Waar overdag op de meeste Nederlandse wegen rustig wordt gereden, veranderen er sommige wegen in een speeltuin voor auto-enthousiastelingen. Straatracers verzamelen zich diep in de nacht, meestal op rustige industrieterreinen om te kijken wie de snelste auto heeft. Dit alles gaat niet gepaard zonder risico’s.
De politie hanteert duidelijke richtlijnen voor wanneer iets wel of niet een illegale straatrace is. “Er is sprake van een straatrace wanneer er een wedstrijdelement is waar minimaal twee partijen aan mee doen en tijden geklokt worden.” Hierover ontstaat veel verwarring. Wanneer er geen tijden opgenomen worden, is er geen sprake van een race. Wij spraken een anonieme straatcoureur uit Limburg (bij de redactie is zijn naam wel bekend).
Hij organiseert al bijna 3 jaar straatraces in zijn provincie. Hierdoor is hij al vaker in aanraking gekomen met de politie, maar nog nooit werd hij beboet. De boetes die daar zijn uitgedeeld kan je op één hand tellen, vertelt hij. Er wordt bij hem niet gereden voor geld of tijden.
In de coronatijd begon de Limburger met organiseren van straatraces, zogenaamde ‘illegalnights’. Zijn motivatie hiervoor was duidelijk: “Omdat we niet meer samen konden zijn. De clubs waren dicht, een terrasje pakken zat er niet in en een jointje halen ging ook niet. Dit was gewoon saai, vooral hier in Limburg.” Ook geeft hij aan dat het stiekem een ‘fuck you’ was naar de politie.
Wat ontstond als een kleine groep uit de regio groeide al snel uit naar een grote community. Via de groepsapp wordt de informatie gedeeld over de bijeenkomst. Als een lopend vuurtje gaat dit vervolgens door de autogroepen en zo zijn ze als clubje al gegroeid naar 50 tot 100 auto’s op een nacht.
De organisator omschrijft zijn ‘meetings’ als ‘verschillend maar vooral vreugdevol’. “Natuurlijk is de sfeer op een koude nacht anders dan een zomernacht waar iedereen naar buiten komt om te kijken.” Kijkers zijn meer dan welkom. Hierdoor is het voor de politie ook moeilijker om er iets aan te doen. Zo lijkt het meer op een, zoals hij zelf zegt, ‘avond onder autoliefhebbers waar we over elkaars auto’s praten’.
Nog een tactiek is het plaatsen van zogenaamde ‘spotters’, deze mensen zijn onderdeel van de organisatie mee samenwerkt. Wanneer er politie gezien wordt, gaat er op de walkietalkie een alarm af en worden de sprintjes stilgelegd. Zo lijkt het weer op een doodgewone avond voor autoliefhebbers.
Niet alleen in Limburg vindt dit fenomeen plaats. De organisatie heeft ook samen willen werken met racers uit andere plaatsen, zoals in Helmond. Hier werd al snel een punt achter gezet. “Er werd daar wél voor geld geracet en dit zorgde voor frictie.” Hij wil dat zijn races toegankelijk zijn voor iedereen. “Onder de 250pk deed je niet eens mee in Helmond”.
Hij vindt de ‘funfactor’ heel belangrijk en dat mist hij wanneer mensen worden buitengesloten, omdat ze niet snel genoeg zijn om mee te doen. Voor de politie is het ook makkelijker om in te grijpen wanneer er voor geld geracet wordt. Dan is er namelijk wél sprake van een straatrace. Als je gepakt wordt ben je je auto kwijt en mag je opnieuw naar het CBR voor onderzoeken of je nog wel geschikt bent om auto te rijden.