De PVV is de grootste, en lijkt weer te gaan regeren. De VVD ziet na het zetelverlies regeren niet zitten, maar wil wel gedogen. De rollen lijken omgedraaid: tussen 2010 en 2012 was de VVD de grootste partij, en was de PVV de gedoogpartner. Hoe verliep dat toen?
Na vier kabinetten Balkenende, moest het CDA in 2010 flink inleveren. De VVD werd voor het eerst in haar bestaan de grootste partij. De andere grote winnaar was de PVV. Een ingewikkelde formatie volgde: de VVD wilde over rechts, samen met het CDA en de PVV. Het CDA zag dat niet zitten na het forse zetelverlies: “Ons past bescheidenheid”, zei voorman Maxime Verhagen.
Het leidt uiteindelijk, na flinke interne botsingen en een historisch partijcongres bij het CDA , toch tot minderheidskabinet Rutte I bestaande uit VVD, CDA en gedoogsteun van de PVV. De partij van Wilders levert geen ministers, maar er zijn wel afspraken met zijn partij over de koers van het kabinet.
In de clinch
CDA-minister Gerd Leers krijgt de post van Immigratie, Integratie en Asiel. Hij lag geregeld in de clinch met Wilders over nieuw beleid. “Er hing constant een zwaard van Damocles boven het kabinet”, vertelt Leers later in de documentaire Het Gedoogdrama. Als de PVV te weinig steun kreeg voor hun standpunten zouden ze het kabinet laten vallen en werden ze mogelijk de grootste, zo vreesden het CDA en de VVD. Ze gaven daarom telkens een beetje mee aan Wilders om de PVV niet de grootste te maken.
Als Leers in een interview zegt dat “migratie een verrijking is voor de samenleving”, staat Wilders op z’n achterste poten. Hij is uit op de val van de minister. Daarbovenop komt de kwestie rondom Mauro, een Angolese Nederlander die na zijn studie het land mogelijk zou moeten verlaten en Leers’ mislukte Europese tournee om de migratiemaatregelen aan te scherpen. Het beleid van Leers, maar ook van andere bewindslieden, kreeg telkens flinke kritiek van Wilders. Hij ging vol op het orgel.
Dreigen met opstappen
De interne strubbelingen bij het CDA blijven dooretteren. De bewindspersonen vinden dat Leers onvoldoende is verdedigd door CDA-vicepremier Verhagen. Joop Atsma, de staatssecretaris van Infrastructuur, zegt dat hij vertrekt als Leers moet opstappen, zo bleek later uit een reconstructie van de Volkskrant. Twee andere CDA-bewindspersonen sluiten zich aan bij het standpunt van Atsma en dreigen ook met opstappen.
De val
In de tussentijd zitten Rutte, Verhagen en Wilders samen in het Catshuis. Ze onderhandelen over het begrotingstekort. Wanneer de drie partijleiders 1 tot 1,5 miljard willen bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking, zegt verantwoordelijk staatssecretaris Knapen dat hij zou opstappen. Hij vindt het beleid niet meer te verdedigen.
In het Catshuis leidt het tot woede. Wilders ziet geen enkele wens uitkomen en trekt de stekker er uit. Kabinet Rutte I is na 753 dagen gevallen.
Het kabinet zat constant te worstelen met het vinden van een meerderheid, waardoor ook de druk op ministers groot was. “Ik zat met een hijgende oppositie die werkelijk niets meer goed vond”, zei immigratieminister Leers later daarover tegen Trouw.