Januari is natuurlijk de tijd van goede voornemens. Misschien heb je ze zelf wel bedacht of hoor je ze in je omgeving voorbij komen. Elk jaar bedenken we ze weer trouw, maar jezelf eraan houden, blijkt vaak lastiger dan gedacht. Waar komt de behoefte om steeds goede voornemens te bedenken dan vandaan? Psycholoog Rik Duursma over deze behoeftes van de mens en het ontstaan van voornemens.
Goede voornemens zijn vaak gericht op gebieden van gezondheid, persoonlijke ontwikkeling en sociale relaties. De populairste voornemens zijn dan ook onder andere afvallen, iets nieuws leren en meer tijd doorbrengen met familie en vrienden. In de psychologie is er veel onderzoek gedaan naar wat mensen motiveert. De theorie van Daci & Ryan gaat hierover. Zij hebben onderzocht gedaan naar de fundamentele behoeften die mensen hebben. Verbondenheid, autonomie (gevoel hebben keuzes te maken) en competentie. Dit is het gevoel hebben dat je vaardigheden hebt en steeds beter wordt in wat je doet. Een goed voornemen komt dus voor uit de fundamentele behoefte van de mens om zichzelf steeds te blijven ontwikkelen.
Duursma vertelt dat het moeilijk te achterhalen is waar goede voornemens nou precies vandaan komen. In verschillende religieuze tradities is het gebruikelijk om tijdens specifieke dagen of periodes zelfreflecties aan te moedigen. Denk bijvoorbeeld aan de Ramadan. Tijdens deze periode worden Moslims gestimuleerd tot zelfreflectie, gebed, liefdadigheid en goede daden. Waarom we goede voornemens bedenken voor een nieuw jaar, is dan wel weer logisch. Het nieuwe jaar is namelijk een geschikte tijd voor verandering, omdat je iets ouds afsluit en iets nieuws begint.
Mensen hebben vaak moeite om hun voornemens op een lange termijn vol te houden. Uit enkele onderzoeken is gebleken dat minder dan 20 procent van de mensen erin slaagt om hun voornemens voor een langere periode te handhaven. Dit zijn dus acht op de tien mensen. Hoe komt het dan dat mensen na een tijdje toch weer afhaken? Volgens Duursma ligt dit aan het feit dat voornemens vaak niet specifiek genoeg zijn. Alleen zeggen dat je bijvoorbeeld gezonder wil gaan leven, is eigenlijk al een garantie dat het niet gaat lukken. Wat ga je dan specifiek doen om gezonder te leven? Ook is het belangrijk om te weten waarom je iets wil. Waarom wil je gezonder leven? Het is namelijk niet echt een doel op zichzelf. Zorg dus dat je weet waarom je iets wilt en maak je doelen ook concreet.
Het helpt ook om niet té veel in één keer te willen veranderen. Als je dat doet, weet je vaak niet waar je moet beginnen en verlies je het overzicht. De succesformule volgens psychologen bij gedragsverandering is dat je kleine stappen moet zetten. Bijvoorbeeld als je wilt beginnen met hardlopen, moet je niet zeggen dat je vier keer in de week om zeven uur gaat hardlopen. Begin eens met één keer in de week een klein rondje hard te lopen. Routine helpt ook. Zorg dat je niet nog de beslissing moet nemen om iets wel of niet te doen op het moment zelf. Spreek een dag af waarop je iets doet, dan hoef je niet met jezelf te onderhandelen en stel je het minder snel uit.
Gedragsverandering is lastig, maar als het wél lukt dan is de winst in geluk en levenskwaliteit ook groot. Je voelt je blij dat je hebt volgehouden en je merkt de positieve veranderingen in je leven. Ook is er maatschappelijke winst. Namelijk minder gezondheidszorg en psychische gezondheidszorg.
Of het aantal goede voornemens de afgelopen jaren is gestegen, vindt Duursma lastig te zeggen. Zelfontwikkeling is wel enorm populair de laatste jaren. Kijk maar naar alle zelfhulpboeken, workshops en influencers. Grote kans dus dat mensen volgend jaar weer gewoon goede voornemens gaan bedenken. Misschien helpen deze tips je om je er deze keer wél echt aan te houden.