van de gebouwen van de Europese Commissie een zijstraat, hier zitten ook een aantal mensen met een uitgesproken mening over de rol van de EU. Samen met een aantal andere organisaties huist hier het European Jewish Community Centre(EJCC), organiseert culturele en educatieve activiteiten rond de Joodse gemeenschap. Avi Tawil, directeur van het EJCC gaat niet direct in op het conflict tussen Israël en Palestina, maar wel op het effect van het conflict op de Joodse mensen in Brussel. Hij vertelt dat hij zelf twee dagen daarvoor samen met zijn dochter uitgescholden werd op straat omdat hij er Joods uitzag. Hierin ziet hij een taak voor de EU om de Joodse burgers te beschermen tegen wat hij hatelijke ideologieën noemt, waarbij hij doelt op bepaalde elementen in de Islam. Binnen zijn kring zijn een aantal mensen uit naam van de vrijheidsstrijd belaagd zijn omdat ze er Joods uitzien. Voor Tawil is het een kernwaarde van de EU om de diversiteit van culturen te verdedigen. Verder is het volgens hem van belang dat de EU de terroristische aanvallen blijft veroordelen.