Home Blog Pagina 98

UEFA wil scoren met klimaatbeleid, maar mist voor open doel

50 procent minder CO2 uitstoot in 2030. Daar mikt de UEFA op, in samenwerking met de EU Green Deal. In de Champions League moet nog het nodige gebeuren om dit te realiseren. Momenteel zijn er geen concrete plannen bekend om het vliegverkeer aan te pakken. Hoe zou dit duurzamer kunnen?

Supporters op televisie die een vrouw aanmoedigen om de koelkast dicht te doen, een wave in het stadion die onderbroken wordt als iemand het licht aan laat staan en een familie die de thermostaat lager zet op het ritme van klappende voetbalfans. Dit is het reclamespotje van de UEFA, in samenwerking met de Europese Unie. Ondanks dat de campagne vooral is gericht op de uitstoot door supporters, zijn zij niet de enige bron van vervuiling. De Champions League gaat namelijk gepaard met veel vliegkilometers en daar komt een hoop CO2-uitstoot bij kijken.

Eke Eijgelaar, hoogleraar duurzaam toerisme, is verbaasd over dit tv-spotje. Zeker omdat de UEFA het doel heeft om in 2040 klimaatneutraal te zijn. ‘’De UEFA zet huis-tuin-en-keukengebruik in de schijnwerpers, terwijl ze aan hun eigen CO2 uitstoot niks doen.’’ In het Champions League seizoen 2018/2019 werd er vanaf de eerste kwalificatieronde tot aan de finale in totaal 642.000 kilometer gevlogen. Dat berekende NRC in 2019.

Twee jaar later presenteerde de UEFA het rapport ‘Strength Through Unity’. Hierin belicht de bond het eigen klimaatbeleid. Daarin pleiten zij voor 50 procent CO2-reductie in 2030 en klimaatneutraliteit in 2040 binnen het Europese voetbal. Echter ontbreekt bij de uitspraak om de CO2-voetafdruk te verminderen een belangrijk aspect: hoe? Uit eigen onderzoek blijkt dat in het seizoen 2022/2023 608.371 kilometer is gevlogen. Een paar tienduizenden minder dan destijds in 2018/2019. “100% toeval”, reageert Frank Huisingh op de cijfers.

Huisingh is oprichter van Fossil Free Football, een organisatie die pleit voor onder andere een verbod op vervuilende sponsoren in het voetbal. Hij hekelt het gebrek aan initiatief bij de UEFA. “Ik zou graag willen dat er wordt ingezien dat we wereldwijd een gigantisch probleem hebben met de klimaatcrisis. Dat raakt onze fans, onze spelers, de toekomst van het voetbal en iedereen als mens.” Huisingh hoopt dat de bond dit zich snel realiseert en concrete stappen gaat ondernemen. “Er zijn plannen over duurzamer beheer van stadions en over plastic bekertjes. Dat is allemaal wel interessant, alleen zit het grootste deel van de CO2-uitstoot in hoeveel mensen er heen en weer vliegen voor die wedstrijden.” Daar wordt met geen woord over gerept in het rapport. De UEFA heeft hierop niet gereageerd.

Weinig verbeteringen

Duurzaamheid is dus een onderwerp voor de lange adem. Ondertussen vliegen de clubs in de Champions League er op los. Om dit te berekenen, is met name via de sociale media accounts van de clubs achterhaald van en naar welk vliegveld ze vlogen. Vervolgens is de afstand tussen de twee vliegvelden uitgerekend en alles bij elkaar opgeteld. Voor het seizoen 2022/2023 kwam de totale vliegafstand uit op 608.371 kilometer. De 1.948 kilometer die met de bus werd afgelegd, staat daarbij in schril contrast.

In het huidige seizoen is de totale vliegafstand zelfs toegenomen. In de kwalificatierondes en groepsfase samen wordt meer gevlogen dan in dezelfde periode vorig seizoen, namelijk 543.196 kilometer nu tegenover 539.613 kilometer vorig jaar. Volgens Huisingh moet het aantal vliegbewegingen juist afgebouwd worden. “Als je de uitstoot naar bijna 0% in 2040 wil brengen, dan moet je tegen die tijd eigenlijk niet meer vliegen”, zegt Huisingh, die benoemt dat dat niet van de ene op de andere dag zal gebeuren. Hij baalt daarom dat de UEFA daar nog niet mee bezig is. “Ik denk dat de UEFA lang hoopte dat ze de doelen zouden bereiken met het planten van bomen om zo de uitstoot van het vliegen te compenseren.”

Al die vliegbewegingen, 208 retourvluchten in totaal, zorgen voor veel uitstoot, gemeten in kilo CO2. Om de CO2-uitstoot zo precies mogelijk te berekenen, is gekeken naar de vliegtuigen die door de deelnemende clubs zijn gebruikt. Per vliegtuigtype is via onder andere luchtvaartmaatschappijen te achterhalen wat de gemiddelde snelheid en het gemiddelde kerosineverbruik is per type. Zo bereken je het verbruik per kilometer. Met de afstand die elke club heeft gevlogen, bepaal je vervolgens de CO2-uitstoot per team. Alles bij elkaar opgeteld, inclusief de uitstoot veroorzaakt door de busreizen, komt de CO2-uitstoot in het seizoen 2022/2023 op 6.076.887,17 kg CO2.

De uitstoot voor het seizoen 2023/2024 is nog onder voorbehoud, omdat niet alle groepswedstrijden gespeeld zijn. Voor de resterende wedstrijden is gekeken naar wat er in de eerdere onderlinge ontmoeting gebeurd is. Zo heeft Celtic het vliegtuig gebruikt om naar de wedstrijd Feyenoord – Celtic te reizen. Voor Celtic – Feyenoord, die pas op 13 december wordt gespeeld, is daarom ook voor het vliegtuig gekozen in de berekeningen. Hiermee komt de uitstoot tot en met de groepsfase op 5.631.660,81 kg CO2. Dat is net als bij het aantal gevlogen kilometers meer dan vorig seizoen, toen tot en met de groepsfase 5.353.655,73 kg CO2 werd uitgestoten.

Op dit moment lijkt de voorkeur van de clubs uit te gaan naar het vliegtuig. Vorig seizoen waren er 214 wedstrijden in de Champions League. Bij slechts zes daarvan kwam het voor dat beide ploegen niet het vliegtuig namen. Voor alle andere wedstrijden charterde de clubs een vliegtuig om naar een uitwedstrijd te gaan, terwijl bij 18 wedstrijden de afstand tussen de vliegvelden minder dan 500 kilometer was. Dat is ongeveer net zo ver als vliegen van Schiphol naar Manchester. In dit seizoen was PSV de eerste ploeg die een keer het vliegtuig liet staan. De uitwedstrijd tegen RC Lens werd met de bus bezocht. Op Instagram deelden de Eindhovenaren trots dat ze de bus pakten. De Franse ploeg volgde in speelronde vier het voorbeeld van PSV en ging met de bus naar Eindhoven.

PSV reisde in oktober per bus naar Frankrijk // Ⓒ PSV Instagram

Toch bleef het dit seizoen bij slechts twee van de in totaal 153 wedstrijden. Dat terwijl het gebruik van de trein, zoals Ajax in 2019 deed naar Lille, of bus volgens Eijgelaar veel uitstoot kan schelen. “Dat kan theoretisch meer dan een factor 10 zijn. Dat verschil is gigantisch.” Hij verwijst hierbij naar co2emissiefactoren.nl, een samenwerking van onder meer Milieu Centraal en de Rijksoverheid. Daar staat uiteengezet welke CO2-uitstoot er per vervoermiddel kan worden gebruikt. Voor een touringcar is dit bijvoorbeeld 0,677 kg CO2 per kilometer. Ter vergelijking: de Boeing 737-800, gebruikt door negen ploegen waaronder Feyenoord, stoot per kilometer 9,3 kg CO2 uit.

Los van de vluchten van een club wijst Eijgelaar ook op een mogelijk neveneffect, waarbij supporters het gedrag van de club volgen. “Ik zie vooral de voorbeeldrol die zo’n club zou moeten nemen. Het is kennelijk een hele grote stap voor die wereld.” Huisingh is het hier mee eens. “Als het voetbal zijn verantwoordelijkheid hierin neemt, dan heeft dat een enorme uitstraling. Wereldwijd zijn er veel voetbalfans. Als het voetbal laat zien dat het de klimaatcrisis serieus neemt, dan zou het een goed voorbeeld zijn voor de rest van de wereld.”

De Champions League krijgt vanaf komend seizoen een nieuwe opzet, waardoor het aannemelijk is dat er meer gevlogen en uitgestoten zal gaan worden. Het totale aantal wedstrijden stijgt namelijk van 214 naar 283. Volgens Huisingh maakt vooral het financiële plaatje rondom de nieuwe opzet het verhaal voor de UEFA interessant. “Ik heb hierover de duurzaamheidsman van de UEFA gevraagd: ‘Jullie hebben klimaatdoelen gesteld. Waarom krimpt de competitie niet?’ Hij gebruikte moeilijke manieren om te zeggen dat het gewoon meer geld oplevert.

Portugese teams leiden CO2-race

Vooral de deelnemende teams uit de Portugese ‘Liga Portugal’ zijn niet vies van een beetje CO2. Onderzoek, op basis van afgelopen seizoen, wijst uit dat SL Benfica, FC Porto en Sporting CP alle drie terug te vinden zijn in de ‘top tien CO2-uitstoters’. Sterker nog, Sporting CP staat met een vijfde plek het laagst van de drie. Voorrondes zijn in deze berekening niet meegenomen.

SL Benfica voert de lijst aan en heeft het afgelopen seizoen ruim de helft meer CO2 uitgestoten dan de nummer twee op de lijst: FC Porto. Wat nog meer opvalt is dat ook Ajax terug te vinden is in deze top tien. En dat terwijl de Amsterdammers dat seizoen slechts drie uitwedstrijden speelden. Ajax is een van de vier teams die, ondanks het feit dat zij na de groepsfase het toernooi verlieten, toch in de top tien terug te vinden zijn. Dit komt in sommige gevallen door een ongunstige loting. Daar hebben clubs geen invloed op.

Waar clubs wel invloed op hebben is hoe zuinig ze vliegen. Veel CO2-uitstoot betekent namelijk niet automatisch veel vliegkilometers. Één van de Champions League finalisten van vorig seizoen, Internazionale, is namelijk niet terug te vinden in de ‘top tien CO2-uitstoters’. Echter behoren de Italianen wel tot de ‘top tien teams die het meest gevlogen hebben’. Uit onderzoek is gebleken dat van alle deelnemende clubs tijdens het seizoen 2022/2023, Internazionale met het op twee na zuinigste vliegtuig vloog: een Boeing 737 MAX 8. Dit vliegtuig verbruikt 2,97 liter kerosine per kilometer. Dat terwijl het gemiddelde van alle tweeëntwintig vliegtuigen op een verbruik van 4,6 liter kerosine per kilometer ligt.  

In tegenstelling tot FC Porto, dat niet in de ‘top tien teams die het meest gevlogen hebben’ is opgenomen. Zij vlogen met een Airbus A340-300 die 9,33 liter kerosine per kilometer verbruikt. Ruim drie keer zoveel als het vliegtuig van Internazionale. Hieruit valt te verklaren waarom FC Porto zo hoog in de ‘top tien CO2-uitstoters’ staat. Er wordt regelmatig met een milieuonvriendelijk vliegtuig gevlogen.

Zijn er ook oplossingen?

Nu rest de hamvraag: hoe lossen we het op? De afgelopen maanden deden zich een aantal scenario’s voor. Wat voor verschil maken deze opties? En hoe groot is die impact?

Alternatief vervoer is één van de mogelijke oplossingen. Clubs kunnen voor korte afstanden gebruikmaken van de bus of trein. Voor de bus is gerekend met een uitstoot 0,677 kg CO2 per kilometer. Bij de trein is dit 0 kg. De uitstoot veroorzaakt door het opwekken van de energie is niet meegerekend. Deze cijfers zijn afkomstig van het eerder genoemde co2emissiefactoren.nl. Eijgelaar juicht de stap naar andere vervoermiddelen toe. “De trein is zo goed als emissieloos, zolang het geen diesels zijn. Een reisbus komt na de trein als meest duurzaam vervoermiddel op het lijstje te staan. Uiteindelijk wil je ze natuurlijk uit het vliegtuig zien te krijgen, maar dat zal niet in alle gevallen kunnen.”

Eijgelaar doelt hiermee op de langere vluchten. Zo kan Maccabi Haifa uit Israël voor de uitwedstrijd tegen Benfica moeilijk de bus pakken. Met name de reistijd moet volgens Eijgelaar realistisch blijven en niet zoals in dit geval 61 uur. Daarom is gekeken naar vluchten van maximaal 1.000 kilometer enkele reis. Is het mogelijke die te vervangen door een trein- of busreis van maximaal acht uur? Voor de bus, met een gemiddelde snelheid van 100 km/u, betekent dit een maximale afstand van 800 kilometer. Bij de trein is het afhankelijk van de spoorverbinding en de kwaliteit daarvan. Bijvoorbeeld met de aanwezigheid van een hogesnelheidslijn.

Uit eigen onderzoek blijkt dat bij 46 wedstrijden alternatief vervoer mogelijk was, waar het in werkelijkheid bij zes wedstrijden bleef. Andere duels die wel voldeden aan de maximale vliegafstand vielen af wegens een slechte snel- en spoorwegverbinding, of omdat er een zee moest worden overgestoken. Toch bleven er genoeg wedstrijden over waar met gemak het vliegtuig aan de grond kon blijven. Liverpool – Rangers FC bijvoorbeeld, een treinreis van drie uur in plaats van 300 kilometer vliegen. Of Dinamo Zagreb tegen RB Salzburg, wat met de bus 415 kilometer is. Bij één op de vijf wedstrijden was alternatief vervoer mogelijk. De CO2-uitstoot die er mee bespaard wordt is echter gering. De totale vliegafstand wordt teruggebracht tot 567.087 kilometer. In dit scenario wordt er 59.282 kilometer afgelegd met de bus of trein. De uitstoot komt in totaal op 5.891.015 kilo CO2. Dat is 3,1% minder dan het werkelijke uitstootcijfer.

Vaker de bus of trein pakken, levert dus niet veel CO2-reductie op. Er blijven veel vliegreizen over, maar ook die kunnen zuiniger. Veel clubs gebruiken namelijk een toestel met een onnodig hoog verbruik. Zoals eerder genoemd heeft FC Porto het meest vervuilende type vliegtuig. Hun Airbus A340-300, waar 267 passagiers in kunnen, verbruikt 9,33 liter kerosine per gevlogen kilometer. RB Leipzig gebruikte het zuinigste toestel. Met 1,98 liter kerosine per kilometer is de De Havilland DC 8-400 met afstand het milieuvriendelijkste vliegtuig dat door de deelnemende clubs is gebruikt. Een minpunt aan het toestel is het beperkte bereik, ‘slechts’ 2.522 kilometer op één tank. De Boeing 737 MAX 8 van Internazionale heeft een aanzienlijk groter bereik van 6.510 kilometer en is iets minder zuinig.

Om de CO2-uitstoot te reduceren, kunnen clubs één van deze vliegtuigen gebruiken. Bij een club als FC Porto, maar ook bij Ajax en Sporting CP, zou dit meer dan de helft aan uitstoot schelen. Voor zo’n 87% van alle vluchten is het mogelijk het zuinige vliegtuig van RB Leipzig te gebruiken. De rest van de vluchten zijn elk langer dan 2.522 kilometer. In die gevallen gebruiken clubs de Boeing van Internazionale gepakt. De uitstoot van het complete toernooi daalt door deze maatregel naar 3.425.551,68 kg CO2. Dat is een afname van 43,6% ten opzichte van de werkelijke CO2-uitstoot. Als alternatief vervoer wordt gecombineerd met het gebruik van zuinigere vliegtuigen, is de CO2-uitstoot nog minder. Dan gaat het namelijk om 3.220.199,336 kilo CO2, een afname van 47%.

Regionalisering

Maar het kan nog beter. Om de vliegkilometers in het Europees voetbal te verminderen, pleit Frank Huisingh voor herinrichting van de Europese competities in het algemeen. “De afgelopen jaren zijn die competities alleen maar groter geworden. Een paar jaar geleden is de Conference League erbij gekomen. Daardoor zijn er meer wedstrijden. Bovendien zit er geen enkele geografische beperking in tegen wie je speelt. Je moet die toernooien eerst kleiner maken. Om te beginnen schaf je één competitie af: de Conference League. Dan heb je alleen nog de Champions League en de Europa League.’’ Voetbalanalist Erik Meijer kan zich vinden in het voorstel van Huisingh. Meijer, werkzaam bij de Duitse sportzender Sky Deutschland, is er niet rouwig om als de Conference League wordt afgeschaft. “Deze competitie is sowieso overbodig.’’

Tenslotte wil Huisingh de poulefase van de Champions League graag regionaliseren. “Voor Nederlandse teams betekent dit dat je bijvoorbeeld alleen kunt loten tegen clubs uit België, een deel van Duitsland en Noord-Frankrijk. Dan beperk je de reistijden en kun je de uitstoot verminderen.’’ Eke Eijgelaar gaat nog een stap verder. Hij wil zelfs de voorrondes regionaliseren door in clusters te werken, zoals Zuid- en Midden-Europa. ‘’Op deze manier kun je afstand besparen. Als afstanden korter worden, maar clubs besluiten om te blijven vliegen, verklein je in ieder geval de totale afstand. Dan gaat de impact dus omlaag.’’

Meijer vreest dat de Champions League minder attractief wordt wanneer de poulefase of voorronde regionaal wordt. “Op deze manier krijg je in de tweede ronde uitsluitend de winnaars van een bepaalde regio. Dat kan interessant zijn, maar het is minder aantrekkelijk aangezien je op deze manier de grote clubs minder snel in jouw regio zal zien.’’

Het is lastig om de voorrondes achteraf te regionaliseren. Er moeten dan namelijk dezelfde winnaars uit voort komen, zodat dezelfde teams in de groepsfase terechtkomen. Daarom is voor dit onderzoek alleen gekeken naar een groepsfase in deze stijl. Op basis van de vliegafstanden tussen clubs is er een nieuwe groepsindeling gemaakt, met als doel om het aantal vliegkilometers te minimaliseren. Regels als dat clubs uit hetzelfde land elkaar niet kunnen treffen, zijn hierin meegenomen. Enkel de potindeling is, gedeeltelijk, weggelaten. In de geregionaliseerde groepsfase zijn er twee poules waarin clubs uit alle vier de potten te vinden zijn. In de andere zes poules zitten clubs uit drie van de vier potten. Wel is er in iedere poule een team uit pot 1 aanwezig, de op papier sterkste ploegen. Op deze manier blijven de groepen qua niveau gelijkwaardig aan elkaar.

In de oorspronkelijke groepsfase van het seizoen 2022/2023 vlogen alle clubs samen 244.361 kilometer. Met deze nieuwe indeling, als clubs enkel vliegen, is dit 175.068 kilometer. Zo’n 28% minder dus. De uitstoot zou, met de twee zuinige vliegtuigen uit de eerdere oplossingen, uitkomen op 933.318,35 kg CO2. In werkelijkheid werd er bij de groepsfase 2.609.319,35 kg CO2 uitgestoten. Dat komt neer op een afname van 64,2%.

Met alternatief vervoer ontstaat zelfs een klimaatneutrale poule. Door enkel de trein te gebruiken, wordt er in groep E geen CO2 uitgestoten door de reisbewegingen. Ook in groep A kan het vliegtuig aan de grond blijven. Daar wordt naast de trein ook de bus gebruikt. In de hele groepsfase kunnen clubs voor meer dan de helft van de wedstrijden (54 van de 96) alternatief vervoer gebruiken. Er wordt nog ‘maar’ 125.694 kilometer gevlogen. Met de trein en bus leggen clubs een afstand van 69.288 kilometer af. Wat overblijft is een uitstoot van 698.511,86 kg CO2. Dat is 73,2% minder dan de werkelijke uitstoot in het seizoen 2022/2023.

Met de combinatie van alternatief vervoer, zuinigere vliegtuigen en geregionaliseerde poules is dus bijna driekwart van de CO2-uitstoot in de groepsfase te besparen. Dat de uitstoot van de Champions League enorm verlaagd kan worden is nu wel duidelijk, maar dan zou de UEFA wel actie moeten ondernemen en de opzet veranderen. ‘’Dat zie ik de UEFA nog niet zo snel doen,’’ aldus Eijgelaar.

Tiny House geen oplossing voor de woningnood in Nederland

De populariteit van Tiny Houses stijgt de laatste jaren flink. “Onze wachtlijsten stijgen enorm. Momenteel hebben we 600 wachtenden”, zegt Nina Eijkenhout, communicatie en programmering Minitopia. De huisjes zijn duurzaam, goedkoop, klein en dus ook populair. Een goede oplossing voor het grote woningnood in Nederland zou je dus denken. Toch zijn daar twijfels over.

CDA aan tafel bij Nieuwsuur: “Ik denk dat er wat aan het veranderen is.“

De komende dagen volgt Ey!Daily de verkiezingsreeks van Nieuwsuur. Na VOLT dinsdag, nam woensdagavond Henri Bontenbal, de fractievoorzitter van CDA, plaats aan tafel. “Als je naar het CDA kijkt de afgelopen jaren hebben we misschien iets te veel water bij de wijn gedaan”, zo begint Bontenbal bij Nieuwsuur. 

Bontenbal spreekt tijdens Nieuwsuur zijn geloof uit dat het CDA weer terug kan komen. Hierbij hoopt hij dat mensen de partij nog een kans willen geven, ook al heeft hij nog veel kiezers hierbij te overtuigen, geeft Bontenbal zelf aan. Hij zegt: “Je kunt niet alleen analyseren wat er fout is in de samenleving.” De fractievoorzitter blijft wel realistisch. “Met deze peilingen lijkt de kans uiterst klein dat ik meedoe.” Toch blijft hij hoopvol. “Ik denk dat er wat aan het veranderen is. Ik wil een samenleving die veel meer bezig is met saamhorigheid, met het wij.”

Landbouw

Er worden kritische vragen aan Bontenbal gesteld over landbouw. Onder andere boeren en melkveehouders spreken hun teleurstelling uit naar het CDA. Zij hebben het idee dat het CDA 2 jaar lang op de rem heeft gestaan. Hier is Bontenbal het niet mee eens. De boeren zijn vooral teleurgesteld over de koers en het beleid omtrent Natura 2000 gebieden en stikstof. Zij maken zich grote zorgen over de toekomst en dan met name die van de jonge boeren. Bontenbal gaat hierop in. “Wij willen jonge boeren zeker dat toekomstperspectief bieden. Maar ik snap ook de frustratie over onze koers, de frustratie over een kabinet wat niet geleverd heeft.” 

Bontenbal wil samen met de boeren bepalen wat er moet gaan gebeuren, al geven de boeren aan hier de afgelopen 5/6 jaar niks van gemerkt te hebben. Verder zegt de fractievoorzitter nog: “Hoe ik denk dat we verder moeten, is dat we eerst een landbouwakkoord moeten sluiten.” De fractievoorzitter wil met een maatschappelijk middenveld aan tafel. Dit zijn dus niet alleen de boeren, maar bijvoorbeeld ook milieubewegingen. 

Mantelzorg

Ook mantelzorgers zijn de afgelopen jaren niet erg te spreken over het CDA. Ze vinden dat er veel is beloofd, maar dat er weinig van is gekomen. Dat terwijl volgens Bontenbal de samenleving draait op mensen die naar elkaar omkijken. De kersverse lijsttrekker ziet in dat er te weinig ondersteuning is geweest voor mantelzorgers en wil dit regelen. Zo wil hij ervoor zorgen dat er meer steun is wanneer een mantelzorger bijvoorbeeld zelf met een griepje thuis zit of wanneer iemand overbelast is. “Ik kan alleen maar zeggen dat mantelzorg enorm belangrijk is voor de samenleving.” 

Bedrijfsleven 

Volgens Bontenbal is het belangrijk om als overheid intensief contact te houden met het bedrijfsleven, voornamelijk in samenwerkingsverband. “Je hebt als kamerlid al die relaties nodig”, zegt hij. Maar waarom hebben bijvoorbeeld grote CO2-uitstoters belastinggeld nodig? Bontenbal zegt hierop dat het gaat om wat je teruggeeft, bijvoorbeeld infrastructuur. Niet per se alleen voor de bedrijven die er al staan, maar ook voor de toekomst, voor bijvoorbeeld het vestigen van nieuwe bedrijven. 

Nieuwsuur

De komende dagen volgt Ey!Daily de verkiezingsreeks van Nieuwsuur. 14 lijsttrekkers nemen plaats aan tafel bij Mariëlle Tweebeeke en Jeroen Wollaars. Hier worden ze bevraagd aan de hand van het verkiezingsprogramma en stemgedrag en komen kiezers uit eigen kring aan het woord. Dinsdag 7 november nam Laurens Dassen plaats aan tafel. Donderdag is het de beurt aan de fractievoorzitter van de SP: Lilian Marijnissen.

AI-stemwijzers niet waterdicht

In aanloop naar de Tweede kamer-verkiezingen maakt men veelal gebruik van traditionele, handgemaakte stemwijzers, maar dit kan ook via stemwijzers gebouwd op AI. Hoewel het erg handig kan zijn, blijkt uit eigen onderzoek van de redactie dat AI-stemwijzers als StemChat.nl niet altijd waterdicht zijn en fouten kunnen bevatten. 

Het Instituut Digitale intelligentie heeft een chatbot ontwikkeld die met kiezers in gesprek gaat om tot een persoonlijk en objectief stemadvies te komen. Met stemchat.nl is er een bot ontwikkeld die getraind is op alle 26 partijprogramma’s. Hans Hoornstra, de voorzitter van het instituut, legt uit dat ze zo elke politieke partij een eerlijke kans geven. Hoornstra: “Verkiezingen raken vaak vertroebeld door persoonlijke aanvallen en oneliners. Met StemChat hebben alle partijen gelijke kansen, omdat de chatbot puur en alleen naar inhoud kijkt.” Ook is het mogelijk om via StemChat de dialoog te voeren in elke taal van de wereld.

Onvolledige antwoorden

Als de chatbot de opdracht krijgt om van elke partij hun standpunt over belastingverlaging te laten zien, komen in dat antwoord maar zeven van de 26 partijen naar boven. Uit onderzoek blijkt dit niet consistent dezelfde partijen zijn, maar dat de zeven partijen die je ziet variëren. In een reactie laat Hoornstra het volgende weten: ‘’Dit is zeker een nadeel. Het is eigenlijk de beperking van hoe die technologie nu op dit moment werkt. Wij maken gebruik van Dante, dat is eigenlijk een soort derde partij applicatie. Daar zitten toch een aantal beperkingen in waardoor er kwaliteitsverlies ontstaat in de dialoog. Het is dus zeker nog niet perfect. Tegen de tijd van de volgende verkiezingen zal het een stuk beter zijn.’’ Als je als gebruiker de vraagstelling specifieker weet te maken, zouden de antwoorden volgens Hoornstra beter zijn. Ook geeft hij aan dat deze tool misschien niet voor iedereen is gemaakt. ‘’Als jij geen kritische burger bent, dan is deze manier van het ontsluiten van informatie niet de meest voordehand liggende tool. Je moet toch over een bepaalde soort voorkennis beschikken’’, aldus Hoornstra.

Verkeerde partij 

Wanneer je als gebruiker aan de chatbot vraagt of Pieter Omtzigt bereid is om premier te worden, kan het zijn dat je een opmerkelijk antwoord krijgt. Zo is het mogelijk dat je in het antwoord op die vraag hoort dat Pieter Omtzigt lid is van de BoerenBurgerbeweging (BBB) in plaats van zijn daadwerkelijke partij Nieuw Sociaal Contract (NSC). Hoornstra: ‘’Ik kan dat niet helemaal verklaren, maar dat is absoluut niet goed. Stemchat.nl is een proof of concept. Het werkt dus wel goed, maar er komen blijkbaar ook nog steeds hele rare dingen uit. Ik denk dat het een soort glitch is waar het door komt.’’ Het zou mogelijk kunnen zijn dat dit te verklaren is doordat dat de AI waar stemchat.nl op draait, ChatGPT, niet weet wat feiten zijn. Zo is de bot getraind op alle partijprogramma’s en daarbij horende namen. Waar het voor ons dan logisch is dat Pieter Omtzigt lijstrekker is van NSC en niet van de BBB, kan het programma dat niet weten. Die wordt getraind met feitelijke informatie zonder te weten dat het feiten zijn. 

Disclaimer

Een andere stemwijzer die gebruikmaakt van kunstmatige intelligentie is Openverkiezingen. Mede opgezet door BNR-nieuwsradio, willen ze kiezers zo helpen met hun stemkeuze. Omdat het gaat om AI, staat er bij Openverkiezingen duidelijk een disclaimer met uitroepteken om aan te geven dat de stemwijzer die je maakt draait op AI. Bij stemchat.nl staat dit minder duidelijk vermeld met een klein stukje tekst onderaan de toetsbalk. Hoornstra geeft aan dat dit ligt aan het programma waar ze gebruik van maken: ‘’Dante, het systeem waar wij gebruik van maken heeft een vooringestelde instelling. Hierdoor kwam de disclaimer op die plek te staan. Het doel van ons was eigenlijk gewoon om aan te tonen dat je met AI een complete set van informatie kunt doorgronden. Dat dat op een hele eigentijdse manier kan en dat je dus daadwerkelijk in gesprek kunt gaan in elke taal.’’

Regionale apotheken komen in actie: “We hadden nooit durven hopen op deze aantallen”

In Nederland heerst er al langer een tekort aan geneesmiddelen. Patiënten wachten langer op hun medicijn en apotheken zitten met de handen in het haar. Landelijke Eerstelijns Farmacie (LEF) bedacht daarom een actieweek om dit tegen te gaan. Tussen 30 oktober tot en met 3 november riepen ze regionale apotheken massaal op om zich aan te melden en samen sterk te staan voor de zorg van de patiënten. Met ruim 25.000 aanmeldingen, bracht de actieweek meer dan verwacht.

“We hadden nooit durven hopen op deze aantallen”, zegt Marian Stoks, bestuurslid van LEF. Het initiatief kwam vanuit regionale apothekers, die wilden weten over welke aantallen het nu gaat. Patiënten en apotheekassistenten konden door middel van een vragenformulier aangeven waar ze tekort komen als het gaat om de leveringen van medicijnen. Hierdoor krijgen apotheken een beter beeld van het probleem dat al jarenlang speelt.

Veel patiënten krijgen steeds vaker een ander doosje, ze moeten langer wachten op hun medicijn of ze moeten een dosis overslaan. “Waar we ons uiteindelijk zorgen over maken is dat het niet ondenkbaar is dat een antibiotica niet leverbaar is, wat enorme gevolgen kan hebben op de patiëntveiligheid.”

Onder de aandacht

Volgens Stoks is het de bedoeling dat het probleem wordt aangekaart, om duidelijk te maken dat dit een probleem is wat nu opgelost moet worden. “We hopen hiermee dat we bij de politiek, de Nederlandse zorgautoriteit en de desbetreffende partijen, de urgentie kunnen aantonen”, vertelt Stoks. “We kunnen in Nederland ervoor zorgen dat wat er op de markt komt, ook het maximaal haalbare is.”

Beleid

De oorzaak van het medicijntekort is niet alleen de lage prijzen van de medicijnen, maar ook dat bijna alle grote zorgverzekeraars in Nederland een volledig preferentiebeleid hebben. Dat betekent dat voor bepaalde stoffen alleen een bepaald merk geleverd mag worden. Door dat beleid zijn er minder merken leverbaar en dat zorgt voor een verschraling in de Nederlandse markt. Stoks verteld dat er nu meer dan 500 soorten medicijnen niet leverbaar zijn. Ze zegt: “We merken dat we te weinig zorg kunnen brengen, wat een hoop druk oplevert.”

Resultaten

Vanwege de vele aanmeldingen is er meer mankracht nodig om de exacte resultaten te krijgen. “We dachten met een data-analist er achteraan te gaan, maar met zoveel gegevens is dat niet te doen.” LEF gaat het goed analyseren en zetten op een rijtje om welke soorten medicijnen het gaat. “Het allerbelangrijkste is hoe de patiënten hier naar kijken, want zij zijn degene die het meest geraakt worden.”

Wijn zal voorlopig prijs behouden ondanks lage productie

Ondanks dat we dit jaar de laagste productie in zestig jaar kunnen verwachten, zal de wijn niet duurder worden. Dat is de voorspelling van wijnkenner Ilja Gort . “De supermarkten hanteren ook nog een psychologische grens.”

De wijnindustrie kampt dit jaar met de laagste productie in zestig jaar tijd. “Op het zuidelijk halfrond zal de wijnproductie naar verwachting ver onder de cijfers van 2022 liggen. Australië, Argentinië, Chili, Zuid-Afrika en Brazilië werden allemaal zwaar getroffen door ongunstige weersomstandigheden. De enige uitzondering is Nieuw-Zeeland, het enige land met een productieniveau in 2023 dat boven het vijfjarig gemiddelde ligt”, vertelt de brancheorganisatie OIV.

Oorzaak

De oorzaak daarvan is duidelijk: “Klimaatverandering”, vertelt Gort in Goedemorgen 100% NL. Ilja Gort heeft zelf een wijngaarden in Frankrijk en heeft hier al langer last van. “Die veranderingen zitten ons al jarenlang dwars, maar het zuidelijk halfrond begint er nu ook last van te krijgen”.

Prijs blijft hetzelfde

Ondanks de verminderde productie zullen de supermarkten nog niet gelijk de prijzen omhoog gooien, verwacht de wijnproducent. “De supermarkten hanteren ondanks het aanbod, ook een psychologische grens”, legt Gort uit. Hiermee bedoelt hij dat mensen maar een bepaald bedrag willen uitgeven aan een fles. “Wijn is binnen een paar jaar tijd al van vijf euro naar zeven euro gestegen. Voor veel mensen is dat niet meer te betalen”.

Nederlandse wijn wordt beter

De klimaatveranderingen in Frankrijk zijn voor Gort geen reden voor een verhuizing naar Nederland. “Ik zou hier voor gek lopen met mijn petje”, grapt Gort over zijn Franse baret. Wel moet hij toegeven dat de Nederlandse wijn steeds beter wordt. “Negen jaar geleden was je ramen wassen het beste wat je met die wijn kon doen. Tegenwoordig is het echt hele lekkere wijn”.

Toch wil Gort zijn wijndruiven nog een hart onder de riem steken. “Lieve druifjes, het komt allemaal goed!”, sluit hij af.

Vuurwerktraining voor honden: “De angst komt meestal van harde knallen en het onverwachte.”

0

Het is november en de eerste knallen van vuurwerk zijn alweer op straat te horen. Voor een deel van de bevolking levert dit irritatie op. En niet alleen omdat ze zelf bang zijn voor vuurwerk, maar ook vanwege hun huisdieren. Karen Mulders van opleidingscentrum en hondenschool Happy Tails en dierenarts Mara van Medpets vertellen over hun ervaringen met vuurwerktraining. 

Hoe de vuurwerktraining voor honden wordt gegeven, is voor iedere hondenschool anders. Mulders vertelt dat de vuurwerktraining bij Happy Tails niet alleen is bedoeld voor honden die bang zijn voor vuurwerk, maar ook voor honden die juist niet bang zijn voor vuurwerk. Tijdens deze training is de bedoeling dat de honden gewend raken aan de geluiden, de geur en het zien van vuurwerk. Mara vertelt: “Dit werkt het ‘makkelijkst’ als je hond het geluid nog niet kent en er nog niet bang van is.” 

Een training kan weken tot maanden duren en is niet alleen voor honden. Ook hun baasjes kunnen leren hoe ze hun hond het beste kunnen begeleiden naar hun behoeften. Dit is volgens Mulders erg lastig en er komt ook een enorme verantwoordelijkheid bij kijken.

Natuurlijk kan de training ook voor honden die al angst hebben ontwikkeld. Dit maakt de training wel lastiger, want als je hond schrikt van een soortgelijk geluid, ben je meteen weer terug bij af, zo zegt Mara. “Honden die bang zijn voor vuurwerk kunnen voor steeds meer dingen bang worden. Dus eerst is het alleen vuurwerk, dan ook een brommer, dan ook nog een vrachtauto en uiteindelijk zelfs een deur die te hard dicht valt.” Daarom is het verstandig om de training altijd te doen onder begeleiding van een gedragstherapeut. Ook Mulders raadt aan de training altijd door een gedragstherapeut te laten geven. “Eventueel met een instructeur, maar diepgaande kennis van gedrag, therapiemethodes en leerprincipes is hierbij noodzakelijk.”

Copy paste 

“Ik zou vuurwerktraining altijd 1 op 1 geven, anders heb je de kans dat je hond schrikt van een reactie van een andere hond,” zegt Mara. Ze benoemt dat het geen goed idee is om bange honden bij elkaar in een training te zetten. “De kans is heel groot dat honden elkaars gedrag gaan kopiëren.” 

Mulders kijkt hier iets anders tegenaan. “Het training geven van honden kan prima binnen een groep, maar er moet dan heel goed naar de individuen en behoeften gekeken worden.” De kans dat honden gedrag en/of angsten van elkaar overnemen binnen een groep, is volgens Mulders niet zo groot. Tijdens de training zijn de honden voornamelijk bezig met hun eigenaren. 

Mara vertelt verder dat het wel zo kan zijn dat een hele stabiele hond een goed voorbeeld kan zijn voor een hele angstige hond. De stabiele hond laat zien dat er niks is om bang voor te zijn. “Dat zou mogelijk de vuurwerktraining ondersteunen.” 

Kalmerende middelen

“Het voorschrijven van kalmerende middelen heeft alleen zin in combinatie met gedragstherapie/vuurwerktraining”, aldus Mulders. Mara geeft aan zelf nooit kalmerende middelen voor te schrijven aan honden tijdens de jaarwisseling. Hierbij gaat het om sedatiemiddelen. Sedatiemiddelen maken dat je hond niet meer kan bewegen en dus daarom rustig is. Echter krijgt je hond wel alles mee wat er gebeurd. Ondersteunende angstremmende middelen zijn volgens Mara wel een optie. “Je moet dit echt met de nodige voorzichtigheid toepassen en altijd in overleg met je dierenarts.” Voedingssupplementen kunnen een kalmerend of rustgevend effect hebben. Deze ondersteunen, maar nemen nooit de volledige angst weg.  

Pasgeboren olifant Mosi in Beekse Bergen

Safaripark Beekse Bergen mag de beschuit met muisjes uit de kast halen, want er is een olifant geboren, genaamd Mosi. De Afrikaanse olifant is op de wereld gekomen door een Europees managment programma. Bezoekers kunnen vanaf donderdag Mosi zelf bewonderen in het safaripark.

Goede start voor wintersporters: ‘Het is een welkome verrassing’

Het sneeuwde deze week in veel wintersportgebieden. Hoewel er door te hoge temperaturen van de afgelopen maanden werd gevreesd voor geen sneeuw in de gebieden, dwarrelde het deze week dan toch eindelijk uit de hemel. Er lag in sommige gebieden al wel wat, maar nog lang niet genoeg.

Afgelopen week kleurden de wintersportgebieden langzaam nog witter en dat levert kriebels op bij fanatieke wintersporters. Doordat de temperatuur in september en zelfs oktober nog rond de 20 graden lag, was er langzaam vrees voor een slecht seizoen. Toch ligt in het gebied van het Oostenrijkse Serfaus, Fiss en Ladis – waar het wintersportseizoen op 8 december pas begint – al zo’n 40 centimeter sneeuw op de berg en 5 centimeter in het dal. Desondanks kleuren sommige stukken van het dal nog groen. “Voor iedereen die graag op wintersport gaat, is het een welkome verrassing dat het nu zo vroeg in het seizoen sneeuwt. Tegen alle verwachtingen in”, aldus Roel van Bekerom, weerman en hoofdredacteur van Wintersport.nl. Toch gaat skiën nu alleen nog maar in hooggelegen gebieden omdat alleen hier de pistes geprepareerd zijn.

Een goede start

Een goede start, als je het aan Roel van Bekerom vraagt. Wintersport.nl is een platform voor wintersporters met informatie over skigebieden, producten en het weer. “Het was afgelopen week koud genoeg dat ook laaggelegen stukken een winters karakter hebben gekregen. De pistes zijn daar nog niet super goed, maar het oogt wel compleet wit en winters en dat doet heel veel voor de beleving van wintersporters”, aldus Van Bekerom. Volgens hem moet november een koude maand worden.

Toekomst

Hoe het komende wintersportseizoen qua sneeuw er precies uit gaat zien, kan Van Bekerom nog niet zeggen. Het was lang te warm en de algehele temperatuur van de aarde blijft stijgen, maar dat is voor Van Bekerom niet de grootste zorg. “De temperatuur is niet de hoofdfactor van een goed of slecht seizoen. Vooral de windrichting heeft hier invloed op maar het voorspellen van de windrichting is lastig.” Volgens Van Bekerom is er voor de komende jaren nog geen paniek: “Nu hoeven we ons nog geen zorgen te maken. Voorlopig kunnen we nog op wintersport.”


Volt is radicaal voor Europa: “problemen zijn soms niet te vangen in grenzen”

“Oekraïne vecht voor een toekomst in Europa, wij moeten dat ook doen.” Hiermee opent Laurens Dassen, de lijsttrekker van EU-lovende partij Volt, het interview met Jeroen Wollaars van Nieuwsuur. Jeroen vloog het interview kritisch en ijzerscherp aan met zijn keurig uitgevoerde huiswerk.

Dassen vertelt na het korte introductiefilmpje dat hij zijn baan als bankier in Dubai heeft verlaten, nadat zijn vader hem over de partij vertelde. Dassen benadrukt gepassioneerd te zijn over het Europese gedachtegoed. Dit merk je heel erg aan hem. Hij is hoopvol voor de partij en spreekt ontzettend ambitieus over de toekomst, ergens iets te ambitieus. Zo kan hij zich ergens flink in vastbijten. Hij heeft namelijk meerdere malen een reeds afgewezen motie ingediend over een lobbyregister. Als hem gevraagd wordt waarom zij zelf niet op hun website een klein lobbyregister wil bijhouden, kan Dassen daar niet echt een concreet onderbouwd antwoord op geven. Hij komt hierdoor niet over als een sterke leider.

Onderwijs

Volt wil vijftien extra vernieuwingen gaan doorvoeren op het gebied van onderwijs. Echter toont Nieuwsuur aan met twee docenten dat zij daar niet op zitten te wachten. Zij zeggen namelijk dat de druk al te hoog is en de mankracht van docenten daarvoor te klein is. Dassen zegt hierbij hulp te willen inschakelen op bepaalde aspecten van externe partijen om dat te voorkomen. Dassen is eigenwijs en draait om de vraag van de geïnterviewde heen om min of meer hun programma te verkondigen. Nieuwsuur is naar een openbare ledenvergadering geweest. Hierin hebben zij waargenomen dat er een amendement tegen deze nieuwe onderwijs-ideologieën is afgekeurd door Volt. De interviewer citeert de toen genoemde onderbouwing van Volt: “Het maakt het verkiezingsprogramma minder sterk.” Hij vraagt daarom vervolgens aan Dassen of het onderwijspraktijk of het verkiezingsprogramma belangrijker is. Hierop geeft Dassen geen specifiek antwoord en daardoor komt hij wat knullig over. 

Klimaat

Nieuwsuur laat een video van een voormalig Volt stemmer zien. Hij geeft aan dat het voor hem onduidelijk is welke oplossingen Volt voor zich ziet. “Het voornaamste wat mij opviel is dat ze heel goed weten welke dingen ze niet willen, maar het is mij onduidelijk wat ze dan wel willen” vertelt hij. Dassen blijft zich hierbij vasthouden op het fors investeren op alle vormen van groene energie. Als onderbouwing beweert hij dat het ministerie heeft aangegeven dat dat kan. De interviewer vindt het niet helemaal realistisch om binnen twaalf jaar een kerncentrale te bouwen. Hierop reageert Dassen duidelijk en stellig het niet mee eens te zijn. Hij kaatst de bal in dit onderdeel kritisch terug en komt op dit onderdeel sterker over dan het vorige. Zo benadrukt hij namelijk dat de klimaatdoelen in 2040 essentieel is volgens de wetenschap. Volgens hen is het namelijk anders te laat. Hierna benoemd Dassen een forse lijst aan diverse maatregelen om dit te bereiken, waardoor hij erg betrouwbaar overkomt. Waarna hij een standvastige kant van zichzelf laat zien.

Kabinet

Dassen weet niet met welke partijen hij een coalitie zou willen voeren. Hij valt stil, stamelt een beetje en geeft tenslotte hierbij sterk de indruk dat hij geen concrete visie heeft. Echter benadrukt hij wel dat hij graag zijn plannen verwezenlijkt ziet worden in een groen, progressief en Europees gedreven kabinet. Wederom ontbreekt er een duidelijke aanpak van zijn plannen. Hiermee geeft hij een indruk als visionair maar niet als leider. De radicale ideologieën van de duidelijk onervaren politicus zijn groots maar niet altijd haalbaar. Het interview was ijzerscherp en soms erg confronterend. Het deed mij namelijk veel nadenken. Volt zet zich constant hard in voor Europese éénwording en samenwerking. Echter weten zij kennelijk nog niet hoe zij de Nederlandse samenwerking voor zich willen zien. Zien ze dat dan wel bij een samenwerking van heel Europa?