EINDHOVEN – Met de nieuwe aankondiging dat Eindhoven niet alleen 400, maar maar liefst 900 asielzoekers zal gaan verwelkomen, geeft Eindhoven een krachtig signaal af: een stad die niet bang is om haar grenzen te verleggen en zich in te zetten voor de medemens. Met het nieuwe wetsvoorstel voor de deur is het echter de vraag of dit niet een grotere rol heeft gespeeld in de beslissing van de gemeente.
De nood tot opvang van asielzoekers is de afgelopen tijd weer sterk toegenomen. Onder anderen vanwege de aanhoudende oorlogstoestanden in bijvoorbeeld Oekraïne en Syrië vertrekken er dagelijks duizenden mensen uit hun geboorteland. Een deel van deze mensen gaat in Nederland op zoek naar veiligheid en de kans op een betere toekomst. Dit vraagt dan ook om een goede samenwerking tussen alle gemeentes in ons land ter opvang van deze asielzoekers, zo ook van de gemeente Eindhoven.
Om die reden wil het kabinet met een spreidingswet de gemeenten verplichten om in opvang te voorzien. Vanaf januari 2024 zullen er namelijk 77.000 opvangplekken moeten worden gerealiseerd. Met het wetsvoorstel wordt dit aantal op een juiste manier verspreid over het land, stellen zij. Daarbij zullen gemeenten die een langjarige opvang én honderd bedden méér dan van hen wordt verwacht leveren, een bonus ontvangen. Eindhoven is het wetsvoorstel voor en kondigt aan om nu al op te schalen naar de opvang van 900 asielzoekers.
De gemeente Eindhoven onderneemt nu al actie in de gehele opvangcrisis door niet te wachten op de eventuele nieuwe wet. Het stadsbestuur stelt dat 400 asielzoekers inmiddels geen recht meer doet aan de huidige landelijke asielopgave, en ‘de gemeente een grote maatschappelijke en morele plicht voelt om een bijdrage te leveren aan structurele oplossingen voor menswaardige opvang’. Daarbij laat de gemeente weten in een statement: ‘’We merken dat de saamhorigheid en solidariteit in Eindhoven ten aanzien van de vluchtelingen groot is. Dat blijkt niet alleen uit de steun en medewerking die de gemeente krijgt bij de ongekend snelle realisatie van opvanglocaties, maar ook uit alle burgerinitiatieven in de stad”. Ze geven hiermee een sterk beeld af dat ze erg bekwaam zijn met de asielzoekers en dit hun enige motivatie is, maar met het oog op het nieuwe wetsvoorstel zouden er ook andere beweegredenen kunnen zijn geweest tot het nemen van dit besluit.
Zo’n reden zou bijvoorbeeld te maken kunnen hebben met die te ontvangen bonussen aan gemeenten die asielzoekers opvangen. Zo zou een gemeente die ‘snel’ (binnen drie maanden) en ‘duurzaam’ opvang levert (meer dan honderd plekken voor meer dan vijf jaar), 5000 euro per plek ontvangen. Dit zou voor de gemeente Eindhoven een reden kunnen zijn dat ze nu al zijn opgeschaald naar meer dan het dubbele aantal asielzoekers dan voorheen. Zij zouden met dit aantal hier een flinke bonus voor krijgen. Daarnaast is het wetsvoorstel er nog niet volledig doorheen, wat de gemeente nu al een voorsprong geeft om de juiste voorbereidingen te treffen. Dit zorgt ervoor dat ze een grote kans hebben dat ze aan het ‘snelle’ vereiste gaan voldoen om de maximale bonussen binnen slepen.
Al met al ontstaat er met het besluit van de gemeente Eindhoven een bepaalde ‘win-winsituatie’. Aan de ene kant ogen zij als een solidaire en saamhorige gemeente die in staat voor de hulp aan de medemens, terwijl ze aan de andere kant een flinke bonus binnenslepen, waar niet veel mensen van op de hoogte zijn, door meer dan dubbel zoveel asielzoekers op te vangen.