Met hoopvolle verwachtingen trokken Noor Klein en Sjoerd Verbiesen het kerstspektakel in Leerdam. Is het een treinrit waard of kun je deze kerstparel beter overslaan?
Woensdagochtend 10:00 uur. Op de nieuwsredactie van EyDaily moeten we nog een sferisch kerstverhaal zoeken. Leerdam, daar moeten we zijn, vinden we in diverse bronnen. De sfeervolle straat staat volledig vol met kerstverlichting en decoratie. Kerstmannen, sneeuwvlokken en “honderdduizenden kerstlampjes”, lezen we. De verwachtingen waren hoog: “Dit kan echt een leuk item worden”, vertelt de docent. Vol verwachting gaan Noor en ik met camera en al de boer op. Kerstsfeer in deze donkere dagen is broodnodig.
Op het station komt de eerste tegenslag: de trein missen we net. De reis duurt meteen driekwartier langer. Maar dat geeft niet, je moet iets over hebben voor dit “nationaal bekende fenomeen.” We gaan een onontdekte kerstparel van Nederland ontdekken. Dan maakt die vertraging het alleen maar beter. Het uitgestorven, winderige station Geldermalsen vinden we nog prachtig. Vol goede moed zetten we koers richting Kerststad Leerdam.
Station Leerdam valt een beetje tegen. Meer een bushalte, een perron met een bord erop, onbeschermd tegen regen en wind. Bankjes zijn er niet.
Eindelijk, kerststad Leerdam. De mensen kijken naar beneden, lopend met gele plastic zakken van Jumbo. Vooral de gewatteerde jas met bontkraag is in Leerdam in de mode. Nadat we de hamburgerzaak ‘Take a burger’ hadden gepasseerd, komen we aan bij een sfeervol pleintje: er staan een aantal glaskunstwerken en een kerstboom van lichtjes. Nog even doorlopen, je moet door de vergane glorie heen. We zijn niet ver van het kerstspektakel vandaan, zien we op Google Maps.
Daar is dé straat, het kerstspektakel. Ja, de volledige straat is versierd zoals in we in het AD lazen, maar ‘de volledige straat’ bestaat maar uit negen huizen waarvan er eentje niet meedoet. De lichtjes staan uit, twee pinguïns, een ijsbeer en misschien drie kerstmannen. Het doet ons meer denken aan een leeggekochte Action, dan aan een groots, meeslepend kerstfeest. Misschien vergissen we ons. Misschien moeten we de kerstsfeer bij de bewoners zoeken. We bellen aan bij een woning om de – toch wat schamele – kerstsfeer in Leerdam te bespreken. Misschien weet hij of zij wie de organisator is? Voor de deur hangt een doek, zodat het lijkt alsof we bij de woning van de kerstman aanbellen, maar het past niet volledig, waardoor we de grijze voordeur zien. De Leerdammer stapt uit de voordeur, wijst naar de deur van twee woningen verderop en zegt: “Daar moet je wezen.” Met een klap valt de deur dicht.
Op naar de organisator. We bellen aan. Direct beginnen twee honden te blaffen. Na een halve minuut doet organisator Mike open, onder zijn rechterarm zit een hond, zijn andere hond loopt naar buiten. Hij wil niet voor de camera, want hij moet zo werken. De moed zakt ons volledig in de schoenen. Al die cameraspullen meegesleept voor niks. Wel wil hij een paar vragen beantwoorden. Terwijl Noor hem interviewt, loopt een van de honden naar het gras, waar een paar opblaasbare sneeuwpoppen staan. De hond tilt zijn pootje op en begint tegen de sneeuwpop aan te plassen. Geen gele sneeuw, maar de plas druipt van de plastic pop af.
We zijn er een beetje stil van geworden. “Zullen we dan maar iets gaan drinken?”, zeggen we uiteindelijk. Net als de andere Leerdammers lopen we inmiddels met het hoofd naar beneden door de straten. Door de straten zien we nu de ongelofelijke droefheid van wat ooit dé glasstad was. Kapperszaken met vergeelde reclameborden, kledingwinkels waar personeel doelloos door de winkel loopt en dichte horecazaken.
We slaan twee cafés over omdat ze leeg zijn. Dan vinden we een horecatent dat er – voor Leerdamse begrippen – gezellig uitziet. Aan de bar zitten twee mannen aan het bier (het is 12:00 uur), en aan een tafeltje zit een echtpaar in stilte te eten. In de hoek staat een man zijn beurs leeg te maken door te gokken. Ik bestel een thee, Noor een cappuccino. De thee die ik krijg is niet heel lekker, de cappuccino was volgens Noor ‘drinkbaar’. De weeë lucht van een goedkope geurkaars maakt het er niet gezelliger op.
We weten het toch een half uur in dit ellendige café vol te houden. Zwijgend en chagrijnig lopen we terug naar het station. Het duurt nog ruim twintig minuten voordat de trein ons komt redden uit dit troosteloze stadje. Als ik de trein instap weet ik één ding: met Kerst moet je niet in Leerdam zijn.