De politieagent die in Waalwijk de verdachte Tim van der Boor (27) per ongeluk doodschoot, is op dinsdag vrijgesproken. De rechtbank in Utrecht besloot dat het lossen van het fatale schot de agent niet verweten kan worden, doordat van der Boor een onverwachtse beweging maakte.
Dat van der Boor tijdens zijn aanhouding opeens zijn linkerhand omhoog deed, kan volgens de rechter gezorgd hebben voor een schrikreactie bij de 23-jarige politieagent, die onderdeel is het het arrestatieteam (AT). Vanwege die schrikreactie kan het zo zijn dat hij zijn vinger op de trekker deed en deze overging. Hierdoor is dit schot hem niet verwijtbaar en wordt de politieagent vrijgesproken.
Eis van zestig uur
Openbaar Ministerie eiste eerder een taakstraf van zestig uur, wegens dood door schuld. Volgens de officier was het de agent wel degelijk te verwijten, omdat zijn vinger nooit op die trekker had moeten zitten. Dit is niet volgens de procedure. Je mag namelijk de vinger pas op de trekker plaatsen op het moment dat je een schot wil gaan lossen.
Tot het fatale schot heeft de agent gehandeld volgens de procedure. Dat er door een onverwachtse beweging van het slachtoffer een schrikreactie ontstaat, waardoor die vinger toch naar de trekker is gegaan, is aannemelijk volgens de rechtbank.
Fatale schot
In maart 2022 werd Tim van der Boor in zijn nek geschoten door de 23-jarige agent. Op dat moment zat hij samen met zijn vriendin in zijn auto op een parkeerplaats in Waalwijk. De twee werden verdacht van betrokkenheid bij een lopend drugsonderzoek.
Er waren aanwijzingen dat van der Door vuurwapengevaarlijk kon zijn. Daarom waren de zestien agenten van het AT extra alert. Na het omsingelen van de auto, probeerde de agent die later het schot loste, de autodeur open te maken, maar dit lukte niet. Hij richtte daarom zijn vuurwapen op de ruit, waarna zijn vuurwapen onbedoeld afging. Tijdens de inhoudelijke zitting liet hij weten dat hij niet begrijpt hoe het mogelijk was dat hij per ongeluk de trekker overhaalde.
Aanwezig via videoverbinding
De agent is zelf niet aanwezig bij de uitspraak, maar volgt zijn zaak via een videoverbinding vanaf de verdieping erboven. Tijdens de inhoudelijke zitting gaf hij aan dat hij er nog iedere dag aan terug denkt. “Ik ga er iedere avond mee naar bed. Ik vind het verschrikkelijk.”
Beide partijen hebben twee weken de tijd om in hoger beroep te gaan.