Al jaren wordt er gepraat over een personeelstekort in de zorg. Volgens cijfers van het onderzoek van ABF Research in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gaat naar verwachting het personeelstekort oplopen tot 120.000 werknemers. Het ABF denkt dat onder andere de beroepsgroepen Verzorgde niveau 3 gaan lijden onder de oplopende tekorten. Door de coronapandemie is het bestaande personeelsprobleem als maar groter geworden. Dit is ook te merken in de thuiszorg, wat deels onder de verzorgde niveau 3 vallen. ZZG-wijkverpleegkundige Irene Furer weet uit eigen ervaring hoe een personeel probleem de werksfeer kan aantasten: haar team werd opgeheven door het personeelstekort.
De personeelsproblemen werden tijdens de coronacrisis steeds groter, volgens wijkverpleegkundige Irene Furer: “Doordat veel medewerkers positief getest werden moesten we met steeds minder mensen werken. Na zo’n test mochten we tien dagen niet werken. Dan moesten we schuiven, terwijl we al met zo weinig waren.” Voor corona kon het team andere wijkverpleegkundige inzetten vanuit Flex bureau’s. Die konden bijspringen als andere collega’s uitvielen, maar tijdens de corona kon dit niet meer omdat ook bij hen een personeelstekort plaatsvond. Nu na de corona heerst het probleem nog steeds.
Opstapeling van problemen
Met een team van vijf wijkverpleegkundigen was het lastig voor Furer om altijd de juiste hoeveelheid zorg te geven: “Door de drukte konden we geen nieuwe patiënten meer aannemen. En de patiënten die er wel waren, hadden we onze handen aan vol. Soms moesten we cliënten afbellen en konden ze die avond geen zorg krijgen. Dat ging dan om mensen die niet veel zorg nodig hadden zoals enkel steunkousen aan doen, wassen of helpen omkleden.” In zulke situaties probeerde het team de familie van de ouderen in te schakelen vertelt Furer.
Personen die wel meer zorg nodig hadden waren moeilijk te verdelen door de weinig mensen: “Als er collega’s uitvielen konden we niet alle cliënten afbellen. Er zijn mensen die insuline moeten krijgen of hulp nodig hebben met bloedprikken. De dichtstbijzijnde collega’s die geen dienst hadden moesten dan weleens invallen om toch die patiënten nog te helpen,” zegt Furer uit.
Door het schuiven in de planning hadden de cliënten weinig last van het personeelstekort. Het afzeggen kon niet te vaak gebeuren vond Furer: “Dat kan een keer of twee keer gebeuren, maar het moet niet vaak voorkomen. Dat is ook geen mooi visitekaartje.”
Nieuw team
Doordat de zorgvraag te groot was voor de groep is het wijkteam opgeheven. Het team draaiende houden met vijf mensen was zwaar voor Furer: “Ik heb twee jaar lang 40 uur gewerkt in plaats van de 24 die in mijn contract staan, iedereen overliep aan uren.” De cliënten zijn onderverdeeld in andere teams en de vijf collega’s mochten zelf een team kiezen waar ze mochten beginnen. Tegenwoordig werkt Furer in een kleinere wijk met een team van tien mensen. “Als we nu zieken hebben is het beter op te lossen dan in het vorige team,” legt Furer uit. “Door onze teamcoach hebben we een gezond rooster. We werken hooguit vier dagen achter elkaar, we hebben zelf inspraak over welke diensten we willen werken en wanneer. We regelen alles zelf.”
Weinig nieuw personeel
Om het personeelstekort op te lossen zijn nieuwe wijkverpleegkundigen nodig. Er zijn veel vacatures waar geen mensen op reageren. “Er reageren weinig mensen door het te lage salaris en de weinig uren. Omdat we met veel parttimers werken kunnen we geen 36 uur contracten aanbieden, die zijn juist populair,’’ legt Furer uit. Alleen het salaris verhogen is niet genoeg volgens haar. De wijkverpleegkundige heeft onlangs de 3IG-verzorgende opleiding gedaan voor bijscholing. Deze opleiding werd betaald door haar werkgever ZZG. Dat is een van de manieren waarop ze nieuwe werknemers proberen te werven: “Het is je eigen keuze of je een opleiding wilt volgen of niet, maar dan mag je wel meer dingen doen,” legt Furer uit. “Je kan bij de opleiding veel cursussen doen en je wordt goed begeleid hoe je te werk moet gaan. Het was voor mij een verfrissing van alles wat ik vroeger geleerd heb.”
Nu Furer al 35 jaar bij ZZG werkt hoopt ze dat er nieuwe collega’s komen: “Als je geïnteresseerd bent in de zorg dan raad ik de wijkverpleging zeker aan, het is zwaar werk maar zeker waard! Daarnaast wordt je opleiding betaald, dan sla je twee vliegen in een klap.”
Foto bron: Pexels, Tara Winstead