In 2022 hadden 1,6 miljoen werknemers last van burn-out gerelateerde klachten. Dit is een forse stijging vergeleken met 2021, toen hadden ruim 1,3 miljoen mensen hiermee te maken, blijkt uit onderzoek van TNO – Innovation For Life. Bij burn-out gerelateerde klachten is er sprake van emotionele uitputting door werk, wat ernstige gevolgen kan hebben in de toekomst.
Irene Roos (58) had zeven jaar geleden een burn-out. Het begon door de drukte op haar werk. Irene was werkzaam in de verpleging, waar destijds een personeelstekort was. “Ik had het gevoel alsof ik niet gemist kon worden op mijn werk, daardoor ga je door. Het is altijd maar werken, ik kwam gewoon niet meer aan mezelf toe. Een burn-out? Dat gebeurt mij niet zomaar, dacht ik altijd. Ik werk op de automatische piloot. Het gebeurde vaak dat er een bepaalde dienst open kwam. Ik voelde mijzelf dan verantwoordelijk om die dienst op te vullen omdat niemand anders ermee kwam. Ik werkte erg veel dus dat zit in mijn systeem. Dat komt omdat ik veel verschillende taken had op mijn werk. Maar na een tijd eist dit zijn tol. Er gebeurde veel kleine dingen.”
“Mijn moeder is 20 jaar geleden overleden, maar omdat het zo’n gehaast was ging ik maar door en door. Op die manier kwam ik helemaal niet toe aan dat rouwproces. Ik denk dat dit ook een bepaalde rol heeft gespeeld, ondanks dat het al langer geleden had plaatsgevonden. Problemen stapelden zich op. Ik werkte ook met medicijnen. Ik moest hier goed op gefocust blijven. Ik was bang dat ik fouten ging maken. Ik dacht continu dat het morgen een betere dag werd, maar dat was niet. Het werd morgen niet beter. Ik had nog een leven buiten mijn werk, maar ik had geen zin meer om iets te ondernemen. Dat was het moment dat ik besefte, ho, dat gaat niet goed zo. Het was een warme zomerdag en ik voerde echt niks uit. Ik ging in mijn achtertuin zitten terwijl ik spelletjes speelde op mijn telefoon. Dat deed ik normaal echt nooit. Ik had in mijn achterhoofd dat ik nog huishoudelijke klusjes moet doen zoals de was en het huis opruimen, maar dit stelde ik uit. Ik zei tegen mezelf dat ik het morgen allemaal wel zou doen, maar dat deed ik niet. Dit ging ongeveer zo’n vier weken door. ‘Ik dacht bij mijzelf ‘waar ben ik eigenlijk mee bezig?’ Normaal was ik een persoon die graag op vakantie ging, leuke dingen met mijn gezin wilde doen en met vriendinnen erop uit wilde gaan. Dit wilde ik allemaal niet meer. Ik besloot er op uit te gaan. Ik ben leuke dingen gaan doen, dat doet je goed. Zo langzamerhand ben ik uit mijn burn-out gekomen.”
“Ik heb ook veel aan mijn werk gehad. Ik ben ontzettend veel gaan praten, zo ook met de praktijkopleider van mijn huisarts. Nu zie ik dingen in, die ik destijds niet in zag. Op mijn werk gaven ze me veel ruimte. Dit was erg fijn. Niks moest, alles mocht. Ik vertelde mijn collega’s waar mijn grenzen lagen en ik gaf aan dat ik daar niet overheen ging. Ik vond het aangeven van mijn grenzen soms wel lastig. Tegenwoordig gaat dit me gelukkig goed af. Het heeft me inzicht gegeven dat het oké is om soms nee te zeggen. De zorg gaat door en dat vind ik erg om te beseffen, maar ik ben tegenwoordig wel wat harder hierin. Ik heb geleerd om goed te praten over mijn gevoel. Na twee maanden ben ik langzaam weer begonnen met werken.”
“Ik raad andere mensen aan om te praten. Probeer te vertellen wat je dwars zit, je komt er sterker uit.”
Oplossingen
“Er is niet echt een specifieke oplossing. Het is niet een probleem dat door één aspect ontstaat. Je kunt draaien aan knoppen op werk, om zo ervoor te zorgen dat de stress niet te veel opbouwt. Dit is helaas niet altijd haalbaar. Een andere mogelijkheid is om te zoeken naar ontspanning en herstelmogelijkheden in je vrije tijd”, aldus Madelon van Hooff, universitair hoofddocent.