28 maart 2023 werd de spreidingswet ingediend door Eric van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Inmiddels is de wet nog steeds in behandeling in de Tweede Kamer. Maar wie is de asielzoeker waar het over gaat?
Daarvoor ben ik naar het asielzoekerscentrum in Goirle geweest. Daar sprak ik met Parvi (39) die met haar partner Alp (38) en haar dochtertje eind juli vanuit Iran naar Nederland kwamen.
De nieuwe regelgeving moet ervoor zorgen dat asielzoekers die naar Nederland komen eerlijk worden verdeeld over alle gemeenten. Het verplicht alle gemeenten opvangplaatsen te regelen. Deze nieuwe wet is er om te voorkomen dat er weer asielzoekers buiten grote opvangcentra slapen omdat er te weinig plek is.
De asielzoeker
“Het was niet makkelijk, ik zal bij het begin beginnen. Toen ik veertien was werd ik uitgehuwelijkt aan een man van vijftig. Het was absoluut geen goede man, hij sloeg en sloot me af en toe dagen op zonder mij eten te geven. Op een gegeven moment had hij een nieuwe vrouw gevonden, dus sloot hij me steeds vaker en langer op. Één keer lukte het mij om weg te komen. Toen ben ik naar mijn beste vriendin gevlucht in een andere stad. Via haar leerde ik Alp kennen. We werden verliefd, maar in Iran is het absoluut niet toegestaan om met een andere man te zijn als je getrouwd bent.”
De tolk kijkt me aan en hij komt niet uit zijn woorden. Hij knikt naar mijn telefoon. Onbegrijpelijk kijk ik hem aan. Hij zegt voorzichtig: “Ik kan dit niet zeggen, omdat je aan het opnemen bent.” Ik zet de recorder uit. “Als je seks hebt met iemand is het daarna echt niet de bedoeling dat je met iemand anders nog het bed deelt.”
Parvi vertelt het verhaal sterk. Ze aarzelt geen enkele keer. De man zegt niet veel, behalve een instemmend knikje op zijn tijd. Beiden zijn ze wel serieus, dat zie je aan de frons op hun voorhoofd. Maar degene die meeste ontdaan is aan tafel is de tolk. Ik zie dat de jongeman het moeilijk vindt om uit zijn woorden te komen. Dit is deels te danken aan de taalbarrière, maar ook voor een deel aan het verhaal.
“De man aan wie ik uitgehuwelijkt was, had korte lijntjes met de autoriteiten en de politie. Al snel had hij mij gevonden en ging hij Alp bedreigen. Natuurlijk niet zelf, dat liet hij door anderen doen. Een groep jongens heeft Alp meerdere keren het ziekenhuis ingeslagen. Hij is zelfs twee keer gestoken.”
Voor het eerst tijdens het gesprek kwam ook Alp in bewegen. Hij zei iets tegen de tolk in het Iraans. Hij draaide een beetje in zijn stoel en deed zijn shirt een beetje omhoog. Ik kon het zelf niet zien, maar de tolk schrok duidelijk van het blik. Het leek alsof hij een litteken liet zien rechtsonder op zijn rug.
“Ik vreesde voor ons leven. Ik raakte zwanger van een meisje en we wisten dat we weg moesten. We probeerden naar Turkije te vluchten. Met een nep paspoort ging ik de grens over. Ik moest daar een paar keer naar het ziekenhuis vanwege mijn zwangerschap. Zo heeft mijn man ons kunnen vinden. De autoriteiten van Turkije en Iran hadden korte lijntjes met elkaar. Ik vreesde voor ons leven. Mijn jeugd was al van me afgenomen en dat wilde ik absoluut niet ook voor mijn dochtertje.”
Op de vlucht
“We probeerden te vluchten naar Servië. Vanuit Servië gingen we naar Nederland. Al wisten we toen nog niet dat we daar zouden aan komen. We mochten één rugzak meenemen, dat was alles.”
In een keer wordt Parvi onderbroken door haar man Alp. Met veel commotie zegt hij iets wat hij een paar keer herhaalt: “Probeer jij het maar eens met één rugzak achterop en een baby voorop. Geen paspoort, geen geld. Probeer jij het maar eens.”
“Met de baby reisden we af naar Nederland,” gaat Parvi weer verder. “Afgelopen juli kwamen we aan in Ter Apel. Na tien dagen werden we een busje ingeduwd. We hadden geen idee waar we naartoe gingen. Maar we stapten uit hier in Tilburg. We zijn hier nog maar net, maar we zijn enorm dankbaar. Ik hoop dat ik samen met mijn gezin hier magen blijven.”
We willen ook werken. Alp doet hier vaak fietsen maken en ik kook veel. We zijn enorm blij met hoe Nederland ons heeft opgevangen. We hopen dat we snel een BSN-nummer krijgen, kunnen werken en een huisje kunnen kopen. Ons dochtertje gaat hier al naar school en we willen ook allemaal de taal leren en bijdrage aan de Nederlandse maatschappij.” Ze was klaar met haar verhaal en in een keer was ik me heel bewust van de laptop die ik bij me had, van de telefoon die op tafel lag en van de school waar ik dadelijk weer naar toe ging.