14-05-2023, Den Bosch
Dinsdag 09 mei 2023, 13:00 uur. In de kleine rechtszaal van Den Bosch vindt een hoorzitting plaats van de politierechter. De verdachte wordt beschuldigd van mishandeling van een vrouw tijdens een verkeersruzie, die plaatsvond op 19 juli 2020
De sfeer in de rechtszaal is ongemakkelijk. Aanwezigen nemen in stilte plaats op de houten bankjes. De houten muren, waarvan de helft bekleed is met wandtapijt met een bomenpatroon, ogen chique. Als iedereen eenmaal zit, wacht de rechter nog even met spreken en kijkt de zaal rond. De verdachte zit voor hem, zijn gezicht niet in het zicht, trillend met zijn been. Vervolgens vertelt de rechter bondig en op zakelijke toon waarvan de verdachte wordt beschuldigd, waarna hij hem laat spreken.
De verkeersruzie vond plaats voor een stoplicht bij de Limburglaan in Eindhoven. De verdachte reed in zijn auto met voor hem een BMW. Toen het stoplicht groen kleurde, reed de BMW niet weg. ,,Ik toeterde om aan te geven dat het groen licht was. Daarna ging ik naar de rechter rijbaan, om de BMW te kunnen passeren.” zegt de verdachte. Hij vertelt te worden achtervolgd toen hij van rijbaan wisselde. De BMW haalde hem in en reed weer voor hem. Bij het eerstvolgende stoplicht trapte de BMW abrupt op zijn rem. ,,Hij creëerde een gevaarlijke situatie voor het verkeer. Daarom heb ik een besluit genomen dat ik beter niet had kunnen nemen.”
De verdachte is uitgestapt, waarna de ruzie van start ging. In de BMW, achter het stuur, zat een blonde vrouw, met naast haar een kale man. De verdachte vroeg waar ze mee bezig was. Vervolgens pakte zij hem bij de kraag van zijn polo en trok hem naar zich toe. ,,Kom dan, ik film alles.” zou ze hebben gezegd. De verdachte spreekt gedetailleerd en duidelijk. ,,Ik probeerde me van haar los te maken, door met mijn linkerarm haar rechterarm weg te duwen. Toen ik eenmaal los was gekomen, stapte ik weer de auto in en reed weg. Een uur later werd ik staande gehouden door de politie met de melding dat er aangifte is gedaan.” Hij geeft aan dat hij haar nooit pijn heeft willen doen. ,,Ik heb er enorm veel spijt van, maar als ik niet was uitgestapt, was er een gevaarlijke verkeerssituatie ontstaan.”
Even is het stil. Enkel het getik van de griffier is te horen. De vrouw heeft een ander verhaal. Zij beweert dat de verdachte haar in het gezicht heeft geslagen. Ook zijn er enkele ooggetuigen die aan de zijkant van de weg stonden die dit bevestigen. Volgens de verdachte zelf kwam zijn hand wel in haar gezicht, maar heeft hij haar nooit geslagen. ,,Ik heb mij van haar afgeduwd, maar nooit geslagen.”
De officier van justitie staat op en neemt het woord. ,,De verdachte heeft zich vervelend gedragen, maar zowel hij als de vrouw zijn schuldig aan deze verkeersruzie.” De verdachte beschikt niet over een strafblad. Zijn thuissituatie is normaal, hij gaat studeren na een tussenjaar en werkt als freelancer bij een uitzendbureau. Wel heeft hij één strafbaar feit gepleegd, maar die was eenmalig. De officier eist een boete van 400 euro.
Als de officier van justitie weer plaats heeft genomen, staat de advocaat van de verdachte op. Ze praat luidt. ,,De verklaringen van de vrouw staan niet in het dossier, evenals die van de getuigen. Het wettige bewijs is er, maar is dat overtuigend genoeg voor de rechter?” De advocaat zegt dat deze zaak nog veel onduidelijkheden heeft. Zo zijn de ooggetuigen niet aan het woord geweest. ,,De bijzittende man in de auto heeft geen verklaring afgegeven. Daarom wil ik vrijspraak of een matiging van de boete”, aldus de advocaat.
Volgens de rechter is de zaak inhoudelijk behandeld. ,,De handelingen van zowel de verdachte als van de vrouw waren onverstandig. Omdat er nog zoveel onduidelijkheid is rondom de zaak, is er sprake van twijfel. Daarom wordt de verdachte vrijgesproken.” Na de uitspraak van de rechter verlaat de verdachte opgelucht de zaal.