Ey! Daily is het publicatieplatform van de studenten van Fontys Journalistiek Tilburg. Hier leren en publiceren we.
Alle content werd geproduceerd binnen een onderwijscontext. Het is een leeromgeving, wat betekent dat deze redacteuren behalve mooie dingen, ook fouten mogen en zullen maken. Meer weten? Stuur je vragen naar eydaily@fontys.nl.
Ey! Daily is het publicatieplatform van de studenten van Fontys Journalistiek Tilburg. Hier leren en publiceren we.
Alle content werd geproduceerd binnen een onderwijscontext. Het is een leeromgeving, wat betekent dat deze redacteuren behalve mooie dingen, ook fouten mogen en zullen maken. Meer weten? Stuur je vragen naar eydaily@fontys.nl.
Theater aan de Parade in Den Bosch biedt dit seizoen een unieke kans aan haar theaterliefhebbers om de wereld van musicals verder te ontdekken met de musicalserie: ‘meer dan een avondje uit.’ De serie stelt het publiek in staat om met de musicalprogrammeur dieper in de achtergrond van drie musicals te duiken.
De serie gaat van start in februari met de musical ‘De Hospita’, een voorstelling vol emotie en humor, geschreven voor actrice Simone Kleinsma. Daarna gaat het publiek op een muzikale reis naar Griekenland voor ‘Mamma Mia’. Vervolgens wordt de serie afgesloten met ‘Boni de musical’. Bij de musicalserie neemt juist Niels van Doormalen, de musicalprogrammeur, je mee in de wereld van de glitter en glamour van musicals.
‘’Maar hoe is de Nederlandse musical ontwikkeld door de jaren heen? En hoe verschillen die ontwikkelingen zich dan van musical die op Broadway staan? Wat waren de drijfveren om deze musical te maken?’’ Het zijn allemaal vragen die worden beantwoord tijdens de musicalserie.
‘’Wij willen het publiek prikkelen om anders te kijken naar de musical’’, zegt Evelien Hollanders van het Theater aan de Parade. Het theater streeft ernaar om de kijkers meer te kunnen leren over de diversiteit en wereld van musical.
Het Bossche theater had eerder succes met de toneelkijkserie, waar liefhebbers met één ticket vijf toneelstukken konden bezoeken. Voorafgaand of na afloop van de toneelvoorstellingen was er de mogelijkheid om met Sander Janssens, theaterrecensent, in gesprek te gaan.
Op 14 september heeft de Europese Centrale Bank (ECB) aangekondigd dat zij de rente voor de tiende opeenvolgende keer zal verhogen in een poging om de hardnekkige inflatie onder controle te krijgen. De rente is gestegen van 3,75 procent naar 4 procent en deze verhoging zal ingaan vanaf 20 september.
Niet eerder ging de rente zo snel omhoog. De ECB geeft aan dat ze de aanhoudende inflatie hiermee willen terugdringen. “Als de inflatie te hoog is, helpen renteverhogingen om de inflatie terug te krijgen naar ons doel van 2% op middellange termijn”, schrijft de ECB. De ECB benadrukt dat hoewel de inflatie afneemt, dit proces te langzaam gaat waardoor de inflatie te hoog blijft.
De aankondiging van de renteverhoging heeft echter gemengde reacties opgeroepen. Belegger Frank Boddeke, die actief is op de aandelenmarkt, is niet tevreden met de beslissing. “Zelf beleg ik in de aandelenmarkt, waardoor een renteverhoging erg slecht uitpakt, want hogere rentetarieven verhogen de kosten van leningen. Bedrijven kunnen daardoor hogere kosten ervaren bij het financieren van hun activiteiten en projecten. Dit kan hun winstgevendheid onder druk zetten, wat invloed kan hebben op de aandelenkoersen.” Koen Overschie, eigenaar van een vastgoedbedrijf, wijst naar de vastgoedsector: “Voor een belegger is het steeds minder interessant om te beleggen in Nederlands vastgoed. De renteverhoging zorgt ervoor dat de prijzen stijgen, waardoor de vraag van kopers daalt. Het gevolg is dat er steeds minder nieuwbouw vastgoed komt en er wordt ook minder vastgoed aangekocht/doorverkocht.”
De effectiviteit
De effectiviteit van deze reeks renteverhogingen in het beteugelen van de inflatie is onzeker, omdat de 2 procent inflatiedoelstelling van de ECB nog niet in zicht is. Deze ‘agressieve’ reeks renteverhogingen lijken echter geen eerlijke strijd te bieden tegen de ‘hardnekkige’ inflatie.
Volgens Overschie zou de impact van renteveranderingen op de inflatie langzaam verlopen, waarbij het vaak meer dan een jaar duurt voordat veranderingen in de rentetarieven volledig tot uiting komen. Het kost namelijk enige tijd voordat hogere rentetarieven effect hebben op bedrijven en consumenten. Bovendien worden niet alle partijen gelijktijdig beïnvloed. Gedurende deze overgangsperiode neemt de vraag naar leningen en investeringen doorgaans af, zowel bij bedrijven als bij consumenten.
Na jarenlange onderhandelingen en stakingen over het salaris van de onderwijsmedewerkers is het einde in zicht. Op 12 september werd aangekondigd dat werkgevers en onderwijsbonden tot een akkoord zijn gekomen. Een loonsverhoging waar de bonden content mee zijn. Maar is dit genoeg om een einde te maken aan toekomstige stakingen en acties?
DEN HAAG – Na onderhandelingen tussen werkgevers en onderwijsbonden is er een historisch cao-akkoord bereikt voor medewerkers in het basisonderwijs, middelbaar onderwijs en speciaal onderwijs. Het resultaat? Een loonsverhoging van maar liefst 10 procent. De Algemene Onderwijsbond (AOb) heeft deze belangrijke doorbraak aangekondigd, wat tevens het einde betekent van een eerder aangekondigde onderwijsstaking die zou hebben plaatsgevonden op vijf oktober.
Eerder dit jaar dreigde AOb en CNV en andere onderwijsvakbonden, met collectieve acties en stakingen na de zomervakantie. Hun doel was om leraren, onderwijsondersteuners en schoolleiders een beter salaris te bieden. Oorspronkelijk eisten de bonden een loonsverhoging van 12 procent om de hoge inflatie van het afgelopen jaar te compenseren. Hoewel ze iets minder krijgen dan dat, zal de loonsverhoging met terugwerkende kracht ingaan vanaf 1 juli van dit jaar. Bovendien stijgt de reiskostenvergoeding van 12 naar 17 cent per kilometer, en in november ontvangt het onderwijspersoneel een eenmalige uitkering. De hoogte van deze uitkering varieert van 1000 euro bruto voor medewerkers in de lagere loonschalen tot 350 euro voor degenen in de hoogste schalen.
De vreugde van onderwijsbonden
CNV Onderwijs is verheugd over de uitkomst: “Wij zijn van mening dat dit een solide loonsverhoging is, die in lijn ligt met wat andere onderwijssectoren dit jaar hebben bereikt. De lagere salarisschalen ontvangen zelfs extra voordelen in de vorm van een hogere eenmalige uitkering.” Ook Thijs Roovers, bestuurder van AOb, noemt het akkoord uitstekend. Hij benadrukt dat de dreiging van een staking heeft geholpen.
AOb persvoorlichter geeft aan dat ze door blijven gaan met acties organiseren. “We zijn tot een cao akkoord gekomen en de staking gaat niet door, maar dat betekent niet dat alle problemen opgelost zijn. We hebben nog steeds een enorm lerarentekort. Daarom organiseren we verschillende acties om dit probleem een nieuw leven in te blazen. We zien namelijk dat de verkiezingen voor de deur staan en dat politieke partijen het onderwijs, specifiek het lerarentekort, geen prioriteit geven. Met deze acties willen we de politieke partijen wakker schudden”, zegt Floor de Booys, persvoorlichter van de AOb.
Lerarentekort
Een ander belangrijk punt voor de onderhandelaars was het aanpakken van de situatie waarin onderwijsondersteuners, vanwege het lerarentekort, zelfstandig voor de klas moeten staan. Er is nu afgesproken dat er beleid zal worden ontwikkeld om deze groep te ondersteunen en rechtvaardig te belonen. Terwijl AOb een principieel tegenstander is van zelfstandige leraren voor de klas. “Momenteel worden onbevoegde leraren, zonder gestudeerd te hebben, voor de klas gezet. Hier zijn wij op tegen. Daarentegen hebben scholen geen andere keus door de crisis van het lerarentekort. De zelfstandige invalkrachten worden zelfs uitbetaald met een voucher voor een maand werk. Wij zijn voor het ‘eerlijk’ uitbetalen van deze invalkrachten, maar tegen onbevoegde leraren voor de klas zetten”, zegt Booys. “Elk kind verdient een bevoegde leraar, dit willen we in 2030 bereiken”.
Dat de onderwijsbonden tevreden zijn met het cao-akkoord is duidelijk. Maar de mening van de leraar is nog niet naar voren gekomen. Maarten Müller, wiskundeleraar van het Voortgezet Onderwijs, was opgetogen toen hij het nieuws hoorde. “Bij de vorige loonsverhoging kreeg alleen een bepaalde groep een loonsverhoging voor het compenseren van de inflatie. Dat is niet eerlijk. Daarom ben ik ook erg tevreden met de nieuwe salarisverhoging.”
In aanloop van het nieuwe schooljaar maakte de Franse onderwijsminister Gabriel Attal via een tv-interview bekend dat leerlingen vanaf dit schooljaar geen abaya’s mogen dragen. De hoge Franse rechter heeft vlak na die uitspraak gezegd dat die maatregel geen enkele vorm van discriminatie jegens Franse moslims is. Het abaya-verbod zorgde in Frankrijk voor veel commotie. Hoe denken Nederlandse moslims over het controversiële verbod?
Een abaya is een lang, loszittend gewaad dat door veel moslima´s wordt gedragen om grote delen van hun lichaam te bedekken. Het culturele kledingstuk wordt in de Arabische wereld en islamitische landen gedragen, maar ook in niet-islamitische landen, zoals Frankrijk of Nederland.
De abaya’s worden al jarenlang door moslimvrouwen gedragen en wordt in de modewereld ook erkend als een kledingstuk. Modejournalist André Leon Talle, een bekende naam in de mode-industrie, combineerde voor zijn dood het lange gewaad met andere kledingstukken.
Desondanks is het kledingstuk verboden in Franse leslokalen. Op de eerste schooldag in Frankrijk weigerden 67 leerlingen hun abaya af te doen. Die werden allemaal naar huis gestuurd, meldt het Franse medium RMC.
Mag je een abaya verbieden?
Hoe komt het dat de Franse overheid de abaya op scholen mogen verbieden? In de negentiende eeuw is er in Frankrijk een wet aangenomen die religieuze symbolen verbiedt. Dat betekent dat je op Franse scholen geen kruisjes om je nek mag hangen. Ook hoofddoeken mogen vanaf 2004 niet meer op openbare Franse scholen gedragen worden, en vanaf dit jaar wordt de abaya daaraan toegevoegd.
Dat zorgt voor een hoop frustratie en onbegrip bij Kenan Aslan, een woordvoerder van de Nederlandse en İslamitische Gemeenschap Milli Görüş. “De islam staat onder andere voor (religieuze) vrijheid. Het abaya-verbod wordt daarom niet goed ontvangen door Nederlandse moslims.”
Vorm van onderdrukking
Ketsha Bofela heeft zich een jaar geleden bekeerd tot de islam en denkt eraan om in de toekomst een abaya te dragen. Ook zij ziet in haar omgeving dat de strenge maatregel niet goed ontvangen wordt en ze is het niet eens met de maatregel: “Het lijkt erop dat de Franse overheid vanuit onwetendheid handelt en daarom ervan uitgaat dat een abaya niet past in een Franse samenleving. Het verbod is een vorm van onderdrukking, omdat moslimvrouwen die een abaya willen dragen, het niet mogen.”
Anti-moslim-spel
Volgens Ketsha is het wegnemen van een abaya van een moslimvrouw niet alleen een vorm van onderdrukking, maar is het ook een tactiek om de islam zoveel mogelijk te verwijderen uit de Franse samenleving. Een soort van anti-moslim-spel: “Heel veel moslims om mij heen vinden het heel erg lastig om dat te zien, en zijn blij dat ze in Nederland wonen.”
Verantwoordelijkheid
Volgens Ketsha doet Frankrijk er alles om het abaya-verbod van de tafel te vegen door het het gesprek niet aan te gaan met moslimvrouwen. Die verantwoordelijkheid is juist zo hard nodig, vertelt Niek Pas, historicus en Frankrijk-deskundige van de Universiteit van Amsterdam aan de NOS: “Dat is de uitdaging waar Frankrijk mee te maken heeft”, vertelt hij aan het nieuwsmedium. Door de multiculturele samenleving in Frankrijk moeten ze hun kernwaarden veranderen, stelt hij.
Zorgen?
Volgens het CBS was in 2021 bijna vijf procent van de Nederlandse bevolking moslim. Moeten Nederlandse moslimvrouwen zich zorgen maken dat de Franse maatregel naar Nederland zal overwaaien? Volgens Kenan Aslan is dat niet het geval: “Ik denk dat het abaya-verbod niet zo snel ingevoerd zal worden in andere landen. Ik volg het nieuws nauwgezet en weet daardoor ongeveer welke onderwerpen er besproken zullen worden in de politiek”. Maar zeker weten durft hij niet: “Het kan namelijk heel snel omslaan.”
Ketsha maakt zich wel een beetje zorgen. “Die angst is reëel”, vertelt ze. “Maar ik denk dat een land zoals Nederland het niet zomaar kan doen. Als dat wel het geval zou zijn, zal de Nederlandse moslimgemeenschap proactief reageren”, vertelt Aslan. “Ons geluid zullen we zo hard mogelijk laten klinken.”
Abaya is een kroon
Door het abaya-verbod is Ketsha wel bewust over haar kledingkeuze als moslimvrouw. Draagt ze het wel of niet? Dat weet ze nog niet. Maar wat ze wel weet is dat de abaya een kledingstuk is dat onderdeel uitmaakt van haar identiteit. De abaya draag je daarom met trots: “Het is een kroon die je met trots draagt en het maakt wie je bent. En dat zal niemand van ons afpakken.”
In het chirurgische werkveld in het Verenigd Koninkrijk komt misbruik veel voor. Het komt voornamelijk voor bij vrouwelijke werknemers. In Nederland kwamen er in 2021 nog 370 meldingen binnen van seksueel overschrijdend gedrag binnen de zorg.
Het onderzoek dat gepubliceerd is door het wetenschappelijke tijdschrift British Journal of Surgery, spreekt over een patroon binnen de zorg in de VK. Vrouwelijke artsen die nog in opleiding zijn of aan het begin van hun carrière staan, blijken vaak slachtoffer te worden van misbruik door ervaren mannelijke chirurgen. Zij werken in een hiërarchische omgeving, wat volgens de BBC leidt tot een zwijgcultuur. “Het zijn hiërarchische systemen en dat is volstrekt onacceptabel”, meldt Michel van Erp van communicatie Zorgvakbond NU´91.
Het onderzoek speelt zich af in de VK, maar het thema seksueel overschrijdend gedrag staat ook op de agenda binnen de Nederlandse zorg. “Wij proberen het onderwerp grensoverschrijdend gedrag bespreekbaar te maken. Het eerste wat moet gebeuren is dat mensen überhaupt veilig kunnen werken en het is natuurlijk belangrijk als iets fout gaat zij dit kunnen bespreken”, aldus communicatie Zorgvakbond NU´91.
Nederland
Seksueel overschrijdend gedrag is een thema dat ieder land aan gaat. ‘’In de zorg werken heel veel mensen heel nauw met elkaar samen. Het is belangrijk dat we dit thema bespreekbaar maken zodat iedereen het voor zichzelf duidelijk heeft wat wel niet geaccepteerd wordt’’, legt Michel van Erp uit. De hiërarchische systemen die in de VK voorkomen, spelen zich ook af in Nederland. ‘’De hiërarchie binnen de zorg is gelukkig voor mijn idee door de jaren heen veranderd in Nederland. Zo stonden voorheen sommige artsen boven anderen maar in het heden staat de zorg veel meer naast elkaar én is de rangorde steeds meer aan het vervagen.’’
De relatie tussen arts in opleiding en de arts die hen beoordeelt wordt in Nederland streng in de gaten gehouden. Als binnen deze relatie macht overschrijdend gedrag vertoond wordt, komen daar hoge sancties op. ‘’Ik vind ook dat je niet in dit vakgebied hoort als je overschrijdend gedrag vertoont.‘’
Momenteel wordt onderzoek gedaan naar de veiligheid van Nederlandse schoolgebouwen. Dit naar aanleiding van de massale sluiting van schoolgebouwen in het Verenigd Koninkrijk. Vanwege betonrot dreigden de gebouwen in te storten. De ministeries van Binnenlandse Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap willen weten of er in Nederlandse schoolgebouwen cellenbeton verwerkt is.
Leverancier H+H legt uit dat er in het Verenigd Koninkrijk en Nederland twee soorten cellenbeton gebruikt worden, die verschillend worden toegepast. In het Verenigd Koninkrijk wordt RAAC – gewapend cellenbeton – vooral voor buitenmuren gebruikt. In Nederland wordt met normaal cellenbeton met name niet-dragende binnenwanden gebouwd.
Funest voor beide soorten cellenbeton is vocht. Preventief onderhoud is dan belangrijk om schade te voorkomen. Door de cellenbetonblokken voorafgaand aan de montage volledig te impregneren, wordt voorkomen dat het beton vocht opneemt en afgeeft, aldus een medewerker van bouwmarkt Gamma.
Impregnant is een stof die ervoor zorgt dat een bepaald materiaal onder andere waterafstotend en -bestendig wordt. Veel scholen in het Verenigd Koninkrijk zijn niet goed onderhouden, waardoor ze nu dus noodgedwongen dicht moeten. Zulke gevallen zijn in Nederland vooralsnog niet bekend.
Voor de week van de mobiliteit is er op zondag 17 september een autoloze zondag in Brussel gepland. Niemand reist die dag met de auto maar met de fiets of te voet. Deze dag is er speciaal voor om duurzaamheid in de stad te verbeteren.
Elk jaar organiseert Brussel deze autoloze zondag tijdens de Week van Mobiliteit. Tussen 9.30 en 19.00 uur is het rustig op de wegen van het Brussels Gewest. Fietsers, wandelaars of steppers kunnen op deze dag op de straten zijn zonder last te hebben van auto’s. “Het is een dag waarop iedereen actieve vervoerswijzen kan (her)ontdekken”, volgens de woordvoerder van Minister van Mobiliteit. “Deze dag helpt enorm om het volk stil te laten staan hoe groot de vervuiling door het wegverkeer is.” Er zijn wel een aantal uitzonderingen op deze dag, bijvoorbeeld voor hulpdiensten, het openbaar vervoer en taxi’s. De toegestane snelheid op deze dag is 30 km/u.
De autoloze zondag staat ook steeds meer in het teken van het veilig buitenspelen voor kinderen. Er zijn allemaal activiteiten georganiseerd, waaronder een fietsbeurs, poppentheater, toernooitjes en animatie, meldt de Overheidsdienst Brussel. Wilt u aankomende zondag een tripje naar Brussel maken? Dat kan natuurlijk, zolang u de auto thuis laat staan.
DEN HAAG – Robbert Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, gaat een druk 2024 tegemoet met alle plannen voor het mbo. Dat bleek tijdens het debat op woensdagmiddag over de basisvaardigheden, de positie en medezeggenschap van studenten van het mbo. De meeste toezeggingen zijn gemaakt voor 2024 met een enkeling die dit jaar nog behandeld moet gaan worden.
Groenpluk bij studenten
Wat dit jaar nog besproken moet worden, is de groenpluk op het mbo. Dit houdt in dat bedrijven studenten van de opleiding halen zonder dat ze een diploma behaald hebben en ze gelijk aan het werk gaan. “Ze springen van boord zonder reddingsvest. We moeten zorgen dat ze met diploma van boord gaan,” zegt minister Dijkgraaf erover. Een van de manieren om de groenpluk te verkleinen is door leerlingen de kans te geven om toch hun diploma te halen als ze gestopt zijn. SP-Kamerlid Peter Kwint heeft een tweeminutendebat hiervoor aangevraagd, omdat nog niet alles hierover gezegd is.
“Als alle mbo’ers zouden stoppen, worden wij holbewoners,” zegt VVD-Kamerlid El Yassini tijdens het debat.
Mbo verder in 2024
Begin 2024 komt er een voortgangsbrief over de basisvaardigheid ’taal’ van mbo’ers. Er zal een tussentijdse meting plaatsvinden om te zien op welk niveau zij zitten. Met deze brief zal duidelijk worden hoe dit aansluit op de ontwikkeling van de student in de samenleving. Momenteel is dit niet het geval. Volgens Dijkgraaf zijn studenten minder geïnteresseerd in onderwerpen als deze niet aansluiten op de studie. Er is meer onderzoek nodig naar de ontwikkeling in taal en de resultaten zullen in de voortgangsbrief beschreven staan.
De onderwijsinspectie zegt nog geen inzicht te hebben in het schrijfvaardigheidsniveau van mbo-studenten. De minister wil dit aanpakken door de Kamer adviesrapporten te sturen over de nieuwe kwaliteitseisen van het Nederlands onderwijs. Dit wordt gevolgd door een beleidsreactie over wat hij met deze informatie gaat doen of heeft gedaan. De Kamer kan dit rapport begin volgend jaar verwachten.
Tot slot gaat de minister in gesprek over het restaureren van lesgeld, mits de studenten vroegtijdig stoppen. Mbo’ers die gestopt zijn tijdens een studiejaar krijgen geen cent terug van het betaalde schoolgeld, maar hbo- en universitaire studenten wel. De minister gaat de mogelijkheden onderzoeken om dit ook voor mbo’ers toe te passen. Voor de zomer van 2024 zal hij hier een uitspraak over gemaakt worden.
Volgens Peter Brouwer van de Goldschmeding Foundation moet de arbeidskrapte voor mensen met een arbeidsbeperking worden opgenomen in de nationale verkiezingsprogramma’s. Goldschmeding Foundation streeft naar een arbeidsmarkt waarin iedereen die kan en wil een bijdrage aan de maatschappij levert (‘werk’) en daarmee in het eigen levensonderhoud kan voorzien. Studenten in omgeving Midden-Brabant worden hier echter flink in ondersteund en lopen voor op de rest, vertelt administratief medewerker Bauke van Breugel van Praktijkcollege Tilburg die de documentatie van de gegevens met betrekking tot ESF+ bijhoud en het contactpersoon is voor ESF+ op deze school.
Zij krijgen vanuit de gemeente veel hulp en er is zelfs een subsidie vanuit de Europese commissie genaamd ESF+ die hen hierbij de kans geeft de studenten sneller en beter de arbeidsmarkt op te krijgen. “Door het geld wat binnenkomt en de dingen die we daarmee kunnen doen, is het voor de bedrijven die ons helpen en uiteindelijk ook voor de studenten een voordeel dat we deze subsidie krijgen.”
Personeelstekorten
Bedrijven kampen met stijgende tekorten aan personeel(blijkt uit het onderzoek van het CBS naar bedrijfstekorten in 2022). Toch lukt het mensen met een arbeidsbeperking vaak niet om een vaste baan te vinden. Van de 260.000 mensen met een arbeidsbeperking die vorig jaar in een speciaal register stonden om een baan te vinden, slaagde met 125.000 (ongeveer de helft) er niet in om ook werk te vinden bij een sociaal ontwikkelbedrijf. Dat zijn bedrijven die zich juist specialiseren om mensen met een arbeidsbeperking te helpen bij het vinden en houden van een baan.
Het Europees Sociaal Fonds Plus
Tanja Jansen is de contactpersoon voor Het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) en probeert dit probleem te verhelpen. Volgens haar wil het ESF+ ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen een baan krijgen(op de inclusieve arbeidsmarkt). “Voor deze subsidie is Tilburg de verantwoordelijke gemeente en die werkt weer samen met verschillende scholen in de omgeving.” Om hen extra te ondersteunen bij het begeleiden naar een passende plek op de arbeidsmarkt, investeren MET Praktijkonderwijs Waalwijk, Onderwijscentrum Leijpark VSO, Parcours VSO, SG de Keyzer VSO, De Bodde VSO en Praktijkcollege Tilburg, met hulp van ESF+ in onderstaande activiteiten:
Stage- werkplekleren
Branchegerichte cursussen
Leerwerkbedrijf
Mede hierdoor is er vooruitgang bij de genoemde scholen. “Ik ga nooit beweren dat ESF+ het enige is bij de studenten waar het aan heeft gelegen dat zij slagen om aan het werk te komen, maar het draagt bij: De cijfers in Tilburg zijn sinds de komst van de subsidie wel verbeterd en er zijn al meer dan tienduizend mensen die er gebruik van hebben kunnen maken”, zegt Tanja Jansen.
Praktijkcollege Tilburg
Femke Schats is stage coördinator, stagedocent en mentor op Praktijkcollege Tilburg en zegt mede door de komst van ESF+ en een groter vangnet voor haar studenten het vaker wel dan niet lukt. “90% van al onze studenten met een diploma in het vijfde jaar gaan meestal direct het werkveld in en vaak met succes. Dit percentage is logischerwijs lager voor studenten met een fysieke of mentale beperking die bij ons op school slagen.” Volgens Schats ligt dit aan de beschuttere werkplek die zo’n leerling nodig heeft.
“Bedrijven staan open om ons te helpen, maar deze leerlingen vergen vaak veel tijd en begeleiding. Voor sommige bedrijven is dit simpelweg niet mogelijk qua bezetting en tijd.” Om deze leerlingen te helpen is er vanuit Praktijkcollege Tilburg een nazorg van 2 jaar waarbij oud-studenten dan worden geholpen om alsnog het werkveld in te komen. “Dat het bij de studenten van het Praktijkcollege Tilburg een minder groot probleem is zal liggen aan onze nauwe samenwerking met de gemeente Tilburg en dus ook aan het ESF+,” verteld Schats.
Ey! Daily gebruikt cookies om informatie over je apparaat op te slaan en die informatie te analyseren. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij onder andere zien welke content het meest wordt gelezen, wat voor apparaten onze lezers gebruiken, waar onze lezers vandaan komen, en hoe lang ze op onze website blijven. Wij gebruiken die informatie vervolgens om onze content en onze website te verbeteren. Als je geen toestemming geeft of je toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.