Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) publiceerde onlangs het bericht dat in 2022 slechts vier op de tien Nederlanders de beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad heeft opgevolgd. Dit geeft aanleiding tot zorgen, want meer dan de helft beweegt dus te weinig. Al jarenlang schommelt het rond dit percentage. De overheid hoopt het aantal weinig bewegende Nederlanders in 2040 naar 25% te krijgen.
Het Kenniscentrum maakt kennis over sport en bewegen toegankelijk en toepasbaar voor professionals in de sport. Zij noemen deze doelstelling zelf ook ambitieus, maar hebben er goede hoop in. ‘‘De doelstelling om 75% van de Nederlanders in 2040 genoeg te laten bewegen staat geformuleerd in het preventieakkoord van de overheid’’, vertelt Yannick de Korte, specialist op het gebied van bewegingsgedrag bij het Kenniscentrum. ‘‘Er is geld beschikbaar om ons in staat te stellen het doel te halen. Sinds vorig jaar bestaat bijvoorbeeld De Beweegalliantie. Dit is een netwerkorganisatie die meer maatschappelijke aandacht en actie voor bewegen wil genereren.’’
Nog nooit zo weinig
De huidige beweegrichtlijnen zijn in 2017 opgesteld door de Gezondheidsraad. Dit is puur een adviserend orgaan voor de regering en het parlement dat haar adviezen baseert op wetenschappelijk onderzoek. ‘‘Wat er met onze adviezen gedaan wordt, is aan de overheid, het Kenniscentrum Sport & Bewegen en de Nederlandse bevolking’’, aldus Tjitske Visscher, persvoorlichter van de Gezondheidsraad. Volwassenen moeten tweeënhalf uur per week matig intensief bewegen (wandelen of fietsen) en twee keer per week spier- en botversterkende activiteiten ondernemen (voetbal of fitness).
Uit de cijfers van het CBS blijkt dat wij Nederlanders vanaf de invoering van de richtlijnen nog nooit zo weinig hebben bewogen: slechts 44,3% haalt de richtlijnen. ‘‘Er zit relatief weinig verschil in de cijfers van andere jaren’’, concludeert De Korte. ‘‘Het schommelt altijd tussen de veertig en vijftig procent.’’ Het coronajaar 2020 is het enige jaar dat meer dan de helft van de Nederlanders het bewegingsdoel wel haalde: 52,7%.
Het belang van bewegen acht het Kenniscentrum zo groot, dat zij dat komende jaar nog meer prioriteit willen maken. ‘‘Mensen in beweging krijgen is niet zo gemakkelijk. Eén allesomvattende oplossing bestaat niet. Zo spelen opleidingsniveau en het hebben van een bewegingsstimulerende omgeving een rol. Zien bewegen doet namelijk bewegen. Een concreet voorbeeld van hoe wij bewegen moeten stimuleren zie je in het onderwijs. Daar moet iets veranderen, want op sommige scholen wordt zitten nog steeds als gebruikelijk beschouwd. Dat zien ze dan als een norm. Wij omarmen een dynamische schooldag, vol bewegingspauzes en het bewegend maken van sommen.’’ Het Kenniscentrum hoopt met deze inprenting het doel in 2040 te hebben behaald.
Lees ook: Europees Parlement debatteert over discriminatie en geweld na de kus van Rubiales