Het is nu een jaar geleden dat het conflict in Soedan begon tussen het leger en de paramilitaire Rapid Support Forces (RSF). Volgens hulpverleners en de Amerikaanse VN-ambassadeur in The New York Times is de situatie ‘onhoudbaar’ en de stilte ‘schandalig’. Toch is het aantal artikelen over Soedan bij de meeste Nederlandse kranten afgenomen in vergelijking met Gaza of Oekraïne. Welke afwegingen maken buitenlandredacties in berichtgeving over Soedan?
“Heel in het algemeen kun je van elk conflict zeggen: als het ‘nieuw’ is, dan zijn er de hele tijd nieuwe gebeurtenissen en ontwikkelingen en kun je er meer over schrijven”, legt chef Buitenlandredactie van Trouw Gijs Moes uit. “Over Soedan had ik het laatst bijvoorbeeld met een collega. De strijd tussen generaals Abdel Fattah al-Burhan van het leger en Hemedti van de RSF, dat was een jaar geleden ook al zo. Je wilt geen artikels schrijven over oude ontwikkelingen. Maar wij proberen ook in dat geval nog steeds aandacht te geven aan langdurige conflicten. Zo hadden we het verhaal over Soedanese vluchtelingen in Egypte. Dan heb je weer een nieuwere vorm of insteek om hetzelfde verhaal te vertellen. Het is dan niet meteen een nieuw feit maar wel een aspect wat je belicht.”
Twee weken geleden, op 6 maart, concludeerde de VN-Veiligheidsraad dat het conflict in Soedan al aan 14.000 mensen het leven heeft gekost en dat 8 miljoen mensen op de vlucht zijn. Volgens Cindy McCain, voorzitster van het Wereldvoedselprogramma (WFP), kan het conflict de grootste hongercrisis ter wereld veroorzaken in de vluchtelingenkampen.
Geen Kuifje
Peter Vermaas, redacteur Buitenland bij NRC, laat weten dat zij de oorlog in Soedan vrij structureel gevolgd hebben en nog steeds volgen. Maar na verloop van tijd werd dit minder omdat er zonder mensen ter plaatse weinig te melden valt. “Dat is het grote verschil met Oekraïne: daar kunnen we verslaggevers naartoe sturen. Of met Gaza. Daar komen we weliswaar niet in, maar er zijn wel redelijke verbindingen met fixers waarmee we in het verleden gewerkt hebben – én we hebben onze correspondent in Israël. Soedan zit voor journalisten echt potdicht. Dat betekent dat we vooral moeten vertrouwen op de internationale persbureaus of lokale media. Of dat we naar de grens moeten om met vluchtelingen te spreken – zoals onze correspondent nu trouwens doet.”
“Het klinkt plat misschien, maar wij draaien natuurlijk mee in de mediawereld”, zegt Moes. “Voor Gaza is er bijvoorbeeld zoveel internationale aandacht, ook door politici, dat er de hele tijd nieuwe ontwikkelingen zijn. We hebben liveblogs over Gaza en Oekraïne, waar vaak nieuwe artikelen op geplaatst worden. We hebben een correspondent die in dat laatste land doorreist, die zit niet per se in de loopgraven maar zit wel dichtbij het front. Een liveblog hebben we niet over Soedan, want we hebben geen mensen die we daar naartoe kunnen sturen. Onze journalisten in de rest van de wereld zijn niet meer ‘Kuifje’. Wij willen ook dat zij veilig zijn. We hebben gelukkig wel dan de correspondent in Egypte die daar Soedanese vluchtelingen kon spreken.”
Uitgelichte afbeelding: ANP/Bart Maat