Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) concludeert uit eigen rapport dat Nederland een klimaatdoel voor 2040 moet instellen. Dat jaar moet Nederland 90 procent minder uitstoten dan in 1990. Dit doel is volgens het PBL haalbaar, mits hier genoeg draagvlak voor is. In de partijprogramma’s van de formerende partijen is het nog maar de vraag of er voldoende draagvlak is om Nederland genoeg te verduurzamen in voor 2040.
In een nieuw rapport gaat het PBL in op de haalbaarheid van de internationale klimaatdoelen voor Nederland. Het rapport werd opgesteld naar aanleiding van een recent voorstel van de Europese Commissie om een nieuw klimaatdoel in te voeren voor 2040. Nederland zou daarin haar broeikasemissies moeten verminderen met 90 procent ten opzichte van 1990. Volgens het PBL is een reductie van 80 tot 90 procent geofysisch (of er voldoende beschikbare ruimte is) en technisch mogelijk. Om een reductie van rond de 90 procent of hoger te realiseren moet ‘de samenleving haar levensstijl sterk aanpassen.’ Bijvoorbeeld door minder te gaan vliegen of minder vlees te eten. Wanneer dit maatschappelijk draagvlak beperkt blijft, redt Nederland de 90 procent niet. In het Kamerdebat van donderdag moet blijken hoeveel politiek draagvlak er bestaat voor stevige klimaatwetgeving. Zeker na de verkiezingswinst van partijen als PVV en BBB, die in hun verkiezingsprogramma’s sceptisch zijn over het belang van de energietransitie.
Waterstof, zonnepanelen en kernenergie
Een reductie van 80 tot 90 procent zou volgens het rapport dus technisch en geofysisch mogelijk zijn. Volgens Business Director Energietransitie bij ingenieursbureau Sweco, Bert van Renselaar, is dit echter afhankelijk van veel verschillende factoren. “Om de klimaatdoelen te bereiken zullen we verschillende energiebronnen in moeten zetten. De ene sector zal van een andere soort groene energie voorzien moeten worden dan de andere sector.” Een waterstofnetwerk voor de industrie, windmolens op zee, zonnepanelen en kernenergie zullen allemaal nodig zijn om de klimaatdoelen te behalen. “Hierbij moet je ook beseffen dat er regio’s zijn waar makkelijker meer energie opgewekt kan worden dan in Nederland. Een Europese aanpak is daarom effectiever dan de klimaatdoelen alleen in Nederland willen verwezenlijken.”
Maatschappelijk draagvlak
Het rapport van het PBL concludeert dat er een maatschappelijk draagvlak moet zijn om het klimaatdoel van 2040 te behalen. Senior Research Consultant bij onderzoeksinstituut Motivaction, Gerard van der Werf, licht toe dat de maatschappij beter bereid is mee te gaan in de energietransitie wanneer de voordelen van deze transitie beter benadrukt worden. “Als je benadrukt dat verduurzaming kan leiden tot een lagere energierekening, meer zelfvoorziening of meer comfort staan mensen sneller open voor verduurzaming.”
Niet iedereen kan in de energietransitie dezelfde verantwoordelijkheid hebben volgens Van der Werf. Hoeveel middelen iemand heeft om zijn of haar ecologische voetafdruk te verkleinen, is erg bepalend. “De voordelen van de energietransitie komen terecht bij de mensen die over het algemeen een wat bredere beurs hebben. Als je het geld hebt liggen om zonnepanelen of een thuisbatterij te betalen, kun je je energierekening een stuk verminderen. Een moeder die in een huur appartement woont met drie kinderen heeft minderen middelen om te kunnen verduurzamen.”
Politiek draagvlak
De komende jaren zullen bepalend zijn of Nederland de internationale klimaatdoelen gaan halen. De politiek zal hier ook een belangrijke rol in gaan spelen. Of er de komende jaren genoeg politiek belang gaat zijn voor klimaatverandering is nog maar de vraag. Zo staat in het partijprogramma van de grootste partij, PVV, ‘De klimaatwet, het klimaatakkoord en alle andere klimaatmaatregelen gaan direct door de shredder’. Het hoofdstuk over klimaat in het verkiezingsprogramma van BBB kopt: ‘Wie rood staat, kan niet groen doen’. Hierin staat dat BBB alleen aan de klimaatdoelen wil werken als het de burgers niet te veel geld kost.
Hoogleraar duurzame energie voorziening aan de universiteit van Utrecht, Gert Jan Kramer, legt uit dat de politiek in de toekomst een probleem kunnen vormen om de klimaatdoelen te behalen. “We hebben sinds 1990 onze CO2-uitstoot met 35 procent verminderd. Onze uitstoot zal dus de komende jaren een stuk sneller moeten afnemen. Tegelijkertijd ontkent de PVV dat er überhaupt iets gedaan moet worden aan klimaatverandering. Hoe het de komende tijd zal verlopen, moeten we nog zien.”
FOTO: ANP/Jeroen Jumelet