EINDHOVEN – Keti Koti staat sinds zaterdag 2 december op de lijst immaterieel erfgoed. Diverse partijen strijden voor een nationale feestdag. Maar gaat die er komen? “Het zou veel losmaken binnen de Afro-Caribische gemeenschap.”
Urwin Vyent, directeur van het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (Ninsee), groeide op in Suriname. Inmiddels woont hij al ruim veertig jaar in Nederland. Van jongs af aan herdenkt en viert hij Keti Koti op 1 juli. Op die dag in 1873 werd de slavernij binnen het Koninkrijk der Nederlanden afgeschaft. Vyent strijdt met het Ninsee voor een invoering van Keti Koti als nationale feestdag.
“Het is niet alleen het feestje van ons Surinamers, maar ook van de Nederlanders”, legt hij uit. “Het is de geschiedenis van ons samen.” Nederland speelde een grote rol in de slavernij, wat voor veel Surinamers en Antilianen een pijnlijk begrip is.
Mooie stap
Het Ninsee diende een verzoek in om Keti Koti op de lijst immaterieel erfgoed te laten zetten. Volgens Vyent een mooie stap, maar ze zijn nog niet klaar. “Na jaren vragen om excuses voor het slavernijverleden, kwam dat er uiteindelijk ook. Dus ik heb vertrouwen dat het als nationale feestdag ingevoerd gaat worden.”
Roet in het eten
Toch lijkt de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen een roet in het eten van Vyent te gaan gooien. De grootste partij de PVV is tegen een invoering van de feestdag. De VVD liet in 2021 ook weten tegen te zijn. Rosa van den Nieuwenhof, raadslid van PvdA Eindhoven, is voorstander van een nationale feestdag. Ze vindt het naïef om te denken dat de huidige zetelverdeling geen invloed heeft op een eventuele invoering. “De partij die nu het grootste is, heeft andere prioriteiten. Daardoor komt het misschien weer onderaan het lijstje te staan.”
“Stel er komt een kabinet met de PVV, dan zie ik een invoering niet gebeuren”, zegt Raadslid Nicolas Knoester van FVD Eindhoven. “Maar dingen kunnen veranderen, zoals dat Rutte ooit zei dat er geen excuses voor het slavernijverleden zou komen. Later kwam dat excuus er toch.”
Knoester kijkt anders naar de situatie dan Van den Nieuwenhof en Vyent. “Ik kan me voorstellen dat mensen met een verleden gebonden aan slavernij daarbij willen stilstaan”, vertelt Knoester. ”Maar ik vind niet dat er bij Nederlanders die er niets mee te maken hebben, een soort schuldgevoel aangepraat moet worden.”
Het zit hem volgens Van den Nieuwenhof niet alleen in het feit dat er mogelijk een groot rechts blok gevormd wordt. “Als je naar de zetelverdeling kijkt, zie je dat er te weinig minderheden in de Kamer zitten”, zegt ze. “Door vertegenwoordiging daarvan terug te zien in de Kamer is het veel waarschijnlijker dat er aan dit soort onderwerpen als Keti Koti gedacht wordt.”
Keti Koti krijgt meer aanzien
Ervoor zorgen dat heel Nederland op 1 juli vrij is, zou in de ogen van Vyent veel losmaken. Het betekent veel voor Surinamers, Antilianen en andere nazaten van slachtoffers, zegt hij. “Ik hoop dat Wilders dit als een manier ziet om het vertrouwen van ons te winnen”, aldus Vyent. “Het zou mooi zijn als men nu eindelijk eens dat stukje pijnlijke geschiedenis onder ogen durft te zien.”
Jaarlijks organiseert het Ninsee een herdenking en viering op 1 juli. “Toen we daar twintig jaar geleden mee begonnen, was er alleen een groepje Surinamers aanwezig”, vertelt hij. “De laatste jaren komen er ook een hoop Nederlanders bij de herdenking en viering.”